Praktische Opdracht Pepijn

  • November 2019
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Praktische Opdracht Pepijn as PDF for free.

More details

  • Words: 4,082
  • Pages: 16
Praktische opdracht Pepijn, Frank en Anne

Dekolonisatie Rwanda en India -

Hoe zijn de landen bestuurd Hoe gingen de kolonisatoren om met de landen Hoe werden de landen gedekoloniseerd

___________Rwanda____________ vlag vanaf 2002

oude vlag

Inwoners: 9,5 miljoen Hoofdstad: Kigali Oppervlakte: 26.338 Taal: Kinyarwanda, Frans, Engels en Kiswahili Munt: Rfr Religie: katholiek

Belgische kolonisten Vóór de koloniale tijd bedreven de Tutsi’s veeteelt en de Hutu’s landbouw en was er sprake van onderlinge samenwerking. Het land was al eeuwenlang een koninkrijk geleid door de Tutsi’s. Het kolonialisme haalde echter het sociale systeem overhoop. In 1903 werd Rwanda een Duitse kolonie. Duitland verloor haar kolonie na de Eerste Wereldoorlog aan de Belgen. De Belgische kolonisten besloten het lokale bestuur vrijwel geheel in handen van de Tutsi’s te leggen. Hierdoor verschoof het machtsevenwicht en de haat van de Hutu-meerderheid tegenover de Tutsi-minderheid groeide. Toen in 1959 de onafhankelijkheid van Rwanda dichterbij kwam, brak er een opstand uit van de Hutubevolking. Vanaf dat moment is de strijd tussen de Hutu’s en Tutsi’s met enige regelmaat opgelaaid, waarbij de burgeroorlog in 1994 de gruwelijkste en bloedigste tot dan toe was. In 1994 werden bijna een miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s vermoord. Twee miljoen Hutu’s vluchtten naar de DRC, Tanzania en Burundi. Uiteindelijk zijn deze vluchtelingen gedwongen teruggekeerd naar Rwanda. Het land is er wel in geslaagd hen weer in de samenleving op te nemen. Na de burgeroorlog grepen de Tutsi's weer de macht. De leider van hun partij, de RPF, heeft er op een strenge manier voor gezorgd dat het nu weer rustig is in Rwanda. Land en volk Rwanda behoort tot de armste landen van Afrika. De belangrijkste exportproducten zijn koffie en thee. Het land is afhankelijk van buitenlandse ontwikkelingshulp, want de investeringen in Rwanda bleven beperkt na 1994. Nederland heeft sinds die tijd veel hulp geboden. Het grootste deel van de bevolking is katholiek. Armoede, honger en epidemieën veroorzaken vele slachtoffers. De levensverwachting van een Rwandees is daardoor minder dan veertig jaar! ( http://www.reisomdewereld.nl/zafrika/rwanda.html ) Geschiedenis

In 1959 overleed Mwami (koning) Mutara III van Rwanda. Hij werd opgevolgd door Kigeri V. In datzelfde jaar kwamen de Hutu's in opstand tegen de Tutsi's. De opstand liep uit in een bloedbad. In 1960 won de MDR-Parmehutu, de nationalistische Hutu-partij de door de Belgen gecontroleerde verkiezingen. In januari brak de zgn. 'Hutu revolutie' uit en werd koning Kigeri V verdreven. Parmehutu-voorzitter Grégoire Kayibanda werd minister-president van het inmiddels autonome Rwanda. Rwanda werd in 1962 als onderdeel van Ruanda-Urundi onafhankelijk van België. Kayibanda werd tot eerste president verkozen. In de regering van Kayibanda werden geen Tutsi's opgenomen. In 1963 vonden er opnieuw slachtingen plaats tussen de Hutu's en Tutsi's. In 1965 werd president Kayibanda herkozen. In oktober 1965 werd de positie van Kayibanda versterkt toen zijn Parmehutu-partij bij de verkiezingen alle zetels in het parlement veroverde. In 1969 werd Kayibanda opnieuw herkozen. De weinig stabiele economische situatie en de aanhoudende etnische conflicten bereikten in 1972 en 1973 een hoogtepunt. Minister van Defensie, generaal-majoor Junéval Habyarimana, pleegde op 5 juli 1973 een staatsgreep en bracht de regering-Kayibanda ten val. De Parmehutu werd ontbonden en Habyarimana werd president van het Comité voor Vrede en Nationale Eenheid. In augustus 1973 werd Habyarimana tot president van Rwanda gekozen en stelde hij een regering samen waarin ook een Tutsi was opgenomen. In 1975 werd de eenheidspartij MRND (Mouvement Démocratique Révolutionnaire National pour le Developpement) opgericht. Hoewel het beweerde de hele bevolking te vertegenwordigen was het in werkelijkheid een Hutu-partij. In 1978 werd Habyarimana door het volk gekozen tot president (hij was de enige presidentskandidaat). Onder Habyarimana was er sprake van een betrekkelijke rust tussen de etnische groepen (Hutu, Tutsi en Twa). Habyarimana weigerde echter om de Tutsi vluchtelingen die begin jaren '60 naar Oeganda en Burundi waren gevlucht toestemming te geven naar Rwanda terug te laten keren. In 1988 spraken de Westerse landen zich negatief uit over het etnisch beleid van president Habyarimana, omdat hij de Tutsi vluchtelingen weigerde te laten terugkeren. In hetzelfde jaar waren er botsingen tussen de Hutu's en Tutsi's en kwamen er veel mensen om het leven. In oktober 1990 vielen Tutsi-milities onder de naam Front Patriotique Rwandais (FPR) Rwanda binnen. Zij waren veelal kinderen van de Tutsi's die in de jaren '60 Rwanda waren ontvlucht. De FPR werd gesteund door Uganda. Met behulp van Zaïrese, Belgische en Franse troepen bleef de regeringHabyarimana in het zadel en konden de FPR-milities worden verdreven. President Habyarimana besloot gesprekken te gaan voeren met de FPR ten einde tot en vredesregeling te komen (1991). President Habyarimana voerde in 1991 tevens een meer democratische grondwet in en nam meer Tutsi's op in de regering. In 1992 werd het meerpartijenstelsel ingevoerd. In 1993 waren de FPR en de Rwandese regering nog steeds in gesprek. In september 1993 is mevr. Agathe Uwilingiyimana van de MDR (Mouvement Démocratique Républicain) tot premier benoemd. Op 6 april 1994 werd het vliegtuig van de Rwandese president Habyamara neergeschoten en kwam de in januari 1994 herkozen president om het leven. Binnen 24 uur begonnen de moordpartijen van Hutu’s op Tutsi’s en gematigde Hutu’s. Théodore Sindikubwabo (MRND) nam de taken van de president waar. De situatie liep uit de hand en de FPR nam veel provincies in en veroverde in juli 1994 de hoofdstad Kigali. President Sindikubwabo werd afgezet en vervangen door de Hutu Pasteur Bizimungu. Generaal Paul Kagame (FPR), een Tutsi, werd minister-president. Er was geen sprake van enige stabiliteit. Het Hutu-radiostation Radio et Television Libre de Mille Collines (RTLM ); de zogenaamde Hutu power radio, zweepte de Hutu's op, en vooral de Hutu milities (Interahamwe),tot haat tegen de Tutsi's en de gematigde Hutu's. Vanaf de nacht van 6 op 7 april 1994 vonden er vreselijke slachtpartijen plaats. Hutu's vermoordden gematigde Hutu's en vooral Tutsi's. De Twa, het pygmeeënvolk én de oorspronkelijke bewoners van Rwanda, werden ongewild ook het slachtoffer van de moordpartijen. Voordat de FPR-soldaten een dorp of stadje innamen wisten Hutu-

milities hen voor te zijn en zo de dorpen en steden uit te moorden. De slecht uitgerustte VN-macht UNAMIR kon weinig doen dan humanitaire hulp verlenen. Op 7 april 1994 staat een sectie ParaCommando's van het peloton mortieren onder leiding van Lt. Lotin in voor de beveiliging van eerste minister Agathe. Die dag wordt de residentie van Agathe omsingeld door Rwandese militairen. De Belgische ParaCommando's verzekeren de ontsnapping van Agathe maar worden bij deze actie zelf omsingeld. Op bevel van hogerhand moeten ze hun wapens afgeven om zo over hun (de Belgische ParaCommando's) vrijlating te kunnen onderhandelen. Na hun aankomst in het militaire kamp in Kigali worden ze doodgeslagen met de kolf van een geweer. De Bengaalse QRF sluit zich op in haar kwartieren. De Canadese generaal Romeo Dallaire, die ter plaatse was, grijpt niet in. Op 8 april krijgen alle eenheden te horen dat 10 Belgen zijn gesneuveld. Tussen 9 en 19 april worden alle aanwezige landgenoten geëvacueerd (operatie Silver Back) gevolgd door de volledige terugtrekking van alle nog aanwezige ParaCommando's (operatie Blue Safari). Het aantal slachtoffers tijdens deze vreselijke genocide wordt geschat op 500.000 tot 1 miljoen doden (voornamelijk Tutsi's en gematigde Hutu's). Veel Hutu's en Tutsi's sloegen op de vlucht en kwamen in overvolle vluchtelingenkampen in het toenmalige Zaïre (nu Democratische Republiek Congo) en andere Afrikaanse landen. In augustus 1996 ontstond er ook een conflict binnen de politieke kringen. Oud-premier Faustin Twagiramungu (Hutu) beschuldigde het Rwandese leger van genocide op 600.000 Hutu's. Eind 1996 leek de situatie weer 'onder controle'. President Bizimungu en het parlement keurden een wet goed waarin werd voorzien in de berechting van 80.000 misdadigers. Hoewel de situatie enigszins stabiel is, is men constant op de hoede voor het opnieuw oplaaien van het etnisch geweld. In 2000 werd generaal Paul Kagame (Tutsi), de werkelijke machthebber en minister, tot president gekozen. (http://nl.wikipedia.org/wiki/Rwanda )

PRE-COLONIAL: Pre-colonial Rwanda was a highly centralized Kingdom presided over by Tutsi kings who hailed from one one ruling clan. The king ruled throught three categories of chiefs: cattle chiefs; land chiefs; and military chiefs. The chiefs were predominantly, but not exclusively, Batutsi, especially the cattle and

military chiefs. While the relationship between the king and the rest of the population was unequal, the relationship between the ordinary Bahutu, Batutsi and Batwa was one of mutual benefit mainly through the exchange of their labour. The relationship was symbiotic. A clientele system called "Ubuhake" permeated the whole society. COLONIAL:

In 1899 Rwanda became a German colony. After the defeat of the germans during WW1, subsequently in 1919 Rwanda became a mandate territory of the League of Nations under the administration of Belgium. The Germans and the belgians administered Rwanda through a system of indirect rule. During this colonial era, a cash crop economy was introduced in Rwanda, and this was administered through harsh methods that further alienated the King and his chiefs from the rest of the population. In 1935 the Belgian colonial administration introduced a discriminatory national identification on the basis of ethnicity. Banyarwanda who possessed ten or more cows were registered as Batutsi wheras those with less were registered as Bahutu. At first, the belgian authorities, for political and practical reasons, favoured the King and his chiefs, who were mostly a Batutsi ruling elite. When the demand for independence began, mainly by a political party - Union Nationale Rwandaise (UNAR) - formed by people from the aforementioned ruling elite, the Belgian authorities hastily nurtured another party called PARMEHUTU that was founded on a sectarian ethnic ideology. Under the Belgian supervision, the first massacres of Batutsi at the hands of the PARMEHUTU occured in 1959. With Belgian connivance, PARMEHUTU abolished the monarchy amidst widespread violence. On July 1st, 1962 Belgium granted formal political independence to Rwanda. POST-INDEPENDENCE:

From 1959 onwards, the population of Batutsi was targeted, causing hundreds of thousands of deaths, and a population of almost two million Rwandese people in the Diaspora that was to last almost four decades. The First Republic, under President Gregoire Kayibanda, institutionalised discrimination against Batutsi and periodically used massacres against this targeted population as a means of maintaining the status quo. some Rwandese groups in the diaspora attempted, without success to stage a comeback through armed means. In 1965 Rwanda was declared a one-party state under MDR/PARMEHUTU, which was the architect of the racist ideology that was to be consolidated in the Second Republic under President Major General Juvenal Habyarimana. In 1973 President Kayibanda was deposed in a coup d'etat that brought Major General Habyarimana to power. Subsequently, President Kayibanda and many prominent politicians of the First Republic were killed. More Batutsi were killed. In 1975 President Habyarimana formed the Mouvement Revolutionaire Natinale pour le Developpement (MRND), a single ruling party that was to promulgate in 1978 a sham constitution that repeatedly returned him to office by organising "elections" in which he was the sole candidate. Both the First and second Republics repeatedly stated that Rwanda was a small, overpopulated country that could not accomodate Rwandese refugees if they were to return. Increasingly, the population across the ethnic lines was marginalised and impoverished while Habyarimana's regime became more violently intolerant. The divisions within the ruling Bahutu clique that culminated in the coup d'etat of 1973 became more heightened in the 1970s and 1980s when the clique talked of Bahutu of the north and Bahutu of the south. Political activities remained banned. (http://www.gov.rw/ ) Waar draait het om?

De gevolgen van de genocide in 1994 van Hutu's op Tutsi's en gematigde Hutu's zijn nog elke dag voelbaar in de Ruandese samenleving. Tien jaar na de burgeroorlog overheerst het wantrouwen tussen beide bevolkingsgroepen nog steeds het land.

De bron van alle kwaad ligt in de rivaliteit tussen de twee etnische groepen en de manier waarop de Belgische kolonisatoren daar vroeger mee omgingen. De meerderheid van de bevolking bestaat uit Hutu's. Zij werden gezien als de boeren en arbeiders van het land, waar de Tutsi-minderheid werd gezien als de ‘aristocratische adel', bestuurders in hart en nieren. De Tutsi's kregen alle ambtenarenbaantjes van de Belgen, hetgeen kwaad bloed zette bij de Hutu-bevolking.

Belgische kolonisatoren Maar ook de Hutu's zelf zijn onderverdeeld. Aan de ene kant heb je de radicale Hutu-groepen die het delen van de macht met de Tutsi's afwijzen en het geweld niet schuwen om hun gelijk te halen, en aan de andere kant zijn er gematigde Hutu-groepen die een vreedzame oplossing van het conflict voorstaan.

Tutsifamilie

In 1994 kwamen de tegenstellingen tot een uitbarsting. De Hutu-president Habyarimana sloot een vredesakkoord in Arusha met Tutsi-rebellen, dit tot grote onvrede van extremistische Hutu's. Zijn vliegtuig werd na terugkeer neergeschoten en hij kwam samen met de president van Burundi (waar Hutu's en Tutsi's ook in onmin met elkaar leefden) om het leven. Zijn dood was het startsein voor een ongekende massamoord. Tussen de 800.000 – 900.000 Tutsi's en gematigde Hutu's, mannen en vrouwen, volwassenen en kinderen, werden in drie maanden tijd met machetes (grote kapmessen) en knuppels gedood door met name jonge Hutu's (15-25 jaar). De slachtpartijen stopten toen de Tutsirebellen de macht overnamen in het land.

Restant van het vliegtuig van Habyarimana Ruanda is een klein, heuvelachtig maar overvol en arm land. Met het wisselen van de macht raakten burgers van de verliezende groepering meer dan eens grond, huizen en banen kwijt. Toen de Tutsi's de macht overnamen in 1994 zijn duizenden Hutu's op de vlucht geslagen. Toen de rust weer was teruggekeerd en ze naar hun huizen wilden terugkeren, ontdekten ze dat hun plek was ingenomen door Tutsi's die vanuit Oeganda terug zijn gekeerd. Aan deze situatie is sindsdien niet veel veranderd. Ruanda kent een regering met voornamelijk Tutsi-ministers en enkele Hutu-ministers. De meeste Hutu's zien de regering –ondanks de aanwezigheid van enkele Hutu-ministers- toch als een Tutsibezettingsmacht. Het ambtenarenapparaat wordt gedomineerd door Tutsi's. Hutu's en gematigde Tutsi's worden geweerd van belangrijke plaatsen (zoals ambtenarij, gemeente- en provinciebestuur en de rechterlijke macht). Het wantrouwen tussen beide groepen is nog steeds enorm. De meeste daders zijn niet veroordeeld en hebben nooit spijt betuigd. Daders en slachtoffers wonen vaak naast elkaar in hetzelfde dorp.

Welke partijen zijn betrokken bij het conflict? Habyarimana Voormalig Hutu-president van Ruanda. Hij wordt vermoord op 6 april 1994. Zijn dood is het startsein voor een grootschalige genocide.

Habyarimana MDR Republikeinse Democratische Beweging, Hutu-oppositiepartij MRND Nationale Republikeinse Beweging voor Ontwikkeling. Hutu-regeringspartij ten tijde van Habyarimana Interahamwe (letterlijk: ‘Zij die samen vechten') Milities, bestaande uit jonge Hutu's, die verantwoordelijk zijn voor de massale slachtpartijen in 1994

Interahamwe bij een wegblokkade

Rwanda Patriotic Front (RPF) Tutsi-rebellenleger dat met succes de macht grijpt in Ruanda na de genocide op Tutsi's Paul Kagame President van Ruanda, een Tutsi. In april 2004 wordt hij door Franse onderzoeksrechters (die de dood van de Franse bemanning van het vliegtuig onderzocht hebben) ervan beschuldigd de hand te hebben gehad in het laten neerhalen van het vliegtuig van Habyarimana.

Paul Kagame ALIR Bevrijdingsleger van Ruanda. De leden bestaan uit voormalige soldaten van het verslagen Hutu-leger en uit voormalige leden van de Habyarimana. ALIR-aanhangers voeren regelmatig in het noordwesten van het land aanvallen uit op overlevenden van de genocide, op Hutu-politici en op medewerkers van

mensenrechten- en hulporganisaties uit het buitenland. Internationale Strafhof voor Ruanda Een VN-instelling die in het leven is geroepen om de daders van de genocide in 1994 te berechten. Chronologie van het conflict 1916 De Belgen verslaan de Duitsers in de Oost-Afrikaanse Slag en nemen de macht van de Duitsers over in Ruanda.

De Belgen nemen de macht over

1916-1959 Volgens de Hamieten-theorie zijn de Tutsi's genetisch voorbestemd om te regeren. Sommige auteurs noemen de Tutsi's zelfs verwant met de Europeanen en ze zouden zelfs een ‘blanke oorsprong' hebben. De Belgische kolonisatoren leggen daarom alle (aan de blanken ondergeschikte) bestuurlijke functies in handen van de Tutsi's. 1931 België verplicht alle (Hutu-)boeren om een bepaalde hoeveelheid koffiestruiken te planten. De Tutsioversten moeten hierop toezien. Dit zet kwaad bloed onder de Hutu's, temeer omdat de Tutsi-oversten een oogje dichtknijpen tegenover hun eigen volksgenoten (die officieel ook koffiestruiken moeten planten). Vanaf nu is er definitief een sfeer van haat en nijd tussen beide volken. 1959 Na een oproer in het land zien veel Tutsi's zichzelf genoodzaakt naar Oeganda te vluchten.

1 juli 1962

Ruanda wordt onafhankelijk van België. De politieke partijen zijn verdeeld naar etniciteit; bij verkiezingen winnen de Hutu's met 83% (ongeveer ook hun aandeel in de bevolking). 1963 Tutsi's vallen vanuit Oeganda Ruanda binnen en doen tevergeefs een poging tot een staatsgreep. 1990 Begin van de Eerste Burgeroorlog. Gewapende Tutsi-rebellen, verenigd in de RPF, vallen vanuit Oeganda Ruanda binnen. Het zijn de zonen en dochters van de Tutsi-vluchtelingen uit 1959.

Tv-beeld: Een Tutsi zegt: ‘we zijn weer thuis' 1993 Onder druk van het buitenland onderhandelen de Hutu-regering van Habyarimana en de RPF over

vrede in Arusha (Tanzania). Demonstratie van de MDR tegen de onderhandelingen die Habyarimana voert

1994 De strijdende partijen bereiken een vredesakkoord. De extremisten in het Hutu-kamp verwerpen echter het akkoord. Volgens de ene versie schieten zij op 6 april schieten het presidentiële vliegtuig neer waarin naast Habyarimana ook de president van Burundi zit. Volgens de andere versie zit de leider van RPF, Paul Kagame, achter de opdracht tot het neerhalen. Hoe dan ook, de Hutu-milities, Interahamwe genaamd, geven de Tutsi's de schuld en roepen op tot massamoord. Tussen de 800.000 – 900.000 Tutsi's en gematigde Hutu's worden afgeslacht met machetes en knuppels. 1,5 miljoen mensen (Tutsi's en Hutu's) slaat op de vlucht. De RPF voert haar militaire campagne op en weet het land in juli in zijn greep te krijgen, waarna de moordpartijen stoppen.

De wonden van een overlevende worden gehecht

Vluchtelingen op weg naar Kongo 1996 Honderdduizenden (voornamelijk Hutu-)vluchtelingen moeten noodgedwongen naar Ruanda terugkeren als de vluchtelingenkampen in Kongo worden aangevallen door Kongolese troepen. 1997 Hutu-rebellen uit Ruanda, Burundi en Kongo voeren aanvallen uit op militairen van het Tutsiregeringsleger en op burgers. Hutu-burgers, die door de Tutsi-regering als potentiële bondgenoten van de Hutu-rebellen worden gezien, worden zwaar onderdrukt. 1998 De Hutu-rebellen worden ver teruggedrukt. 2000 Sterke man achter de schermen Paul Kagame, tot dan toe vice-president en minister van Defensie, wordt president van Ruanda.

Bij de inauguratie van Kagame 2004 Op 6 april worden de slachtingen in het hele land herdacht. Kofi Annan presenteert ter gelegenheid van de herdenking een VN-plan om genociden in de toekomst te kunnen voorkomen. Conflictbemiddeling Buitenlands Volgens studies (zoals The International Response to Conflict and Genocide: Lessons from the Rwanda Experience) kregen de Verenigde Naties, België, Frankrijk en de Verenigde Staten drie maanden voor de genocide al te horen dat er iets dergelijks zat aan te komen, maar hebben ze deze informatie terzijde gelegd of niet op waarde geschat. Na de genocide hebben tal van VN-organisaties (onder meer UNDP (VN-organisatie voor ontwikkeling), UNHCR (VN-vluchtelingenorganisatie), WFP (Wereldvoedselprogramma), UNICEF (VNKinderfonds) en regeringen van andere landen (waaronder Nederland) Ruanda met raad en daad bijgestaan. In totaal heeft het land meer dan twee miljard dollar hulp ontvangen. Unicef heeft zich met name gericht op de opvang van de duizenden wezen die na de genocide op hun ouders alleen achterbleven. Met speltherapie proberen UNICEF en andere organisaties kinderen –die veelal ooggetuige zijn geweest van de moordpartijen- van hun trauma's te genezen.

Via foto's probeert Unicef ouders van kinderen in Rwanda op te sporen Internationale Strafhof voor Ruanda

Het strafhof is ontstaan na een resolutie in de Veiligheidsraad van de VN. Doel was om de aanstichters van de genocide te berechten. De uitvoerders zouden berecht moeten worden door lokale rechtbanken. In plaats van de geplande 400 rechtszaken, zijn er uiteindelijk maar 35 mensen veroordeeld. De maximumstraf die kon worden opgelegd is levenslang. Het strafhof is flink tegengewerkt door de Ruandese regering omdat het ook wandaden begaan door het leger wilde onderzoeken. Internationale NGO's Na de genocide zijn meer dan 140 internationale NGO's het land binnengetrokken. Ze houden zich bezig met wederopbouw, noodhulp, projecten gericht op verzoening en steun aan mensenrechtenorganisaties. Hun werkverhouding met de regering van Ruanda is slecht. De regering probeert ze te dwingen tot het ondertekenen van strenge werkovereenkomsten. In 1995 werden 38 internationale NGO's het land uitgezet, omdat ze niet aan de eisen van de regering wilden voldoen. De NGO's die gebleven zijn, proberen sindsdien tegen de stroom in te roeien en zoveel mogelijk via plaatselijke instellingen de bevolking van Ruanda toch te bereiken. De NGO's hebben zich verenigd in het Great Lakes Policy Forum. Binnenlands

Lokale rechtbanken moesten de uitvoerders van de genocide berechten (de aanstichters zouden worden gestraft door het Internationale Strafhof voor Ruanda). Ze konden de vloed van beschuldigingen (125.000 aanklachten) niet verwerken en beschuldigde Hutu's moe(s)ten jarenlang in overvolle gevangenissen op hun proces wachten. Avega Een belangrijke binnenlandse NGO is AVEGA, een organisatie van weduwen, die vrouwen probeert te helpen om hun leven weer op te bouwen.

AVEGA-bijeenkomst International Alert

Projecten gericht op verzoening en het wegnemen van wederzijds wantrouwen worden vooral gerund door kerkelijke organisaties, onder meer met steun van de internationale NGO International Alert. In het proces van verzoening en vergeving krijgen vooral vrouwen een belangrijke rol toebedeeld. Zij weten als geen ander een brug tussen de verschillende etnische groepen te slaan. Rondom conflicten Het falen van internationale organisaties

Na de genocide is er wereldwijd kritiek gekomen op met name de VN, maar ook op regeringen van landen die een relatie met Ruanda onderhielden. Achteraf is bekend geworden dat verschillende organisaties hebben gewaarschuwd dat er een genocide dreigde te ontstaan (onder meer naar aanleiding van de uitzendingen van RTLM – zie hieronder). Deze waarschuwingen zijn in de wind geslagen. Kofi Annan, de hoogste baas van de Verenigde Naties, heeft enige tijd onder vuur gelegen en heeft later toegegeven dat hij en zijn organisatie in Ruanda gefaald hebben. Het is echter de vraag hoe je een samenleving die doordrenkt is van haat kunt tegenhouden. Wel zou de omvang van de massaslachtingen veel kleiner zijn geweest, als partijen meteen na het uitbreken zouden hebben ingegrepen in plaats van drie maanden lang onmachtig toe te zien hoe het geweld steeds verder om zich heen greep. Tot peace keeping (handhaving van vrede) is de internationale gemeenschap altijd veel meer bereid geweest dan tot peace enforcing (vrede opleggen).

Radio van de Haat

Op 8 juli 1993 wordt in Ruanda door Hutu-groepen de Radio Television Libre des Mille collines (RTLM) opgericht. RTLM wordt al snel bekend als de Radio van de Haat. Na het neerschieten van het vliegtuig van president Habyarimana roept RTLM op tot het afslachten van alle Tutsi's in het land. Het radiostation kan in heel Ruanda worden ontvangen en is populair omdat het bellers de gelegenheid geeft om hun zegje op de radio te doen. Programmamakers en luisteraars zwepen elkaar zo in hun haat tegen de Tutsi's op. Ferdinand Nahimana, directeur van RTLM, is in 2002 veroordeeld tot levenslang. Drie journalisten van het station kregen tussen de 35 jaar en levenslang.

De studio van waaruit werd uitgezonden

F erdinand Nahimana Vooruitzichten

Het land kent een wankele vrede. De regering geleid door de Tutsi-minderheid kan zich met moeite handhaven en heeft een slechte verhouding met het buitenland. Ondanks alle pogingen tot verzoening

en vergeving is het onderlinge wantrouwen nog groot en is de haat jegens de andere etnische groep nog volop aanwezig. Kleine wapens zijn nog volop onder de bevolking in omloop (hetgeen soms tot excessen leidt in de vorm van bijvoorbeeld roofovervallen). Het is te hopen dat een nieuwe uitbarsting van etnisch geweld uitblijft.

____________India_____________ Komst van de Europeanen Portugal was het eerste Europese land dat om Kaap de Goede Hoop zeilde en India bereikte. Zij vestigden daar de kolonie Goa. Vanaf de 17e eeuw begon Engeland de situatie in India te beïnvloeden. In 1676 vestigden ook de Fransen zich aan de oostkust van India bij Pondicherry, ten zuiden van Madras. Van 1858 tot 1947 werd India geregeerd als een onderdeel van het Britse Rijk. [bewerk] Onafhankelijkheid Een voornamelijk geweldloze opstand onder Mohandas Karamchand (Mahatma) Gandhi en Jawaharlal Nehru vormden een onderdeel van de weg naar onafhankelijkheid . Hoewel zij in het westen als de grote helden van de onafhankelijkheid worden gezien waren Chandu SkeQar Azad en zijn groep volgens de Indiërs zelf de echte helden. Uddam Singh, Chandu SkeQar Azad en Bhagat Singh leidden met hun groep de onafhankelijkheid van Brits India in 1947. Het Indiase subcontinent werd door de Britten verdeeld in de seculiere staat India en de kleinere moslimstaat Pakistan. India en Pakistan hebben sindsdien nog verscheidene grensconflicten gehad. India greep ook in bij de burgeroorlog tussen West- en Oost-Pakistan in 1971 waarna het laatste gebied zichzelf afscheidde als het land Bangladesh. Tot in 2003 zijn de spanningen tussen beide landen zeer hoog en zijn ze verwikkeld in een wapenwedloop.

Related Documents