Het Jodendom Jodendom Thora centraal (kern) -613 geboden en verboden -248 geboden en 365 verboden Tenach= O.T.: - Tora (Gen. t/m Deut.) wetten - Nebi’im (Joz. t/m Kon. - Ruth + Jes. t/m Mal. behalve Klaagl. en Dan.) profeten - Chetubim (Psalmen, Job, spreuken , Ruth, Hooglied, Prediker, Klaagliederen, Esther en Dan, Ezra, Neh., Kron.) geschriften - Tenach mag niet worden vernietigd Mondelinge overlevering: Talmoed Schriftelijke overlevering: Tora Jodendom: - meer nadruk op leven dan leer - optimistische visie op mens (vrije wil) - geen erfzonde - Messiasverwachting: gewoon mens - verzameling ballingen - wederoprichting koningshuis van David - herbouw van de tempel Geloofsbelijdenis van Maimonides: - God bestaat - Hij is op een unieke en volmaakte manier Één - Hij is onstoffelijk en onvergelijkbaar - Hij is eeuwig - Hij alleen mag worden aangebeden Belangrijke dingen in Joods leven: - besnijdenis op 8e dag - Bar Mitswa (zoon der wet) - Gebedsriemen - Mezoeza kokertje aan de deurpost met tekst uit de Tora - Tailliet (gebedsmantel - Spijswetten: -> alleen reine dieren -> geen combinatie van melk- en vleesgerechten Synagoge= vergaderplaats ontstaan in ballingschap (586 v. Chr.) Verwijzingen in de synagoge naar de tempel: - heilige ark (worden Thorarollen in bewaart) ark in de tempel - kleed voor heilige ark voorhangsel in de tempel - eeuwig licht gouden kandelaar synagoge is vooral leerhuis: - men komt samen voor godsdienst oefeningen - de Joodse jeugd wordt er onderwezen Sabbat = werkonderbreking en verwijs naar de schepping en de terugtocht uit Egypte Nodig voor dienst in synagoge: - minjan (getal) tien mannen moeten aanwezig zijn - chazan (voorzanger) - sjema (geloofsbelijdenis) Joodse feesten: zie schema blz. 27 Rond 1600: Joden uit Spanje en Portugal vluchten voor inquisitie naar Amsterdam (sefardische joden)
Rond 17e eeuw: Joden uit Duitsland, Polen, Rusland (Oost-Europa) gaan naar Nederland (askenazische Joden) Orthodoxe Joden: houden zich nauwkeurig aan leefregels Liberale Joden: Joods geloof op een persoonlijke manier verwerken Islam Moslims: zij die zich onderwerpen Islam: onderwerping 570: Mohammed geboren 25-jarige leeftijd: trouwt met zijn werkgeefster Mohammed heeft een meditatieve geest visioenen openbaring vormen Koran hij ging prediken 622: Mohammed vlucht naar Medina 630: Mohammed overwint Mekka 632: Mohammed sterft Opvolgers: kaliefen (belangrijkste is zijn neef Ali) Islam: net als het christendom en Jodendom godsdienst van het boek Soera’s: hoofdstukken Arabisch woord voor vers = wonder Koran volmaakt?: - geeft verkeerde invulling aan christelijke leer van de drie-eenheid - is gebonden aan Mohammeds levenservaringen - veel verschillende versies - Bijbelse kernbegrippen hebben in de Koran een simpelere inhoud Hoogste openbaring: Christendom: Jezus Islam: het boek de koran Islamitische geloofsleer: - eenheid van Allah (iet of iemand naast Allah plaatsen is een grote zonde) - de engelen van Allah (belangrijkste engels is Gabriël) - heilige boeken (alles wordt naar de Koran getoetst) - boodschappers van Allah (Noach, Jezus, Abraham, David, Mohammed) - hiernamaals en zonde (goeden: paradijs slechten:hel) - voorbeschikking van Allah (Allah laat dwalen en leidt recht wie hij wil) Zuilen Islam: - geloofsbelijdenis (“er is geen god dan Allah en Mohammed is zijn profeet”) - gebeden (5 keer per dag) - aalmoezen - vasten (tijdens de maand ramadan) - bedevaart naar Mekka Oema: islamitische godsdienstige gemeenschap Imam: voorganger Moskee: knielplaats Minaret: toren van de moskee Moslims: - sjiieten - soennieten zie aantekeningen