Negen kleine kindertjes Doel: Opzeggen van de telrij: tellen tot en met 9 Leer de kinderen het volgende liedje of zeg het samen op. Een, twee , drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen. Negen kleine kindertjes kwam ik daar tegen. Ik telde en telde, ik zag het toch goed? Negen kleine kindertjes zonder hoed. Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen. Negen kleine kindertjes dansten in de regen. Zij dansten en huppelden over het zand. Negen kleine kindertjes met een hoed in de hand.