Recht Annick

  • November 2019
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Recht Annick as PDF for free.

More details

  • Words: 12,335
  • Pages: 44
INDELING VAN HET RECHT I WAT IS RECHT? Recht is een geheel van leefregels, richtlijnen, normen die orde brengen in een maatschappij.  Deze leefregels, richtlijnen, normen komen voort uit een maatschappij en evolueren mee met deze maatschappij.  Ze zijn afdwingbaar  er volgen sancties indien men ze niet naleeft.  Er zijn zowel geschreven (wetten, reglementen) als ongeschreven( morele normen, bvb. zitplaats afstaan aan ouderen op de bus) leefregels. De kenmerken van het recht 1) Het recht heeft een ORDENDE FUNCTIE = verkeersregels, arbeidsduur in een CAO, echtscheiding, ruimtelijke ordening. 2) Het recht BESCHERMT de burger maw. heeft als nut de burger te beschermen = milieubescherming, kinderrechten, arbeidsrecht(loonbescherming en ontslag). 3) Het recht is REPRESSIEF, het zal onderdrukken via sancties = rijverbod, gevangenisstraf, belasting betalen.... Belsuit: HET RECHT HELP ONS LEVEN VOLGENS DE NORMEN. De oorsprong ons recht Ligt bij de Romeinen, zij hadden als eerste een georganiseerde staat met geschreven rechtsregels. Wij erfden de principes van hun recht o.a.: - De vader is het gezinshoofd, beslist over leven en dood van de kinderen = FAMILIERECHT. - De EIGENDOM is neergeschreven bepaald (eigendom, contracten, erfenissen, schenkingen).  Het recht werd hervormend, herschreven door Napoleon (=codex) na de Franse revolutie.

1

II DE INDELING VAN HET RECHT

PRIVAAT RECHT Rechtsregels tussen burgers, individuen onderling. bvb.: scheiding, koper en verkoper Welke? 1) BURGERLIJK RECHT bvb: kopen, huwelijk, lening... 2) HANDELSRECHT bvb:wie is handelaar,vennootschappen 3) SOCIAAL RECHT bvb: arbeider <-> werkgever via een arbeiderscontract.

PUBLIEK RECHT Rechtsregels die gelden tussen overheid en de burger of tussen twee overheden. Bvb: - ruimtelijke ordening, verkeersregels. - Vlaamse regering tov. de federale . regering. - Provincie tov. een stad. - De organisatie van de rechtbanken ( rechters,procureurs en magistraten) Welke? 1) FISCAAL RECHT: burger betaald aan de overheid. 2) SOCIAAL RECHT = individu<-> overheid vb. kindergeld, stempelgeld 3) ADMINISTRATIEF RECHT = De bevoegdheden van de overheidspersonen, bouwvergunningen.. 4) GRONDWETTELIJK RECHT = rol van de ministers, rechtbanken, koning, belastingen 5) VOLKENRECHT = rechtsregels tussen # staten a) Schrijft de rechtsregels om de grenzen af te bakenen. Ook in zee = 20 km territoriale wateren v. e. land. Verder in zee = internationale wateren. b) Ambassade = een stukje land in een ander land-> Al wat/wie gebeurt/een statuut heeft op een ambassade is diplomatiek onschendbaar.

2

III Bronnen van het recht 1. De grondwet De grondwet bevat de fundamentele regels en wetten(basiswet waarop alle regels steunen, uit voortvloeien). Ontstond in een reactie tegen absoluut bewind. België scheurt op 6 oktober 1830 af van Nederland. Op 7 februari 1831wordt de grondwet afgekondigd, op 21 juli 1831 legt Leopold I de eed af en zweert trouw aan de grondwet. Inhoud: • DE MACHT VAN DE KONING • • = beperkt & pol. onverantwoordelijk  elke politieke daad v.d. koning moet goedgekeurd worden door de 1e minister. •

DE SCHEIDING DER MACHTEN. Welke/ wie: de wetgevende-, uitvoerende-, gerechtelijke macht. Wie voert deze machten uit: DE WETGEVENDE MACHT Het parlement (= kamer, senaat en een kleine rol voor de koning.) DE UITVOERENDE MACHT De koning en zijn ministers DE RECHTERLIJKE MACHT De rechtbanken. Wat doen zij: DE WETGEVENDE MACHT = wetten maken en stemmen DE UITVOERENDE MACHT = de wetten uitvoeren DE RECHTERLIJKE MACHT = sanctioneert via vonnissen ELKE MACHT MENGT ZICH NIET MET DE ANDERE MACHT = SCHEIDING DER MACHTEN



DE GRONDWETTELIJKE VRIJHEDEN = DE VRIJHEDEN VAN DE BELGEN

1

Vrijheid van meningsuiting: is onaantastbaar enkel politieke meningsuiting, geen persoonlijke/ geldt enkel voor de Belg / enkel Belgen mochten met de duiven spelen. zie cursus

2

Vrijheid van pers: Geen censuur, voor een eventuele persoonlijke beschimpende mening kan een krant voor het Hof van Assisen moeten verschijnen, dit is geen censuur.

3

Vrijheid van eredienst: Het systeem van erkende godsdiensten = gesubsidieerde Katholieke – protestantse – anglicaanse – orthodoxe – joodse – islam ( Arabische en Tukse versie)

4

Vrijheid van onderwijs: Je studeert wat je wil. Tot je 18j heb je LEERPLICHT 3

dwz. op één of andere manier moet je leren. Sinds 1831 heeft de staat basisscholen met leerplannen waarin staat wat gekend moet worden. staatsonderwijs De inrichtende machten werden ingericht door: gemeenten en steden ,provincies en gewesten. Privé onderwijs Voornamelijk katholiek, ingericht door de bisschoppen en de kloosters. Ook moslim-, vrijzinnige-(VUB-Brussel), en jodenscholen.

4

2. Het wetboek of de wetten Wat is een wet? Een dwingende rechtsregel opgelegd door de wetgevende macht, die dan bekrachtigd wordt door de koning, dan verschijnt in het staatsblad en is tien dagen later van kracht. Soorten wetten a. De dwingende wet: moet nageleefd worden. Vb. verkeersregels, trouwen via ambtenaar van burgerlijke stand.... b. Aanvullende wetten: je eigen oplossing is mogelijk. Vb. erfenissen -> testament schrijven,huwelijkscontract. Rangorde van de wetten 1 De gewone wet: gestemd door het parlement 2 Decreten: gestemd in het Vlaams parlement (onderwijs, landbouw) 3 Koninklijke besluiten of K.B.: uitvoeringsbesluiten om een wet uit te voeren (door de koning en zijn ministers). 4 Ministeriële besluiten of M.B., gemeenteraadsbesluiten...: ter uitvoering van een K.B. (door minster, burgemeester...) Hoe komt een wet tot stand Parlement Kamer

Senaat

Wetsvoorstel door kamerlid, senator, volksvertegenwoordiger = parlementsleden. Wetsontwerp door regering/ regeringslid of een ministerie/minister  Een wetsvoorstel of ontwerp wordt via een COMMISSIE in overweging genomen(onderzocht) en kan aangenomen of verworpen worden.  Dit wordt in een verslag door een verslaggever in de PLENAIRE(voltallige) KAMER voorgebracht.  Men zal het AMENDEREN = wijzigen, verbeteren  Men zal het GOEDKEUREN Dan gaat het naar de senaat op dezelfde wijze: - COMMISSIE (in overweging) - VERSLAG - PLENAIRE vergadering - AMENDEMENT - GOEDGEKEURD of *AFGEKEURD * dan terug naar de kamer en alles opnieuw beginnen. Als de wet goedgekeurd wordt dan wordt de wet bekrachtigd door de koning. BEKRACHTIGEN = Hij verklaart de wet voor uitvoerbaar,zegt dat de wet uitvoerbaar is. NB. Sinds eind ’80 is de senaat slechts een reflexiekamer dwz. niet alle ingediende wetsvoorstellen en ontwerpen worden door de senaat behandelt  om pingpongeffect te voorkomen.

5

3. Gewoonten en gebruiken Handelingen van mensen die zo een gewoonte worden dat we ze tot norm hanteren, vb: veekooplieden, plaats afstaan in de tram. 4. De rechtspraak Rechters: - Interpreteren de wet - Vullen ze aan - Er ontstaat een rechtsregel. Rechters moeten de wet toepassen. Vonnissen van de rechtbanken die allemaal in éénzelfde richting gaan. 5. De rechtsleer Rechtsgeleerden die hun mening uiten/geven over de wet o.a. filosofen (Thomas van Anquino, Etienne Vermeersch, Vermassen...) Het gaat hier dan over problemen van de moderne maatschappij waarvoor nog geen rechtsregels gevormd zijn vb: klonen, draagmoeders....

6

III De indeling van de rechtbanken 1. Organisatie van de Belgische rechtbanken Nationaal: HOF VAN CASSATIE = vernietigd vonnissen en arresten BURGERLIJKE ZAKEN

STRAFZAKEN

Welke: Hof van Beroep Waar : ongeveer per provincie, er zijn er 5 provincie

Hof van assisen per provincie = 9

Welke: Rechtbanken van 1e aanleg Jeugdrechtbanken Waar: per arrondissement (27-tal)

Correctionele rechtbank per arrondissement

Welke:per Vredegerecht Waar: kanton (500- tal)

Politierechtbanken per kanton (500- tal)

HANDELSZAKEN / /

ARBEIDSZAKEN Arbeidshof ongeveer per

Handelsrechtbank

Arbeidsrechtbank

per arrondissement

per arrondissement

//

//

HET HOF VAN CASSATIE: spreekt zich nooit uit ten gronde.  Zij verwijst terug naar een ander hof voor een nieuwe uitspraak HET HOF VAN BEROEP: behandelt in beroep vonnissen van rechtbanken. HET HOF VAN ASSISEN: vb: ontvoering, moorden en misdaden met voorbedachte rade... met volksjurie (12 pers. of gezworene + 12 reservisten). Als dit gekenden zouden zijn van de beschuldigde kan je deze jurieleden wraken.  Zij oordelen over de schuldvraag* = schuldig(7-5) of onschuldig(5-7).  Indien schuldig trekken ze zich apart samen met de rechter en beslissen over de straf. * Er zijn plannen om het oordeel van de schuldvraag in de toekomst door de rechter te laten gebeuren. ARBEIDRECHTBANK: Geschillen tss werkgever en werknemer vb: lonen ontgslag, alles met sociale zekerheden, zwartwerk... HANDELSRECHTBANK: geschillen tss handelaars + betalingen. Spreekt zich uit over faillissementen. CORRECTIONELE RECHTBANK: vb: wanbedrijven,zware overtredingen tot 5j opsluiting, moord en misdaden zonder voorbedachte rade (juwelier schiet op overvaller). In beroep oordelen van vonnissen van de politierechtbanken. RECHTBANK VAN 1E AANLEG: alle geschillen boven de € 2000. Zaken van de vrederechter in beroep. JEUGDRECHTBANK: Misdrijven gepleegd door minderjarigen. Geschillen tss ouders en kinderen. VREDEGERECHT: Geschillen inzake huurcontracten tot een onbeperkt bedrag,ENKEL voor burgerzaken niet handelszaken. Geschillen beneden de € 2000 Verzoener tss twistende partijen. POLITIERECHTBANK: Kleine overtredingen vb: parkeermeter. Tot 8dagen opsluiting. Tot € 2500 boete. Alle overtredingen inzake verkeer Kleine wandaden vb: drugbezit, burenzaken.

7

Opmerking: • DE RAADKAMER*: Beslist voor welke rechtbank je moet verschijnen nl: de correctionele rechtbank of het hof van Assisen. * is een onpartijdige rechtbank. DE KAMER VAN INBESCHULDIGINGSTELLING = K.I.B.: Hier kan je in beroep gaan tegen de beslissing van de raadkamer. • We onderscheiden drie soorten misdrijven: Overtredingen: gevangenisstraf minder dan 8d Geldboete minder dan 26fr x 200 Wanbedrijven: gevangenisstraf van meer dan 8d tot 5j. Geldboete meer dan 26fr x 200 Misdaden: gevangenisstraf van 5j en meer. • •

elke burger krijgt een tweede kans = algemene regel Als je veroordeeld bent voor een Hof kan je nog altijd naar het Hof van Cassatie* * ENKEL wegens procedurefouten(vb. spaghettiarrest)

2. Procedure voor de rechtbanken 1. Dagvaarding = tegenpartij naar de rechtbank brengen. Een officiële uitnodiging om te verschijnen voor de rechtbank. 2. Deurwaardersexploot: Dagvaarding gebracht door de deurwaarder. Bij afwezigheid, in brievenbus. = officiële uitnodiging. 3. Vonnis/ arrest: Vonnis = voor de lagere rechtbanken. Arrest = De hoven. 4. Vonnis of tegenspraak: Beide partijen verschijnen voor de rechter en doen hun verhaal.  Er volgt een vonnis of tegenspraak. 5. Vonnis bij verstek: Bij afwezigheid van 1 van de partijen. Bij afwezigheid van beide parijen volgt een opschorting of uitstel. 6. Betekenen van vonnis = Het vonnis moet uitgevoerd worden, verliezende partij moet ingelicht worden van het vonnis. --> Wordt betekent*(gebracht) door deurwaarder. * Bij afwezigheid moet je betalen op afgesproken tijdstip vermeldt in het vonnis (als deurwaarder langskomt). * In beroep = bij voorraad uitvoerbaar ondanks in beroep moet je Betalen. 7. Eiser – Verweerder: Bij burgelijke zaken is de schuldeiser de eiser. En de schuldenaar de verweerder. 3. De gerechtelijke vervolging Gebeurt door het parket dat: - per arrondissement geleid wordt door de Procureur des Konings en zijn substituten (helpers) voor de rechtbanken. - per hof van beroep + hof van Assisen geleidt door een Procureur Generaal (tevens oversten van Proc.des K.). Taken van een Procureur: - Onderzoeken de strafbare feiten  Zorgen voor strafvordering*. - Beslist over de strafvervolging of seponeert de zaak. * Bij zware, complexe zaken stelt de procureur een onderzoeksrechter ingeschakeld. Onderzoeksrechter: - Mag verdachte aanhouden, ondervragen, huiszoekingsbevelen uitschrijven, telefoon aftappen, In beslag nemen, brieven openen, deskundigen aanstellen. 8

- Moet onpartijdig zijn, enkel onderzoeken en verslag uitbrengen aan rechter.

9

BURGERLIJK RECHT DEEL I: Personenrecht I Begrippen en soorten Begrip 1 Natuurlijke personen: Fysische personen van vlees en bloed. 2 Rechtspersonen: a) Een groep natuurlijke personen die bij wet rechtspersoonlijkheid geven = rechten en plichten geven.--> treden op als nieuwe personen vb: VZW’s, bedrijven, stichtingen... b) Kapitaal waaraan het recht rechtspersoonlijkheid geeft vb: vennootschappen, meestal een commerciële activiteit. Soorten rechtspersonen 1 Publieke rechtspersonen: Persoon opgericht door de overheid en maakt deel van het openbaar bestuur van een land vb: stad Gent,gemeenten,OCMW’s van elke stad, gemeente, staatsmusea, leger, Vlaams Gewest, VRT, Provincie, Rijksuniversiteiten. 2 Private rechtspersonen: Een persoon opgericht door private personen vb: VUB, KUL, VTM,handelsvennootschappen, VZW’s, stichtingen ... II Staat van de natuurlijke personen A. Persoon in de maatschappij Alle personen hebben een naam Zowel natuurlijke als rechtspersonen hebben een naam: familienaam, schuilnaam, pseudoniem, handelsnaam. Fysische personen krijgen: - een voornaam: eender welke maar niet nadelig voor het kind - een familienaam: van de vader bij een wettig kind, bij onwettig van vader of moeder, bij vondeling wordt de familienaam gegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand (vaak plaats v. vondst). Gehuwde vrouwen hun meisjesfamilienaam blijft wettelijk geldig. * Veranderen van voornaam: makkelijk * Veranderen van familienaam: moeilijk, kostelijk. Woonplaats Elke persoon moet bereikbaar zijn op een vaste woonplaats i.v.m. rechten en plichten (deurwaarderexploot, kiesoproepingsbrieven..), plaats van de rechtbank...

10

Nationaliteit Is een juridische band tss persoon en staat. Alle rechtspersonen hebben een nationaliteit. Is van belang voor: Politieke rechten; - kiesrecht en sneuvelen voor het vaderland - niet uitgedreven worden(slechts 6mnd blijven) - ambten bekleden (vreemdelingen mogen enkel met een werk-, of verblijfsvergunning werken of een winkel openen) Grondwettelijk gewaarborgd recht; Alle Belgen en vreemdelingen genieten deze rechten maar voor de vreemdelingen kunnen deze beknot worden. Burgerlijke rechten; Belgen idem vreemdelingen. Hoe Belg worden? Steunt op 2grondbeginselen,principes: 1. Principe v.h. bloed: doorgegeven door:- vader - moeder (staatsverantwoordelijkheid tgv huwelijken tss Belgische moeders en vreemdelingen) 2. Principe van de bodem:- geboren in België krijgt het kind het Belgische staatsburgerschap, ook vondelingen. - vreemdelingen vanaf de 2e en 3e generatie worden zij Belg. Inzake Belg worden moet men onderscheid maken tussen: a) Toekennen van de Belgische nationaliteit = automatisch Belg worden o.a. via het bloed( Belgische ouders), de bodem en via adoptie (door Belgische ouders en kinderen – 18). b) Verkrijgen van de Belgische nationaliteit - via nationaliteitsverklaring: verklaringen afleggen aan de ambtenaar van burgerlijke stand dat je wil Belg worden. Een afschrift gaat naar Het Parket en deze onderzoekt het. De rechtbank van 1e aanleg beslist hierover. Je moet wel tss 18j en 30j zijn. - via nationaliteitskeuze:op basis van een speciale band met het land die het land goed uitkomt. procedure idem nationaliteitsverklaring. min 1j in België wonen en tss de 18j en 22j zijn. - via (schijn)huwelijk: met een vreemdeling. Wordt na 6mnd tot 3j automatisch Belg.bgv: vaak schijnhuwelijken. - Door naturalisatie = Belg worden via een wet:min 18j oud en 5j in België wonen (3j voor vluchtelingen en staatslozen). Opmerking: De dubbele nationaliteit bestaat niet in België. Je kan nooit je staatsburgerschap verliezen.

11

B. De persoon in de familie Alle personen verbonden door: huwelijk, bloedverwantschap, verwantschap, adoptie 1. Bloedverwantschap (tss ouders en kinderen): verplicht te zorgen voor onderhoudsplicht, naam van vader, erfrecht, ouderlijk gezag, voogdijplicht, huwelijksbeletselen. VADER / MOEDER descendenten of dalende lijn OOM / TANTE ascendenten of klimmende lijn ZOON / DOCHTER NEEF / NICHT 2. Huwelijk: = stichten van een levensgemeenschap al dan niet van éénzelfde geslacht. eisen - Men moet lichamelijk bekwaam zijn - Toestemming van de echtgenoot krijgen/geven = ja-woord - Toestemming van de ouders bij -18j - Niet huwen met een gehuwde - Geen bloed- en aanverwantschap Formaliteiten(=ondertrouw regelen) - Aanvraag( data)bij de ambtenaar van burgerlijke stand - Papieren inleveren:geboorteakte, woonplaats,trouwboek van de ouders. * Men kan enkel huwen bij de ambtenaar van burgerlijke stand, gevangenisdirecteur, de kapitein op zee. *Men kan het huwelijk nietig verklaren(# echtscheiding) op basis van valse verklaringen met als gevolg  dat het huwelijk nooit bestaan heeft. Gevolgen van het huwelijk - verplicht samenwonen - plicht van trouw - plicht van hulp - morele en sentimentele steun bieden - een gemeenschappelijke rekening - alles wat je koopt/schulden maakt tijdens het huwelijk - je bijdrage aan de opvoeding van de kinderen De echtscheiding = het beëindigen van het huwelijksstaat, echtscheiding van de goederen, personen en kinderen Echtscheiding kan op 2 manieren gebeuren: 1 Op grond van feiten: overspel, gewelddaden, mishandeling, grove beledigingen,krankzinnigheid of geestesgestoord, feitelijke scheiding van meer dan 5j 2 Op grond van onderlinge toestemming: min 21j oud, 1j gehuwd, akkoord gaan over de kinderen, de inboedel, het onderhoudgeld. *scheiding van tafel en bed maakt geen einde aan het huwelijk. Enkel plicht tot samenwonen en bijstand vervalt. 3 . Mensen verbonden door het aanverwantschap = schoonfamilie 4. Mensen verbonden door adoptie 12

C. Persoon als individu Juridische bekwaamheid = maatregelen om iemand te beschermen bgv hebben onbekwamen een vervangend persoon nodig. Wie is onbekwaam: • Bij minderjarigen wordt de bekwaamheid vervangen door de ouders, d.i. rechtsbekwaamheid(een kind heeft recht te erven) en handelsbekwaamheid*(de ouders staan in voor de erfenis, hebben de vrucht van de erfenis). *Het kind is wel handelsbekwaam om toe te stemmen om te trouwen en een testament op te maken van zijn goederen. • De geesteszieken: zwakzinnigen krijgen meestal een raadsman toegewezen. krankzinnigen zijn rechterlijk en handelsonbekwaam. • De verkwisters: persoon die zijn geld op onverantwoorde wijze verspild kinderen kunnen de ouders laten rechterlijk als verkwister vaststellen. III Het huwelijksvermogen WETTELIJK voor het huwelijk alle bezittingen,schulden, vorderingen van de m/v voor het huwelijk blijft van de m/v tijdens het huwelijk Alles wat ze gezamenlijk vergaren is van elkaar, ook de opbrengsten + de schulden. Alle pers. schenkingen en erfenissen en goederen blijft van de m/v + de beroepsgoederen( afkomstig van hun beroepsinkomen) + de persoonlijke schulden. Bij wettelijk huwelijkstelsel zijn er 3 patrimoniums - vermogen van de man - vermogen van de vrouw - gemeenschappelijk vermogen

CONTRACTUELE Aanvullend contract. Ambtenaar v. burg. st. moet dit vermelden in de huwelijksakte. Kan steeds gewijzigd worden Altijd een notariële akte: 1e algemenen gemeenschap van goederen = 1 pot/vermogen 2e totale scheiding van goederen = alles apart 3e je kan ook mixen = afspraken maken o.a. voeding, huishoudgoederen is gemeenschappelijk

NOTA Dit alles betreft de activa en de passiva (zowel onderhoudsgeld als schulden). Vooral zelfstandigen hebben beter een contractueel huwelijksvermogenstelsel (= zakelijke banden in het huwelijk) als ze bvb failliet gaan.

13

DEEL II: zakenrecht I Soorten goederen Men moet een juridisch onderscheid maken tussen goederen en zaken Zaken: alles wat voorkomt in de natuur behalve de mens. Goederen: alles wat we ons kunnen toe-eigenen Soorten zaken of goederen a. gemeenschappelijke(verscheidene eigenaars) en niet gemeenschappelijke(1 eigenaar) goederen. Vb: een appartemenstblok b. lichamelijke (tastbaar) en niet lichamelijke (niet tastbaar) goederen vb van niet tastbare goederen: auteursrechten, patenten en octrooien, merknamen, handelsfondsen, cliënteel, film- en uitzendrechten. c. Verbruikbare (voeding) en niet verbruikbare (diamanten, goud) goederen d. vervangbare en niet vervangbare goederen vervanbaar: de appel is op -> je koopt een nieuwe niet vervangbaar: kunstwerk, manuscript... e. goederen toebehorend aan de staat of aan een particulier staatsgoederen: justitiepaleis, rijkswegen, kazernes, staatsscholen particulieren: privé-eigendom f. roerende (verplaatsbaar) en onroerende (niet verplaatsbaar) goederen zijn nu allebei even belangrijk uitzondering: een koe maakt deel uit van de wei en wordt beschouwd als onroerend goed. Schepen zijn onroerende goederen Criteriabepaling: 1e wegens hun aard vb: gebouw  immobiel  onroerend 2e wegens bestemming vb: nagels die je koopt roerend nagels in de muur  onroerend 3e omdat de wet het zegt vb: obligaties en auteursrechten zijn roerend wij betalen roerende voorheffing. * een onroerende schuldvordering = een hypothecaire lening. * i.v.m. goederen hebben we ook nog het vermogen = alles wat waarde heeft is verkoopbaar. * t.o.v. goederen kunnen we een reeks rechten uitoefenen: 1 Eigendom: absoluut recht om het genot te hebben van een goed, je beschikt erover = verkopen, opeten, borg geven, uitlenen.

14

2

Vruchtgebruik: Vader (+)

½ van het huis  5 kinderen ½ v.h. huis + genot  moeder Genot = wonen of vruchtgebruik over gans het huis maar niet het recht te verkopen, verhuren, hypotheken. * als er kosten zijn betaald moeder en kind (erfgenamen) de kosten. 3 Gebruiken en bewoning: niet kennen 4 Erfdienstbaarheid: recht van doorgang, leidingen op je bouwgrond, kabels aan huizen  last die we op iemands erfrecht leggen. Blijft steeds gelden, ook als je het doorverkoopt. 5e Opstal: recht op iets uit te baten in iemand anders gebouw 6e Erfpacht 7e Onroerend recht 8e Onroerend voorrecht 9e Gebruikspand 10e Hypoyheek: - zakelijke waarborg op een onroerend goed. - lening die je afsluit met de bank op 10, 20, 30j. - bij niet afbetaling wordt het goed verkocht. * een hypothecaire lening wordt afgesloten bij een notaris met een hypothecaire akte.

15

III eigendom en bezit Wat is eigendom? Het absoluut recht* om het genot te hebben van een goed, je kan erover beschikken: verkopen ,opeten, uitlenen... * is beperkt door de wet (mag er niet strijdig mee zijn)  Als eigenaar heb je recht van gebruik vb: rijden met auto, schrijven met stylo  Als eigenaar heb je recht van genot vb: stoefen met je auto  Als eigenaar heb je recht van beschikking vb: auto uitlenen,verkopen... Eigendom uit zich via bezit doch is er een verschil Eigendom is een recht Bezit is een louter feit maar moet wel aan enkele voorwaarden voldoen: - Permanent in je bezit zijn - Op vreedzame wijze in je bezit zijn - Het moet openbaar zijn, iedereen mag het weten - Ondubbelzinnig = geen twijfel mogelijk - tergoedertrouw verworven zijn Opmerking: bezit geldt als titel van eigendom Het feit dat je iets in je bezit hebt (roerend goed) wordt je veronderstelt van de eigenaar te zijn.

16

III Wijze van verkrijgen van eigendom Wettelijke wegen om goederen te verwerven 1 Via overeenkomst = kopen  in de vorm van een koopcontract wordt men eigenaar* * wordt je als je akkoord gaat over de zaak en de prijs. Ook al heb je nog niet betaald hebt en je nog niet geleverd bent. Vb: schowroommodelauto gekocht. Als deze gestolen wordt in schoroom ben je hem kwijt. 2 Via schenking: van hand tot hand. Indien belangrijke best laten registreren. 3 Testament = erven: a) via erfopvolging(= wettelijke regeling) b) via testament( =keuze van de erfgenaam schriftelijk) neergeschreven via notariële akte of zelfstandig) 4 Erfopvolging: als de wet er niet aan uit geraakt (= geen erfgenamen) komen je bezittingen aan de staat. 5 Bezit: zie hiervoor 6 Toe-eigenen: vb: - je eigent je een gevonden schelp op het strand toe - verlaten voorwerpen(vuilnis) de eigenaar heeft er zich van ontdaan. 7 Vondst = geen verlaten maar verloren voorwerpen Indien op openbaar domein  afgeven aan overheidsinstelling  overheidsinstelling houdt de vondst 6mnd in bewaring en wordt nadien de eigenaar. Indien op privé-domein  is men eigenaar is de vondst voor jou  als 3e pers. verdelen tss eigenaar en 3e pers. * vondsten die niet afgehaald worden na zelfs aangetekend schrijven kunnen openbaar verkocht worden door de vinder. 8 Natrekking: wie eigenaar is van de koe/ appelboom is ook eigenaar van de melk/ appels 9 Verkrijgende verjaring: absolute grens is 30j. vb: als je een huis bewoont en je hebt reeds 30j niets behoord v.d. eigennaar, die tevens geen belasting betaalt, wordt je eigenaar. * De verjaring stuiten = de belasting moet via herinnering tot max. 3j je belastingsschuld terugvorderen, zoniet hoef je ze niet te betalen. * nieuwkuis/vestiaires(= roerende goederen) absolute grens = 1j

17

IIII Beperking op het eigendomsrecht Eigendomsrecht kan niet absoluut zijn er zijn volgende beperkingen: Hinder: Schade die men lijdt zonder dat een fout gemaakt werd. vb: je hebt genot van je tv tot22h s’avonds, dan moet het geluid stiller. Misbruik: Foute handeling waardoor schade geleden werd kan vergoed moeten worden. je hebt genot van je tv tot22h s’avonds, dan moet het geluid stiller. Als je dat niet doet kan je buur niet slapenkan niet werken lijdt schade wil van de mens: Er kunnen groeps- en individuele beperkingen opgelegd worden. Groepsbeperking: onteigening ten algemeen nut, inzake milieu, monumenten, landschappen Individuele bep.: vruchtgebruik V Vruchtgebruik en Erfdienstbaarheid Vruchtgebruik = De rechten van gebruik en genot, m.a.w. hij mag er van genieten (= een zakelijk en tijdelijk recht). NIET de beschikking (dat heeft de naakte eigenaar). Erfdienstbaarheid = Een last dat je als eigenaar/huurder legt op het erf van iemand anders. = Recht van doorgang. je hebt genot van je tv tot22h s’avonds, dan moet het geluid stiller.

18

DEEL III: Verbintenisrecht I Begrip Verbintenissenrecht is een belangrijk onderdeel in het recht. Hierop steunen alle contracten(burgerlijke en handelscontracten) Definitie: Een verbintenis is een rechtsband krachtens dewelke een persoon (schuldenaar) aan een ander persoon (schuldeiser) een prestatie dient te leveren. Rechtsband: verhouding tss 2 pers. die verbonden zijn door rechtsregels. vb: concessiehouder. Prestatie: a) iets geven: betalen, schenken b) iets doen: student moet studeren c) iets laten: autoconcessiehouder mat geen ander merk verkopen. II Bronnen van verbinding 1.Contracten Definitie: Een contract is het samenvallen van de wil van 2 of meer personen  er ontstaat een verbintenis. Vb: koper wil kopen en verkoper wil verkopen. We kunnen via een contract ook verbintenissen wijzigen vb: een rodewagen kopen en nadien een blauwe wensen. We kunnen via een contract ook verbintenissen uitdoven vb: auto kopen en nadien niet meer Willen A.Soorten contracten 1e Wederkerig contract: beide contractanten verbinden zich jegens malkander. vb: koopcontract Eenzijdig contract: slechts één partij verbindt zich tov. de andere. vb: schenking e 2 Contracten onder bezwarende titel: wanneer iedere partij een voordeel beoogd. vb: huurcontract Uit vrijgevigheid: één partij beoogd een voordeel. vb: schenking 3e Consensuele contracten: akkoord van beide partijen volstaat, hoeft niet schriftelijk mag. vb: koopcontract. Plechtige contracten: vormeisen dienen nageleefd te worden. Waarbij een openbare ambtenaar aan te pas komt. vb: huwelijk e 4 Vergeldende contracten: onder bezwarende titel  beide partijen beogen een voordeel vb: arbeidscontract. Kanscontract: wanneer de prestatie afhangt van onzekere gebeurtenissen. vb: weddenschappen op paardekoersen 5e Benoemende contracten: komen in het burgerlijk wetboek voor. vb: huwelijks-,huur-,koop-, schenkingscontracten. Niet benoemde contracten: komen niet int het B.W. voor. vb: leasecontracten, handelscontract. 6e Bijkomende contracten: bestaan in relatie met een hoofdcontract. Vb: hoofdcontract: auto kopen 19

 bijkomend contract: onderhoud- en verzekeringscontract. B. Grondbeginselen (pijlers) Rekening mee houden bij afsluiting v.e. contract. Wilsautonomie = vrij om een contract te sluiten om het even waarover Consensualisme = Alle contracten ontstaan op basis van overeenkomst tss beide partijen. Contract is wet: Uitvoering ter goeder trouw: contract moet uitgevoerd worden zoals een wet. vb: koopcontract  betalen C. Geldigheidsvereisten (spelregels) Opdat het contract wettelijk geldend wordt afgesloten. 1e Toestemming*: samenvallen van de twee wilsuitingen (aanbod – aanvaarding). Gebeurt mondeling, schriftelijk of stilzwijgend vb: handelaar ontvangt factuur en wordt geacht akkoord te gaan met de inhoud * toestemming kan opgeheven worden door wilsgebreken  gegeven toestemming kan vernietigd worden. Wilsgebreken volgens de wet: Dwaling = tergoedertrouw, misverstand Bedrog = valsheid, misleiden Geweld = kopen met mes op de keel, psychisch geweld Benadeling = vb: Rolce Royce = oud ijzer  vrij zwaar 2e Bekwaamheid: beide partijen zijn + 18j. zo niet de vernietiging v.d. verbintenis vorderen via rechtbank. Vb: kind koopt snoep: ok kind koopt auto: niet ok e 3 Bepaald voorwerp: het moet over iets gaan, zowel materieel als immaterieel. a) het moet bepaald zijn: auto, type, kleur  definiëren b) moet mogelijk zijn: geen stuk grond op maan. c) moet geoorloofd zijn: geen drug-, mensen- of wapen handel e 4 Geoorloofde oorzaak: oorsprong v. contracten moeten een wettelijke oorzaak hebben. vb: een gestolen auto kan niet = heling. D. Draagwijdte van een contract Overeenkomsten brengen alleen gevolgen mee tss de contracterende partijen. Vb: koper en verkoper.  geen nadeel aan derden* dus. *Derden kunnen enkel in een overeenkomst betrokken worden als het gaat over een voordeel / ten behoeve van derden. Vb: ouders sluiten een levensverzekeringcontract af. E. Teniet gaan van een contract Als één partij zich niet aan de voorwaarde van een contract houdt kan dit contract teniet gaan. Teniet gaan contract # teniet gaan verbintenis Het contract is een bron van verbintenis  bron kan teniet gaan en bgv gaat contract teniet. Verbintenis kan teniet gaan zonder dat hun bron, het contract, daarvoor teniet gaat.

20

De betaling (= contract uitvoeren) Houd in : een som geld overhandigen, beloofde zaak leveren, een prestatie doen. Wie betaald: iedereen zowel schuldenaar als een derde Aan wie betalen: aan de schuldeiser of een gemachtigde (= advocaat) v.d. schuldeiser.  Bij wet: aan voogd v.d. schuldeiser bij onbekwaamheid  Bij overeenkomst: lasthebber van de schuldeiser vb:zijn advocaat, deurwaarder  Door rechter: aan de curatorbij faillissement. Wat moet betaald worden: - datgene wat verschuldigd is  geen grotere of kleinere waarde - In de erkende munt  geen goud, diamant - Schuld ineens betalen. Indien schuldenaar tergoedertrouw is wordt in de praktijk gedeeltelijke- en termijnbetaling toegestaan. Plaats van betaling: daar waar de schuld ontstaan is vb: - in de winkel, niet bij levering - Bankreknr. Vermeldt op factuur * De schuld is steeds haalbaar bij de schuldenaar,je kan hem in mora stellen (= waarschuwen via aangetekend schrijven). Schuldvernieuwing = tenietgaan van een schuld en vervangen door een nieuwe. vb: het martinekrediet. Kwijtschelding Schudeiser verzaakt kosteloos aan schuldenaar. Komt in feite eigenlijk neer op schenking. Schudvergelijking of compensatie Twee pers. hebben jegens elkander schuld en besluiten enkel het saldo dat ze tegenover hebben te vereffenen (= compensatie). Vb: A heeft € 100 schuld tov B en B heeft €150 schuld tov A  B betaald €50 aan A. Schuldvermenging Schuldenaar wordt schuldeiser bvb bij overlijden, erfopvolging. Verlies van de zaak Toevallige onmogelijkheid tot uitvoering van de verbintenis. Vb: geleende CD die je verliest  geeft een geldsom of koopt een nieuwe. Bevrijdende verjaring (contract dooft uit) Vordering verjaart  contract gaat teniet maar de verbintenis blijft bestaan. Algemene verjaring in België is 30j, soms langer of slechts 1j. op uitzondering van oorlogsmisdadigers. Men kan ook de verjaring stuiten (= stoppen en opnieuw vanaf 0 beginnen). 2. Oneigenlijke contracten Geen sprake van samenvallen van de wil van beide partijen.  geoorloofde eenzijdige handeling waaruit een verbintenis ontstaat. a) zaakwaarneming: iemands goed beschermen om hem een verlies te besparen zonder hiervoor de opdracht gekregen te hebben. b) de onverschuldigde betaling: niet verschuldigde betalingen terugbetalen, enkel de opgebrachte intrest mag je houden als je ter goeder trouw handelde anders kan de eigenlijke eigenaar een vergoeding eisen. 21

22

3. Misdrijven en oneigenlijke misdrijven (= onrechtmatige daden) Misdrijf: opzettelijke daad Oneigenlijk misdrijf: onopzettelijk. * onrechtmatige daden kunnen iemand schade berokkenen en worden strafrechterlijk Beteugeld  aansprakelijkheid.!! # van contractuele verantwoordelijkheid tgv tekortkoming in de uitvoering. 1e Aansprakelijkheid(verantwoordelijkheid) voor eigen daden: Enkel bij: a) fout = daden die een normaal mens niet zou stellen. b) schade = zowel materiële als morele schade. c) oorzakelijk verband = er moet een verband zijn tss de gevolgen ( geleden schade) en de oorzaak ervan. 2e Aansprakelijkheid voor andermans daad: Voornamelijk aansprakelijkheid betreffende: a) ouders tov hun kinderen: Aansprakelijkheid berust op een vermoeden van een fout in het ouderlijk gezag.Kan enkel optreden als het kind -18j, inwoont bij ouders, onder de hoede en bewaking v.d. ouder staat. b) onderwijzer, leermeester tov llng, leerjongen: aansprakelijkheid berust op een vermoeden dat de bewaking gefaald heeft. c) werkgever tov werknemer: idem onderwijzer. Aansprakelijk voor schade aan derden door slecht opleiding. Er moet wel een oorzakelijk verband zijn. 3e Aansprakelijkheid voor zaken: Iedere eigenaar is aansprakelijk voor de schade die een zaak of gebouw kan berokkenen door instorting, verzuim van onderhoud of een gebrek in de bouw. 4e Aansprakelijkheid voor dieren: Eigenaar of gebruiker van een dier is aansprakelijk voor de veroorzaakte schade door een dier. 4. De wet Verbintenissen vinden meestal hun oorsprong in de wet  ontstaan uit kracht v.d. wet alleen. vb: verbintenissen tss familieleden (ouder – kinderen, man – vrouw) III Modaliteiten en verbintenissen We onderscheiden 3 gebeurtenissen die de uitvoering van verbinding kunnen beïnvloeden: 1e Verbintenis met voorwaarde: een voorwaarde duidt op een toekomstige en onzeker gebeurtenis waarvan het ontstaan en tenietgaan v.d. verbintenis afhangt. e 2 Verbintenis met tijdsbepaling: toekomstige maar zekere gebeurtenis die een verbintenis doet tenietgaan of uitvoering geeft. 3e Verbintenis met meerdere schuldeisers/schuldenaars: bvb bij vennootschappen  elke partij is hoofdelijk en solidair verbonden door de overeenkomst  de ene partij kan zijn medeschuldenaar(vennoot) aanspreken. Vb: 4 partners starten een zaak. A betaald niet  B moet betalen, indien niet  C moet betalen....

23

IV gevolgen van verbintenissen Als de prestatie tgv een verbintenis niet wordt uigevoerd moet deze prestatie afgedwongen worden. a) Gedwongen uitvoering: via rechtbank de uitvoering van een prestatie vorderen. De uitvoering gebeurt: in natura(volgens oorspronkelijke afspraak) in equivalent( tegenwaarde geven omdat eigenlijke uitvoering niet kan). * schuldeiser moet steeds uitvoering eisen van de verbintenis of ontbinding van de overeenkomst. * moratoire intresten = verwijlintresten bij te lang wachten met te betalen. Vb: huurder betaald huishuur niet. 1 Huisbaas schrijft brief,telefoneert naar huurder 2 Huisbaas schrijft aanmaningsbrief waarin je de huurder in gebreke steld. Al dan niet aangetekend. 3 Advocaat inschakelen die een brief schrijft. 4 Deurwaarder breng huurder dagvaarding voor de vrederechter = gedwongen uitvoering. 5 Huurder gaat naar vredegerecht en krijgt vonnis op tegenspraak dat je kan winnen of verliezen. 6 Vonnis betekenen.( deurwaarder brengt vonnisuitspraak bij huurder) 7 Vonnis vermeldt de tijd binnen welke de schuld aan deurwaarder betaald dient te worden. 8 Indien niet betaald wordt maakt de deurwaarder en bewarende beslagbrief van de roerende goederen van de huurder. Bij afwezigheid met de gewapende arm v.d. wet. 9 Indien huurder nog niet betaald heeft volgt het uivoerend beslag door deurwaarder. 10 De goederen worden verkocht. * deurwaarder schrijft meer op om gemaakte onkosten (rechtsplegingvergoeding = het ereloon van de advocaat) te vergoeden. * sinds 2j een nieuwe wet op beslagname  deurwaarder kan niet zoveel meer meenemen. Soorten gedwongen uitvoering: Via dwangsom: vb: bij staking als werkwilligen niet kunnen werkende staker via kortgeding een dwangsom opleggen. Aannemers die laattijdig een werk afwerken Via uitvoering op de persoon: = opsluiting vb bij alimentatie niet betaalt. Via uitvoering op de goederen: deurwaarder die inbeslagname doet.

24

V Bewijs van de verbintenissen In burgerlijk recht gelden slechts een aantal middelen waarmee men een bewijs kan leveren( de werkelijkheid van de bewering aantonen) inzake verbintenissen. Soorten bewijzen in het zakenrecht (nog meerdere voor familie- en personenrecht): 1e het geschrift en geschreven tekst = consensueel contract of overeenkomst  louter akkoord tss de partijen  hoeft niet altijd geschreven te zijn om wettelijk te zijn. De twee belangrijkste geschriften opgesteld met als doel iets te bewijzen zijn: De authentieke akte, opgesteld door een bevoegd persoon (aangeduid door de wet o.a. notarissen, deurwaarders,rechters, burgemeesters) voor een bevoegde materie in een welomschreven gebied. Deze akte is onbetwistbaar tenzij er valsheid in geschrift aanwezig is. Geeft de eigenaar titel van uitvoering = kan afgedwongen worden zonder gerechtelijke bemoeienissen. Vb: Verkoop van een onroerend goed, hypotheek  notaris Voltrekken van een huwelijk  burgemeester Betekenen van een vonnis  deurwaarder De onderhandse akte: Akte opgesteld door de partij zelf met als doel iets te bewijzen. Beide partijen moeten de akte wel ondertekenen. 2e Het gewone geschrift: geschreven tekst die niet speciaal werden opgesteld om later als bewijs te dienen. Vb: kasticket, briefwisseling (postkaart)... 3e De getuigen: persoon die bepaalde feiten heeft gezien of gehoord en er een verklaring over aflegt. Soms weinig betrouwbaar. Een geschreven tekst heeft steeds voorrang. Enkel toegelaten tot bewijs indien de zaak een waarde heeft van max € 375*. *tenzij: In handeszaken Contracten van dienstverhuring Wanneer er een begin bestaat van een schriftelijk bewijs mag dit Aangevuld worden door de getuigenis De onmogelijkheid een geschrift op te stellen. 4e de vermoedens: uit een bekend feit leidt de rechter een onbekend feit af Vb: vrouw thuis  motor auto warm  vrouw was weg. 5e De bekentenis: Een verklaring waardoor een persoon de waarheid welke men tegen hem aanvoert erkent. a) de gerechtelijke bekentenis: afgelegd voor een rechter, onbetwistbaar en onherroepelijk. b) de buitengerechtelijke bekentenis: bekentenis die op zijn beurt dan nog moet bewezen worden. 6e De eed: Is een plechtige verklaring in eer en geweten door een persoon afgelegd voor een Rechter, mag men weigeren. * meineed = valse verklaring afleggen. Wordt zwaar bestraft.

25

DEEL IV: Waarborg van verbintenissen. Zekerheden Men onderscheidt persoonlijke en zakelijke zekerheden. Zekerheden zijn voorzien in het burgerlijk wetboek om een verbintenis te doen naleven = waarborg,terugbetaling van de schuldenaar aan de schuldeiser. 1e borgtocht: 3e pers. die zich bereid verklaart de schuld te betalen 2e Pandgeving: Iets in bewaring geven, een roerend goed of obligaties/aandelen... 3e voorrechten: bevoorrechte schuldeiser hun voorrang laten gelden. bvb eerst deurwaarder dan RSZ, dan fiscus ...en als laatste de gewone burger. e 4 Hypotheek: bij afsluiting hiervan geven we als waarborg ons onroerend goed in pand(hypoth. akte = notatiële akte)

26

DEEL V: Contracten, courante contracten Een contract is het samenvallen van de wil van 2 of meer personen  er ontstaat een verbintenis. Contracten volgen dus de algemene bepalingen van een verbintenismaar we moeten nog enkele specifieke principes van contracten in beschouwing nemen. I De koop De koop = - overdracht van eigendom - betalen van een geldprijs( geen geldprijs bedongen  geen koop) * gekocht = akkoord over de prijs en de zaak * overdracht van eigendom kan slechts geschieden door een koop, schenking of testament. Definitie: Het koopcontract is een contract waarbij een partij zich verbindt de eigendom van een zaak over te dragen aan een andere partij, die daarvoor een geldprijs zal betalen. • meest belangrijkste en gebruikte contract Geldigheidsvereisten: 1e toestemming: uitdrukkelijk ja, ik koop of lichaamstaal of handopsteking. Wilsgebreken zijn hier van toepassing (+18, dwang, misverstand, bekwaamheid) e 2 Bekwaamheid: al degenen aan wie de wet het niet verbied is bekwaam te kopen en Verkopen. Bij wet verboden o.a. kopen tss echtgenoten, voogden, bestuurders,openbare ambtenaren van goederen die zij moeten verkopen. 3e voorwerp: Om een geldige koop te hebben moet er een zaak zijn. Deze zaak moet: - bestaan (huis op grond van plan kan je wel kopen). - in de handel zij (geen mensen,drugs, marsgrond). - eigendom van de verkoper (anders heling). Vorm van verkoop: Geen enkele vormvoorwaarde is vereist (hoeft niet schriftelijk). Een onroerend goed moet men wel via authentieke akte laten registreren. Voor onroerende goederen zal men een geschreven tekst opstellen als bewijsmiddel.  Koop komt hierdoor niet tot stand. Voorafgaand van de authentieke akte van een onroerend goed wordt een compromis (= akkoord gaan van verkoper en koper) getekend tss koper en verkopen en 10% voorschot gegeven. Vaak onder voorbehoud v.h. verkrijgen van een hypotheek. Verplichting van de verkoper: 1e De levering: verkoper moet het goed leveren. 2e De vrijwaring: verkoper moet koper een rustig, vreedzaam en nuttig genot van de zaak laten genieten. Verplichting van de koper: De prijs betalen en d zaak in ontvangst nemen;

27

II koop op afbetaling = Koop met opschortende termijn voor de betaling van de koopprijs. - Verkoper is verplicht te leveren. - Meestal wordt een deel v.d. koopprijs betaald ( de wet voorziet min. 15%). - Verkoper mag een beding inlassen in koopcontract van “eigendomsvoorbehoud”. - Er zijn dwingende vormvoorwaarden o.a. er moet een schriftelijk contract zijn dat bep. gegevens vermeldt. III Het Huurcontract De huur is een contract waarbij een partij zich verbindt aan de partij, het genot van een zaak te verschaffen tegen een bepaalde prijs. Volgende mogelijkheden kunnen gehuurd worden: 1. De huur van goederen - huishuur, handelshuur,pacht,roerende goederen(tuincentra, doehetzelf) 2. De huur van diensten - Telefoonlijn, verhuiswagen Kenmerken De huur is een wederkerig contract onder bezwarende titel d.w.z. beide partijen beogen een voordeel nl. het huurgeld, het genot v.d. woning en ze gaan allebei een verbintenis aan, de een levert het genot van het goed, de ander het huurgeld. 1. De huishuur Het huurcontract: kan rechtstreeks bewezen worden via de eed, de bekentenis en het geschrift (huurcontract). Kan onrechtstreeks bewezen worden via telefoonaansluiting. Ingeval van betwist van het huishuurbedrag : een kwijtschrift van huishuurbetaling bij bewijs via eed. door een deskundige de huishuur laten schatten. De opzegging van de huur: Hangt af van de plaatselijke gebruiken. 2. Verplichtingen van de huurder - De Aflevering: eigenaar moet de sleutel afgeven. Je maakt als huurder best een goede plaatsbeschrijving d.i. een opsomming en beschrijving van alle gebreken en schade die zich in de woning voordoen. Zodat je niet opdraait voor schade aangebracht door de vorige huurden. Opgemaakt en ondertekend door huurder en verhuurder of makelaar. - Het onderhoud: De verhuurder moet de woning leefbaar maken. - De vrijwaring: Huurder moet een vreedzaam genot hebben van de woning. Voor eigen en andermans daad en voor gebreken aan het goed.

28

De huurwet bij de woning Sinds ’92 het doel is mensen te beschermen, het recht te geven op wonen. Het is moeilijk om huurders op straat te zetten. De huurwet is een contract waarbij de eigenaar van een woning het gebruik en genot van de woning aan de huurder verhuurt en dit tegen de huurprijs. Mondelinge overeenkomsten zijn geldig maar dan kan er geen aanpassing aan de index gebeuren en heb je automatisch een contract voor 9 jaar Met een geschreven overeenkomst kan je specifieke voorwaarden vastleggen o.a. de duur van de huur. De registratie van de huurovereenkomst Moet zowel tussen burgers als handelshuur. Opmaken in 3 exemplaren (huurder, verhuurder, registratiekantoor). Registratiekosten moeten betaald worden via een fiscale zegel. De huurder of verhuurder kunnen het initiatief nemen. Het voordeel van de registratie is dat zij tegenoverstelbaar is tegenover derden = huurovereenkomst heeft een vast data en een nieuwe eigenaar moet het contract respecteren. De duur van de overeenkomst Automatisch afgesloten voor 9 jaar. Tenzij anders overeengekomen in het schriftelijk contract. Bij schriftelijke overeenkomst heb je de mogelijkheid van: - max. 3j en min. 9jaar - huren voor het leven in de hoofde van de huurder. De gevolgen hiervan zijn: • een afgesloten huurovereenkomst voor 6j is geldig  wordt als 9j beschouwd

• •

een huurovereenkomst van 2j is geldig.  max. 3j een huurovereenkomst van 14j is geldig.  meer dan 9j

Het gehuwd paar Zelfs als slechts één der gehuwden het huurcontract afsluit voor een woning die de hoofdverblijfplaats is van de gehuwden is deze woning gehuurd door beide gehuwden. De opzeggingstermijn Begint de éérste dag van de maand die volgt op de datum van opzegging Specifieke regels: 1 Verhuurder maakt een einde aan de huur omdat hijzelf of familieleden in de woning komen wonen. Een opzegging van 6 maand is verreist. 2 De verhuurder laat grondige werken uitvoeren. Kan slechts na het verstrijken van telkens 3j en na een opzeg van 6 maand. De kosten moeten het huurgeld van 3j overschrijden. 3 Verhuurder verbreekt zonder reden. Kan slechts op het einde van de eerste en tweede periode van 3j. Een opzegging van 6 maand is nodig en er moet een vergoeding uitbetaald worden nl: • 9 maand huur na de 1e periode van 3j



6 maand huur na de 2e periode van 3j

De huurder mag op elk ogenblik de huur opzeggen mits een opzegduur van 3 maand. Er moet eveneens een vergoeding betaald worden nl: • 3 maand huur als hij vertrekt tijdens het 1e j

• •

2 maand huur als hij vertrekt tijdens het 2e j 1 maand huur als hij vertrekt tijdens het 3e j

29

3. De verplichtingen van de huurder 1 2 3 4

Stofferen van het goed: Bemeubelen, nodig voor eventuele beslaglegging. Huurprijs betalen: Op voorhand, aan het begin van de maand. Netto, wat overeengekomen werd, andere kosten vallen ten laste van de verhuurder. Het goed gebruiken als een goede huisvader en waartoe het bestemd: Huurder moet maatregelen treffen om schade te beperken. Het goed gebruiken waartoe het bestemd is. Teruggeven in goede staat: Niet in oorspronkelijke staat, op een huis komt altijd sleet.

4. De handelshuur = De huur van/met commerciële ruimtes/doeleinden. Gaat gepaard met de overname van een *handelsfonds *Een handelsfonds is de som van veel elementen die je pand een meerwaarde geven. o.a.: cliënteel, naambekendheid, reputatie, kennis, ligging 5. Einde van het huurcontract Handelshuur of gewone huishuur is idem en kunnen eindigen onder bepaalde voorwaarden. 6 De Pacht = Huurovereenkomst tussen de landbouw of het milieu. V De Bewaargeving, Sekwester en lastlegging Bewaargeving = Het goed dat je tijdelijk afstaat voor bewaring (vestiaire) Sekwester = Bij betwisting over materiële, immateriële, roerende en onroerende goederen en men komt niet tot een overeenkomst van de zaak. Dan kan de rechter bij vonnis de zaak in bewaring nemen  Een sekwester leggen. DEEL VII: Erfenissen en Testamenten Erfenis = volgens de regels van de wet (= een dwingende wet) Testament = Persoonlijke wilsverklaring over je goederen na je dood (= aanvullende wet) Men kan in het burgerlijk recht op 3 manieren eigendom verwerven nl: de koop, de schenking en erfopvolging. De eerste 2 manieren gebeurt onder levenden, de 3e manier bij overlijden van de vroegere eigenaar. De erfopvolging kan gebeuren via erfenis of testament. • Men kan slechts erven bij het overlijden van de eigenaar en dit moet bewezen worden door een lijk. • Om te erven moet men bekwaam zijn en de erfenis waardig zijn d.i. niet medeplichtig aan de dood van de eigenaar. I. De erfenis Wettelijk erfgenamen: bloedverwanten en de langstlevende echtgenoot. De orde van erven, de lijn,de graad en de plaatsvervulling zijn hier van belang. 1. De bloedverwanten 1e orde: De kinderen en descendenten (=kleinkinderen). Alle kinderen erven evenveel de kleinkinderen kunnen plaatsvervangend erven. 2e orde: De broers en zussen(samen de ½) en hun descendenten. Ook de vader en moeder(elk ¼) maar enkel als er nog een broer of zus is van de overledene. 30

3e orde: De ascendenten (= ook vader en moeder) 4e orde: De gewone zijverwanten. Benevens de orde van de erfgenamen spelen de lijn en de graad een belangrijke rol De lijn: Men onderscheid vaders en moeders lijn. Dit zijn rechte lijnen die ofwel opgaand of neergaand zijn en de zijlijnen zijn de broers en de zussen. De graad: Is belangrijk omdat de naaste in graad de andere uitsluit. Elk geslacht telt voor 1 graad vb: ouder – kind = 1 graad grootouder – kleinkind = 2 graden In de zijlijn is het de som van het aantal geslachten die 2 bloedverwanten van hun gemeenschappelijke voorouder scheidt. 2. Aanvaarden en verwerpen van de erfenis Een erfenis is zowel de overgang van eigendom als de schulden. Als erfgenaam heb je het recht de erfenis te verwerpen of te aanvaarden met voorbehoud (= boedelbeschrijving). II Schenkingen en testamenten Zijn contracten uit vrijgevigheid. 1. Het testament Is een éénzijdige, plechtige en herroepelijke akte. Vorm van het testament: Moet schriftelijk via: - een eigenhandig geschreven testament(ondertekend en gedateerd) - een authentieke akte bij notaris en 2 getuigen of 2 notarissen zonder getuigen. 2. Het voorbehouden gedeelte Zelfs bij testamentaire erfopvolging is men gebonden aan de wettelijke gereserveerde gedeelten. Vb. vader maakt testament op met alles ten voordele van zijn vriendin maar heeft 3 kinderen.  vriendin krijgt slechts ¼ want de kinderen hebben wettelijk recht op ¾. Bepaalde erfgenamen hebben recht op een voorbehouden gedeelte. 1 afstammeling: ½ is voorbehouden 2 afstammelingen: 2/3 is voorbehouden 3 en meer afstammelingen: ¾ is voorbehouden De langstlevende echtgenoot: heeft minimum recht op levenslang vruchtgebruik + de huisraad en maximum het vruchtgebruik en de helft van het nalatenschap. Ascendenten: ¼ is voorbehouden in elke lijn. De gehuwde vrouw erft niets behalve via testament. Wettelijk erven de kinderen alles (=1e orde) en krijgt de vrouw slechts het Vruchtgebruik maar meestal is ze voor de helft eigenaar van de woning.

31

HANDELSRECHT g) Rechten van de verzekeraar - bij eververzekering krijg je niet meer dan de echte waarde van je huis - bij onderverzekering weigeren om uitbetaald te worden. - weigeren om te verzekeren. f) Einde van het verzekeringscontract. • Wanneer het risico weg valt, vb: auto/huis is verkocht. • Je contract loopt ten einde bij opzegging/of je verlengt het niet. • Als je de premie niet betaalt zal de maatschappij het contract verbreken. h) De autoverzekering Dekt steeds de materiële of lichamelijke schade veroorzaakt aan derden door een autobestuurder. De autoverzekering is wettelijk verplicht. (autoverzekering + BA+) De BA+ is wettelijk verplicht en verzekerd burgerlijke aansprakelijkheid + de verzekering van de mede-inzittenden, niet de chauffeur. De premie van de autoverzekering is afhankelijk van: • de waarde van de wagen • het puntensysteem dat je hebt • dat je in de stad of op het platte land woont • - 26 jaar • Man of vrouw(minder vaak ongevallen) Het puntensysteem Volgens het principe BONUS MALUS = de goede chauffeurs belonen en de slechte straffen. 21 . . . 14  100% (=750€) voor beginnende rijders 13  na 94% na 1j indien je niet botst. . . . 0  56% na 14j, indien je niet botst. Als je botst en je bent in fout ga je terug naar 14p en bij iedere botsing die je maakt in het volgende jaar stijgt je met 5 punten  na een 3e botsing in 1j vlieg je uit de verzekering  zij vinden geen verzekering meer. * mensen die geen verzekering meer krijgen kunnen aansluiten bij een soort waarborg/staatsfonds. Daar krijg je een verzekering tegen een premie x3. De omniumverzekering Dekt onze eigen schade waarvoor we aansprakelijke zijn. Meestal is er een franchise. Men wordt verzekerd volgens: • de aangenomen waarde = Alle maanden verliest je wagen 1%, de eerste 6 maand blijft wel 100%, vanaf de 7e maand wordt dat 7%. • Cataloguswaarde * De omniumverzekering bevat ook meestal diefstal- en glasbreukverzekering. 32

Hoofdstuk II: Het vervoercontract Bij vervoer van goederen treft men veelal de vrachtbrief aan. Hoofdstuk III: Het leasingcontract Het leasingcontract of huurcontract kan enkel voor handelaars. Een contract waarbij de handelaar een goed gebruikt alsof hij het huurt maar op het einde van dit contract heeft hij de optie om dit goed aan te kopen van de leasingmaatschappij. Voordelen voor de handelaar: • Moet geen investering financieren. • De BTW slechts maandelijks betalen op basis van het huurfactuur. • Je doet slechts een financiering van 90% de overige 10% heb je in optie  als je nadien de wagen koopt heb je 10% korting. • de gewone lening voor een wagen te kopen is een financiering. Hoofdstuk IV: Het franchisecontract Een zelfstandige handelaar die handel drijft onder de vlag van een vreemde maatschappij. Bvb: Mc Donalds, GB-partners, Holiday-inn • Hij gebruikt de naam en de kwaliteitsbekendheid • Hij moet minimumstandaarden onderhouden = vb, bekers van Mc Donalds, lay-out van de zaak, idem service. DEEL 5 HANDELSPAPIEREN Hoofdstuk I: De wissel en het orderbriefje De wissel is een geschrift met wettelijke vormen en voorwaarden. De opsteller (trekker) geeft bevel aan een ander persoon (betrokkenen) op een bepaalde datum (vervaldag) een bep. som te betalen aan zichzelf of een derde(nemer of benificiant) • De endossant: tekent de wissel om aan iemand te betalen • De geëndoceerde: • De avalist: iemand anders kan het geld uitbetalen. Geldigheids voorwaarden: • Benaming, data, bedtag, handtekening. • Plaats van opstelling,betaling en de vervaldag. • Vermelding van eventuele domiciëlering. Hoofdstuk II: De cheque Hiervoor hebben de 2 betrokken personen een bankrekening nodig. Via de cheque kan je geld afhalen van de rekening van diegene die de cheque uitschreef. Soorten cheques • Cheque op naam: Enkel incasseren door drager van de naam. • Cheques aan order: een gerugtekende cheque die dan wordt uitbetaald aan die persoon. • Cheque aan toonder: zonder naam, iedereen kan hem ontvangen. • De gekruiste cheque: moet verplicht gestort worden op de rekening van de inner. • Indien je een ongedekte cheque uitschrijft (onvoldoende geld op rekening om de cheque te innen), houdt de bank de cheque 5d om de rekening aan te zuiveren. Als je 33

rekening nog niet aangezuiverd is heb je een geprotesteerde cheque uitgeschreven en dit wordt bij het parket gelijk gesteld aan diefstal. Hoofdstuk III: De Factuur • Is een geschreven document dat bevesztigt dat er goederen en diensten geleverd werden en dat daardoor een schuldvordering in geld ontstaat. • Wordt enkel opgesteld tussen handelaars. • Is een bewijsmiddel om betaling te krijgen. Tenzij de klant de factuur geprotesteerd heeft. DEEL 6: DE VENNOOTSCHAPPEN Hoofdstuk I: Ontstaan, soorten, kenmerken 1. Ontstaan In de 17e eeuw, het begin van de koloniale expansie. De ontginning van de koloniale gebieden deed nood ontstaan om grote kapitalen samen te brengen in maatschappijen waarbij de vennootaandeelhouders enkel het risico hadden het ingebrachte kapitaal te verliezen. 2. Het begrip vennootschap De vennootschap is een contract waarbij 2 of Meer personen iets in gemeenschap brengen met het oogmerk winst te maken en die te delen. Vennootschap -Stemrecht volgens aandelen -Heeft een kapitaalminimum nodig -Heeft een juridische vorm o.a. N.V.,PVBA -streeft naar winst -Bij een vennootschap hebben we venoten of aandeelhouders, zij maken deel uit van de vennootschap.

Vereniging - elk lid heeft stemrecht - heeft geen kapitaal nodig, geen minimumkas - heef geen juridische vorm = een feitelijke vereniging. Uitz: de VZW - streeft/ heeft een sociaal cultureel doel. - leden.

3. Kenmerken De vennootschap heeft rechtspersoonlijkheid(kapitaal of een groep mensen waaraan de wet rechtspersoonlijkheid geeft). • Totale scheiding tussen persoon van de vennootschap(vb, sidmar) en de personen die haar samenstellen(vb,aandeelhouders). • De vennootschap zelf is eigenaar van haar goederen. Niet de personen die haar samenstellen. • Het recht van de vennoten is een roerend recht. Dwz: via mijn aandelen kan ik rechten uitoefenen op de vennootschap. • De vennootschap mag en kan in rechte optreden. Dwz: bvb Sidmar kan naar rechter stappen als eiser of verweerder; • De vennootschap kan goederen kopen, verkopen en contracten afsluiten.... • De vennootschap heeft een naam, woonplaats en nationaliteit.

34

4. bestaansvoorwaarden van de vennootschap a) de 4 algemene voorwaarden: • Toestemming van de partijen • Een bepaald voorwerp • Geoorloofde zaak • Bekwaamheid van de partijen. b) Er moet een gemeenschappelijk fonds ontstaan waarin de vennoten elk hun eigen inbreng doen. Ofwel in geld ofwel in natura bvb: kapitaalgoederen, knowhow, clientieel. c) De bedoeling winst te maken en alle vennoten delen in de winst. d) De affectio societatis = de toegewijdheid aan de vennootschap. Alle vennoten wijden zicht toe, spannen zich in en werken samen op voet van gelijkheid. 5. Soorten indeling van de vennootschappen 1 Indeling naargelang de vennootschap rechtspersoonlijkheid bezit of niet. 2 Indeling naargelang de aansprakelijkheid van de vennoten. 3 Indeling naargelang we kapitaal of personen in een vennootschap willen groeperen. N.V. = kapitaal samenbrengen P.V.B.A. = personen samenbrengen C.V. = De coöperatieve vennootschap  kruising tussen N.V. en P.V.B.A.  Dit omdat er een massa mensen en kapitaal inzit, mee gemoeid is. 6. Oprichting van de vennootschappen De essentiële stappen: a. Oprichten via akte: voor een PVBA/CV/NV steeds een authentieke akte. Eventueel voor kleinere vennootschappen een onderhandse akte. b. Bekendmaken: derden moeten ingelicht worden over het bestaan van de vennootschap. Dit gebeurd via het neerleggen van de akte in een vennootschapsdossier bij de Rechtbank van Koophandel van je arrondissement. * De vennoten-oprichters zijn aansprakelijk tijdens het oprichten van de vennootschap. Hoofdstuk II: De Vennootschap onder firma (VOF) en commanditaire vennootschap De vennootschap onder firma is een handelsvennootschap aangegaan tussen 2 of meer personen en deze vennootschap treed op als firma. Deze vennootschap geniet geen rechtspersoonlijkheid, elke vennoot blijft dus onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk. De naam van de vennootschap dient gevormd te worden uit de namen van de vennoten. VOF = Het samenvoegen van 2 zelfstandigen die dan optreden onder één firma.

35

Hoofdstuk III: De naamloze Vennootschap (N.V.) Als men grote kapitalen samenbrengt. 1.Definitie en kenmerken: De NV is een vennootschap zonder firma waarin elke aandeelhouder slechts aansprakelijk is ten belope van zijn inbreng en waarvan het kapitaal verdeeld is in aandelen. • De NV moet steeds gevolgd worden of voorafgegaan zijn door de firmanaam. • De vennotten zijn slechts aansprakelijk te belope van hun inbreng. (= aandelen) • Het maatschappelijk kapitaal is in aandelen verdeeld: - Elke vennoot/aandeelhouder heeft recht op een deel van de winst = divident - Elke vennoot/aandeelhouder heeft recht op een stem op de algemene vergadering der aandeelhouders. - De aandelen zijn makkelijk overdraagbaar zowel op de beurs als via een wisselagent. Kenmerken en verschillen tussen: AANDELEN • Bewijs van deelname/mede-eigendom aan een kapitaal • Geeft recht op inspraak en stemrecht op de algemene vergadering. • Het aandeel a pari heeft een = wordt uitbetaald aan 100 % soms ook meer • De opbrengst van een aandeel geeft ons een divident dwz: een deelname in de winst.

OBLIGATIES • Is een schuldbrief = een bewijs dat je geleend hebt. • Een obligatie heeft een vaste waarde • Een obligatie wordt meestal verkocht onder pari: aan 99% kan je ze kopen dit om ze aantrekkelijk te maken. • Een obligatie geeft ons een coupon met vaste intrest over een vaste looptijd (510-15) * op korte termijn spreekt men van een kasbon.

2. Oprichten van een N.V. Procedure van directe oprichting: a) grondvoorwaarden = basisvoorwaarden 1 Ten minste twee vennoten. Zowel natuurlijke als rechtspersonen (= een andere NV) 2 Het kapitaal moet geplaatst zijn: min € 25000 moet volstort zijn op een rekening. Het gehele kapitaal moet onderschreven zijn dwz de aandeelhouders hebben zich verbonden het kapitaal te storten indien het wordt opgevraagd. * Indien het kapitaal méér bedraagt dan het minimum moet minstens ¼ volstort worden. Bewijs van het geplaatste kapitaal dient voorgelegd te worden aan de notaris vooraleer er een akte kan opgemaakt worden. 3 Het financieel plan moet opgemaakt worden. Dit is een gedetailleerd/exact overzicht van alle inkomsten en uitgaven die zij voorzien voor een periode van 3j. Dit plan dient aan de notaris afgegeven te worden en hij neemt het in bewaring. Indien de NV failliet gaat binnen de 3j na oprichting, zijn de vennoten persoonlijk aansprakelijk met hun vermogen voor de schulden van de nv, als het fin. Plan onvoldoende ernstig werd voorbereid of ondoordacht was. Dit om faillissementen te voorkomen. Mits verantwoorde rede mag je afwijken van je fin. Plan. 36

b) vormwoorwaarden De statuten (= spelregels) opstellen van de NV. Dit gebeurt door de oprichters of een gespecialiseerde firma mits betaling. statuten betreft: naam, adres, nationaliteit, aanduiding en verkiezing van de bestuurders, *doel van de vennootschap, samenroepen van de algemene vergadering. * Het maatschappelijk doel is belangrijk daar dient men zich aan te houden anders kan een concurrent je rechterlijk vervolgen. Vb: software verkopen en het staat niet als doel in je statuten. Doel van bvb Sidmar = staal produceren. Oprichten bij authentieke akte: de vennoot/oprichters stappen naar de notaris. Deze akte moet in de bijlage van het Belgisch Staatsblad bekend gemaakt worden en neergelegd worden in het vennootschapsdossier bij de griffie van de Rechtbank van Koophandel in je arrondissement. De akte wordt slechts verleden als alle vennoten verschijnen, eventueel via volmacht,het bankattest, het fin. plan er is en de statuten beschreven zijn. Procedure van oprichten via openbare inschrijving: Dit is voor NV’s met grote kapitaalbehoeften waardoor men zal moeten beroep doen op de kapitaalmarkt. De vennoten-oprichten laten bij de notaris een voorlopige akte van de geprojecteerde vennootschap opmaken. Deze verschijnt in het B.S. met de oproep tot inschrijven op kapitaalaandelen.  Het publiek kan inschrijven via de bank (beursgenoteerd) of wisselagent (niet beursgenoteerd) . Alle kandidaat-aandeelhouders worden samengebracht in de algemene vergadering die zal beslissen over de definitieve oprichting van de NV.  Een aanwezige notaris maakt hiervan een proces-verbaal op en verlijdt de definitieve akte. 3. De maatschappelijke aandelen in de N.V 1 aandelen op naam 2 aandelen aan toonder = naamloos, deze verdwijnen binnenkort om de strijd met fraude tegen te gaan. 3 Aandelen van kapitaal = mede-eigenaar aan het kapitaal van de NV dwz de kapitaalwaarde staat op het aandeel o.a. de nominale waarde: waarde staat op aandeel. niet nominale waarde: vb 1/250000; je bezit 1 aandeel van de 250000. 4 Winstbewijzen: attesten die toegekend worden aan de oprichters, deze geven recht op een winstaandeel. * Aandelen zijn overdraagbaar/ kunnen verkocht worden. Binnenkort enkel nog aandeel op computer, gn papieren meer. 4. Bestuur en werking van een vennootschap De raad van bestuur Is samengesteld uit bestuurders die de vennootschap besturen en vertegenwoordigen. Hoe de bestuurders benoemen? de eerste keer wordt dit in de statuten vermeld. Maximum voor 6j maar wel herverkiesbaar. De algemene vergadering(aandeelhouders) verkiest ze en kan ze ook eventueel vroegtijdig afzetten. Minimum 3 bestuurders.

37

Wat doet de raad van bestuur? Ze stelt alle nodige handelingen voor het bereiken van het doel van de NV, dwz de algemene strategische leiding van de NV en op de meest rationele economische wijze. De raad van Bestuur vertegenwoordigd de vennootschap in rechte als eiser of verweerder als zij gerechtelijk vervolg/stappen zou ondernemen. Wie zetelt in de Raad van Bestuur? Grote aandeelhouders Niet-aandeelhouders o.a. politieke figuren, experten of proffen. De aansprakelijkheid van de bestuurders Zij handelen in naam van de vennootschap en nemen dus geen enkele persoonlijke verbintenis. In de raad worden afgevaardigden verkozen en benoemd. Deze zijn dan belast met de dagelijkse leiding en vertegenwoordiging van de vennootschap = afgevaardigde bestuurders (soms ook mensen van buiten de raad) met elk hun titel volgens het belang van hun functie. De verschillende Afgevaardigde bestuurder zijn o.a. Algemeen directeur: Operationele beslissingen worden door de algemene directeur uitgevoerd, deze werden hem opgelegd door de raad van bestuur. Hij is vaak een gedelegeerd bestuurder (= tevens bestuurder van de raad). De raad van bestuur is zijn baas. En verder ook nog de Gedelegeerde bestuurder, Bestuurder-directeur, General manager Managing director, Ceo (chief executive officer) De commissarissen – revisoren Wie? Natuurlijke- of rechtspersonen gekozen door de algemene vergadering (= aandeelhouders) uit de leden van het Instituut der Bedrijfsrevisoren  zij worden niet statutair benoemt. Zij worden benoemt voor 3 jaar. De algemene raad bepaald hun vergoeding en het aantal revisoren. Zij zijn belast met: Wat? Controle uitoefenen op de financiële toestand, de jaarrekening (balans) en de regelmatigheid van de verrichtingen gemaakt door de vennootschap.  zij verrichten de nodige verificaties en stellen een slotvergadering op voor de algemene raad. De Algemene Vergadering Hierin hebben alle aandeelhouders zitting. De samenkomstplaats, samenkomstdatum, gebeurt éénmaal per jaar en is voorzien in de statuten. * Een buitengewone vergadering komt enkel samen in crisissituaties en behandelt geen punten uit de algemene vergadering. a) Bijeenroeping - De Raad van Bestuur: kan de algemene vergadering ook op andere momenten samenroepen. - De commissarissen – revisoren: kunnen de algemene vergadering samenroepen wanneer zij onregelmatigheden vaststellen. - De aandeelhouders: moet wel 1/5 van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen - De rechtbank: bij eventuele geschillen tss de Raad van Bestuur, aandeelhouders en revisors. * De aandeelhouders zijn enkel geïnteresseerd in de aandeelhouderswaarde van de N.V.

38

b) De stemgerechtigden In de statuten is voorzien hoe de procedure van beraadslagen en verkiezen moeten verlopen. MAAR de wet voorziet een speciale regeling bij de stemming. 1e beperking: geen enkele aandeelhouder kan méér stemmen uitbrengen dan 1/5 van het in totaal in omloop zijnde aandelen. Vb: 100 000 aandelen in omloop. Jij bezit er 50 000 van. Je hebt slechts voor 20 000 stemmen stemrecht. 2e beperking: Geen enkele aandeelhouder kan op de stemming meer stemmen uitbrengen dan 2/5 van het aantal vertegenwoordigde aandelen op de vergadering. Vb: 100 000 aandelen in omloop. 60 000 aandelen zijn vertegenwoordigd op de vergadering. Jij bezit er 45 000 van. Je hebt slechts voor 24 000 stemmen stemrecht. * Bij wet mag slechts het minimum aantal stemmen uitgebracht worden. * Beide beperkingen dienen gecombineerd te worden. c) Bevoegdheden van de algemene vergadering De gewone algemene vergadering De bevoegdheden van de gewone algemene vergadering liggen vast in de statuten en de wet.  Bij de jaarlijkse samenkomst nemen ze beslissingen bij eenvoudige meerderheid binnen het kader van de statuten. De buitengewone algemene vergadering Hier zijn ook alle aandeelhouders aanwezig. Deze vergadering mag ook wijzigingen aan de statuten aanbrengen. 5. De inventaris en jaarrekening De Raad van Bestuur moet dit elk jaar opmaken. Jaarrekening = de exploitatie- en resultatenrekening, de balans, de toelichting.  de winst- of verliesrekening. De raad van bestuur moet deze documenten overmaken aan de commissarissen-revisoren, één maand voor de algemene vergadering. En aan de aandeelhouders 15 dagen voor de algemene vergadering. Controle door de algemene vergadering gebeurt door: 1 zij keurt het verslag goed of af van de afgevaardigde bestuurders en de commissarissen-revisoren. 2 Zij keurt de jaarrekening goed en kan hieraan eventueel verandering aanbrengen. 3 Zij ontslaat, benoemt of herbenoemt bestuurders en commissarissen-revisoren. 4 Zij beslist over de winstverdeling nadat de raad van bestuur een voorstel gedaan heeft. De jaarrekening moet binnen de 30 dagen na de goedkeuring door de algemenen vergadering bekend gemaakt worden. * De winst van een vennootschap kan uitgekeerd worden aan de aandeelhouders, door de N.V. aangewend worden maar 5% van de nettowinst dient gerserveerd te worden in een reservefonds. Eenmaal dit fonds 10% van het maatschappelijk kapitaal bedraagt vervalt deze verplichting.

39

6. Ontbinding van de N.V. De duur van een N.V. is normaal onbeperkt maar de duur ervan kan ook bepaald worden in haar statuten. Hoe ontbinden ? Via de rechtbank: - voor een wettige reden valt een rechterlijk vonnis d.i. een uitspraak v.d. rechtbank of faillissement. - voor het verlies van een deel v.h. maatschappelijk kapitaal: de helft, ¾ of het kapitaal staat onder het minimum. De algemene vergadering kan ten alle tijden een einde maken aan de N.V. d.i. in vereffening gaan. Hoofdstuk IV: De Besloten Vennootschap met beperkte aansprakelijkheid(BVBA) 1. Definitie: Een vennootschap waarin vennoten slechts hun inbreng verbinden en waarin de rechten van de vennoten alleen kunnen worden overgedragen onder bepaalde voorwaarden.  Alleen vennoten hebben rechten in de BVBA. * Deze vennootschapsvorm wordt vaak gekozen door KMO’s. Er bestaat ook een EENMANS BVBA. * De vennootschap heeft 2 mogelijkheden van het beamen van de BVBA: Een specifieke naam verbonden met het doel van de vennootschap of een naam waarin 1 of 2 vennoten in opgenomen zijn ( = vennootschap onder firma). De benaming moet mee opgenomen zijn. 2. Oprichting van de BVBA De algemene vormvoorwaarden zijn idem N.V. + enkele specifieke eisen aan de BVBA: a) Grondvoorwaarden 1e De vennoten Min. 2 vennoten. Rechtspersonen zijn toegelaten, geen beperking inzake het aantal vennoten. Er is nu ook de éénmans bvba maar deze is verschillend van de N.V. 2e Het kapitaal Min. € 18 550.Het kapitaal moet geplaatst zijn: min. € 6 200 moet volstort zijn op een rekening. Dwz dat het gehele kapitaal moet onderschreven zijn, maw: de aandeelhouders hebben zich verbonden om het kapitaal te storten indien het wordt opgevraagd. * Indien het kapitaal méér bedraagt dan het minimum moet minstens 1/5volstort worden. Het bewijs van het geplaatste kapitaal dient voorgelegd te worden aan de notaris vooraleer er een akte kan opgemaakt worden. * Het kapitaal mag ook in natura maar moet dan wel geschat worden door een revisor. 3e het financieel plan Dit is een gedetailleerd/exact overzicht van alle inkomsten en uitgaven die zij voorzien voor een periode van 3j. Dit plan dient aan de notaris afgegeven te worden en hij neemt het in bewaring. Indien de NV failliet gaat binnen de 3j na oprichting, zijn de vennoten persoonlijk aansprakelijk met hun vermogen voor de schulden van de nv, als het fin. Plan onvoldoende ernstig werd voorbereid of ondoordacht was. Dit om faillissementen te voorkomen. Mits verantwoorde rede mag je afwijken van je fin. Plan. b) De vormvoorwaarden • Oprichten via een notariële akte • Openbaar maken van de akte

40

3. De aandelen in de BVBA De aandelen van een BVBA zijn moeilijk overdraagbaar. 4. Bestuur en werking van de BVBA. 1e De Zaalvoerders. Bestuurt (om het doel van de bvba te bereiken) en vertegenwoordigt (tegenover derden en in rechte) de vennootschap. Zijn er één of méér en worden aangesteld door de vennoten of statutair bij de oprichtingsakte. De duur van de aanstelling is ofwel voorzien in de statuten of vastgesteld door de algemene vergadering. Hij kan worden afgezet. 2e De commissarissen – revisoren Wie? Natuurlijke- of rechtspersonen gekozen door de algemene vergadering (= aandeelhouders) uit de leden van het Instituut der Bedrijfsrevisoren of gewone boekhouders mogen bij de BVBA ook optreden als commissarissen - revisoren zij worden niet statutair benoemt. Zij worden benoemt voor 3 jaar. De algemene raad bepaald hun vergoeding en het aantal revisoren. Zij zijn belast met: Wat? Controle uitoefenen op de financiële toestand, de jaarrekening (balans) en de regelmatigheid van de verrichtingen gemaakt door de vennootschap.  zij verrichten de nodige verificaties en stellen een slotvergadering op voor de algemene raad. De schaalgrootte van een bvbva is wel kleiner dan een N.V. 3e De algemene vergadering. Hierin hebben alle aandeelhouders zitting. De samenkomstplaats, samenkomstdatum, gebeurt éénmaal per jaar en is voorzien in de statuten. De vennoten worden wel per aangetekend schrijven opgeroepen. * Een buitengewone vergadering komt enkel samen in crisissituaties en behandelt geen punten uit de algemene vergadering. a) Bijeenroeping - De commissarissen – revisoren: kunnen de algemene vergadering samenroepen wanneer zij onregelmatigheden vaststellen. - De aandeelhouders: moet wel 1/5 van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Elk aandeel = één stem De vennoten kunnen hun stem schriftelijk uitgrengen of zich laten vertegenwoordigen. - De rechtbank: bij eventuele geschillen tss de Raad van Bestuur, aandeelhouders en revisors. 5. Einde van de BVBA In principe voor ongepaalde duur tenzij er in de statuten een bepaalde tijd opgenomen is. De techtbank kan ookk een einde stellen aan de BVBA o.a. bij verlies van kapitaal: de helft, ¾, minder dan het minimum van 6 200 €. Hoofdstuk V De coöperatieve vennootschap De Coöperatieve Vennootschap werd beschouwd als een antwoord op de kapitalistische economie waardoor aan de uitbuiting van de arbeiderklasse een einde zou komen. = arbeiderssolidariteit  zelf gaan produceren en zo de kapitalisten kelderen. De economische crisis en wanbeheer hebben de coöperatieve beweging doen sterven. Waarom een C.V.? C.V. had rechtspersoonlijkheid en je hoefde geen of weinig beginkapitaal. Het verschil met een N.V. is dat je van een C.V. lid bent, geen aandeelhouder, en 1man=1 stem ipv 1 aandeel 1 stem bij de N.V. 41

1. De oprichting van de CV Via notariële akte waarin vermeld staat: - Het voorwerp van de vennootschap - de naam en de plaats van de zetel - de precieze opgave van de vennoten - wijze waarop het maatschappelijk kapitaal is gevormd of kater gevormd zal worden en het minimumbedrag ervan. 2. Bestuur en werking De statuten vermelden de wijze waarop de CV zal bestuurt worden, het aanstellen en ontlasten van de bestuurders en hun bevoegdheden. De wettelijke controle van de commissarissen – revisoren en de jaarlijkse algemene vergadering gebeuren op dezelfde wijze als bij de NV tenzij anders vermeld in de statuten. 3. Register, Leden en Kapitaal. Elke CV moet een register bijhouden waarin is opgenomen: - De akte van oprichting - Naam, beroep en woonplaats van de leden - Datum van toetreding en uittreding - Bedrag door elk lid gestort, dit wordt bepaald in de statuten. Het maatschappelijk kapitaal moet min. € 18 550 zijn. Het maatschappelijk kapitaal schommelt vaak doordat het ledenbestand ook steeds wisselt. DEEL 7: het faillissement Vereffening van vennootschap Wanneer een vennootschap eindigt gaat men over tot liquidatie of de lopende zaken afhandelen dwz: de activa worden verkocht tegen een geldprijs, de schulden worden betaalt en het overblijvende saldo wordt verdeeld. De vennootschap mag wettelijk verder blijven bestaan om alle verrichtingen van de vereffening af te werken. De NV dient echter steeds in liquidatie te vermelden als ze in vereffening is. De statuten of de algemene vergadering benoemen dan de vereffenaars. Hoofdstuk I Het faillissement: begrip en oorzaken. Handeldrijven steunt op vertrouwen  zonder krediet is er geen handel mogelijk. Het faillissement beoogt de veiligheid van het handeldrijven. Een faillissement = de toestand waarin iedere handelaar ophoudt te betalen en waarvan/waardoor het vertrouwen geschokt is (het krediet is aan wankelen gebracht en bgv bloceren de banken de kredietlijnen). De afhandeling van het faillissement gebeurt door een speciaal aangesteld persoon (advocaat) nl de curator. Zijn taak is oa de belangen verdedigen van de schuldeisers, de werknemers en de overheid. Hoe een faillissementen zoveel mogelijk trachten te voorkomen. - Door een gerechtelijk akkoord of concordaat aan te vragen dwz uitstel van betaling aanvragen. - Het knipperlicht dwz: jaarlijks legt elke handelaar zijn jaarrekening neer bij de Nationale Bank. Als je 3j na elkaar verlies maakt, je kapitaal slinkt, je schulden maakt of geen jaarrekening neerlegt, stuurt de NB je een aangetekend schrijven om tekst en uitleg te vragen. Indien je hierop niet reageert, stuurt de NB de zaak door naar de handelsrechtbank die je failliet kan verklaren. 42

De afhandeling van een faillissement volgens de wet: - De faillissementen zoveel mogelijk trachten te voorkomen( gerechtelijk akkoord, knipperlicht). - Aanpassing van de faillissementwetgeving aan de moderne economische, sociale en juridische noden. - de belangen verdedigen van de schuldeisers, de werknemers, de gefailleerde en de overheid. - Een snelle afloop van de procedure - Eenvoud en transparantie van de wetgeving en de procedure. Principes van het faillissement a) Alle niet bevoorrechte schuldeisers(levranciers, werknemers) op gelijke voet behandelen. Bevoorrechte schuldeisers: curator, gerechtskosten, deurwaarder, RSZ, belastingen. b) De eenheid en algemeenheid van het faillissement dwz alle goederen behoren tot de boedel. Hoofdstuk II: opening en afsluiting van het faillissement De grondvoorwaarden - Men moet handelaar zijn - Men moet ophouden met betalen. - Het krediet is geschokt en bgv worden door de banken de kredietlijnen opgezegd. - Vonnis van de rechtbank van koophandel. Opening van de procedure a) door de handelaar zelf: binnen 3d na ophouding van betalen aangifte doen van faillissement ter griffie van de rechtbank van koophandel van zijn woonplaats. = de boeken neerleggen. !!!! de RB hoeft dit niet te aanvaarden. Niet of laattijdig betalen kan leiden tot bankbreuk. b) op verzoek van één of méér schuldeisers. Deze dienen hiertoe dan een dagvaarding te laten betekenen. c) ambtswege de RB neemt zelf het initiatief. De handelaar dient eerst gehoord te worden. De inhoud van het vonnis ( is uitvoerbaar bij voorrad) Hoeven we niet te kennen - Rechter verklaart dat het faillissement rechtsgevolgen heeft. - Hij stelt de curator(s) aan. - Hij benoemt de rechter – commissaris - Beveelt de verzegeling van het actief en documenten - Stelt de termijn vast voor aangifte van schuldvorderingen ter griffie - Wijst de dagbladen aan waarin het vonnis moet verschijnen - Kan de datum bepalen waarop werd opgehouden met betalen.

43

Organen bij het faillissement a) de gefailleerde moet samenwerken met de curator, hij kan hem zelfs in dienst nemen om het faillissement af te handelen. b) de curator Zorgt ervoor dat de schuldeisers hun geld zoveel mogelijk krijgen, houdt de zaak draaiende om de lopende bestellingen af te werken en maakt de goederen ten gelde. c) de rechter – commissaris is gekozen onder de leden van de RB van koophandel en controleert of de curator zijn werk goed doet. d) de rechtbank van koophandelpreken het faillissement uit. Zij s bestaat uit 3 rechter nl 1 hoofdrechter, 1beroepsrechter en 2 collega-handelaars (eij zijn beter op de hoogte van het handeldrijven). Eerherstel Dient aangevraagd te worden via een verzoekschrift aan de rechtbank van koophandel De gefailleerde kan zijn verloren rechten terugwinnen indien hij: - Alle schulden terugbetaalt - Niet schuldig is aan bepaalde inbreuken zoals: bedrieglijke bankbreuk,veroordeelt zijn wegens diefstal, valsheid in geschriften, oplichting = niet frauduleus failliet ging. De verdachte periode bij het faillissement = de handelaar gaat sommige schuldeisers bevoordelingen door hen wel te betalen en andere niet. Tussen datum van stoppen met betalen en de datum waarom het vonnis van faillissement wordt uitgesproken. Max. 6mnd.

44

Related Documents

Recht Annick
November 2019 9
Recht
April 2020 7
Recht
June 2020 7
Zusatzskript Recht
November 2019 12
Skript Recht
October 2019 16
Phthalates-recht
April 2020 4