Fondsen of Trackers? Een Kostenanalyse BelCa
Verschillende Amerikaanse onderzoekers kwamen tot het besluit dat het merendeel van de collectieve beleggingsfondsen over een lange periode niet beter presteren dan de relevante beursindexen1: De aandelenmarkten zijn veel efficiënter dan vele kleine beleggers wel denken. Studies tonen aan dat de meest actief beheerde fondsen slechter presteren dan de aandelenindexen. Toch blijven velen hun geld pompen in deze fondsen omdat ze geloven dat de fondsbeheerders hun geld wel waard moeten zijn. Een beleggingsfonds houdt immers per definitie meerdere aandelen in portefeuille om het risico te spreiden. Hoe meer verschillende aandelen je aanhoud, hoe groter de kans dat hun gemiddelde prestatie verkleint – juist omdat je door die spreiding de risico’s mijdt. Een tweede reden is dat hoe meer aandelen er in je portefeuille zijn, hoe groter de kans is dat er aandelen bij zullen zijn die eveneens in de indexen opgenomen zijn (want het aantal verschillende aandelen is beperkt en je vist in de zelfde vijver). De aanbeveling aan de voorzichtige belegger, die individuele aandelen schuwt, is dan ook van regelmatig eenzelfde bedrag te investeren in een fonds dat geïnspireerd is op een brede beursindex2. Zulke fondsen bestaan onder de algemene verzamelnaam: IndexExchange Traded Funds (ETFs) soms ook Index Trackers of kortweg Trackers3 genaamd. De regelmatige belegging (bv. eens per jaar, maand, …) zorgt ervoor dat men bij lage indexwaarden meer deelbewijzen dan gemiddeld in portefeuille krijgt. Daar de beurs over een lange periode een stijgende trend vertoont zullen uiteindelijk ook de aandelen die men tegen topkoersen gekocht heeft stijgen. Maar de aandelen die men vroeger aan een bodemkoers gekocht heeft zullen natuurlijk nog veel sterker stijgen. Daardoor verbetert het gemiddeld rendement op een spectaculaire wijze. In uitzonderlijke gevallen kunnen fondsen beter presteren dan het marktgemiddelde, maar niet elke fondsbeheerder heet Buffett of Lynch. In deze studie gaan we er van uit dat fondsen en trackers dezelfde opbrengsten genereren. Dit is statistisch gezien erg genereus in het voordeel van de meeste fondsen. Er is er echter nog de vraag: blijft dat in de praktijk, na aftrek van alle kosten ook nog zo? In deze studie wordt op zoek gegaan naar objectief materiaal om de kosten van twee beleggingsproducten – trackers en fondsen - met elkaar te vergelijken. Liefst in termen van netto opbrengst. In deze zoektocht wordt men onmiddellijk overweldigd door de overvloed aan parameters waarmee men rekening moet houden. De creativiteit in de kostenstructuren is nergens anders overtroffen: instap- en uitstapkosten, vaste dossierkosten, bewaarlonen, kosten om dividenden te innen, .. noem maar op. Meestal dan nog met de onvermijdelijke 1
Zie vooral A Random Walk down Wallstreet van Burton Malkiel, W.W. Norton & Cy 2003, blz.186 – 192. De geciteerde tekst komt uit Fortune’s Formula van William Poundstone, Hill & Wang 2005, blz. 123. Het laatste boek handelt wel hoofdzakelijk over de uitzonderlijke fondsmanager Ed Thorp wiens Princeton-Newport Partners fonds zelfs beter presteerde dan het hedendaagse Berkshire Hathaway van Warren Buffett! 2
Zie onder meer The Future for Investors van Jeremy Siegel, Crown Business 2005, blz. 237 – 240
3
Algemene informatie omtrent Trackers kan gevonden worden op : http://www.euronext.com/editorial/wide/0,5371,1700631_1200077,00.html
Juli 2006
Bladzijde 1 van 11
Fondsen of Trackers? Een kostenanalyse
voorheffingen,taksen en BTW. Uitzonderlijk valt er ook een korting te versieren, bijvoorbeeld omdat men de aankoop via het Internet verricht4. Vooropgestelde Prestaties5 Jaarlijkse groei van de gevolgde Index Bruto dividendenrendement
6,00% 2,25%
Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de prestaties van de gekozen producten, waardoor de studie eigenlijk neerkomst op een vergelijking van de kosten die de verschillende banken aanrekenen. Toch ben ik op zoek gegaan naar enigszins vergelijkbare fondsen die een onderliggende index als referentiepunt hebben of die benaderen. Die keuze van een index is niet voor de hand liggend. Op de Brusselse beurs wordt de Bel-20 gevolgd, maar ik vrees dat die niet representatief is voor een gespreide portefeuille, wegens het grote overwicht van de financiële waarden. Euronext biedt de uitkomst via een ruimere DJ EURO STOXX 50 Index. Er zijn trackers die hierop gesteund zijn en bij elke onderzochte bank heb ik een fonds gevonden die min of meer bij deze index aanleunt. De volgende producten zijn weerhouden: BANK DEXIA FORTIS ING
Naam van het Fonds
ISIN
Equities L Euro 50 L Fund: Equities Best Selection Euro (L) Invest European Equity
LU0012091160 LU0090547315 LU0082087601
Daarnaast zijn de volgende trackers geselecteerd (beiden verkrijgbaar op Euronext Parijs) ETF iShares Lyxor
Naam DJ EURO STOXX 50 DJ EURO STOXX 50
ISIN IE0008471009 FR0007054358
Deze trackers kunnen dividenden uitkeren, vandaar dat ook gekozen is voor uitkeringsfondsen. De fondsen worden aangekocht6 en in een effectendossier bewaard bij de bank die ze uitgeeft. De trackers worden aangekocht bij elk van diezelfde banken en aldaar in een
4
Tarieven van de banken die in deze studie aan bod komen zijn te vinden op volgende Websites: http://www.binck.com/be/welkom/product/binckactive/tarieven.asp http://www.dexia.be/Nl/Particulier/ProductsAndTariffs http://www.fortisbank.be/beleggen/asp/KostenTaksen.asp?Type=Beleggen http://www.ing.be/private/showdoc.jsp?docid=032655_NL&menopt=pro|sav|tar http://www.keytrade.be/tariff.html?level=tariff 5
Op 1 januari 1991 werd de Bel20 gelanceerd met een startwaarde van 1000 euro. Sindsdien steeg de index met pakweg 8,8% per jaar. De returnindex die de Bel20 volgt steeg over dezelfde periode echter met 12,5% per jaar. Dat betekende een surplusrendement met ongeveer 4% voor de beleggers die systematisch hun dividenden herbelegden. (Beleggen op de beurs zonder kater, Frida Deceunynck, De Tijd, 22 juli 2006) Anderzijds vertrekt Ed Easterling in zijn boek Unexpected Returns (Cypress House, 2005, ISBN 1879384620) van een voorzichtiger prognose, gesteund op meer dan 100 jaar ervaring met de Dow Jones. Hij verwacht, bij gelijkblijvende inflatie (1,5%) een totale groei van 6,2% (4% groei en 2,2% dividenden) voor de volgende 5 jaren. Wij kozen voor een gulden middenweg.
Juli 2006
Bladzijde 2 van 11
Fondsen of Trackers? Een kostenanalyse
effectendossier gedeponeerd. Deze laatste producten worden eveneens aangekocht en neergelegd in een dossier bij twee internet banken: KeyTrade en Binck. Voor de simulaties werd verondersteld dat enkel het beschouwde product in het effectendossier aanwezig is – het incasseert dus alle kosten die aan het houden van een dossier verbonden zijn. Dit speelt vooral een rol bij de grootbanken die slechts dossierkosten aanrekenen als er “vreemde” effecten – zoals trackers - in hun dossiers te vinden zijn. Voor de eigen fondsen worden er geen bewaar- of inningskosten aangerekend. Dit betekent ook dat deze kosten relatief zwaar zullen doorwegen op de trackers als we maar kleine bedragen geïnvesteerd hebben. Wat doen we met de dividenden? De bruto dividenden worden berekend op het bedrag dat bij het begin van het jaar beschikbaar was. Deze worden dan verminderd met de roerende voorheffingen (buiten- en binnenland), belastingen (BTW) en kosten verbonden aan het innen van deze dividenden7. Zo bekomen we het netto dividend.
Fiscaliteit op dividenden van Trackers. Dit is het meest heikele punt van deze studie. Euronext beweert: Voor de fiscus worden trackers gelijk gesteld met beleggingsfondsen. Raadpleeg het prospectus of uw financieel adviseur voor de details. Bij de banken kon men niet met zekerheid zeggen of het product als een aandeel of als een fonds zou behandeld worden. Over het algemeen dacht men deze producten als aandelen te beschouwen met een zwaardere roerende voorheffing tot gevolg. Alle combinaties van Buiten-/Binnenlandse Roerende Voorheffing kwamen aan bod. Gezien de gekozen trackers alleen maar op een buitenlandse beurs (Euronext Parijs of Amsterdam) aangekocht kunnen worden, werd er gekozen voor een pessimistisch scenario met 25% buitenlandse en 25% binnenlandse Roerende Voorheffing.
Van dit netto bedrag worden dan alle kosten afgetrokken die in de loop van dat jaar gemaakt zijn, zoals dossier-, bewaar- en beheerskosten. Ook de instap- / uitstap premie en de beurstaksen bij aan- of verkoop worden hier verrekend. Dit nieuw netto bedrag (het kan negatief zijn!) wordt dan bijgeteld bij de jaaropbrengst8 van het product. Het bekomen resultaat is wat men netto bezit op het einde van het jaar. Gemakshalve9 wordt dit gelijkgesteld aan de waarde die men dan in het fonds of de tracker heeft en die dan ook de startwaarde is voor de volgende periode.
6
Voor alle duidelijkheid: in werkelijkheid zijn er geen fondsen aangekocht. Het gaat om een pure simulatie met openbaar beschikbare informatie. 7
Bij Fortis wordt expliciet vermeld dat de kosten berekend worden na afhouding van de buitenlandse roerende voorheffing maar voor de afhouding van de binnenlandse. Alhoewel de andere banken dit niet vermelden hebben we deze manier van rekenen overal toegepast. 8
De jaaropbrengst van het product is de vooropgestelde prestatie verminderd met de beheerskosten van het
fonds of de tracker. Bv. 6% groei – 1,50% beheerskosten = 4,50% jaaropbrengst. 9
Eigenlijk zou men hier moeten kijken hoeveel nieuwe deelbewijzen men met dit netto bedrag kan verwerven, waarbij nieuwe instap- of beurskosten moeten aangerekend worden. Dit zou ons echter te ver leiden: Er kunnen meestal geen fracties van deelbewijzen gekocht worden en dus blijft er een (klein) bedrag over. Aan welke voorwaarden moeten we dit bedrag dan beleggen? Alweer een nieuwe parameter!
Juli 2006
Bladzijde 3 van 11
Fondsen of Trackers? Een kostenanalyse
Beheersvergoedingen worden vermeld in publiek toegankelijke documenten (prospectus of het meest recente jaarverslag) die via het Internet beschikbaar zijn op de website van de desbetreffende bank. Product LU0012091160 LU0090547315 LU0082087601 IE0008471009 FR0007054358
Dexia Fortis ING iShares Lyxor
Kosten 1,40%10 1,50%11 1,20%12 0,35%13,14 0,25%
Beheersvergoedingen zijn echter niet de enige kosten die de fondsen in rekening brengen. In de praktijk komen er hier nog allerlei spitsvondigheden bij, zoals: vergoedingen voor de administratie, de transferagent en de depothoudende bank. Soms worden deze kosten expliciet vermeld in de jaarverslagen, soms ook niet. Deze kosten kunnen in de praktijk oplopen tot 0,10% te voegen bij de beheerscommissie. Het was echter moeilijk om deze kosten op een consistente manier te destilleren uit de jaarverslagen en daarom werd er hier geen rekening mee gehouden (behalve voor iShares – zie ook voetnota 14). De simulatie laat een nieuwe al dan niet constante inleg bij het begin van elke periode (jaar). De gedane beleggingen worden verkocht op het einde van het tiende jaar na de eerste inleg. Pas dan worden de uitstapkosten (of nieuwe beurstaksen) aangerekend. Achteraan dit verslag vindt u een (gedeeltelijk) uitgewerkt voorbeeld van de toegepaste methode. Bij de volgende voorbeelden vergelijkt men het bedrag dat men in handen krijgt bij effectieve verkoop tien jaar na de eerste inleg.
10
Volgens het jaarverslag van 30 juni 2005 hebben we 4.515.015€ totale kosten voor een netto inventariswaarde van 291.279.375€ of een kostenpercentage van 1,55% wat duidelijk hoger ligt dan de beheersvergoeding alleen. 11
Volgens het halfjaarverslag van 30 juni 2005 was het totaal van de uitgaven 393.783€ voor een netto vermogen van 72.363.780€ of een kostenpercentage van 0,54%! We stellen echter vast dat gedurende die periode het fonds fors aangegroeid is, waardoor we niet zomaar het kostenpercentage mogen berekenen op het eindsaldo. Veiligheidshalve hebben we dan maar het percentage genomen dat in het prospectus vermeld is. 12
Er werd geen jaarverslag gevonden voor dit fonds, dus hebben we de beheersvergoeding genomen zoals vermeld in het prospectus of de bevekbladwijzer uitgegeven door ING investment management. 13
Er is geen rekening gehouden met een (tijdelijke) promotie waarbij de beheerskosten gereduceerd werden to 0,15% voor een periode van twee jaar, beginnende op 16 februari 2005. 14
Volgens de prospectus is dit de TER: Total Expense Ratio. Dit behelst niet alleen de beheerskosten maar ook alle andere nevenkosten!
Juli 2006
Bladzijde 4 van 11
Fondsen of Trackers? Een kostenanalyse
1. Eenmalige belegging van 1000€ - verkocht op het einde van het tiende jaar
Eenmalige Inleg : 1000 € - Verkoop na 10 Jaar 2.000 € 1.750 € 1.500 € 1.250 € 1.000 € 750 € 500 € 250 € -
€ Fonds Dexia
iShares Fortis
ING
Lyxor Keytrade
Binck
In de bovenstaande grafiek stelt de groep Fonds (links) telkens het eigen fonds voor van de desbetreffende bank. Zo stelt de meest linkse balk het Dexia fonds Equities L Euro 50 voor. Bij de tweede groep stellen de balken de iShares tracker voor, gedeponeerd in de aangeduide bank. De derde groep is dan voor de Lyxor tracker: zo is de meest rechtse balk de Lyxor DJ EURO STOXX 50 aangekocht en neergelegd bij Binck. Volgende prestaties vallen op: 1. Bij de bankfondsen presteert Fortis ongeveer 5,3% beter dan de andere twee dank zij lagere instapkosten en een hogere discount bij aankoop via Internet (zie de meest linkse groep van balken). 2. Trackers neergelegd bij de grootbanken presteren tot 13,5% slechter vergeleken met hun eigen fondsen15. Dit resultaat is hoofdzakelijk te wijten aan de aangerekende dossierkosten die zoals hoger vermeld hier volledig doorgerekend worden op dat ene vreemde effect in hun dossier. 3. Trackers neergelegd bij online banken presteren duidelijk beter dan neergelegd bij de grootbanken en presteren zelfs tot 10,5% beter dan de fondsen eigen aan deze banken. 4. Tussen de trackers onderling is er bijna geen verschil (met een licht voordeel voor Lyxor – maar zie hoger de opmerkingen omtrent de beheerskosten). Hun algemene kostenstructuren zijn dan ook vrij gelijklopend.
15
Bij ING kon iShares niet via Internet aangekocht worden en dus verviel de reductie voor de online aankoop.
Juli 2006
Bladzijde 5 van 11
Fondsen of Trackers? Een kostenanalyse
2. Eenmalige inleg van 2500€ - verkocht op het einde van het tiende jaar
Eenmalige Inleg : 2500 € - Verkoop na 10 Jaar 5.000 €
4.500 €
4.000 €
3.500 €
3.000 €
2.500 € Fonds Dexia
iShares Fortis
ING
Lyxor Keytrade
Binck
Als we het eenmalig ingelegde bedrag verhogen tot 2500 € dan stellen we vast dat bij deze hogere inleg de fondsen eigen aan de grootbanken – Fortis is de uitzondering – minder goed presteren dan de trackers, zelfs als deze laatste bij de banken aangekocht en gedeponeerd worden. Het verschil tussen het minst goede en het beste bedraagt 5,5%. De trackers die aangekocht worden bij de Internet banken en aldaar gedeponeerd worden hebben een uitgesproken beter rendement (tot 13%) dan alle andere combinaties. Opnieuw is er weinig verschil tussen de trackers onderling. Uit deze twee simulaties kunnen we reeds voorzichtig besluiten dat een eenmalig (relatief) klein bedrag beter belegd kan worden in een eigen fonds bij de grootbank dan in een tracker. Zeker als de tracker het enige vreemde effect in het dossier is, want dan veroorzaakt het de vaste dossierkosten. Ergens tussen de twee gekozen bedragen (1000€ en 2500€) bevindt zich een scharnierpunt waarbij de trackers minder kosten met zich mee brengen dan de fondsen. Het exacte bedrag van dit keerpunt is moeilijk te achterhalen gezien de vele kostenparameters en de bijhorende veronderstellingen waarmee men rekening moet houden. Daarentegen zouden we vanaf 2.500€ resoluut voor de tracker gaan. In dit geval is een Internet bank een betere keuze dan een traditionele bank.
Juli 2006
Bladzijde 6 van 11
Fondsen of Trackers? Een kostenanalyse
3. Jaarlijkse inleg van 2.500 € - verkoop op het einde van het tiende jaar.
Jaarlijkse Inleg : 2500 € - Verkoop na 10 Jaar 37.500 €
35.000 €
32.500 €
30.000 € Fonds Dexia
iShares Fortis
ING
Lyxor Keytrade
Binck
In dit voorbeeld volgen we de hoger aanbevolen strategie: we investeren op regelmatige tijdstippen (om het jaar) een vast bedrag (2.500 €). Op het einde van het tiende jaar verkopen we deze effecten. De resultaten die we in het vorige voorbeeld behaalden worden hier nog versterkt: Bankfondsen presteren minder goed dan Trackers! Zelfs tussen de bankenfondsen onderling ontstaat er een verschil, ook hier in het voordeel van Fortis (3,7%). Dit is te wijten aan de lagere instapkosten en de grotere reductie bij online intekening. Het kan zeker geen kwaad om met uw bankier te negotiëren over deze kosten! Trackers presteren nu overal beter dan de bankfondsen, ook als deze trackers bij een grootbank gedeponeerd worden. Trackers bij Internet banken zijn opnieuw duidelijk beter. Het verschil loopt over de tien jaar gemeten op tot ongeveer 3.000 € (8,9%). Ten opzichte van de jaarlijkse inleg van 2.500 € betekent dit verschil ruimschoots “een jaar gratis”!
Fonds iShares Lyxor
Juli 2006
Dexia 33.648€ 35.394€ 35.607€
Fortis 34.901€ 35.356€ 35.569€
ING 34.075€ 35.095€ 35.701€
Keytrade
Binck
36.389 € 36.608 €
36.430€ 36.649€
Bladzijde 7 van 11
Fondsen of Trackers? Een kostenanalyse
4. Analoog aan 3 – maar zonder instapkosten bij de fondsen. Traditionele banken bieden soms, naar hun zeggen, uitzonderlijke en niet te missen promoties aan: namelijk verminderde instapkosten bij de eigen fondsen. Is dit interessant? Een blik op het verloop van de kosten leert ons veel. Hier volgt het kostenplaatje voor een jaarlijkse inleg van 2.500€ in een fonds eigen aan de bank. Deze bank rekent hiervoor 2,50% instapkosten aan, maar geeft hierop een korting van 20% indien de aankoop via het Internet gebeurt. De jaarlijkse beheerskost van het fonds bedraagt 1,50%16. De onderstaande grafiek leert ons dat reeds vanaf het tweede jaar de beheerskosten groter worden dan de instapkosten. Na tien jaar bedragen de gecumuleerde beheerskosten het vijfvoudige van de instapkosten!
Jaarlijkse Inleg 2500 € - Gecumuleerde Kosten 3.000 €
Instapkost: 2,50% 2.500 €
Reductie online aankoop: 20% Beheerskost: 1,50%
2.000 €
1.500 €
1.000 €
500 €
-€ 1
2
3
4 Instap
5
6
7
8
9
10
Beheer
Misschien maakt dit duidelijk waarom banken zo graag promotie voeren met verminderde of weggevallen instapkosten: de verwachte beheersvergoedingen zullen dit meer dan compenseren. De verklaring is eenvoudig: de beheerskosten stijgen exponentieel met het positieve rendement en de instapkosten stijgen slechts lineair met elke nieuwe inleg. Deze exponentiële groei hangt natuurlijk samen met de groei die men jaar na jaar van de inventariswaarde verwacht (6% + 2,25% bruto dividend). De beheerskosten worden immers op deze inventariswaarde berekend.
16
Hier wordt het voorbeeld van Fortis genomen, maar bij andere banken zijn de resultaten gelijkaardig.
Juli 2006
Bladzijde 8 van 11
Fondsen of Trackers? Een kostenanalyse
Als potentiële koper van een fonds is het moeilijk deze sluipende kost correct in te schatten terwijl men de instapkosten onmiddellijk voelt. De banken zullen geen nadruk op leggen op deze beheerskosten en ze vrijwel altijd minimaliseren. Hebt u ooit een promotie gezien met verminderde beheerskosten17? Natuurlijk biedt elke kost die wegvalt een hoger netto rendement. In het onwaarschijnlijke scenario dat de banken gedurende tien jaren alle instap- en uitstapkosten voor hun fondsen weglaten, dan komen hun fondsenprestaties in de buurt van de trackers die bij hen zouden aangekocht worden. Allen een grote optimist (of naïeveling) durft hierop te gokken. Toch blijven de Internetbanken ook hier aan de bovenhand. Het verschil is weliswaar minder uitgesproken maar toch nog altijd goed voor 6,1% (ongeveer 2100 €).
Jaarlijkse Inleg : 2500 € - geen Instapkosten voor Fondsen 37.500 €
35.000 €
32.500 €
30.000 € Fonds Dexia
iShares Fortis
ING
Lyxor Keytrade
Binck
17
JA! Het iShares product verminderde zijn beheerskosten van 0,35% tot 0,15% voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf 15 februari 2005. Hiermee is geen rekening gehouden in deze simulaties.
Juli 2006
Bladzijde 9 van 11
Fondsen of Trackers? Een kostenanalyse
Besluit: Deze studie is natuurlijk onvolmaakt: het gebruikte cijfermateriaal dateert van Juni 2006 en is een momentopname. Het is immers weinig waarschijnlijk dat alle gebruikte parameters gedurende een periode van 10 jaar ongewijzigd zullen blijven. Ook de aangenomen hypothesen kunnen betwist worden, maar naar mijn gevoel zijn ze realistisch verantwoord en zelfs aan de voorzichtige kant voor wat betreft het inschatten van parameters zoals groei of dividendenrendement. Het is ook geen vergelijking van de intrinsieke prestatie van de producten, ze werden allemaal over dezelfde kam geschoren: 6% jaarlijkse groei18 en 2,25% dividendenrendement. Dit is een poging om alle publicitaire argumenten te objectiveren. Gesteund op een realistisch scenario waarbij we jaarlijks 2500 € beleggen, kunnen we volgende besluiten naar voren schuiven: 1. Beleg niet voor kleinere bedragen in Trackers (of zelfs fondsen). 2.500 € schijnt ons een minimum te zijn. 2. Voor dit bedrag presteren fondsen eigen aan de banken, rekening houdend met alle kosten, minder goed dan trackers gedeponeerd bij diezelfde banken. 3. Laat u niet misleiden door gereduceerde instapkosten: ze helpen, maar zijn niet het wondermiddel tot een betere opbrengst. De sluipende beheerskosten halen een veel grotere hap uit uw rendement. Alleen als de jaarlijks terugkerende kosten verminderen gaan de prestaties naar omhoog. Deze kosten moeten dan ook een belangrijk beslissingscriterium worden in de keuze van het beleggingsproduct. 4. Tussen de twee geselecteerde trackers is er weinig onderling verschil. 5. Trackers aangekocht en neergelegd bij de online banken hebben een duidelijk voordeel. Ze zijn dan ook te verkiezen. 6. Tussen de online banken onderling is er eveneens geen uitgesproken verschil. En wat is nu het netto rendement? Geen eenvoudige vraag omdat de 2500€ die we het tiende jaar inleggen niet dezelfde koopkracht heeft als de 2500€ die we het eerste jaar beleggen. Daarom worden alle bedragen omgerekend naar de waarde die ze zouden gehad hebben in het eerste jaar rekening houdend met een constante inflatie van 2,50%. Ook de uiteindelijke opbrengst wordt op die manier herberekend. Onder die voorwaarden geeft de beste combinatie (Lyxor bij Binck) een jaarlijks netto rendement van … 2,47%! (weliswaar boven op de inflatie van 2,50%). Alle kosten en taksen bijeen vreten dus 3,28%19 van het rendement op. Een reden te meer om ze met de grootste aandacht te analyseren.
18
In de praktijk zal de index geen jaarlijks constante groei kennen maar schommelen (soms zelfs heftig) rond dit gemiddelde. 19
(6%groei + 2,25% bruto dividend) – (2,50% inflatie + 2,47% netto rendement)
Juli 2006
Bladzijde 10 van 11
Fondsen of Trackers? Een kostenanalyse
Bank
Effect
DEXIA
iShares DJ EUR STOXX 50
Gedeeltelijk uitgewerkt
Jaar Netto Begin
1 -
Voorbeeld 2
9
10
€
2.630,22 €
26.637,13 €
31.035,78 €
Nieuwe Inleg
2.500,00 €
2.500,00 €
2.500,00 €
2.500,00 €
VAR
22,50 €
22,50 €
22,50 €
22,50 €
4,25 €
4,25 €
4,25 €
4,25 €
9,00 €
9,00 €
9,00 €
9,00 €
6,39 €
13,12 €
74,50 €
85,74 €
0,35%
9,28 €
19,03 €
108,10 €
124,42 €
2,25%
31,64 €
64,93 €
368,77 €
424,44 €
Aankoopkosten Beurs / Instap Min Max
20,00 € GEEN
Reductie
10,00%
Beurstaks
0,17%
Min Max
GEEN 500,00 €
Bewaarloon Dossierrecht Frequentie BTW
7,44 € JAAR 21,00%
Bewaarloon
0,20%
Min Max
2,48 € GEEN
BTW
21,00%
Beheersvergoeding Dividenden Rendement Belasting Buitenland
25,00%
Binnenland
25,00%
Inningskosten Min
0 GEEN
Max
GEEN
BTW
21,00%
Verkoopskosten Beurs / Uitstap Min Max
VAR
10,00%
Beurstaks
0,17%
Max
€
-
€
-
€
271,94 €
-
€
-
€
-
€
60,43 €
GEEN
Reductie Min
-
20,00 €
GEEN 500,00 €
Groeiprognose Index
6,00%
Bruto Einde Jaar
2.650,00 €
5.438,03 €
30.885,36 €
35.547,93 €
Kosten in dit Jaar
51,42 €
67,90 €
218,35 €
578,28 €
Netto Dividend
31,64 €
64,93 €
368,77 €
424,44 €
2.630,22 €
5.435,06 €
31.035,78 €
35.394,09 €
Netto Einde Jaar Netto Rendement boven op Inflatie Discontovoet
2,50%
(=inflatie)
Huidige Waarde Jaarlijkse Inleg
2.500,00 €
2.439,02 €
2.051,87 €
2.001,82 €
Totale Inleg
2.500,00 €
4.939,02 €
20.425,34 €
22.427,16 €
Netto Einde Jaar
2.566,07 €
5.173,17 €
24.851,23 €
27.649,81 €
Enkelvoudig Samengesteld
Juli 2006
2,64%
4,74%
21,67%
23,29%
2,64%
2,34%
2,20%
2,12%
Bladzijde 11 van 11