lood
sinds het bekend worden van de schadelijkheid van lood voor het milieu, is het gebruik ervan sterk teruggedrongen. tot die tijd waren er legio toepassingen: • de hoge buigzaamheid maakt lood geschikt om bij woningbouw kieren te dichten (loodslab). van deze eigenschap wordt ook gebruikgemaakt in ramen van glas en lood, waarbij het stukje glas in een loden vatting opgesloten zit en de loodstrippen aan elkaar gesoldeerd worden. • in oplaadbare batterijen en accu's wordt lood als elektrode gebruikt. • in brandstoffen kan loodtetraethyl worden gebruikt als octaan verbeteraar. in de eu is dat sinds 1999 niet meer toegestaan. • lood kan worden toegepast in verf om het beter bestendig te maken tegen weersinvloeden. sinds 1990 is dat in de eu niet meer toegestaan. als pigment werd
loodwit (loodoxide) veel toegepast. • legering met tin voor orgelpijpen. • in de elektronica als soldeerverbinding in een legering met tin en soms ook zilver, (voorbeeld 60%lood, 38%tin en 2%zilver) omdat lood goede bescherming biedt tegen gammastraling worden loden omhulsels vaak gebruikt om radioactieve bronnen veilig te bewaren. lood is een zacht, buigzaam en kneedbaar donker-blauw-grijs metaal dat bij kamertemperatuur een slechte geleider van elektriciteit is. het is zeer corrosiebestendig, zelfs tegen geconcentreerde oplossingen van zwavelzuur. door lood te legeren met antimoon of andere metalen kan het harder worden gemaakt. bij 7,2 k wordt lood een supergeleider. lood is het laatste stabiele element, hoewel bismut door zijn zeer lange halfwaardetijd ook als stabiel kan worden beschouwd. hout
hout is het voornaamste bestanddeel van (vooral) bomen en struiken. behalve bladeren, naalden en schors, bestaan de takken, stammen en wortels van niet-kruidachtige planten uit hout. hout vormt het binnenste en grootste deel van de stam.
functie van hout in de plant in de plant geeft het stevigheid aan de stam en daarnaast is het betrokken bij het transport van water en voedingsstoffen binnen de struik of boom, met name in de buitenste lagen.
structuur van hout hout bestaat voor een belangrijk deel uit cellulose en hemicellulose, dat wordt samengehouden door lignine. omdat in gematigde klimaten de winter en de zomer verschillende groeiomstandigheden veroorzaken, hebben veel houtsoorten uit deze klimaten duidelijke groeiringen (ook wel jaarringen). ook tropische houtsoorten hebben soms duidelijke groeiringen met name wanneer zij stammen uit gebieden met verschillende vochtigheidsseizoenen.
vorming van groeiringen deze groeiringen komen als volgt tot stand: onder de schors bevindt zich een laag delingsweefsel, een secundair meristeem, de cambiumlaag genoemd, die zowel naar binnen als naar buiten nieuwe cellen aanmaakt. naar binnen toe differentieren deze cellen zich tot hout (xyleem). als het klimaat niet gelijkmatig is komt deze groei tot stilstand in het ongunstige seizoen. deze stilstand komt niet plots maar met een geleidelijke overgang zodat het houtweefsel er anders uit gaat zien. als aan het begin van het nieuwe seizoen nieuw hout gevormd wordt contrasteert dat met het laatstgevormde hout van het vorige seizoen. groeiringen kunnen variëren van heel erg duidelijk (eiken, iepen, kastanje) tot heel vaag (paardenkastanje).
bast het geheel van schors en aangroeilaag wordt meestal als "bast" omschreven. rondom het binnenste, reeds afgestorven hout bevindt zich een levende laag. de schors barst bij de groei van de boom, daar hij niet elastisch is. de meest bekende schors wordt gevormd door de in portugal groeiende kurkeik (quercus suber uit de familie van de fagaceae of beukachtigen), die om de 10 jaar een oogstbare laag afgeeft. een gladde bast heeft de beuk, omdat bij deze soort er ook in de lengterichting zich delende cellen bevinden.
toepassing van hout hout wordt voor vele nuttige doelen gebruikt. het vormt de basis voor papier. handwerkers en kunstenaars bewerken en verbinden stukken hout met speciale gereedschappen, wat houtbewerking genoemd wordt. hout is dus een belangrijke grondstof; wordt veel gebruikt in de constructie van huizen en meubelen, voor vloeren, kozijnen, dakconstructies en afwerking. daarnaast kan hout als brandstof worden gebruikt. hout is reeds een belangrijk constructiemateriaal sinds de mens begon met het bouwen van schuilplaatsen en blijft ook vandaag veel gebruikt. tegenwoordig echter zijn heel wat producten met hout als grondstof vervangen door andere grondstoffen zoals metaal en plastic.
houtsoorten houthandel vanuit de werelddelen met de europese unie inclusief het geschatte percentage illegaal gekapt hout (schattingen op jaarbasis volgens www.wwf.be/oecd). dat de houtproductie een aandeel (gehad) heeft in de ontbossing kan niet ontkend worden. toch kan de ontbossing niet volledig aan de houtkap geweten worden. andere factoren die hierin meespelen zijn onder andere bosbranden, al dan niet aangestoken door de plaatselijke bevolking om nieuwe (tijdelijke) landbouwgrond te hebben enzovoort. er worden wereldwijd echter inspanningen gedaan om de ontbossing tegen te gaan, zowel door bescherming van de bestaande (oer-)bossen als door de aanplanting van nieuwe (productie-)bossen. zo is de jaarlijkse aangroei van hout (in kubieke meter) in de skandinavische landen groter dan de hoeveelheid die jaarlijks gekapt wordt. in de aziatische landen (vooral indonesië en maleisië) wordt door de overheid ook steeds harder opgetreden tegen het illegaal kappen van bomen. enkele internationale organisaties die ernaar streven om het evenwicht te herstellen op het vlak van houtkap zijn fsc en pefc. vooral het fsc-keurmerk heeft veel aanhang bij de milieubeweging, omdat het strenge eisen stelt aan het bosbeheer, maar ook aan sociaal-economische omstandigheden.
afgeleide houtproducten massief hout kan ook een aantal nadelen hebben zoals de prijs, het milieu, scheluw trekken, werken... om deze te ondervangen zijn er ook een groot aantal van hout afgeleide producten ontstaan, die (gedeeltelijk) van minderwaardig hout of houtafval kunnen
worden gemaakt en die in een aantal toepassingen massief hout kunnen vervangen. voorbeelden zijn mdf, fineer, meubelplaat, triplex en multiplex, spaanplaat, hardboard, laminaat, zachtboard etc. steen
een gesteente is een vast materiaal dat bestaat uit één of meerdere mineralen of mineraloïden, of uit al dan niet geconsolideerde klasten. ongeconsolideerde materialen in de ondergrond zoals zand, veen, klei en grind worden ook als gesteente geclassificeerd, maar vallen tegelijkertijd onder de term grondsoort. de aardkorst is opgebouwd uit talloze soorten gesteenten. ze bepalen in belangrijke mate de eigenschappen van het aardoppervlak; reliëf, draagkracht van de ondergrond, het bodemtype dat erop ontstaat en de waterhuishouding. uit gesteenten worden mineralen, ertsen of elementen van economisch belang gewonnen. gesteente zelf kan ook waardevol zijn, bijvoorbeeld toegepast als natuursteen, graniet en marmer. op ontstaanswijze zijn drie hoofdgroepen gesteenten te onderscheiden, hoewel deze weer in verschillende soorten zijn onder te verdelen. • stollingsgesteenten zijn gevormd uit magma. het dieptegesteente graniet en het uitvloeiingsgesteente basalt zijn veel voorkomende stollingsgesteenten, ze vormen een belangrijk bestanddeel van respectievelijk de continentale en oceanische korst. • sedimentaire gesteenten (ook wel als afzettingsgesteenten) worden gevormd door de verwering en erosie van andere gesteenten. het verweringsmateriaal kan op verschillende manieren worden vervoerd. de naam van het sediment is afhankelijk van het soort transport: marien sediment werd gevormd in de zee; fluviatiel sediment in rivieren; eolisch sediment door de wind en glaciaal sediment door ijs. als een sedimentair gesteente ongeconsolideerd is, spreekt men van een sediment. • door verhitting of grote druk diep in de aardkorst kan uit stollingsgesteente of afzettingsgesteente een derde type gesteente ontstaan: het metamorf gesteente. de oorspronkelijke mineralen veranderen (metamorfose) en een metamorf gesteente ontstaat. uit klei ontstaat bijvoorbeeld leisteen, uit kalksteen ontstaat marmer. klastische (of mechanische) gesteenten bestaan uit zogenaamde klasten, fragmenten van ouder gesteente. veel sedimentaire gesteenten zijn ook klastisch. kristallijne gesteenten bestaan uit een continuüm van aan elkaar gegroeide mineralen of mineraloïden. veel stollings- en metamorfe gesteenten zijn kristallijn, maar ook evaporiet is een kristallijn gesteenten. organogene gesteenten zijn gevormd door organismen. siervoorwerpen van gesteenten zijn sinds prehistorische tijden bekend. eerst werden gesteenten gebruikt voor de vervaardiging van wapens en werktuigen, later voor onder andere sier- en gebruiksvoorwerpen. steen is in het spraakgebruik een verzamelwoord voor alle vaste bestanddelen van de aardkorst, met uitzondering van ijs en steenkool. juweliers en stenenliefhebbers verstaan onder stenen alleen edel- en sierstenen. personen uit de bouwwereld verstaan onder stenen alle materialen waarmee ze kunnen bouwen. in de aardwetenschap, de geologie,
spreekt men niet van stenen maar van gesteenten en mineralen