De fles met het gaatje •
•
Vraag: in welke richting drukt de luchtdruk?
Benodigdheden:
-
Plastic fles met een dop en een gaatje onderaan van enkele mm.
-
Water
•
Uitvoering:
1) Hou het gat dicht terwijl je de fles vult met water. 2) Draai de dop op de fles. 3) Hou de fles vast bij de dop en haal je vinger van het gaatje. Zal het water eruit lopen?
Vaststelling: •
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
4) Draai de dop van de fles. Vaststelling: …………………………………………………………………………………………………………
5) Maak een gaatje in de zijkant van de fles en ga op de zelfde manier te werk zoals bij punt 1,2 en 3. Vaststelling: …………………………………………………………………………………………………………
•
Verklaringen (doorstreep de foute verklaringen)
DOP OP DE FLES: -
Het water wordt niet tegengehouden door de luchtdruk: de lucht drukt niet van onderaan.
-
Het water wordt tegengehouden door de luchtdruk: het water drukt van onderaan.
DOP VAN DE FLES: -
Het water loopt uit het gaatje want nu duwt de lucht ook even hard op de bovenkant van het water.
-
Het water loopt niet uit het gaatje want de lucht drukt onderaan meer op de fles.
De onmogelijke brandende kaars Vraag: Hoe stroomt lucht om voorwerpen heen? •
Benodigdheden: •
-
Een fles
-
Een kaars
-
Lucifers
Uitvoering: •
6) Plaats de brandende kaars achter de fles. 7) Blaas tegen de fles.
Vaststelling: •
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Verklaring (doorstreep de foute verklaring) •
-
De lucht stroomt tegen de fles en raakt er niet om heen.
-
De lucht stroomt langs beide kanten van de fles. Achter de fles komen de twee luchtstromen weer samen.
De opstandige ballon Benodigdheden: •
-
Een glazen fles
-
Een ballon
-
Een waterkoker
Uitvoering: •
Span de ballon op de fles en zet de fles in het warme water in de waterkoker.
Vaststelling: •
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Verklaring (doorstreep de foute verklaring) •
Hoe warmer de lucht wordt, hoe meer / minder plaats deze lucht inneemt.
-
Warme lucht zet uit.
•
Toepassing
Een fiets die je in de zon laat staan: gevaar voor ploffen van de banden!
De stijgende kaars Vraag: Kan een kaars branden zonder lucht? •
Benodigdheden: •
-
Diep bord met water
-
Theelichtje
-
Lucifers
-
Hoog glas
Uitvoering: •
8) Zet het theelichtje op het diep bord met water en steek het aan. 9) Zet het glas bovenop het kaarsje. 10) Let op de hoeveelheid water in het glas wanneer de kaars brand. 11) Wat gebeurd er als de kaars is gedoofd met de hoeveelheid water in het glas?
Vaststelling: •
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Verklaring (doorstreep de foute verklaring) •
In het glas zit lucht. De kaars heeft de lucht nodig om te branden. Wanneer alle lucht is opgebruikt, dooft de kaars / blijft de kaars branden. Wanneer er nog lucht in het glas aanwezig is, zit er water / geen water in het glas. Wanneer alle lucht is opgebruikt, zit er water / geen water in het glas.
Drijven en zinken
•
•
Vraag: Hoe kunnen zware dingen blijven drijven in het water?
Benodigdheden:
-
Bak met water
-
Boetseerklei
-
Handdoek
• 12)
Uitvoering: Doe de bol boetseerklei in het water. Het drijft/zinkt (doorstreep).
13) Haal de boetseerklei uit het water. Droog de boetseerklei af en maak van de boetseerklei een eenvoudig bootje. 14) Doe de boetseerklei terug in het water.
Vaststelling: •
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
•
-
Verklaring (doorstreep de foute verklaring) Het bootje is kleiner dan de bol en drukt minder water opzij. Er ontstaat daarom geen druk vanuit het water waardoor het bootje zinkt.
-
Het bootje is groter dan de bol en drukt meer water opzij. Daardoor ontstaat er druk vanuit het water en kan het blijven drijven.
•
Toepassing:
Een schip verplaatst veel/weinig (doorstreep) water en krijgt daardoor een sterke druk vanuit zee.
Het ontsnapte water EERSTE PROEF: DEZE PROEF WORDT KLASSIKAAL GEDAAN. Benodigdheden: •
-
Een stuk touw
-
Een beker
-
Een schaaltje.
Uitvoering: •
Vul de beker met water en leg één uiteinde van het touw in de beker. Het andere uiteinde van het touw leg je in het schaaltje.
Vaststelling: •
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Verklaring (doorstreep de foute verklaring) •
-
Tussen de vezels van het koord zitten heel veel fijne gleufjes. Het water stijgt op in kleine gaatjes en gleufjes en komt zo tenslotte in het schaaltje terecht.
-
Het water verdampt door de warmte in de klas en komt via het touw in het schaaltje terecht.
•
Toepassingen
-
Op deze manier kan je vanuit een emmer kamerplanten van water voorzien als je op reis bent.
-
Op deze manier stroomt er vocht vanuit de wortels naar de rest van de plant.
Kleurenstrijd
•
Benodigdheden:
-
Lange doorzichtige beker
-
Potloot en plakband
-
Repen keukenrolpapier
-
Viltstiften, alcoholstift
•
Uitvoering:
15) Vul de beker met enkele cm water. 16) Teken op een reep keukenrolpapier een paar bolletjes in verschillende kleuren op ongeveer 2 cm van de onderkant. Er moet ook een zwart bolletje met alcoholstift getekend worden. 17) Plak de reep vast aan een potlood en hang het zo dat het onderste boordje net het water raakt.
Vaststelling: •
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
•
Verklaring (doorstreep de foute verklaring)
Het water kruipt omhoog in de kleine ruimten tussen de papiervezels. De kleurstof van de stift lost op in het water en gaat mee omhoog. De ene kleurstof lost
makkelijker op in het water dan de andere. De alcoholstift lost wel / niet op in het water.
Mini - duikboot
•
•
Vraag: Hoe kunnen duikboten zinken en terug stijgen?
Benodigdheden:
-
Plastic dopje van een balpen
-
Glas water
-
Zachte doorzichtige plastic fles
-
Boetseerklei
•
Uitvoering:
18) Stop het kleine gaatje aan de bovenkant van het pennedopje dicht met wat boetseerklei. 19) Plak aan het ondereind van het dopje een klein bolletje boetseerklei. 20)Doe het dopje in het glas water. Maak het bolletje boetseerklei kleiner of groter, totdat het dopje rechtop blijft drijven. 21) Vul de fles met water, stop het pennedopje erin en draai het deksel stevig dicht. 22)Knijp hard in de fles. 23)Laat de fles terug los. Vaststelling na het hard knijpen in de fles: •
…………………………………………………………………………………………………………… •
Vaststelling na het terug loslaten van de fles:
……………………………………………………………………………………………………………
•
Verklaring (doorstreep de foute verklaring)
In het dopje wordt water geperst. Daardoor wordt het zwaarder en zinkt het. Wanneer je de fles terug loslaat, verdwijnt het water uit het dopje. Het wordt lichter /
zwaarder en stijgt terug.
•
Toepassing:
Duikboten hebben tanks die gevuld worden met zeewater om te kunnen zinken. Als het water uit de tanks wordt gepompt, wordt de duikboot lichter en stijgt hij.
Oppervlaktespanning Benodigdheden: •
-
Glas met water
-
Papierklem
-
Reepje van een keukenrol
Uitvoering: •
Laat de papierklem in het glas met water vallen. Het zinkt / drijft (doorstreep)
24)
25)Droog de papierklem af en leg hem op het reepje van de keukenrol. 26)Leg het papiertje voorzichtig in het water met de papierklem erop.
Vaststelling: •
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Verklaring (doorstreep de foute verklaring) •
Door het reepje keukenrol, trekken de waterdeeltjes elkaar aan. Zo is het water aan de bovenkant sterk genoeg / niet sterk genoeg om de papierklem te dragen. Dit noemt men OPPERVLAKTESPANNING.
Raceboot Benodigdheden: •
-
Teiltje met water
-
Karton
-
Afwasmiddel
-
Potlood, schaar, latje
Uitvoering: •
27)Teken op een stuk karton een simpele bootvorm (driehoek) 28)Knip de vorm uit en laat hem drijven op het teiltje met water. 29)Doe een druppel afwasmiddel op je vinger. 30)Laat het water stil worden en raak dan met de vinger zachtjes het water achter ‘de boot’ aan.
•
Vaststelling:
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Verklaring (doorstreep de foute verklaring) •
Water bezit een sterke kracht die ‘oppervlaktespanning’ heet. Voorwerpen die op het water drijven worden hierdoor aangetrokken. Het afwasmiddel verzwakt de oppervlakte spanning achter de boot. Aan de voorkant van de boot is de oppervlaktespanning nu dus
sterker / zwakker. Daardoor wordt de boot naar voor getrokken.
Toverglas Vraag: Drukt de lucht ook van onderaan? •
Benodigdheden: •
-
Glas met water
-
Prentkaart
Uitvoering: •
31) Vul het glas tot aan de rand met water. De rand van het glas moet ook nat zijn. 32)Druk de prentkaart tegen het glas. 33)Draai het glas met de prentkaart tegen snel om. 34)Haal je onderste hand weg.
Vaststelling: •
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
35)Maak een hoekje van de kaart los. Vaststelling: ……………………………………………………………………………………………………………………………………
Verklaringen (doorstreep de foute verklaringen) •
-
De lucht drukt onderaan met veel kracht tegen de prentenkaart. Daardoor blijft ze tegen het glas kleven.
-
De lucht drukt niet van onderaan tegen de prentenkaart. Daardoor valt ze van het glas.
HOEKJE VAN DE KAART IS LOSGEMAAKT: -
Er stroomt geen lucht in het glas en de kaart blijft hangen.
-
Er stroomt lucht in het glas. Het water wordt naar beneden geduwd en loopt weg.
Vloeistoffen stapelen Benodigdheden: •
-
Lang glas
-
Water, olie
-
Kurk, legoblokje
Uitvoering: •
36)Doe wat water in de beker. 37)Giet er evenveel olie bij. 38)Laat het legoblokje en de kurk in de vloeistof vallen.
Vaststelling: •
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Verklaring •
Water en olie hebben een gelijke / verschillende dichtheid. Dat wil zeggen dat er evenveel volume is van iedere vloeistof maar dat ze niet hetzelfde wegen. Olie weegt
meer / minder dan water.
Water als gewichtheffer
•
•
Vraag: kan water de dingen lichter maken?
Benodigdheden:
-
Water
-
Plastic teiltje
-
Plastic zak
-
Stenen
•
Uitvoering:
39)Stop de stenen in de plastic zak. Til de zak op. 40)Haal de stenen uit de zak en stop de zak in het teiltje. Doe nu de stenen terug in de zak. 41) Giet water in het teiltje. Zorg dat er geen water in de zak komt. => 42)Til de zak met stenen op.
Vaststelling: •
………………………………………………………………………………………………………………………………………
•
Verklaring (doorstreep de foute verklaring)
-
Het water duwt van bovenaan tegen de zak met stenen. Het duwt de zak omlaag.
-
Het water duwt van onderen tegen de zak met stenen. Het duwt de zak omhoog.
Water op zijn kop Benodigdheden: •
-
Emmertje met hengsel
Uitvoering: •
43)Vul de emmer met een bodempje water. 44)Slinger de emmer krachtig in het rond.
Vaststelling: •
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Verklaring •
De kracht die je uitoefent op het emmertje wordt groter dan de zwaartekracht!
•
Toepassing
In een achterbaan gaan je wagentje ook sneller dan de zwaartekracht. Daarom val je er niet uit.
Waterdruk Benodigdheden: •
-
Een pet-fles met gaven boven elkaar aan één kant.
Uitvoering: •
Vul de fles met water zodat het er langs de vier gaten kan uitlopen.
Vaststelling: •
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Verklaring (doorstreep de foute verklaring) •
-
Hoe dieper het water, hoe kleiner de hoeveelheid water erboven, hoe minder gewicht er op de waterlaag rust. Het water schiet dus minder ver vooruit.
-
Hoe dieper het water, hoe groter de hoeveelheid water erboven, hoe meer gewicht er op een waterlaag rust. Het water schiet dus verder vooruit.