Eindbeoordeling Xxx
This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA
Overview
Download & View Eindbeoordeling Xxx as PDF for free.
More details
- Words: 2,025
- Pages: 6
Naam: Geboortedatum:
Van Der Linden XXX 22/03/1988
Verslag: 24 / 01 / 2006
1. HUIDIG SCOLAIR NIVEAU Rekenvaardigheden: Huidig scolair niveau:
begin eerste leerjaar
Tellen en getalbegrip:
kan min of meer goed tellen t/m 100. Kan vanaf een willekeurig getal verder en terug tellen. Eén voor één en met sprongen van 10 (Bijv. ik noem 52 en vraag om terug te tellen.). Met stappen van 2 en 5 heen en terugtellen, kan ze niet. Ze heeft geen inzicht in de getalopbouw van tientallen en eenheden (37 is 30 en 7). Verwart dikwijls de volgorde van de cijfers (reversies bijv. 45 met 54).
Optellen en aftrekken
bewerkingstekens “+” en “-“ leveren problemen op. Ze is wel instaat om sommen te maken tot 20. Het tempo is laag omdat ze gebruik maakt van back-up strategieën - zoals op de vingers tellen, gebruik van puntjes - waardoor het echte rekenen faalt. Ze begrijpt het vergelijkingsteken “=” niet goed. Van het ogenblik dat XXX het teken “=” ziet gaat ze alles als een plus- of een minbewerking uitvoeren. Alle puntoefeningen gaat ze beschouwen als een ‘rechtdooroefening’ (8 + _ _ = 11 8 + 19 = 11).
Vermenigvuldigen en delen Zakrekenmachine:
/
Geld:
identificeert, benoemt en ordent munten en briefjes. kan bepaalde prijzen in EUR lezen is instaat om heel eenvoudige sommen te maken met muntstukken en briefjes
Meten & wegen:
kan niet overweg met de lengte-, inhouds- en gewichtsmaten.
Afstanden:
/
Tijd:
Analoog: kan de uren aflezen. Digitaal: kan het uur wel lezen, maar begrijpt het niet (als het 10:58 is kan ze niet zeggen hoeveel minuten er nog nodig zijn voor het 11:00 is). Weet wel dat het bijna elf uur is.
kan onder begeleiding een eenvoudige rekenmachine bedienen en een enkelvoudige berekening uitvoeren.
Thema en taal: Kennis van de omringende wereld: XXX let goed op tijdens de lessen, maar stelt nooit vragen. Ze heeft het zeer moeilijk om de lessen thema te begrijpen, weinig leerbaarheid. Haar kennis van de omringende wereld is heel beperkt. Haar interesse gaat vooral uit naar uitgaan, seks, onmiddellijke omgeving en haar moeke. Heeft geen interesse in recent nieuws of recente evoluties. Deelt berekend en met mondjesmaat haar kennis. XXX is niet instaat om zelfstandig een opdracht te lezen of te ontleden, ze heeft heel veel nood aan begeleiding van de leerkracht. XXX luistert dan aandachtig naar de gegeven uitleg, maar als de opdracht te verbaal gegeven wordt begrijpt ze het niet altijd. Modellen en voorbeelden als steun zijn zeer belangrijk voor haar! Het leggen van verbanden met vroegere oplossingsstrategieën is beperkt, begeleiding bij transfer is dus noodzakelijk. Bij moeilijkheden grijpt XXX zeer vlug naar hulp van de leerkracht – onzekerheid, kan moeilijk hulp afwachten. Dit uit zich in onlustgevoelens. In groep heeft XXX het moeilijk om te functioneren. Ze wil de taken steeds alleen uitvoeren en tolereert geen hulp.
Pagina 1
Naam: Geboortedatum:
Van Der Linden XXX 22/03/1988
Verslag: 24 / 01 / 2006
2. COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN Communicatie over en weer: Buiten haar naam, woonplaats en leeftijd kan XXX niet veel meer verzinnen om zich voor te stellen. Als je iets meer te weten wil komen zal je gerichte vragen moeten stellen. Ze kan vertellen over vrije tijd, gezin en dingen die ze vroeger gedaan heeft, maar niet hoe ze zich daarbij voelde. Kan gedachten en gevoelens niet duidelijk onder woorden brengen. Ze is niet instaat om het gesprek zelfstandig gaande te houden (geen interactie). Haar lichaamstaal is verward. Ze heeft frequent onwillekeurige bewegingen die omschreven worden als trekkingen terhoogte van de vier ledematen en mond. Wanneer zij hierop aangesproken wordt, kan zij deze onwillekeurige bewegingen onderdrukken. Deze bewegingen zijn altijd zeer snel, kort en vinnig. Taalgebruik is doorspekt met dialect, maar spreekt wel duidelijk.
Begrijpen luisteren: XXX begrijpt informatie dat over alledaagse zaken, zoals school, werk, vrije tijd, zichzelf, familie en directe concrete omgeving gaat. Ze kan zich concentreren op wat gezegd en op wat verteld wordt, maar is niet vanzelfsprekend. Het verwerking van de informatie vraagt iets meer tijd en ze begrijpt het niet altijd. In een één één situatie kan ze zich beter concentreren.
lezen: XXX kan ongeveer lezen wat er staat "radend lezen" als de woordjes niet te groot en eenvoudig zijn. Soms worden woorden van rechts naar links gelezen ("kat" – "tak") of worden dubbele klinkers omgekeerd ("wei" – "wie"). Letters die op elkaar gelijken, houdt ze moeilijk uit elkaar (b/d, m/n). Als de woorden langer zijn gaat ze die proberen te spellen. Het spellend lezen verloopt traag, haperend en met veel herhaling. Besluit: het lezen is onvoldoende voor dagelijkse toepassingen in onze maatschappij.
Schrijven: XXX is instaat onder begeleiding persoonlijke details in te vullen, bijvoorbeeld naam, nationaliteit, geboortedatum en adres. Maakt daarbij nog heel wat fouten.
Pagina 2
Naam: Geboortedatum:
Van Der Linden XXX 22/03/1988
Verslag: 24 / 01 / 2006
3. ARBEIDSVAARDIGHEDEN XXX is op dit ogenblik niet in staat om in een BW te werken en wel om de volgende redenen: Ze kan zeer moeilijk met druk om in het algemeen. Ze is vaak gespannen. Tijdens de trainingsdagen is dit zelfs nog erger. De thuissituatie heeft hier alles mee te maken. De zenuwachtigheid uit zich in het volgende storende gedrag: -
Boos worden tegen een ingebeeld persoon waar ze dan ook vaak luid tegen vloekt, schopt, met voorwerpen gooit en uiteindelijk wegloopt of begint te huilen. Niet aanvaarden van kritiek tijdens stressmomenten met als gevolg vloeken, smijten, weglopen, wenen. Moeilijk omgaan met wijzigingen zowel wat de werkwijze betreft als wat begeleiding betreft. Dezelfde uitingen van haar misnoegdheid als eerder vermeld komen hier naar boven.
2/ XXX houdt zich zowel op school als tijdens trainingsdagen aan alle afspraken qua veiligheid, hygiëne, stiptheid enz. Het opruimen gebeurd zoals gevraagd maar niet spontaan. 3/ XXX is op bepaalde momenten in staat om zelfstandig te werken, afhankelijk van hoe het thuis verlopen is de avond of het weekend voordien. Ze kan aan een hoog tempo werken als de wil aanwezig is en ze constant gestimuleerd wordt door een leerkracht of begeleider. Wanneer ze op een bepaald ogenblik geen zin meer heeft om te werken, vraagt ze om ander werk om dan uiteindelijk te stoppen met werken. 4/ XXX is wel te motiveren om gedurende een korte tijdspanne aan een hoger tempo te werken en zo in competitie te gaan met medeleerlingen. Vaak vergeet ze dan wel dat de opdracht nauwkeurig en foutloos moet afgewerkt worden. Ze concentreert zich dan enkel op het aantal afgewerkte producten en niet op de kwaliteit. 5/ Samenwerken met anderen lukt haar niet. Vaak vraagt ze aan de begeleidende leerkracht om haar mee te helpen met een opdracht wanneer ze die niet zo graag doet of wanneer ze geen zin meer heeft om te werken. 4/ Gedrag: Jesssica leeft in haar eigen wereldje waar ze vaak conflicten heeft met haar vroegere klasgenoten die haar kwellen wanneer ze het moeilijk krijgt. Ze zondert zich dan ook volledig af zowel tijdens de les als tijdens de vrije momenten. Vriendinnen of vrienden heeft ze niet. In groep wordt ze aanvaard maar niet opgenomen, dat maakt haar ook niks uit. Ze is wel gevoelig voor het niet nakomen van afspraken door haar medeleerlingen.
Pagina 3
Naam: Geboortedatum:
Van Der Linden XXX 22/03/1988
Verslag: 24 / 01 / 2006
4. GEDRAG Sociale houding/sociale relaties Bij XXX is er sprake van een psychologische problematiek. Ze is zwaar psychisch gestoord (psychotische verschijnselen), spreekt vaak tegen zichzelf. Ze ziet een zestal personen uit haar verleden. Op een aantal gaat ze agressief reageren, ze maakt er ruzie mee, ze slaat en schopt, spuugt, gooit en steekt met voorwerpen. Bij anderen gaat ze dan weer lachen of begint plots te huilen. Omwille van de psychologische problematiek is XXX soms een gevaar voor anderen. Geringe zelfsturing, ik heb de indruk dat haar gedrag in een vertrouwde omgeving of onder stress uitdrukkelijker naar voor komt. Als we met haar op straat lopen, het openbaar vervoer nemen of op restaurant gaan lijkt ze dit gedrag min of meer onder controle te hebben. Ze is zich bewust van haar problematiek, maar het is sterker dan zichzelf. Weinig sociale relaties; vriendschappen met leeftijdsgenoten ontbreken. Nogal eenzaam, kan niet goed met andere kinderen omgaan. Ze kan wel vriendelijk zijn.
Zelfbeeld Heeft geen duidelijke toekomstplannen, staat daar niet bij stil. Gaat er vanuit dat mama altijd voor haar zal blijven zorgen.
Overtuigingskracht – assertiviteit Geen zelfvertrouwen.
Gedragsmoeilijkheden XXX wordt snel kwaad bij een conflict, ze heeft problemen om zichzelf te beheersen. Wanneer niet positief wordt gereageerd op de wensen van XXX ziet men dikwijls sociaal agressieve uitingen (schopt op en gooit met voorwerpen, zet een grote mond op). Haar frustratietolerantie is zeer gering. Onder taken of opdrachten die niet leuk gevonden worden zal ze proberen uit te komen, indien dit niet lukt zal ze boos worden. XXX staat weinig open voor informatie van anderen. Ze heeft weinig interesse over hoe de anderen zich voelen, denken en doen. Ze is vooral met zichzelf bezig. XXX is niet eerlijk, ze steelt eten en zal dit dan ontkennen.
Emotionele moeilijkheden XXX heeft een zwaar verleden achter de rug en dat “borrelt” wel eens op, soms begint ze te huilen. Herbeleeft constant haar verleden. Gebrek aan controle over de traumatische invloed van het verleden. Ze is niet instaat om haar voelen, denken en doen te verwoorden.
5. VRIJETIJDSVAARDIGHEDEN Is niet instaat om haar vrije tijd op een aangename wijze in te vullen. Haar vrije tijd brengt ze door met mama op café. XXX slaapt heel veel.
Pagina 4
Naam: Geboortedatum:
Van Der Linden XXX 22/03/1988
Verslag: 24 / 01 / 2006
6. ZELFREDZAAMHEID Besluit: de zelfredzaamheid is zeer gering voor de algemene dagelijkse levensverrichtingen, XXX zal altijd afhankelijk zijn van een ander.
Persoonlijke redzaamheid: Persoonlijke hygiëne: XXX maakt meestal een fitte indruk. Haar kledij is gepaste en verzorgd. Ze is functionele onafhankelijkheid bij het zich wassen en verzorgen (zelfhygiëne: voldoende).
Voedingsgewoonte: Ongezonde voedingsgewoonte door een gebrek aan inzicht, is niet instaat om haar eigen voedingsgewoonten te bepalen en bij te sturen. Ze snoept veel. Op school eet ze veel.
Ziek – EHBO: Ze is nog niet instaat om een kleine wonde correct te verzorgen. Kan de ander duidelijk maken, dat ze zich niet lekker voelt. Als ze weet hoe ze geneesmiddelen moet gebruiken, zal ze zich daar wel aan houden.
Huishoudelijke redzaamheid: Voedsel bereiden: Op dit ogenblik is ze nog niet instaat om een eenvoudig gerecht klaar te maken.
Winkelen: XXX haar waardebesef ligt vrij laag, het is onvoldoende om zichzelf te voorzien van eenvoudige aankopen.
Huishoudelijke activiteiten: XXX is op dit ogenblik enkel in staat eenvoudige opdrachten in de keuken te verrichten (de tafel dekken, wegzetten, afdrogen, vegen).
Maatschappelijke redzaamheid: Oriëntatie: Altijd samen met moeke opstap.
Betalingsverkeer en postverkeer: Kan geen geldhandelingen uitvoeren aan de kassa en restaurant.
Zelfstandig wonen / Huisvesting: Zal nooit instaat zijn om zelfstandig de huur en nutsvoorzieningen (EGW), kijk- en luistergeld te betalen.
Vervoer: Kan nog niet zelfstandig gebruikmaken van de openbare vervoersmogelijkheden. Geraakt gemakkelijk in paniek. Op uitstap is naast haar stappen niet voldoende, ze zal een arm willen geven. Ze is niet instaat om een omroepbericht in de tram, metro of in de trein te begrijpen (namen van steden, wisselen van perron of een tijdstip). Kan fietsen, maar niet goed.
Pagina 5
Naam: Geboortedatum:
Van Der Linden XXX 22/03/1988
Verslag: 24 / 01 / 2006
7.SOCIALE CONTEXT Gezinssituatie Het betreft hier een zwak sociaal gezinsmilieu. XXX is geboren na 8 maanden zwangerschap. Op leeftijd van 2,5 maanden zou XXX reeds woedeaanvallen gekregen hebben. Omwille van de psychologische problematiek (spreken tegen zichzelf, …) waren er heel wat conflictsituaties met de moeder. XXX zat daardoor een tijd op internaat. Er lijkt nu een zekere wil te zijn bij de moeder, maar door gebrek aan inzichten en vaardigheden blijkt het moeilijk. De moeder is zelf vrij beperkt qua mogelijkheden om mediërend tussen kind en werkelijkheid te staan.
Leerling thuis Er zijn heel wat problemen als mama een vriend heeft, XXX is heel jaloers. Er zijn ook heel wat problemen met de broer (drugsgebruiker).
Contact school ouders Als het niet aangereikt wordt zal moeder niet reageren, alleen in uiterste nood zal moeder contact met de school zoeken.
Pagina 6
Van Der Linden XXX 22/03/1988
Verslag: 24 / 01 / 2006
1. HUIDIG SCOLAIR NIVEAU Rekenvaardigheden: Huidig scolair niveau:
begin eerste leerjaar
Tellen en getalbegrip:
kan min of meer goed tellen t/m 100. Kan vanaf een willekeurig getal verder en terug tellen. Eén voor één en met sprongen van 10 (Bijv. ik noem 52 en vraag om terug te tellen.). Met stappen van 2 en 5 heen en terugtellen, kan ze niet. Ze heeft geen inzicht in de getalopbouw van tientallen en eenheden (37 is 30 en 7). Verwart dikwijls de volgorde van de cijfers (reversies bijv. 45 met 54).
Optellen en aftrekken
bewerkingstekens “+” en “-“ leveren problemen op. Ze is wel instaat om sommen te maken tot 20. Het tempo is laag omdat ze gebruik maakt van back-up strategieën - zoals op de vingers tellen, gebruik van puntjes - waardoor het echte rekenen faalt. Ze begrijpt het vergelijkingsteken “=” niet goed. Van het ogenblik dat XXX het teken “=” ziet gaat ze alles als een plus- of een minbewerking uitvoeren. Alle puntoefeningen gaat ze beschouwen als een ‘rechtdooroefening’ (8 + _ _ = 11 8 + 19 = 11).
Vermenigvuldigen en delen Zakrekenmachine:
/
Geld:
identificeert, benoemt en ordent munten en briefjes. kan bepaalde prijzen in EUR lezen is instaat om heel eenvoudige sommen te maken met muntstukken en briefjes
Meten & wegen:
kan niet overweg met de lengte-, inhouds- en gewichtsmaten.
Afstanden:
/
Tijd:
Analoog: kan de uren aflezen. Digitaal: kan het uur wel lezen, maar begrijpt het niet (als het 10:58 is kan ze niet zeggen hoeveel minuten er nog nodig zijn voor het 11:00 is). Weet wel dat het bijna elf uur is.
kan onder begeleiding een eenvoudige rekenmachine bedienen en een enkelvoudige berekening uitvoeren.
Thema en taal: Kennis van de omringende wereld: XXX let goed op tijdens de lessen, maar stelt nooit vragen. Ze heeft het zeer moeilijk om de lessen thema te begrijpen, weinig leerbaarheid. Haar kennis van de omringende wereld is heel beperkt. Haar interesse gaat vooral uit naar uitgaan, seks, onmiddellijke omgeving en haar moeke. Heeft geen interesse in recent nieuws of recente evoluties. Deelt berekend en met mondjesmaat haar kennis. XXX is niet instaat om zelfstandig een opdracht te lezen of te ontleden, ze heeft heel veel nood aan begeleiding van de leerkracht. XXX luistert dan aandachtig naar de gegeven uitleg, maar als de opdracht te verbaal gegeven wordt begrijpt ze het niet altijd. Modellen en voorbeelden als steun zijn zeer belangrijk voor haar! Het leggen van verbanden met vroegere oplossingsstrategieën is beperkt, begeleiding bij transfer is dus noodzakelijk. Bij moeilijkheden grijpt XXX zeer vlug naar hulp van de leerkracht – onzekerheid, kan moeilijk hulp afwachten. Dit uit zich in onlustgevoelens. In groep heeft XXX het moeilijk om te functioneren. Ze wil de taken steeds alleen uitvoeren en tolereert geen hulp.
Pagina 1
Naam: Geboortedatum:
Van Der Linden XXX 22/03/1988
Verslag: 24 / 01 / 2006
2. COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN Communicatie over en weer: Buiten haar naam, woonplaats en leeftijd kan XXX niet veel meer verzinnen om zich voor te stellen. Als je iets meer te weten wil komen zal je gerichte vragen moeten stellen. Ze kan vertellen over vrije tijd, gezin en dingen die ze vroeger gedaan heeft, maar niet hoe ze zich daarbij voelde. Kan gedachten en gevoelens niet duidelijk onder woorden brengen. Ze is niet instaat om het gesprek zelfstandig gaande te houden (geen interactie). Haar lichaamstaal is verward. Ze heeft frequent onwillekeurige bewegingen die omschreven worden als trekkingen terhoogte van de vier ledematen en mond. Wanneer zij hierop aangesproken wordt, kan zij deze onwillekeurige bewegingen onderdrukken. Deze bewegingen zijn altijd zeer snel, kort en vinnig. Taalgebruik is doorspekt met dialect, maar spreekt wel duidelijk.
Begrijpen luisteren: XXX begrijpt informatie dat over alledaagse zaken, zoals school, werk, vrije tijd, zichzelf, familie en directe concrete omgeving gaat. Ze kan zich concentreren op wat gezegd en op wat verteld wordt, maar is niet vanzelfsprekend. Het verwerking van de informatie vraagt iets meer tijd en ze begrijpt het niet altijd. In een één één situatie kan ze zich beter concentreren.
lezen: XXX kan ongeveer lezen wat er staat "radend lezen" als de woordjes niet te groot en eenvoudig zijn. Soms worden woorden van rechts naar links gelezen ("kat" – "tak") of worden dubbele klinkers omgekeerd ("wei" – "wie"). Letters die op elkaar gelijken, houdt ze moeilijk uit elkaar (b/d, m/n). Als de woorden langer zijn gaat ze die proberen te spellen. Het spellend lezen verloopt traag, haperend en met veel herhaling. Besluit: het lezen is onvoldoende voor dagelijkse toepassingen in onze maatschappij.
Schrijven: XXX is instaat onder begeleiding persoonlijke details in te vullen, bijvoorbeeld naam, nationaliteit, geboortedatum en adres. Maakt daarbij nog heel wat fouten.
Pagina 2
Naam: Geboortedatum:
Van Der Linden XXX 22/03/1988
Verslag: 24 / 01 / 2006
3. ARBEIDSVAARDIGHEDEN XXX is op dit ogenblik niet in staat om in een BW te werken en wel om de volgende redenen: Ze kan zeer moeilijk met druk om in het algemeen. Ze is vaak gespannen. Tijdens de trainingsdagen is dit zelfs nog erger. De thuissituatie heeft hier alles mee te maken. De zenuwachtigheid uit zich in het volgende storende gedrag: -
Boos worden tegen een ingebeeld persoon waar ze dan ook vaak luid tegen vloekt, schopt, met voorwerpen gooit en uiteindelijk wegloopt of begint te huilen. Niet aanvaarden van kritiek tijdens stressmomenten met als gevolg vloeken, smijten, weglopen, wenen. Moeilijk omgaan met wijzigingen zowel wat de werkwijze betreft als wat begeleiding betreft. Dezelfde uitingen van haar misnoegdheid als eerder vermeld komen hier naar boven.
2/ XXX houdt zich zowel op school als tijdens trainingsdagen aan alle afspraken qua veiligheid, hygiëne, stiptheid enz. Het opruimen gebeurd zoals gevraagd maar niet spontaan. 3/ XXX is op bepaalde momenten in staat om zelfstandig te werken, afhankelijk van hoe het thuis verlopen is de avond of het weekend voordien. Ze kan aan een hoog tempo werken als de wil aanwezig is en ze constant gestimuleerd wordt door een leerkracht of begeleider. Wanneer ze op een bepaald ogenblik geen zin meer heeft om te werken, vraagt ze om ander werk om dan uiteindelijk te stoppen met werken. 4/ XXX is wel te motiveren om gedurende een korte tijdspanne aan een hoger tempo te werken en zo in competitie te gaan met medeleerlingen. Vaak vergeet ze dan wel dat de opdracht nauwkeurig en foutloos moet afgewerkt worden. Ze concentreert zich dan enkel op het aantal afgewerkte producten en niet op de kwaliteit. 5/ Samenwerken met anderen lukt haar niet. Vaak vraagt ze aan de begeleidende leerkracht om haar mee te helpen met een opdracht wanneer ze die niet zo graag doet of wanneer ze geen zin meer heeft om te werken. 4/ Gedrag: Jesssica leeft in haar eigen wereldje waar ze vaak conflicten heeft met haar vroegere klasgenoten die haar kwellen wanneer ze het moeilijk krijgt. Ze zondert zich dan ook volledig af zowel tijdens de les als tijdens de vrije momenten. Vriendinnen of vrienden heeft ze niet. In groep wordt ze aanvaard maar niet opgenomen, dat maakt haar ook niks uit. Ze is wel gevoelig voor het niet nakomen van afspraken door haar medeleerlingen.
Pagina 3
Naam: Geboortedatum:
Van Der Linden XXX 22/03/1988
Verslag: 24 / 01 / 2006
4. GEDRAG Sociale houding/sociale relaties Bij XXX is er sprake van een psychologische problematiek. Ze is zwaar psychisch gestoord (psychotische verschijnselen), spreekt vaak tegen zichzelf. Ze ziet een zestal personen uit haar verleden. Op een aantal gaat ze agressief reageren, ze maakt er ruzie mee, ze slaat en schopt, spuugt, gooit en steekt met voorwerpen. Bij anderen gaat ze dan weer lachen of begint plots te huilen. Omwille van de psychologische problematiek is XXX soms een gevaar voor anderen. Geringe zelfsturing, ik heb de indruk dat haar gedrag in een vertrouwde omgeving of onder stress uitdrukkelijker naar voor komt. Als we met haar op straat lopen, het openbaar vervoer nemen of op restaurant gaan lijkt ze dit gedrag min of meer onder controle te hebben. Ze is zich bewust van haar problematiek, maar het is sterker dan zichzelf. Weinig sociale relaties; vriendschappen met leeftijdsgenoten ontbreken. Nogal eenzaam, kan niet goed met andere kinderen omgaan. Ze kan wel vriendelijk zijn.
Zelfbeeld Heeft geen duidelijke toekomstplannen, staat daar niet bij stil. Gaat er vanuit dat mama altijd voor haar zal blijven zorgen.
Overtuigingskracht – assertiviteit Geen zelfvertrouwen.
Gedragsmoeilijkheden XXX wordt snel kwaad bij een conflict, ze heeft problemen om zichzelf te beheersen. Wanneer niet positief wordt gereageerd op de wensen van XXX ziet men dikwijls sociaal agressieve uitingen (schopt op en gooit met voorwerpen, zet een grote mond op). Haar frustratietolerantie is zeer gering. Onder taken of opdrachten die niet leuk gevonden worden zal ze proberen uit te komen, indien dit niet lukt zal ze boos worden. XXX staat weinig open voor informatie van anderen. Ze heeft weinig interesse over hoe de anderen zich voelen, denken en doen. Ze is vooral met zichzelf bezig. XXX is niet eerlijk, ze steelt eten en zal dit dan ontkennen.
Emotionele moeilijkheden XXX heeft een zwaar verleden achter de rug en dat “borrelt” wel eens op, soms begint ze te huilen. Herbeleeft constant haar verleden. Gebrek aan controle over de traumatische invloed van het verleden. Ze is niet instaat om haar voelen, denken en doen te verwoorden.
5. VRIJETIJDSVAARDIGHEDEN Is niet instaat om haar vrije tijd op een aangename wijze in te vullen. Haar vrije tijd brengt ze door met mama op café. XXX slaapt heel veel.
Pagina 4
Naam: Geboortedatum:
Van Der Linden XXX 22/03/1988
Verslag: 24 / 01 / 2006
6. ZELFREDZAAMHEID Besluit: de zelfredzaamheid is zeer gering voor de algemene dagelijkse levensverrichtingen, XXX zal altijd afhankelijk zijn van een ander.
Persoonlijke redzaamheid: Persoonlijke hygiëne: XXX maakt meestal een fitte indruk. Haar kledij is gepaste en verzorgd. Ze is functionele onafhankelijkheid bij het zich wassen en verzorgen (zelfhygiëne: voldoende).
Voedingsgewoonte: Ongezonde voedingsgewoonte door een gebrek aan inzicht, is niet instaat om haar eigen voedingsgewoonten te bepalen en bij te sturen. Ze snoept veel. Op school eet ze veel.
Ziek – EHBO: Ze is nog niet instaat om een kleine wonde correct te verzorgen. Kan de ander duidelijk maken, dat ze zich niet lekker voelt. Als ze weet hoe ze geneesmiddelen moet gebruiken, zal ze zich daar wel aan houden.
Huishoudelijke redzaamheid: Voedsel bereiden: Op dit ogenblik is ze nog niet instaat om een eenvoudig gerecht klaar te maken.
Winkelen: XXX haar waardebesef ligt vrij laag, het is onvoldoende om zichzelf te voorzien van eenvoudige aankopen.
Huishoudelijke activiteiten: XXX is op dit ogenblik enkel in staat eenvoudige opdrachten in de keuken te verrichten (de tafel dekken, wegzetten, afdrogen, vegen).
Maatschappelijke redzaamheid: Oriëntatie: Altijd samen met moeke opstap.
Betalingsverkeer en postverkeer: Kan geen geldhandelingen uitvoeren aan de kassa en restaurant.
Zelfstandig wonen / Huisvesting: Zal nooit instaat zijn om zelfstandig de huur en nutsvoorzieningen (EGW), kijk- en luistergeld te betalen.
Vervoer: Kan nog niet zelfstandig gebruikmaken van de openbare vervoersmogelijkheden. Geraakt gemakkelijk in paniek. Op uitstap is naast haar stappen niet voldoende, ze zal een arm willen geven. Ze is niet instaat om een omroepbericht in de tram, metro of in de trein te begrijpen (namen van steden, wisselen van perron of een tijdstip). Kan fietsen, maar niet goed.
Pagina 5
Naam: Geboortedatum:
Van Der Linden XXX 22/03/1988
Verslag: 24 / 01 / 2006
7.SOCIALE CONTEXT Gezinssituatie Het betreft hier een zwak sociaal gezinsmilieu. XXX is geboren na 8 maanden zwangerschap. Op leeftijd van 2,5 maanden zou XXX reeds woedeaanvallen gekregen hebben. Omwille van de psychologische problematiek (spreken tegen zichzelf, …) waren er heel wat conflictsituaties met de moeder. XXX zat daardoor een tijd op internaat. Er lijkt nu een zekere wil te zijn bij de moeder, maar door gebrek aan inzichten en vaardigheden blijkt het moeilijk. De moeder is zelf vrij beperkt qua mogelijkheden om mediërend tussen kind en werkelijkheid te staan.
Leerling thuis Er zijn heel wat problemen als mama een vriend heeft, XXX is heel jaloers. Er zijn ook heel wat problemen met de broer (drugsgebruiker).
Contact school ouders Als het niet aangereikt wordt zal moeder niet reageren, alleen in uiterste nood zal moeder contact met de school zoeken.
Pagina 6
