V1 15-08-09 katern 3 pagina 06
Landschap tussen Al Hoceima en Midhar, niet ver van Nador, Noord-Marokko.
huwelijk moest ze haar hoofd bedekken, maar daarna hield ze er onmiddellijk mee op. ‘Zo’n hoofddoek is niet prettig, door de warmte is het vermoeiend. En ik zie het nut er niet van in. Ik word geen beter mens van een hoofddoek. Ik snap niet dat mensen er zoveel waarde aan hechten.’
Spaghettibandjes Fayza zucht diep als het over dit onderwerp gaat. Ook de rest van haar kleding heeft ze in Marokko aangepast. ‘Ik zie er zo in Nederland niet uit hoor’, wijst ze op het wijde gewaad dat ze over een lange broek draagt. ‘In Nederland loop ik in korte broek en een shirt met spaghettibandjes.’ Geen denken aan dat ze er in Marokko ook zo bij loopt. ‘Dan krijg ik ruzie. Dan heeft het geen zin hier te komen. Als ik geen hoofddoek draag, krijgt mijn familie een slechte naam. En die heb ik al, omdat ik gescheiden ben. Daar wordt over geroddeld. Eerlijk gezegd: ik heb er schijt aan. Ik denk: wie stond er voor me klaar toen het zo slecht met me ging? De buren hier niet. Maar ik heb een heel proces ondergaan. Ik woon al bijna vijftien jaar in Nederland. Ik ben vernederlandst. Ik ga weer weg, mijn familie blijft.’
Die gedachte dat haar familie in Marokko leeft, kon haar uiteindelijk een beetje verzoenen met wat haar ouders haar hebben aangedaan. ‘Mijn ouders zitten vast aan de tradities hier. Maar ze wilden wel dat ik in Nederland gelukkig zou worden.’ En nu verschijnt binnenkort haar boek. Ze zoekt erkenning voor wat ze heeft meegemaakt, en ze wil haar verhaal ten voorbeeld stellen aan anderen. ‘Ik krijg het benauwd als ik eraan denk dat vrouwen dit nog steeds overkomt.’ Haar zus waarschuwde haar: ‘Straks vermoordt je ex-man je uit wraak.’ Maar, vraagt Fayza zich af: ‘Wat kan hij doen? Me slaan? Heeft hij jaren gedaan. Me verkrachten? Heeft hij ook gedaan. Ik ben jarenlang extreem bang geweest, voor hem en zijn vader. Ik heb nog steeds slaapproblemen. Maar de angst is ontploft. Ik ben nergens meer bang voor.’ Ook op scholen heeft ze over haar ervaringen verteld. ‘Ik wil graag Marokkaanse en Turkse meiden bereiken die worden uitgehuwelijkt en die het normaal vinden om klappen te krijgen.’ Zulke vrouwen geven niet gauw toe wat hun overkomt, maar Fayza herkent ze. Zulke vrouwen hebben blauwe plekken, en ze zeggen: ‘Ik liep per ongeluk tegen een kast
aan.’ Fayza zei ooit hetzelfde. ‘Ze denken net als ik vroeger dacht: ik moet dit verdragen, en straks word ik beloond door God.’ Fayza wil laten zien dat het anders kan. ‘Het is niet verkeerd voor jezelf te kiezen, het is niet slecht om te zeggen dat je niet meer mishandeld wilt worden. In Marokko is iedereen bezig met: wat denken de buren, wat denkt de familie. Maar het is een menselijk recht om jezelf te zijn.’ Geleidelijk is het met Fayza beter gegaan. Ze volgde een opleiding Sociaal Pedagogisch Werk, en ze werkt nu in de gehandicaptenzorg. Haar kinderen wonen weer bij haar en ze houdt van hen, ook al heeft ze hun vader niet zelf uitgezocht, noch hun namen, want dat was de taak van Haj Azzelerab. ‘De kinderen lijken op niemand, ze lijken op zichzelf’, zegt ze altijd. Met Marokkanen gaat ze nauwelijks om. ‘Ze geven me altijd het gevoel dat ik op het slechte pad ben. Ze vragen waarom ik mijn kinderen geen Marokkaans leer en waarom er mannen op mijn verjaardag komen. Ze willen mij veranderen, en dat doe ik niet. Ik heb lang gevochten voor mijn vrijheid. Die laat ik mij niet afpakken.’ Ze wilde niet dat haar boek een anti-Marokkanenboek zou worden, of een anti-islamboek. Aan het
Fayza in Nador, met haar dochter (links) en met haar moeder en zus (midden).
Foto Joost van den Broek / de Volkskrant
‘Als niemand de waarheid vertelt’, zegt Fayza, ‘verandert er nooit iets’
slot vergeeft ze haar ouders, haar ex-man en zijn familie. ‘Ik wil niet de rest van mijn leven bezig zijn met haat of wraak. Ik wil het verleden achter me laten.’ Moslim is ze nog steeds. Ze heeft kerken bezocht, was even in de ban van de Jehova’s, maar bleef bij haar geloof. ‘In die andere geloven ben ik niets tegengekomen dat ik niet al kende van de islam. Er zijn veel mooie dingen in de islam.’ En mensen als Haj Azzelerab? ‘Hij was een analfabeet die de Koran nooit had gelezen.’ Het is stil geworden in huis. Buiten in de schaduw zit Fayza’s moeder op de grond de afwas te doen. Voor haar voeten poseert Fayza voor de foto. Dat haar moeder op de foto zou komen, is ondenkbaar. In Noord-Marokko mogen foto’s van vrouwen niet door vreemde mannen worden bekeken, iets wat in de Volkskrant niet uit te sluiten valt. Maar voor de deur van haar huis staat Fayza’s moeder plotseling voor de lens. Haar man weet van niets, want die slaapt. Haar twee dochters zijn verrast en pakken haar vast. Ze lachen. ‘Ze is stiekem wel een beetje trots op me’, zal Fayza later zeggen. De Uitverkorene, Fayza Oum’Hamed, verschijnt 26 september bij uitgeverij Artemis & co.
Foto’s Greta Riemersma