BASISSCHOOL …………………………………………….. FUNCTIEBESCHRIJVING AMBT ZORGCOÖRDINATOR Opgemaakt op …………………………………
Naam:
....................................................................................................................................................................
Stamboeknummer: ......................................................................................................................................................... Opdrachtbreuk:
........ /24
Vast benoemd:
Ja / Neen Eerste indiensttreding
Eerste indiensttreding binnen het schoolbestuur
Eerste indiensttreding binnen de scholengemeenschap
Eerste TADDaanstelling
Datum Andere opdrachten waarvoor aparte functiebeschrijvingen bestaan: ......................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................... NAAM EERSTE EVALUATOR: ………………………………………………………………………………………………………………………….
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
1
HET PEDAGOGISCH PROJECT EN DE OPDRACHTEN VAN DE LEERKRACHTEN Van de leerkracht wordt verwacht dat hij bijdraagt aan de realisatie van het opvoedingsproject van de school. Dat wil onder andere zeggen dat hij zich loyaal opstelt ten aanzien van de levenbeschouwelijke grondslag van onze school, en in het algemeen ten aanzien van de grondslagen van de katholieke (basis)school. Het opvoedingsproject van onze school staat omschreven in het schoolwerkplan. Wat de katholieke school in het algemeen betreft, staan de opdrachten geformuleerd in Opdrachtverklaring van het katholiek onderwijs in Vlaanderen (VSKO,1994) en in Opvoedingsconcept voor de katholieke basisschool in Vlaanderen (2000). Van de leerkracht wordt ook verwacht dat hij de bepalingen respecteert die met betrekking tot de uitvoering van zijn opdracht geformuleerd staan in het Algemeen reglement van het personeel van het katholiek onderwijs (Centraal Paritair Comité van het Katholiek Onderwijs) en in het arbeidsreglement van de school. (zie www.vlewe.be)
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
2
Opdrachten 2.1
Mijn Afspraken taak Meewerken aan de kwaliteitszorg en de algemene schoolorganisatie
2.1.1 Het zorgbeleid van de school mee ontwikkelen Op het niveau van de school 2.1.1.1 samen met de collega’s van het schoolteam en conform de regelgeving, een zorgbeleid uitbouwt waarin alle zorginitiatieven van de school verwerkt zitten (GOK-plan, kleuterparticipatie, zorg voor zieke kinderen, …) en dat onderdeel is van het schoolwerkplan. 2.1.1.2 ervoor zorgt dat de fundamentele uitgangspunten van het zorgbeleid van de school als een rode lijn doorheen alle deelplannen lopen. 2.1.1.3 de regelgeving die met zorgbeleid te maken heeft opvolgt en erover waakt dat de regelgeving correct toegepast wordt (zorg, GOK, GOK +, Zorg+,…). 2.1.1.4 vernieuwingsprojecten die met ‘zorg’ te maken hebben, initieert, coördineert en mee implementeert volgens een traject dat in het schoolwerkplan is omschreven. 2.1.1.5 vragen van buiten de school om bepaalde initiatieven rond zorg te nemen beoordeelt. Hij doet dit in overleg met het schoolteam en met het schooleigen pedagogisch project als referentiekader. 2.1.1.6 de zorgbrede praktijk van de klasleerkrachten in kaart brengt. 2.1.1.7 de samenwerkingsmodaliteiten met het CLB, het BuO, het revalidatiecentrum,… voorbereidt. Op het niveau van de leerkrachten 2.1.1.8 alle leerkrachten betrekt bij het uitbouwen van het zorgbeleid en aansluit bij de noden en de vaststellingen van de leerkrachten van de school. 2.1.1.9 in zijn interventies met leerkrachten steeds de link legt met de fundamentele uitgangspunten van het zorgbeleid van de school. functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
3
Op het niveau van de ouders en de kinderen 2.1.1.10 ervoor zorgt dat het concrete zorgbeleid van de school voorgesteld wordt aan de ouders . 2.1.1.11 in zijn gesprekken met ouders duidelijk maakt waar-om bepaalde maatregelen al dan niet kunnen genomen worden. Hij legt daarbij steeds de link met de uitgangspunten van het zorgbeleid van de school. Van de zorgcoördinator wordt verwacht dat hij onder andere: 2.1.1.12 werkt aan zijn eigen professionalisering via netwerk-vorming met collega’s uit andere scholen en mensen uit de welzijnssector, CLB, pedagogische begeleiding, … 2.1.1.13 ieder jaar een plan voorlegt van de nascholing die hij zal volgen. 2.1.1.14 op basis van een beginanalyse, een week-, maand- en/of jaarplanning opstelt voor zijn werking. 2.1.1.15 zijn activiteiten voorbereidt en registreert in een agenda.
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
4
2.1.2 Het zorgbeleid opvolgen en evalueren Op het niveau van de school kan dit betekenen dat de zorgcoördinator onder andere: 2.1.2.1 waakt over het realiseren van de afspraken zoals die vastgelegd zijn in ondermeer de concrete werkplannen zorg en GOK. 2.1.2.2 interventies rond zorg opvolgt en meewerkt aan de evaluatie ervan. 2.1.2.3 de zelfevaluatie van het zorgbeleid van de school organiseert en coördineert. Hij levert daartoe instrumenten en strategieën, analyseert relevante gegevens over resultaten van leerlingen en over de eigen werking van het team, interpreteert deze gegevens en trekt er, in overleg met het hele team, conclusies uit die leiden tot een verbetering van de werking omtrent zorg. 2.1.2.4 actief meewerkt aan initiatieven waarmee de school haar werking rond zorg naar externen verantwoordt. Dat betreft zowel de horizontale verantwoording (naar de ouders) als de verticale verantwoording (naar de subsidiërende overheid en de onderwijsinspectie).
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
5
2.1.3 Overleg organiseren Op het niveau van de school kan dit betekenen dat de zorgcoördinator onder andere: 2.1.3.1 ervoor zorgt dat er systematisch overleg rond zorg plaatsvindt (inroosteren, organiseren, voorbereiden, agenda opstellen, …). 2.1.3.2 de samenwerking met de ouders organiseert en ondersteunt (ouderavonden en oudercontacten rond zorg). 2.1.3.3 ervoor zorgt dat er van overlegmomenten verslaggeving is en dat deze opgevolgd en bijgehouden wordt. 2.1.3.4 de multidisciplinaire (MDO’s) organiseert.
overlegvergaderingen
2.1.3.5 de kernteambijeenkomsten zorg, het zorgoverleg, … organiseert en modereert. 2.1.3.6 bewaakt dat ‘zorg’ op de agenda van de personeels-vergaderingen komt. 2.1.3.7 bewaakt dat ‘zorg’ op de agenda komt van alle overlegorganen in de school .
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
6
Op het niveau van de leerkrachten 2.1.3.8 het collegiaal overleg, het overleg tussen klasleerkracht en het zorgteam, het overleg tussen klasleerkrachten en CLB, …, organiseert en onder-steunt. 2.1.3.9 het overleg tussen klasleerkracht en de ouders en het overleg tussen klasleerkracht en CLB mogelijk maakt (bv. door de klasleerkracht kindvrij te maken). 2.1.3.10 het MDO mee voorbereidt, het MDO modereert en de opvolging van de afspraken die gemaakt zijn in het MDO begeleidt. 2.1.3.11 klasleerkracht ondersteunt in het opnemen van hun rol als spilfiguur van het MDO. Op het niveau van de kinderen en hun ouders 2.1.3.12 aanwezig is bij het gesprek tussen ouders en klasleerkracht en dat gesprek mee ondersteunt. 2.1.3.13 in overleg met de klasleerkracht een huisbezoek doet, als dat voor een kwaliteitsvolle ondersteuning van een leerling essentieel is (o.a. als de invloed van de sociaal-culturele en gezinscontext op de ontwikkeling van een kind een ingrijpende invloed blijkt te hebben). 2.1.3.14 samen met de klastitularis vooraf geplande, individuele oudercontacten organiseert voor de ouders van kinderen met zorgnoden. 2.1.3.15 steeds beschikbaar is voor ouders als hun kind acute zorgvragen heeft (o.a. zorgvragen van emotionele en relationele aard of met betrekking tot de gezondheid van het kind). functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
7
2.1.4 Netwerk uitbouwen, samenwerken met externe partners, samenwerken met BuO Op het niveau van de school 2.1.4.1 samenwerkt met collega’s en pedagogisch begeleiders aan pedagogisch-didactische maatregelen om het zorgbeleid van de school te realiseren. 2.1.4.2 actief meewerkt aan initiatieven die de school opzet voor kansarme leerlingen (schoolopbouwwerk, huiswerkbegeleiding, animatieprojecten,…). 2.1.4.3 participeert aan samenwerkingsinitiatieven met scholen uit de scholengemeenschap. 2.1.4.4 participeert aan overleg met de zorgcoördinatoren uit de scholen van de scholengemeenschap. 2.1.4.5 participeert aan samenwerkingsinitiatieven met scholen voor buitengewoon onderwijs. 2.1.4.6 een netwerk uitbouwt van personen, diensten en scholen waar de school mee kan samenwerken voor het realiseren van haar zorgbeleid. 2.1.4.7 contacten onderhoudt met en een brugfunctie vervult naar o.a. het CLB, BuO (o.a. GON) of externe ondersteunende diensten. 2.1.4.8 meewerkt aan initiatieven die gericht zijn op een goede afstemming tussen kleuteronderwijs/lager onderwijs/secundair onderwijs.
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
8
2.2
Werken aan een schooleigen christelijke identiteit
Op het niveau van de school 2.2.1 op zijn manier een bijdrage levert aan de pastorale zorg bij vreugde en verdriet in het leven van kinderen van de school en van leden van de schoolgemeenschap. 2.2.2 deel neemt aan momenten van reflectie over de identiteit van de school, in het bijzonder over de inspiratie en de levensbeschouwelijke verankering van het schooleigen opvoedingsproject in het zorgbeleid van de school. 2.2.3 participeert aan initiatieven die de school neemt om zich naar buiten toe als katholieke basisschool te profileren. 2.2.4 deelneemt aan vieringen, bezinningsmomenten en acties van christelijke of sociaalmaatschappelijke aard die door de school (eventueel in het ruimere verband van de scholengemeenschap) worden opgezet. Op het niveau van de kinderen en hun ouders 2.2.5
actief deel neemt aan de pastorale zorg bij vreugde en pijn in het leven van kinderen.
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
9
2.3 Zorgen voor een stimulerend opvoedingsklimaat en voor een krachtige onderwijsleeromgeving Op het niveau van de school 2.3.1
pedagogisch-didactische knelpunten bespreekbaar stelt en samen met de collega’s zoekt naar een gelijkgerichte aanpak binnen de school.
2.3.2
ervoor zorgt dat er op school overlegd wordt over een didactiek die leer- en ontwikkelingsnoden voorkomt en helpt oplossen.
2.3.3
ervoor zorgt dat er met alle betrokkenen werkafspraken gemaakt worden die de efficiëntie van het onderwijsleerproces van kinderen met zorgnoden bevorderen.
2.3.4
ervoor zorgt dat de schoolinrichting voor alle leerlingen en in het bijzonder voor kinderen met zorgnoden, een aangename, gestructureerde en veilige leer- en leefomgeving biedt.
2.3.5
ervoor zorgt dat er op school afspraken gemaakt worden over het gebruik van onderwijsmedia die het onderwijsleerproces van kinderen met zorgnoden ondersteunen.
2.3.6
ervoor zorgt dat er in de klaslokalen informatie-bronnen aanwezig zijn die voor leerlingen met zorgnoden goed toegankelijk zijn.
2.3.7
methodes en materialen evalueert op hun bruik-baarheid voor een zorgbrede werking: aanpak, werking, effecten en leerlijnen.
2.3.8
een documentatiecentrum/gespecialiseerde bibliotheek/orthotheek beheert en ontsluit.
2.3.9
meewerkt aan een schoolklimaat waarin aandacht is voor een consequent gedragsmanagement (gedrag kunnen sturen, een omgeving aanbieden met structuur, regels afspreken en consequent toepassen, …).
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
10
Op het niveau van de leerkrachten 2.3.10 aanspreekpunt is voor de leerkrachten die een zorgbreed onderwijsaanbod willen realiseren. 2.3.11 de klastitularissen ondersteunt in het formuleren van hun hulpvragen. 2.3.12 de klasleerkrachten ondersteunt in het kiezen van didactische werkvormen die aansluiten bij het specifieke van de te realiseren leerdoelen (leerprocessen) en bij de kenmerken van de leerlingen (capaciteiten, belangstelling,….). 2.3.13 de klasleerkrachten hulpmiddelen aanreikt voor detectie en probleemanalyse. 2.3.14 de klasleerkrachten coacht in het zoeken naar een onderwijsaanpak die kinderen met zorgnoden ondersteunt in hun leren. 2.3.15 de klasleerkrachten coacht bij het gedifferentieerd werken (hoe differentiëren, met welke taken, materialen en media). 2.3.16 de klasleerkrachten collega’s materialen bezorgt voor gedifferentieerd werken of aangeeft waar ze gepaste materialen kunnen vinden. 2.3.17 de klasleerkrachten ondersteunt in het werken vanuit de principes van goed onderwijs (interactief, gericht op reflectie op het leren,…) ook als ze werken met kinderen met zorgnoden. 2.3.18 de klasleerkrachten ondersteunt in het omgaan met gedragsproblemen en in het consequent toepassen van gedragsregels.
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
11
Op het niveau van bepaalde kinderen en hun ouders 2.3.19 zijn didactische aanpak en de leermiddelen die hij inzet zodanig varieert dat hij tegemoet komt aan de verschillende wijzen waarop de leerlingen leren of aan de verschillen in hun leervermogen. 2.3.20 participeert aan de observatie van 2.3.21 kinderen met gedragsproblemen mee 2.3.22 met individuele kinderen of met groepjes kinderen aan binnenklasdifferentiatie en aan buitenklasdifferentiatie doet. 2.3.23 delen van individuele handelingsplannen van kinderen uitvoert. 2.3.24 zorgt voor de individuele remediëring van kinderen met hardnekkige problemen. 2.3.25 de basisvaardigheden traint met kinderen die daar nood aan hebben. 2.3.26 voorinstructie geeft of extra uitleg geeft aan kinderen die daar nood aan hebben.
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
12
2.4
Mee het onderwijsaanbod realiseren
Op het niveau van de school 2.4.1 2.4.2
gangmaker is voor het uitwerken van gedifferentieerde leertrajecten. de mogelijkheid onderzoekt om aan curriculumdifferentiatie te doen voor (groepen van) leerlingen en voor verschillende leergebieden.
2.4.3
ervoor zorgt dat er op schoolniveau duidelijke afspraken gemaakt worden over de wijze waarop in de leerplandoelen zal gedifferentieerd worden.
2.4.4
ervoor zorgt dat er op het niveau van de school duidelijke afspraken zijn omtrent de wijze waarop aan remediëring zal gedaan worden.
2.4.5
ervoor zorgt dat er op schoolniveau duidelijke afspraken gemaakt worden over de wijze waarop gecompenseerd en gedispenseerd zal worden.
2.4.6
ervoor zorgt dat er binnen de school duidelijke afspraken zijn omtrent het opstellen van handelingsplannen voor kinderen met specifieke zorgnoden.
Op het niveau van de leerkrachten 2.4.7
de klasleerkrachten ondersteunt in het omgaan met leerlijnen als basis voor gedifferentieerde leertrajecten.
2.4.8
de klasleerkrachten ondersteunt bij het gedifferentieerd werken aan leerdoelen.
2.4.9
de klasleerkrachten ondersteunt in het werken met gedifferentieerde leertrajecten.
2.4.10 de klastitularissen ondersteunt bij het uitwerken van gepaste remediëring. 2.4.11 de klasleerkrachten ondersteunt bij het vastleggen van compenserende en dispenserende maatregelen. 2.4.12 individuele handelingsplannen en groepshandelings-plannen mee uitwerkt.
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
13
Op het niveau van de kinderen 2.4.13 werkt met een gedifferentieerd doelenpakket dat aangepast is aan de zorgnoden van de leerling of het groepje leerlingen waar hij mee werkt.
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
14
2.5 Leerlingen evalueren ondersteunen
om
ze
in
hun
leren
en
ontwikkeling
te
Op het niveau van de school kan dit betekenen dat de zorgcoördinator onder andere: 2.5.1 meewerkt aan het ontwikkelen van een evaluatiebeleid dat gericht is op het ondersteunen van kinderen in alle aspecten van hun ontwikkeling. 2.5.2
het teamoverleg over de doelstellingen van de leerlingenevaluatie, over de wijze waarop leerlingen met zorgnoden zullen geëvalueerd worden en over de wijze waarop conclusies zullen getrokken worden uit de leerlingenevaluatie meer organiseert.
2.5.3
de conclusies uit de leerlingenevaluatie hanteert als basis voor het bijsturen van het zorgbeleid van de school.
2.5.4
meewerkt aan een rapporteringsbeleid dat recht doet aan leerlingen met zorgnoden.
2.5.5
de resultaten van schooloverstijgende peilproeven waar de school aan deelnam interpreteert in voorbereiding op overleg in teamverband.
Op het niveau van de leerkrachten 2.5.6
de klasleerkrachten ondersteunt in het hanteren van instrumenten en procedures (harde en zachte evaluatie) om de leeruitkomsten van de leerlingen die aansluiten bij de aard van de nagestreefde leerdoelen te registreren.
2.5.7
de klasleerkrachten ondersteunt bij het beoordelen van de prestaties van leerlingen en bij het trekken van conclusies voor de verdere werking.
2.5.8
de klasleerkrachten ondersteunt bij het terugkoppelen van vaststellingen en beoordelingen naar leerlingen met zorgnoden.
2.5.9
de collega’s ondersteunt bij het rapporteren over resultaten van leerlingen met zorgnoden.
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
15
Op het niveau van de kinderen en hun ouder: 2.5.10 de leervorderingen van de kinderen waarmee hij werkt evalueert en hun resultaten registreert. 2.5.11 samen met de klasleerkracht de prestaties van de leerlingen beoordeelt, dit door ze tegen de beoogde doelen en het al bereikte niveau van de leerling af te wegen. 2.5.12 differentieert bij het evalueren, in de zin dat hij bij de evaluatie teruggaat naar de voor de individuele leerling vooropgestelde doelen, dat hij de beoordeling op de vorderingen afstemt en dat zijn verdere ondersteuning bij de individuele evaluatiegegevens aansluit. 2.5.13 de vaststellingen en beoordelingen (n.a.v. taken en observaties) snel naar de leerlingen terugkoppelt, met het oog op bevestiging van positieve ontwikkelingen, om hen tot reflectie op fouten aan te zetten en om het onderwijsleerproces bij te sturen . 2.5.14 rapporteert over resultaten van de leerlingen naar al diegenen die er belang bij hebben (de klasleerkracht, de ouders, de leerlingen, de leden van het team, ….) en op zo’n wijze dat een verdere werking kan aansluiten.
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
16
Opdrachten 3
Mijn taak
Afspraken
Competenties en attitudes
Van de zorgcoördinator wordt verwacht dat hij ondermeer: 3.1 aandacht heeft voor en kan toewerken naar gemeenschappelijke besluitvorming. 3.2
de klasleerkracht als de spilfiguur van het zorgbeleid op klasniveau erkent.
3.3
de directeur in zijn functie als verantwoordelijke voor het beleid van de school respecteert en hem ondersteunt in het ontwikkelen en het uitvoeren van het zorgbeleid.
3.4
kan samenwerken met iedereen die bij de schoolloopbaan van de leerlingen betrokken is en daarbij de eigen verantwoordelijkheid van elkeen respecteert.
3.5
loyaal samenwerkt met collega’s.
3.6
in een geest van solidariteit en verbondenheid met anderen samenwerkt.
3.7
de administratieve en pedagogische richtlijnen respecteert, zoals die door het schoolbestuur in het Algemeen Reglement en het arbeidsreglement vermeld staan.
3.8
gericht is op een zorgbeleid dat leer- en ontwikkelingsproblemen van kinderen voorkomt.
3.9
iedere leerling als een persoon, met een eigen achtergrond en met eigen mogelijkheden en beperkingen op cognitief, dynamisch-affectief en motorisch gebied respecteert en waardeert.
3.10
het mens- en wereldbeeld van elk van zijn collega’s respecteert.
3.11
bereid is om voor leerlingen met specifieke behoeften, extra inspanningen te doen.
3.12
bereid is om over eigen beroepservaring en ervaringen die hij opdeed bij vormingsinitiatieven, te communiceren met collega’s.
3.13
bereid is om collega’s te ondersteunen in hun professionele ontwikkeling.
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
17
3.14
gericht is op kritische reflectie op zijn professioneel handelen en ingesteldheid, in het bijzonder op de relatie tussen zijn handelen en de feitelijk nagestreefde doelen bij de kinderen en bij de collega’s.
3.15
bereid is om op basis van de effecten van zijn pedagogisch-didactisch en zijn agogisch handelen zijn visie en aanpak bij te sturen, of om nieuwe wegen uit te proberen.
3.16
erop gericht is om van anderen, van zijn collega's of van professionele ondersteuners, te leren.
3.17
zijn pedagogisch-didactisch en zijn agogisch handelen kan motiveren vanuit een theoretisch kader of vanuit een visie op onderwijs en opvoeding en een visie op leren van volwassenen.
3.18
zich kan en wil verdiepen in bronnen die zijn visie op onderwijs en opvoeding en het ondersteunen van volwassenen helpen ontwikkelen.
3.19
zijn positieve waardering uitspreekt over het goede dat collega’s, kinderen en ouders doen.
3.20
over de leerlingen en hun toekomst spreekt met een positieve ingesteldheid en met optimisme, ook al loopt hun ontwikkeling moeizaam.
3.21
in de omgang met collega’s, de schoolleiding en ander personeel van de school getuigt van respect, vertrouwen, zorg en waardering voor ieders werk.
3.22
bereid is om voor de communicatie met ouders van zorgenkinderen extra inspanningen te doen.
3.23
door de wijze waarop hij met de leerlingen en hun ouders omgaat, het vertrouwen van de leerlingen weet te winnen en ze een gevoel van veiligheid kan geven.
3.24
luistert naar wat de leerlingen naar voren brengen en hun inbreng waardeert.
3.25
authentiek (echt) is in zijn pedagogische relatie met kinderen, o.a. als hij zijn bewondering, misprijzen of ongenoegen uitdrukt. functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
18
3.26
erop gericht is om bij de kinderen een positief zelfbeeld te ontwikkelen.
3.27
zijn praktijk in overeenstemming tracht te brengen met de pedagogisch-didactische uitgangspunten die het eigen opvoedingsproject en de leerplannen kenmerken.
3.28
de leerplandoelen en leerlijnen op een gedifferentieerde wijze kan hanteren.
3.29
de ontwikkelingen op het vlak van gedifferentieerd omgaan met leerplandoelen en met ontwikkelingsdoelen volgt.
3.30
gedifferentieerd kan werken en samenwerken binnen heterogene leerlingengroepen.
3.31
ook binnen het zorgbreed werken gericht is op het evenwichtig werken aan cognitieve , dynamisch-affectieve en motorische vormingsaspecten.
3.32
objectief is bij het beoordelen van de leerlingen.
3.33
zijn oordeel baseert op verschillende vaststellingen, door hemzelf en door anderen.
3.34
op een respectvolle en constructieve wijze over de vorderingen van leerlingen kan communiceren.
3.35
de inspanningen van elke leerling weet te waarderen en zijn oordeel niet baseert op de vergelijking met anderen.
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
19
Opdrachten
Mijn taak
Afspraken
SPECIFIEKE OPDRACHTEN VOOR
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
20
PERSOONLIJKE WERKPUNTEN
Datum
Datum
Handtekening eerste evaluator,
Voor kennisname, Handtekening personeelslid,
functiebeschrijving ambt zorgcoördinator – www.vlewe.be
.
21