Persmededeling In het sectoraal akkoord voor de lokale besturen in Vlaanderen van 19 november 2008 werd de start van een tweede pensioenpijler voor contractanten opgenomen. Het akkoord bepaalt hierover het volgende: Het personeel van de lokale sector bestaat voor om en bij de helft uit contractuele personeelsleden, waaronder ook de gesubsidieerde contractuelen. Voor een belangrijk deel gaat het om laaggeschoolden of om personeelsleden in lagere niveaus. Ze hebben nu een werknemerspensioen, dat rekening houdend met hun loonniveau en met de vervangingsratio ten opzichte van het loon, laag of erg laag ligt. De gesprekspartners beschouwen dat als een onrechtvaardigheid waaraan zij op sectoraal niveau willen verhelpen door de geleidelijke uitbouw van een tweede pensioenpijler. Met als streefdatum januari 2010 wordt gestart met een aanvullende pensioenregeling voor alle contractanten van de lokale besturen, waarbij een gemeenschappelijke minimumsokkel zal afgesproken worden. Lokale besturen die dat wensen kunnen, eventueel met de reserves die ze hebben aangelegd, die algemeen geldende minimumsokkel nog aanvullen met een extra voordeel, waarbij ze het verschil tussen het werknemerspensioen van de contractanten en het pensioen van de vast aangestelde statutaire personeelsleden overbruggen. Voor de praktische uitvoering van de tweede pensioenpijler voor contractanten bij de lokale besturen wordt geopteerd voor een collectief systeem of een pensioenfonds dat: maximaal in beheer is van de Vlaamse lokale besturen; de kans geeft aan ieder lokaal bestuur om eraan deel te nemen en, naar eigen draagkracht en vermogen, uit te groeien boven de afgesproken minimumsokkel; inhoudt dat elk lokaal bestuur financieel verantwoordelijk is voor de aanvullende pensioenen van zijn contractanten. De Minister van Pensioenen heeft een ontwerp van kaderwet aangekondigd met betrekking tot de aanvullende pensioenen voor de contractanten in de overheidssector. Op dit ogenblik is er nog geen duidelijkheid over dit initiatief. Het is nochtans van belang de in het sectoraal akkoord voorziene timing tot opstart van een regeling vanaf januari 2010, in acht te nemen. De vertegenwoordigers van de werkgevers van de lokale besturen in Vlaanderen en de vakbonden van het overheidspersoneel zijn overeengekomen om met ingang van 1 januari 2010 een aanvullende pensioenregeling op te starten voor het contactueel overheidspersoneel bij die besturen. In uitvoering van dit principieel engagement hebben partijen een akkoord bereikt over een voorontwerp van pensioenreglement. Dit initiatief is gebaseerd op een aantal krachtlijnen: 1. Het aanvullend pensioenstelsel waartoe alle lokale besturen in Vlaanderen kunnen toetreden, is van het type vaste bijdrage (dus een vaste patronale bijdrage berekend op de lonen van de contractanten die elk jaar kan worden bepaald). 2. De financiering van het aanvullend pensioen gebeurt op basis van werkgeversbijdragen. De bijdragevoet voor het jaar 2010 bedraagt minstens 1% van de wedde.
Ieder bestuur kan vrij bepalen om voor zijn contractanten een hogere bijdrage te voorzien (bijv. 2% of 3% of meer). Ieder bestuur kan vrij bepalen om al dan niet een inhaalbeweging te voorzien voor de contractanten die op de ingangsdatum al in dienst zijn (regularisatie van de verleden loopbaan, geheel of gedeeltelijk). 3. De aanvullende pensioenuitkering zal gebeuren op basis van een maandelijkse rente vanaf de ingang van het wettelijk pensioen. Er is een regeling opgenomen bij overlijden van de begunstigde voor het bereiken van het rustpensioen. 4. Met het oog op de kostenefficiëntie en de administratieve eenvoud voor de lokale besturen, zal er een beroep gedaan worden op de RSZPPO voor de inning van de pensioenbijdragen. 5. Er is afgesproken om het aanvullend pensioenstelsel paritair te beheren (werkgevers/werknemers). 6. In de komende weken en nadien op regelmatige tijdstippen zal een vergelijkende marktstudie worden uitgevoerd om een pensioeninstelling aan te duiden. Deze instelling zal belast worden met het gezamenlijk beheer van het aanvullend pensioenstelsel van de betrokken lokale besturen. Bij de start in 2010 zal beroep gedaan worden op een groepsverzekering. De komende weken zal een lastencahier worden op punt gesteld met het oog op het betrekken van een financiële partner en zullen alle verdere stappen worden ondernomen met het oog op de technische uitwerking van het aanvullend pensioen, zodat dit vanaf begin 2010 operationeel kan zijn. Ondertussen zal het pensioenreglement worden bekrachtigd met een formeel protocol in het Vlaams comité C1.
VVSG vzw
ACV-OD
ACOD
VSOA