Gedeelte Van "als De Waanzin Toeslaat"

  • November 2019
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Gedeelte Van "als De Waanzin Toeslaat" as PDF for free.

More details

  • Words: 7,134
  • Pages: 14
Als de waanzin toeslaat Geschreven door Ronnie Tielenburg

ROLVERDELING: LEO DE WAAL: Een neurotisch type. Hij kan zich om de kleinste kleinigheid heel erg druk maken. Een man die eigenlijk stiekem een beetje zat is van het gezinsleven. Hij is niet echt tevreden met z'n kinderen, maar houdt wel veel van zijn vrouw ondanks dat hij zich voortdurend ergert aan haar domheid. Hij kan het beste opschieten met zijn buurman Karst. MARGJE DE WAAL: Een hele lieve vrouw en is de onschuld zelve. Ze ziet nergens geen kwaad in en houdt van haar gezin. Ze verontschuldigd zich steeds voor de dingen die haar gezin doet. Helaas kan ze erg dom uit de hoek komen en begrijpt niet altijd alles. Ze heeft veel trekjes van haar moeder. NIELS DE WAAL: Een vrij rustige jongen en neemt het allemaal niet zo nauw in de wereld. Zolang hij maar niet hoeft na te denken, is er niets aan de hand. Daardoor gebruikt hij nogal eens softdrugs. En nog wel onder de neus van zijn ouders, die niet precies weten wat het nou voor spul is. Hij mag graag zijn zus de gek aan steken. Vooral z'n vader mag hij graag op de kast jagen. Maar owee als je aan zijn drugs komt. Dan spat hij helemaal uit elkaar en kan met dingen gaan gooien. (een neurotisch trekje van zijn vader) GRIETJE DE WAAL: Een vlotte meid van deze tijd. Ze heeft veel vrienden en is een allemansvriendin. Maar soms begrijpen de omstanders haar verkeerd en denken ze de raarste dingen van haar, die er helemaal niet zijn. Zij ziet dat allemaal niet zo. Een dom trekje van haar moeder. KARST BARTELS (de buurman): De man van Titia en is een aardige man. Hij laat zich alleen maar van alles wijs maken. Maar dom is ie niet. Hij heeft dingen heel snel door en doet er alles aan om te voorkomen dat er zaken mis gaan lopen. Hij is de beste vriend van Leo. Stiekem vindt hij zijn vrouw ook wat irritant. RENCINA (moeder van Margje): Een zeer vergeetachtige vrouw, waarbij je alles moet herhalen, ze verstaat alles verkeerd en weet vaak niet wie nou wie is. Het is een vrouw die thuis niet veel beleefd, waardoor ze alles leuk vind. Zij dreigt een heleboel te verknoeien. TITIA BARTELS (de buurvrouw): Een kenau. Ze is haar man de baas en kan Leo niet luchten of zien. Wanneer ze de kans krijgt geeft ze hem een mep. Bovendien begrijpt ze niet zoveel van de familie de Waal en wil dan ook liever niet dat haar man teveel bij hen komt. Ze is veel met haar uiterlijk bezig. En dat is haar ook aan te zien. Een opmaakpop dus. VAN HELDEN (gemeenteambtenaar): HANS (kennis van Grietje): JOCHEM (kennis van Niels): FREDERIK HOGENBERG (psychiater): MAARTEN (kennis van Grietje): STUDENT (vriend van Grietje):

1

EERSTE BEDRIJF Op de stoel zit Margje een roddelblad te lezen. Leo zit uitgebreid op de bank met een computerspelletje te spelen, waar hij zich over opwindt en hun zoon Niels zit op een stoel voor zich uit te kijken met een walkman op. Dan komt Grietje binnen. Grietje: Wanneer er iemand voor mij aan de deur komt, stuur hem dan maar even naar boven, oké. (ze is van plan om naar haar kamer te gaan) Leo: Zeg, wat doe jij allemaal, en wie zijn al die kerels steeds die hier voor jou iedere keer aan de deur staan? Grietje: Kerels? Die zitten bij mij op school pa. We studeren samen. (dan gaat ze naar haar kamer) Leo: (tegen Niels) En wat zit jij de hele tijd voor je uit te staren. Wat heb jij de laatste tijd? Niels: (reageert niet vanwege de walkman) Leo: Hé, Niels. Margje: Hij hoort niets, omdat hij dat ding op z'n hoofd heeft. Leo: Hij is de laatste tijden zo afwezig. Wat heeft die jonge toch. Margje: Ach, dat zal de leeftijd zijn. (dan gaat de deurbel) Leo: (staat op en zal naar de deur toe gaan) Grietje: (rent binnen) Laat maar, ik ga wel. (en vliegt door naar de voordeur toe) Leo: Tjonge, ik wou dat ze zo enthousiast was wanneer ze de afwas moet doen. Margje: Ach, laat ze nu maar. Dat heb je met die leeftijd. Grietje: (stapt binnen met een man en loopt zo voorbij haar vader en loopt zo naar haar kamer toe. De man ziet een beetje schuchter om zich heen) Niels: (die ziet dat) Leo: (tegen Margje) Zag je dat. Ik vertrouw dat niet. Dit is de derde al deze week, en het zijn allemaal verschillenden. Niels: (opjuttend) Nou, dan moet je eens zien wanneer jullie niet thuis zijn. Dan is ze nog veel meer aan het studeren met haar KLASGENOTEN! (sarcastisch gezegd) Margje: Ja, er zitten natuurlijk ook een heleboel mensen in zo'n klas. Ze kan zich natuurlijk niet met iedereen tegelijk bezighouden. Leo: (kijkt haar hoofdschuddend aan en haalt een diepe zucht) Ik haal een biertje. (en zal naar de keuken lopen) Niels: Neem er ook een voor mij mee? Leo: (stopt en kijkt geërgerd naar Niels) Makkelijk hé, zo'n vader. (tegen Margje) Moet jij ook wat? Margje: Ja, doe maar een cola. (dan gaat de telefoon) Leo: (tegen Margje) Neem jij even op? (zal naar de keuken toe lopen en ziet een man voorbij het raam lopen. Hij kijkt vreemd en loopt naar de keuken toe om de persoon te benaderen. Je ziet Leo ook even aan de andere kant van het raam staan om zich heen te kijken) Margje: (neemt de telefoon op). Hallo, met mevrouw de Waal. (dan hoort ze wie het is) .........Ik heb toch gezegd dat je me niet thuis moet bellen. Meestal neemt Leo de telefoon op. ........Nee, ik weet nog niet wanneer.........We moeten ook nog even met Titia om tafel.........Ja, dat wordt een probleem. Leo: (stapt binnen met de consumpties, kijkt nog wat nadenkend omdat hij niet begrijpt wie die man was en kijkt nog eens uit het raam. Dan vangt hij een deel van het gesprek op) Margje: Er is vast wel een manier om Leo te laten verdwijnen. 2

Niels: (ziet opeens dat z'n vader er is en schiet omhoog) Eh.. Ma... Drinken. (pakt haar de hoorn af) Ze belt nog wel even terug. (en klapt de hoorn op de haak) Leo: (Kijkt heel argwanend naar zijn familieleden) Wie was dat? Margje en Niels: (tegelijk) eh, eh, ja, eh, eh Niels: Dat was een vriend van mij. Leo: Wat moest jou moeder dan met een vriend van jou te praten? Margje: Ja, eh, die moest mij wat vragen. Eh, of hij hier mag komen logeren. Leo: En dan moet ik verdwijnen. Margje: Eh oh, ja, eh...heb je dat gehoord? Niels: Eh, ja maar dat bedoelde ma niet zo. Ze bedoelde wanneer jij niet thuis was. Margje: Ach ja natuurlijk. Je weet toch, ik kan wel eens wat beroerd uit de hoek komen. (dan stapt Grietje en haar "student" binnen. Het haar zit woest en de man ziet er ook wat verfrommeld uit) Grietje: (geneert zich een beetje en laat hem uit) Nou, dan zie ik je van de week nog wel hè. Leo: (staat alles vol verbijstering te bewonderen en ziet z'n familie op een rijtje staan en schud zijn hoofd). Als ik dit 20 jaar terug geweten had...... Ik snap er niets meer van (en gaat zitten) Margje, Grietje en Niels: (kijken elkaar zuchtend van opluchting aan. Grietje gaat op een stoel zitten dat roddelblad van haar moeder te lezen, Margje gaat bij de tafel haar was op staan te vouwen en Niels gaat op zijn vaste plek zitten) Niels: Nou, eerst maar wat roken. (haalt een dikke joint uit z'n zakje) (dan gaat de telefoon) Leo: (neemt de telefoon op, het is voor Grietje) Met wie? Oh ja hoor, die is er wel. Grietje, voor jou. Grietje: Met Grietje. Hè, nu? Ik heb net die natuurkunde al doorgenomen. Om nu direct biologie nog eens door te gaan nemen is iets teveel van het goede. Niels: (half stoned, knikt met zo'n gezicht van "Ja, dat zal wel") Leo: (kijkt argwanend naar zijn dochter en Margje begrijpt het niet) Grietje: Nou, bel van de week nog maar eens op. (kijkt op de klok) Ik heb nu trouwens ook geen tijd............Okay. Tot ziens. Margje: (tegen Grietje) Nou, hoe vaker je met biologie bezig bent, hoe meer je er van leert. Niels: (stom lachend) Ja, maar niet te veel. Je krijgt er gauw je buik vol van. Ha, ha, ha. (de deurbel gaat. Margje doet open) Leo: (een diepe zucht en staat geërgerd kijkend naar zijn familie op) Nou, ik ga naar de winkel om nog wat biertjes halen. (pakt de jas en zal weg gaan) (dan stapt Margje met de buurvrouw binnen) (Leo kijkt meteen geërgerd met een gezicht van "Oh nee, ook dat nog") Titia: (tegen Leo) Ja, jou moest ik net hebben. Leo: Hoezo? Titia: Jij zou die takken van die overdreven rot boom van jullie er af knippen. Nu is dat nog steeds niet gebeurd. Die boom beneemt ons de zon. Margje: Ja, dat heb ik ook al een aantal keren tegen hem gezegd. Niels: Ja pa. Doe er eens wat aan. Leo: Er zijn ook nog mensen die een baan hebben hoor. Titia: Als die takken er dit weekend niet af zijn, dan ram ik die hele boom er persoonlijk weg. Margje: Nou inderdaad, ik heb me al jaren aan die boom geërgerd. Leo: Bemoei jij je er niet mee. Ik doe dat wanneer ik daar zin en tijd voor heb.

3

Titia: Zin en tijd, zin en tijd? Dat heb je immers nooit. Jij hebt het altijd alleen maar smoordruk met je gezinnetje. Leo: (sarcastisch) Ja, wat wil je ook met zo'n GEZINNETJE. Grietje: Wat bedoel je daar mee pa? Leo: Niets. Hou jij je nou maar bezig met je biologie. (tegen Titia) En jij begint me ook een beetje de keel uit te hangen met je bemoeizucht. Als je last van die boom hebt, dan haal je zelf die takken maar weg. Titia: Ik dacht het niet. Jij doet dat, anders maak ik er werk van. Leo: Hoezo, anders maak ik er werk van. Titia: Als iets niet in goed overleg met je buren geregeld kan worden, dan kun je een klacht indienen. Leo: Oh, nou, dan kan ik dat ook wel. De zon hoeft maar te schijnen en jij loopt spiernaakt in die tuin van je rond. Titia: Nou, dat zal ik toch zeker zelf weten. Het is mijn tuin. Leo: Ja, maar als de buren, en dat zijn wij dus, er voor hebben gekozen om niet naast een sprookjesbos te gaan wonen, maar je moet toch steeds van onsmakelijkheid je eten weggooien omdat je iedere keer weer tegen die slappe kont van een ouwe lelijke heks met twee veel te slappe uiers en een vreselijk bos touwhaar op een bavianenkop aan moet kijken, dan kan ik ook wel een klacht indienen. Gnoom!!! Titia: Wat!!!!!!! Slappe uiers, bavianenkop? En tot slot ook nog gnoom? (ze geeft Leo een fikse klap om het gezicht) Hoe durf je. Je zorgt maar dat die boel deze week nog weg is, anders zwaait er wat. (loopt de kamer uit) Margje: Nou, zo erg lijkt ze nou ook weer niet op een heks. Wanneer ze zich heeft opgemaakt, dan is het best een knappe baviaan. Bovendien eet ik er niet minder om. Leo: (begrijp die opmerking niet en schud zijn hoofd) Jij snap ook niets hè. (zal de kamer uit lopen en ziet die man weer voorbij het raam lopen.) (in paniek) Zagen jullie dat? Margje: Wat schat? Leo: Die vent, die kerel, hij liep weer langs het raam. Hij keek naar binnen. Zagen jullie dat niet? Margje: (kijkt ook uit het raam) Nou nee, ik zie niks hoor. Grietje: Ik zat hier. Ik heb ook niets gezien. Niels: (met een joint in z'n mond) Nou, pas maar op pa, misschien wil ie dat leventje van jou wel wat inkorten. Leo: (slikt even. Kijkt naar raar naar z'n familie en loopt vreemd kijkend de deur uit) Niels: (stoned) Die pa, die vertrouwd ook niemand. Trouwens, ik begrijp er niets van. Om welke struik gaat het nou eigenlijk? Grietje: Ach, om die boom die over de schutting van de buren heen hangt. Niels: Welke schutting? Grietje: Nou, die schutting (ziet Niels z'n wazige blik)............ach laat ook maar. Jij bent weer stoned. Margje: Wat is dat sto-ned? Grietje: Ma, dat leg ik nog wel eens uit. Ik ga naar boven. Margje: Ben jij sto-ned? Wat is dat? Niels: Stoned ma, da's een ander woord voor "blij zijn". Margje: (begrijpt het niet helemaal) Oh, nou ja, dan is dat toch altijd goed? (gaat verder met het opvouwen van haar was) Niels: (steekt nog maar een joint op) (tegelijk gaat de telefoon)

4

Margje: (loopt naar de telefoon toe en neemt op) Met mevrouw de Waal..........Ja, die is er wel. Voor jouw Niels. Niels: (wankelt stoned naar de telefoon toe) Met Niels.................Hè, ja natuurlijk moet ik nog hebben.........................Nou, kun je het ook even langs brengen? Ik heb geen vervoer.............Ook goed. Tot straks. Hakkuh!!!!!!! Margje: Wie was dat? Niels: Och, een vriend. Die komt straks even wat eh....eh....een cd langs brengen die ik nog wou kopiëren. Grietje: (komt binnen en kijkt stiekem om zich heen. Dan vraagt ze voorzichtig) Zeg ma, weet je nou al wat we met pa gaan doen? Margje: Nou, Ik weet dat nog niet. Wacht even, ik zal de buurvrouw even vragen of ze nog een idee heeft. (loopt naar de telefoon toe en belt de buurvrouw) Ja, met Margje. Zeg, heb jij al een idee wat we met Leo moeten doen? Leo: (loopt langs het raam en hoort iets. Hij gaat onopvallend bij het raam afluisteren) Margje: Doe nou niet zo flauw Titia, dat vind ik wel een hele grove manier om hem te laten verdwijnen. We kunnen er toch ook voor zorgen dat Leo op een rustige en vriendelijk manier weg raakt?..........Nou, als hij vanavond weg is, laten we het er dan even uitgebreid over hebben.................Ja, ik begrijp wel dat je liever niet mee doet, maar doe het dan voor ons. Je doet ons er een heleboel plezier mee. Okay, tot vanavond. Grietje: En? Margje: Nou, ze komt vanavond langs om de details te bespreken. Dan komen we er vast wel uit. Niels: (stoned gniffelend) Nou, dan maar hopen dat ie er niks van merkt. Anders hebben we er weer een bonk ellende bij. Trouwens buurman moet ook niet meekomen, anders kunnen we het er ook niet over hebben. Het is pa's beste vriend. Die houd z'n klep toch niet. Grietje: Nou ja, we zien wel. Ik ga trouwens geen dingen doen waar ik later spijt van heb hoor. Margje: Nee, daar hebben we andere mensen voor. Leo: (heeft dit alles gehoord en vertrouwd de boel niet. Dan komt hij binnen) (net of er niets aan de hand is). Zo. eh........ik denk dat ik vanavond wat later thuis kom dan anders hoor. We hebben een wedstrijd poolen dus dan weet je het wel hè. Margje: Dat geeft niet hoor schat. We gunnen je dat van harte. Leo: (wantrouwt iedere opmerking) Grietje: Geniet er nog maar lekker van hoor pa. Niels: Ja pa, een trekje? Leo: Nee. Dank je. Eh.........Ik ga even wat anders aantrekken. (loopt naar de deur en keert zich om) Eh.....Ik ben niet zo slecht als jullie denken hoor. Margje: Hoezo? Waarom zeg je dat? Leo: Eh... Niets. Nee, eh.......misschien omdat ik zo vaak weg ben, maar dat gaat niet om jullie hoor. Grietje: Nee hoor pa, dat weten we ook wel. Bovendien gunnen we je die uitjes van harte hoor. Niels: Of heb je misschien een vrouwtje? Leo: Hou je bek. (zal de kamer uit lopen en ziet die kerel naar hem kijken. Dan gaat ie snel weg. Leo kijkt paniekerig naar z'n familie, maar zegt niets. Hij vertrouwd de boel nu helemaal niet) Niels: Wat is er pa? Je kijkt alsof ze je willen vermoorden.

5

Leo: (kijkt Niels verschrikt en paniekerig aan en snelt de deur uit)(Voordat hij de deur uit gaat hoort hij nog net de telefoon gaan) Margje: (neemt de telefoon op) Met Margje de Waal............. Leo: (komt voorzichtig om het hoekje van de deur stiekem mee te luisteren) Margje: Hallo ma..........Je hebt geen zoon ma............Nee..........Neeee, ik ben je dochter Margje........Jawel. Je hebt wel een dochter..........Hè, hè, snap je het nou. Wat was er?............Nee, dat is vandaag niet........Nee, morgen ook niet...............Nee, volgende week pas...........Nee, eerder kunnen we Leo niet kwijt raken.........Leo, mijn man. Je schoonzoon...........Nee, dat is Niels, je kleinzoon............Nee, die moet niet verdwijnen............Nee ma, Leo.....Nou ja, laat ook maar. Je ziet maar.........Ja, oké. Doei. (hangt op) Grietje: Was dat oma weer? Margje: Ja, de schat. Jammer dat ze van alles begint te vergeten. Niels: Nou, ik vind het altijd wel heel erg grappig. Ze schuift me soms wel drie keer achter elkaar geld toe. Margje: Ach ja, die lieverd. Maar dat is niet eerlijk hoor Niels (ziet Leo) Hé Leo, ben je nog niet weg? Leo: (schrikt wat, het was niet de bedoeling dat ze hem zagen en komt wat vreemd binnen. Hij doet raar) Eh, ik heb mijn eh....beurs vergeten. Die moet hier ergens liggen (gaat overdreven zoeken) Margje: Nou, ik heb hem niet gezien. Leo: (wat onzeker zenuwachtig) Eh....nou, wat raar. Eh....hoorde ik daar zonet de telefoon? Margje: Ja, dat was ma. Leo: Hm hm, hm hm. Ja, ja, en wat moest ze? Niels: Nou, volgens mij wist ze dat zelf niet eens. Grietje: Doe niet zo raar over oma. Margje: Nou ja, eigenlijk niets. Leo: Oh, eh...je hebt toch wel de groetjes van mij gedaan hè? Margje: Nou, nee. Leo: Nee? Waarom niet. Je weet toch dat ik eh............haar hhhheel erg eh....(kan het haast niet uit z'n mond krijgen) leuk vind? (komt er ook niet overtuigend uit) Niels: Leuk vind? Ha, ha. Leuk vind? Ach man, je mag dat hele mens niet eens. Leo: (voelt zich betrapt) (twijfelachtig) Nee...eh....ja maar dat was eerst, nu wel. Het is een eh......ja, het is een hele aardige vrouw. Grietje: Oh, nou. Dat is dan ook voor het eerst. Je kan haar normaal wel schieten. Leo: Jawel, nou ja ik bedoel eh..(dan heel duidelijk stellend) je moet gewoon aardig zijn voor elkaar. Voordat je het weet is het te laat. Margje: Nou, ze gaat nog lang niet dood hoor. Leo: (teleurstellend vragend) Nee?....Ik bedoel eh... nee, natuurlijk niet. Hoe kom je er bij. Grietje: Nou, vorige keer, toen ze hier op visite was, heb je haar nog bij de keel gehad. Dan kun je mij niet wijs maken dat je haar nu opeens aardig vind. Leo: (wat vreemd) Hm hm, hm hm. Eh ...nou, dan ga ik maar hè. Eh, Ik zie jullie eh...nog wel hè. Niels: Zeg pa, heb jij je beurs nou al? Leo: (schrikt daar even van) Eh...Ja, ja ja, eh...ik weet al waar hij is. Eh....hij ligt eh..op de....op de fiets. Ha, dat is ook zo. Hij ligt nog op de fiets. Wat stom. Eh.....nou, ttttot straks hè....mijn lieve familie. (snelt de deur uit) Grietje, Niels en Margje: (kijken elkaar wat vreemd aan)

6

Grietje: Zou pa iets gemerkt hebben? Margje: Nee, hoezo? Grietje: Hij was opeens zo eh......aardig en .....vreemd. Margje: Ik hoop het niet. Anders moeten we het anders aanpakken. Niels: We kunnen hem ook een halve overdosis geven. Dan merkt ie helemaal niks meer. Margje: Een overdosis waarvan? Grietje: (geeft Niels een tik op het achterhoofd). Niets ma. Niels weet niet waar hij het over heeft. Niels: (bezig een joint te draaien) Het was ook maar een grapje hoor. Ik heb nog wel wat vrienden, die weten precies hoe ze iemand moeten laten verdwijnen. Margje: Nou zeg, "verdwijnen" vind ik wel een heel erg raar woord. Je moet zeggen eh....verwijderen. Dat klink veel vriendelijker. Grietje: Als hij iets door krijgt, dan zullen we de boel toch sneller aan moeten pakken, anders dreigt alles te mislukken. Niels: Ja, en het kost allemaal al zoveel geld. Ik heb deze week maar 8 gram kunnen kopen. Margje: 8 gram waarvan? Grietje: Nergens van ma. Nou, ik ga naar boven om de boel verder uit te werken (gaat naar haar kamer). Margje: Ja, dan zal ik nog even naar de buurvrouw om te vragen of ze nog wel mee wil doen, want ik denk dat de lol er voor haar een beetje af is. Niels: Nou, ik denk dat ze maar wat graag zin heeft om pa gigantisch af te maken. Margje: (kijkt Niels aan) Pa te pakken te nemen Niels. Gewoon "te pakken te nemen" Dat klink veel vriendelijker. Nou, ik ga. Ik hoop dat Titia nog is over te halen. (gaat weg) Niels: (kijkt naar z'n joint) Nou joh, daar gaan we weer. Jij bent de enige die mij altijd weer weet over te halen.

======== D O E K ======= TWEEDE BEDRIJF: Niels ligt languit op z'n stoel te slapen. Dan gaat de deurbel. Niemand doet open. De deurbel gaat nog een paar keer. Margje: (snelt binnen) Hoor jij die bel niet Niels? (Doet de deur open). Margje: (stapt binnen met Rencina, haar moeder) Goh ma, ik had niet verwacht dat je nu al zou komen. Rencina: Nee, waarom niet? (ziet het huis) Oh, oh oh, wat heb jij een mooi huis. Prachtig. Margje: Ma, hier wonen we al bijna 10 jaar. Rencina: Nee hoor, je woonde eerst bij mij. Margje: Ja ma, maar dat was dus tien jaar terug. Rencina: Oh. (ziet Niels liggen) Wat ligt daar? Margje: Dat is Niels, je kleinzoon. Rencina: (loopt naar hem toe) Oh, wat is ie groot geworden (knijpt hem in z'n wang) Niels: (schrikt daarvan wakker en ziet z'n oma) Oma, hallo. Hoe is het (geeft haar een kus)

7

Rencina: Goed hoor jonge, goed hoor. Zeg wat ben jij een lekkere knul geworden (knijp hem nog eens in z'n wang). Ik weet nog goed dat ik vorige week je luiers heb verschoond. Margje: Dat is ongeveer 18 jaar terug geweest hoor ma. Rencina: Oh nou, het is net of het gisteren was. Leo: (stapt binnen en ziet z'n schoonmoeder) Nee hè. Ook dat nog. Rencina: (tegen Margje) Wie is dat. Die vent stapt zomaar je huis binnen. Margje: Ma, dat is toch Leo, mijn man. Rencina: Waarom heb je me nooit verteld dat je getrouwd bent. Leo: (sarcastisch) Dat hebben we al zo vaak verteld ma, maar op de een of andere manier is er iets met je hoofd aan de hand, waardoor alles niet meer zo goed tot je doordringt. Rencina: Nou, met "doordrinken" heb ik anders nog nooit geen moeite gehad. Leo: (ergert zich gelijk alweer) Nee, dat weet ik (schenkt zich een borrel in) Niels: Doe mij ook wat pa. Leo: (kijkt hem geërgerd aan) Waarom wordt jij volwassen? (geeft hem ook wat te drinken) Margje: Nou ma, ga zitten, dan maak ik even koffie. Rencina: (trekt haar jas uit) Koffie, geef mij er ook maar zo één (wijst naar de alcohol). Leo: Daar gaan we weer. Margje: (schenkt wat voor haarzelf en haar moeder in). Grietje: (komt binnen en ziet haar oma) Ha, oma. (vliegt op haar af en omhelst haar) Rencina: Ha, ha, Margje doe niet zo gek. dat hebben we zonet toch al gedaan? Grietje: Margje? Oma, ik ben het Grietje. Ma heet toch Margje? Rencina: (kijkt even naar Margje) Oh ja, natuurlijk. Dat is ook zo. Jij bent het vriendinnetje van die jongen daar eh.......Niels. Grietje: Nee oma, ik ben je kleindochter. Rencina: Oh ja? Maar ik heb toch al een kleinzoon? Leo: (staat geërgerd) Nou moet je eens goed luisteren ouwe....eh, ma. Dat is Margje, je dochter, Ik ben Leo, helaas je schoonzoon, Margje en ik zijn aan het gymen geweest (doet met lichaamsbewegingen voor hoe je kinderen maakt) en toen kwam dit hier. De naam is Grietje en daarna kwam dat daar en die hebben we Niels genoemd. Snap je het nou een beetje? Rencina: Ja hoor, natuurlijk, maar ik begrijp dit (doet die lichaamsbewegingen na) alleen niet zo goed. Leo: (heel kwaad) Nou, dan zal ik je dat eens even heel haarfijn uitleggen, ma (wil haar bijna aanvallen). Rencina: (wordt een beetje bang) Nee, nee. Dat hoeft niet hoor. Ik ben ook niet zomaar aan Margje gekomen. Leo: Nou, wat zeur je dan. Rencina: (tegen Leo) En dat vind ik nou zo leuk aan jou hè. Jij bent ook altijd zo maar op de kast te krijgen. Leo: (heel kwaad, wil haar graag wat aan doen) Oh ja, Oh ja. Ik...ik..ik..Ach. (loopt de deur uit) Niels: Nou, dat vind ik knap oma. Zo snel krijg ik hem nou nooit kwaad. Margje: Nou, dat is nou ook weer niet leuk hoor. Je vader kan er ook niets aan doen dat hij zo gauw overstuur raakt. (dan gaat de deurbel) Grietje: (snelt naar de deur en doet open en stapt binnen met een jongen) Rencina: Oh, is dat ook een kind van jou, Margje?

8

Margje: (barst in het lachen uit) Nee ma. Natuurlijk niet. Ik heb er toch maar twee? Rencina: Oh, nou je weet maar nooit. Maar wie is dat dan? Niels: (heel sarcastisch) Ja Grietje, wie is dat dan? hè? Grietje: (wat geïrriteerd) Dit is Maarten, een jongen van school. Die komt even langs om samen met mij te studeren. Niels: Te bestuderen zeker. Grietje: Ach, hou je kop. Rencina: Oh, nou, heeft ie wel condooms bij zich. Niels: (barst in lachen uit) Margje: (schrikt van die opmerking) Grietje: (staat ook even van die opmerking te kijken en Maarten ook) Eh, condooms oma? Hoe eh.. hoe bedoeld u? Rencina: Nou, toen ik vroeger met jongens thuis kwam om te studeren, dan studeerden we maar een ding en dat was....... Grietje: (valt in) Ja, ja, ja, we begrijpen precies wat oma bedoeld. Margje: Oh ja? (tegen Rencina) Wat bedoeld ma dan? Rencina: Dat leg ik je straks wel uit. (tegen Grietje) Dus heb je wel condooms bij je. Grietje: Nou nee, maar die dingen hebben we ook niet nodig hoor. Niels: (geniet van dit alles) Rencina: Nou, pas dan maar op. Je weet maar nooit met die enge ziektes van tegenwoordig allemaal. Grietje: Dat gaan we helemaal niet doen hoor. We moeten nog iets doornemen van de les "het inwendige van het menselijk lichaam". Niels: (helemaal krom van het lachen) Had je die les al niet eens vaker met je klasgenoten doorgenomen? Grietje: Oh, wat ben jij ook een kwal (gaat samen met Maarten naar boven) Rencina: Ach, die kinderen. Zeg, maar ik herinner me opeens iets. Je wou toch iets met die Theo doen? Of vergis ik me daar nou in. Margje: Leo ma. Leo heet ie. Ja, maar we zijn er nog niet helemaal over uit. Leo: (stapt binnen) Rencina: Waar niet over uit? Margje: Nou, hoe we het beste van Leo afkomen. Leo: (hoort dat en gaat half om het hoekje van de deur staan te luisteren) Rencina: Nou, dat is toch niet zo moeilijk? Vannacht even een kussen op z'n hoofd en weg is ie. Leo: (schrikt daar van) Margje: Nee ma, dat is de bedoeling niet. (ziet Leo in deuropening staan) (opeens veranderend van onderwerp) maar het weer zou deze week wel veranderen hoor. (duidt haar moeder aan dat Leo er is) Rencina: Wat? Ik begrijp het niet. (kijkt om en ziet Leo ook) Niels: (ziet hem ook) Nog kwaad pa? Leo: (opeens heel anders) Eh.....nee hoor. Hoezo? Niels: Oh, nou, jammer dan. Nou dan ga ik nog maar iets geestverruimends van boven halen. (en gaat weg) Rencina: Wat nou Beo, wat is er aan? Je kijkt wat pips. Je gaat toch nu al niet dood? Leo: (schrikt van die woorden) Margje: (wat opgelaten) Leo ma, hij heet Leo. Eh ma, kom, zullen wij even naar de buurvrouw gaan? Die heb je ook al een hele lange tijd niet gezien. Rencina: Oh, hebben ze hiernaast een huis gebouwd dan? Margje: (sleept haar moeder mee) Die staat er al net zolang als ons huis ma.

9

Leo: (begrijpt het allemaal niet meer en begint zenuwachtig nadenkend heen en weer te lopen. Hij schenkt af en toe een glas alcohol in) Ik moet iets verzinnen, voordat ze mij met z'n allen de strot om draaien. En dat mens, oh, die schoonmoeder. (zit zichzelf op te fokken) Ik kan dat mens niet uitstaan. Ik heb zo'n hekel aan dat mens. Die domme akelige trien. Zij en ..oh en die buurvrouw. Allebei. Oh, wat haat ik ze, wat wil ik ze toch nooit meer zien. Oh, als dat mens me nog een keer slaat, dat maak ik haar af. Oh, ik wil haar bloed buiten haar lichaam zien, vermengt met dat van SCHOONMAMMA. Schoonmamma, oh die rottige schoonmamma, oh ik walg van dat soort mensen (opeens staat hij oog in oog met die kerel die weer voor het raam staat te gluren. Leo geeft een gil van de schrik, waardoor het glas wijn hem uit de handen vliegt. De man schrikt juist van Leo en duikt snel weg) (dan gaat de deurbel. Ook daar schrikt Leo van en weet even niet wat hij moet doen. Dan loopt hij toch maar naar de deur toe) (de boel niet vertrouwend en zichzelf weer een beetje bij positieven makend) Ja, goedemiddag. Van Helden: Eh, mag ik even binnen komen? Leo: Hoezo? Wie bent u dan? Van Helden: Ik ben de heer Van Helden van de gemeente. Leo: Eh. Oh. Eh, nou ja, kom er maar even in. Van Helden: Het gaat even over het volgende. (zal iets uit z'n binnenzak pakken) Leo: (ziet dat en denkt dat hij een pistool zal pakken) Oh nee. Vergeet het maar. (en bespringt Van Helden waarna er een worstelpartij plaats vind) Rencina: (stapt binnen en ziet het gebeuren. Zij begint ook te slaan en te schoppen op Van Helden) Blijf van mijn schoonzoon af. Margje: (schiet de kamer binnen) Leo, Ma. Wat doen jullie nou? Leo: (die vent bekneld houdend) Ik wist het wel! Grietje en Niels: (stormen ook binnen en zien het geworstel) Margje: (probeert het stel uit elkaar te halen en haalt haar moeder bij het stel weg) Grietje: (schiet ook te hulp) (tegen Niels) Sta niet zo stom te kijken. Doe wat. Niels: Wat dan? Margje: Ooooh (staat op en roept uit het raam naar de buurman) Karst. Karst. Help. Karst en Titia: (rennen binnen door de achterdeur) Karst: Wat nou? (en snelt te hulp. Hij haalt de twee uitelkaar) Leo: (helemaal overstuur, verontwaardigt en in de war) Karst: Wat is hier aan de hand. Leo: (zal iets vertellen, maar van Helden krijgt de overhand) Van Helden: (overstuur) Die vent viel me zo maar aan. Leo: (helemaal overstuur) Hij zou me nemen, hij zou me nemen. Karst: Hij zou je nemen? Rencina: (tegen Van Helden) Is u Homo? Van Helden: Nee, ik kwam alleen maar langs vanwege die boom. Titia: Zie je wel. Die vent deugd niet. Hij pakt ook al vreemde kerels. (tegen Leo) Ik heb toch gezegd dat ik er werk van zou maken wanneer jij niets aan die boom zou doen? Leo: (kijkt paniekerig belabberd en merkt dat er iets verkeerd is gegaan) Grietje: Wat heb jij pa? Margje: Daar moet je geen gewoonte van maken hoor Leo. Niels: (houd z'n vader een joint voor) Hier pa, daar wordt je rustig van. Leo: Ach, donder op met dat ding. Karst: Waarom viel je die man aan?

10

Leo: (wil eigenlijk niet zeggen waarom) Ik eh....Ik dacht dat eh..... Ach laat ook maar. Sorry dat ik zo uitviel. Rencina: (nogmaals tegen Van Helden) Is u Homo? Van Helden: (kwaad) Nee, dat ben ik niet. (tegen Leo) Er zal wel iets meer uit moeten komen dan alleen maar een "Sorry". Ik eis een verklaring. Titia: Nou, da's heel simpel. Die vent deugd gewoon niet. Je hoeft maar iets tegen hem te zeggen, of hij raakt al in paniek. Leo: Ja, als ik die kop van jou zie dan raak ik inderdaad in paniek ja. Titia: Zie je nou wel. Margje: Ach, Leo bedoeld het niet zo. Titia: Die man van jou is een idioot. Karst: Titia, hou nou even op. Leo: Ja. De lucht is hier al genoeg verontreinigd. Titia: (voelt zich gelijk beledigd en geeft Leo een fikse klap om het hoofd) Sorry voor jou Margje, maar ik kom hier niet weer als hij hier is. (en loopt weg) Van Helden: Ik geloof dat ik een andere keer maar terug kom. Dit heeft op dit moment geen zin. Margje: Ja, sorry hoor, mijn man is anders nooit zo. (verontschuldigend laat ze hem uit) Rencina: Wat een rare man was dat. Hij had je eerst wel even vriendelijk kunnen vragen voordat hij je nam. Leo: (kijkt haar geïrriteerd aan en reageert er maar niet op) Niels: (zit stom te grinniken) Leo: En wat zit jij nou weer stom te lachen. Niels: Snap je nou waarom ik nooit op stap ga pa? Ik vind het hier veel leuker. Leo en Karst: (Kijken hem raar aan en gaan zitten). Grietje: (bekijkt de boel) Nou, als dat alles was, dan ga ik weer naar boven. Rencina: (tegen Grietje) Schiet het wat op met je studievriendje en "het inwendige van het menselijk lichaam"? Niels: Of ben je nog niet zo ver gekomen. Grietje: (geërgerd) Ha, ha. Wat flauw (gaat naar boven) Margje: (komt weer binnen) Nou, dat was me wel weer wat. Ik vind...(de deurbel gaat) Leo: Wie is dat nou weer? Margje: (doet open en komt weer binnen) (roept naar boven) Grietje, er is iemand voor je! Leo: Wie is dat nou weer? Margje: Weet ik veel. Een jongen. Niels: (stoned grinnikend) Nou, dat zal er nog wel iemand zijn voor natuurkunde, biologie, het inwendige van het menselijk lichaam, hoe worden kindertjes.......... Grietje: (valt geërgerd in) Ja, ja, we snappen het nou wel Niels. Hou nou je kop maar. (loopt naar de deur toe) Rencina: Goh, Nog even en ze kan een bedrijfje beginnen. Margje: Ja, met schoolboeken en zo. Echt iets voor haar. Grietje: (komt met een jongen binnen. Hij heeft een racefiets bij zich en is zwaar gekleed in wielrennerskleding, wat totaal niet staat) (doet een beetje vreemd) Eh.... dit is eh........dit is..... Niels: Nog een slachtoffer. Grietje: (wenkt hem met grote ogen) Dit is eh.......

11

Hans: (een beetje een raar type) Ik ben Hans. Margje: En wie is Hans? Leo, Margje, Niels, Rencina en Karst: (zitten met belangstelling te wachten) Grietje: Eh.. Nou, dit is Hans van mijn school. We gaan even bezig....... Eh... we gaan even bezig met Biologie. Niels: Ja, dacht ik al, ha ha. Eerst even fietsen zeker. Leo: Er wordt in mijn huis niet gefietst! Margje: Doe niet gek Leo, daar is die kamer toch veel te klein voor? Leo: (zucht) Nee schat, ik bedoel eigenlijk dat ik geen fietsen in huis wil hebben. Hans: Ik laat mijn fiets niet buiten staan, straks wordt ie gestolen. Die fietsbel alleen al kost 120 Euro. Karst: Ja, dat is zo Leo. Er is hier in deze wijk al een paar keer een fiets gestolen. Rencina: (kijkt duidelijk naar het broekje van Hans) Wat een grote zeg. Grietje: Nou zeg? Oma? Rencina: De maat. Wat een grote maat broek heb jij. Hans: Ja, maar ik hoop dat ik door veel te fietsen wel wat ga afvallen. Margje: Nou, dan zou ik maar een langer broekje aantrekken. Straks zijn je knieën kapot wanneer je van die fiets afvalt. Niels: (lacht zijn moeder uit) Nee ma, hij wil door het fietsen wat gewicht kwijt. Margje: Ooh. Rencina: (kijkt nog eens naar het broekje) Zit daar opvulling in? Margje: Ma, doe niet zo raar. Zoiets vraag je toch niet? Rencina: Nou, ze hebben toch altijd een zeemleer in zo'n broekje? Niels: Nou, die zal ie dan straks wel nodig hebben. Er zal wel heel wat worden afgefietst. Ha, ha. Grietje: (kijkt hem geërgerd aan) Nee hoor. Toevallig gaan we bezig met het hoofdstuk over de voortplanting bij primaten. Niels: Nou, de primaat heb je al. Nu de voortplanting nog. Margje: (zit stom te lachen, maar snapt er niets van) Karst: (ziet de humor er ook wel van in) Rencina: Oh, haal je nu de lessen niet een beetje doorelkaar? Grietje: Nee hoor, ik weet alles altijd precies op elkaar af te stemmen. Rencina: Nee, Je hoeft niet op elkaar te stemmen? Ik zei "haal je het niet allemaal een beetje doorelkaar". Grietje: (zuchtend) Dat leg ik later wel uit oma. Niels: Zeg Grietje, jullie kunnen toch niet met z'n drieën op 1 fiets? Of speel jij ook voor fiets. Grietje: (kijkt hem heel gemeen aan) Oh, wat ben jij toch een walg (en gaat naar boven. Hans neemt z'n fiets mee) Leo: Wat doet die Grietje toch allemaal? Karst: Volgens mij wil je dat niet weten. Leo: Nou, volgens mij wil ik dat wel weten. Nu loopt ze weer met de een of andere eh...rollade naar boven. Margje: Oh, dan wil ik straks ook wel een stukje. Leo: Nee, ik bedoel die vent in dat strakke pakje. Rencina: Nou, ik hou wel van wat houvast. Margje: Ma, zoveel houvast heeft een rollade nou ook weer niet hoor. Niels: (zit gigantisch te genieten) Ha, ha, wat is dit toch allemaal leuk. Jullie gaan toch nog niet weg hè?

12

Rencina: Nou, ik wel, ik ga even naar de bakker om mijn haar te laten doen voor het grote gebeuren. Margje: Welk grote gebeuren ma? Rencina: (ondertussen haar jas aantrekkend) Nou, het gebeuren rond de grote verdwijntruc. Margje: (schrikt) Eh....kom ma, ik laat ma wel even uit. (duwt haar moeder de kamer uit) Niels: (zit gigantisch te genieten) Dit is te gek. Dit is echt leuk allemaal. Leo: (ziet geërgerd naar Niels) Nou, dat is allemaal helemaal niet leuk. Jij moet je fatsoen eens houden. Heb je niets beters te doen dan je alleen maar zitten te vermaken om je lijdende vader en z'n domme familie? Karst: Ach Leo, laat die jonge. Leo: Nee, (ziet dat Niels een joint op steekt) (vliegt sjagarijnig naar hem toe en trekt die joint uit z'n mond weg) En hou nou eens op met dat vieze gerook. Die shag stinkt. Koop eens gewone shag. (en drukt die joint heel overdreven uit in de asbak) Niels: (woest) Wat doe je nou man. Weet je wel wat die zogenaamde shag kost? Leo: Interesseert me niet. Die rommel stinkt en bovendien rook je veel te veel. Niels en Leo: (zijn flink aan het bekvechten) Karst: (staat er tussen in, want ze vliegen elkaar haast in de haren) Jongens hou nou op. Niels: (houd zich opeens rustig) Leo: Hier is het laatste woord nog niet over gesproken. Margje: (komt binnen) Niels: (kwaad) Nee hè. Pas maar op dat dit niet je laatste woorden zijn (pakt z'n jas en loopt de deur uit). Leo: (beseft en schrikt van die woorden en trekt een heel angstig gezicht) Margje: Wat is er nu weer? Karst: Ach een ruzietje tussen vader en zoon. Margje: Ach die Niels, hij lijkt zoveel op z'n vader (en loopt achter Niels aan). Leo: (zal gaan zitten en ziet die kerel weer door het raam staan gluren) Aaaaaah!!! (de kerel verdwijnt snel) Karst: (schrikt van Leo) Wat is er aan Leo? Waarom schreeuw je zo? En wat kijk je raar. Leo: Eh....nee, nee niets.......Eh....(kijkt nog even angstig uit het raam en gaat dan zitten) Ik, ik ben toch altijd goed voor mijn gezin geweest? Karst: Hoe bedoel je? (schenkt ondertussen iets in) Gaat het op het ogenblik niet zo goed? Leo: Nee.....jawel.....Nou nee, er broeit iets. Karst: Er broeit iets? Wat broeit er dan? Titia: (komt afstandig binnen) Zeg Karst, kom je nu nog eten of niet? Karst: Ja schat ik kom er aan. Titia: (tegen Leo) Wat zit jij nou weer dom te kijken. Leo: Hoezo? Ik zit helemaal niet dom te kijken. Titia: Nee, zo kijk je immers altijd. Karst: Titia, hou nou even op. Titia: Nee, Er is altijd wel wat met hem. Ik snap niet dat Margje het bij jou uit kan houden. Leo: (staat op) Nou, Volgens mij kan Karst ook wel wat beters krijgen. Karst: Ik ben best wel blij met mijn vrouw.

13

Leo: (tegen Karst) Jij hebt nog nooit eens echte vrouw gehad. Titia: Wat!!!!! Iedereen zal zo'n vrouw hebben als ik. Ik weet tenminste wat een man nodig heeft. Leo: Ja, alles behalve een circusattractie. Titia: Waaaaaaat!!!!!!!!!!! (geeft Leo een fikse klap om het hoofd) Kom Karst. Jij hoort hier niet. En jij buurman. Jij krijgt hier spijt van. Jij krijgt hier heel veel spijt van.(en sleept Karst mee naar huis) Karst: (haalt spijtig de schouders op richting Leo) Leo: Ik vermoord dat mens nog eens. (en ploft uitgeput languit op de bank neer) Grietje: (komt de kamer binnen met Hans en Maarten en kijkt om zich heen) Hé, waar is iedereen? Nou ja, zullen we dan volgende week weer afspreken? We moeten toch eens opschieten. De tijd dringt en we weten nog niet zo goed hoe we die vader van mij moeten zien te slijten. Maarten: Ik heb wel een idee, maar daar bel ik je dan nog wel over. Je vader zal er niets van merken. Grietje: Okay, nou dan hoor ik dat nog wel. (laat Hans en Maarten uit) Doei. en eh...... mondje dicht hè. (dan gaat ze weer naar boven) Leo: (heeft alles gehoord en schiet omhoog) Ze gaan me vermoorden. Die buurvrouw heeft een hekel aan mij. Mijn zoon zegt dat ik mijn laatste woorden heb gezegd. Mijn vrouw, mijn dochter, die vreemde mannen allemaal en die kerel (wijst naar het raam).....Oh mijn god, waar heb ik dit aan verdient? (hij raakt wat in paniek) (de telefoon gaat) (hij schrikt en neemt twijfelachtig de telefoon op) Met Leo de Waal. (meteen wordt de hoorn er op geklapt) Hallo, hallo. (kijkt heel angstig en legt de hoorn neer) Zie je wel. Zie je wel. Ik....ik moet iets bedenken. (klokt ondertussen twee glazen wijn naar binnen) Zij willen mij van de wereld af helpen hè. (raakt weer helemaal overstuur) Maar dat zal ze niet lukken. Als er dooien moeten vallen, dan zullen zij de eerste zijn. Om te beginnen met die walg van een buurvrouw. Oh, wat haat ik dat mens. Ik verspreidt dat mens door haar hele huis. De walg. Oooh, wat een akelig schepsel. De duivel zelve. Zij gaat er als eerste aan... En dan die schoonmoeder van me (zet de fles wijn aan z'n keel) die maak ik heel langzaam af. En dan vraagt ze natuurlijk nog "wat doe je". Maar dat zal haar niet lukken, want ik haal die tong er uit met een tang. Oh ja, met een puntige tang. (Tijdens dat hij de vreselijkste dingen zegt, gaat langzaam het doek dicht)

=========== DOEK===========

14

Related Documents

Als
November 2019 63
Als
November 2019 64
Als
November 2019 59