harde materialen kunststof acrylonitril butadieen styreen (abs)
eigenschappen abs is een vormvast materiaal en heeft weinig neiging tot kruip. de maximale gebruikstemperatuur ligt tussen de 85°c en de 100°c, afhankelijk van de modificatie. minimale gebruikstemperatuur is vanaf -35°c. soortelijke massa: 1,06 g/cm3 treksterkte: 39 mpa buigsterkte: 67 mpa rek bij breuk: 30% elasticiteitsmodulus: 2000 mpa kerfslagwaarde: 2 kj/m2 gebruik • • • • • • • •
autobumpers; λεγο-blokjes; golf-clubs; apparaatbehuizingen; pijpen; intellicams; αιρσοφτ guns. goedkopere motorhelmen
aramide
vezels gesponnen uit para-aramide hebben een bijzonder grote treksterkte, laag gewicht, kleine rek en zijn bestand tegen relatief hoge temperaturen. gebruik en eigenschappen aramidevezels worden onder andere gebruikt in kogel- en scherfwerende vesten, sleep- en hijskabels, zeilen voor competitieboten, kano's en kajaks, brandwerende kleding, remvoeringen en sterke en lichte composieten. het wordt ook gebruikt voor spullen voor extreme sporten, beschermende kleding voor dierenverzorgers,composiet voor vliegtuigen, lekvrije fietsbanden, bootzeilen, ter vervanging van asbest, soms in luidsprekers en recent ook in de bladen van modelhelikopters. meta-aramide wordt vooral gebruikt als hittebestendig textiel in brandwerende kleding. wanneer de polymeer gesponnen wordt, dan resulteert dat in een para-aramide met een enorme kracht die hitte- en snijbestendig is. para-aramide draden corroderen niet en hun kracht wordt niet verzwakt door onderdompeling in water. de kracht om kogels te stoppen neemt echter wel af als de aramide nat is, tenzij deze speciaal waterbestendig gemaakt is. beschermde kleding (hitte bestendig/ kogelwerend vest): • vlam-dovende kleding • περσοονλιϕκε βεσχηερµινγσµιδδελεν en helmen • σνιϕβεστενδιγε ηανδσχηοεν • σπορτ αρτικελεν • τεξτιελ composiet: • composiet (materiaal) • ϖεζελϖερστερκτε κυνστστοφφεν • τεχηνισχη παπιερ • ασβεστ vervanging • hete lucht filtratie • ζειλ doek • λυιδσπρεκερ woofers • βοοτροµπ materiaal
autoindustrie: • remblokken • τυρβο σλανγεν • τανδριεµ ανδ ϖ−ριεµεν • λυχητβανδ, nieuw met sulfron (zwavel gemodificeerd twaron) • mechanical rubber goods versterking lineaire trekkrachten • glasvezel kabels (ofc) • τουωεν • υµβιλιχαλ καβελσ (offshore toepassing) • ρεινφορχεδ τηερµοπλαστιχ πιπεσ acrylvezel
acryl is een synthetische vezel, die wordt verkregen uit polymerisatie van acrylonitril. polyacryl vormt lange lineaire moleculen, die zeer geschikt zijn voor gebruik als (textiel)vezel. zuiver polyacrylonitril is niet geschikt voor het maken van kleding omdat deze kunststof zeer brandgevaarlijk is en slecht hecht aan kleurstoffen. door toevoeging van kleine hoeveelheden van vinylchloride aan het polymeer wordt de brandbestendigheid verhoogd. door toevoeging van styreen wordt de hechting van kleurstoffen verbeterd. vezels van zuiver polyacryl kunnen door middel van pyrolyse omgezet worden in koolstofvezels. bakeliet
bakeliet (pf) is een kunststof die vooral rond het midden van de 20e eeuw veel gebruikt werd. het is een mengsels van fenol en formaldehyde. het resultaat was uiteindelijk de kunststof bakeliet (omstreeks 1908). bakeliet is een synthetisch kunstharsproduct en laat zich gemakkelijk in allerlei vormen persen, heeft een grote mechanische stevigheid met daarnaast een hoog vermogen tot elektrische isolatie. vanwege deze laatste eigenschap werd het toegepast in de elektrotechniek. later werd die functie overgenomen door nieuwe kunststoffen. technische gegevens • • •
thermoharder διχητηειδ 1,28 g/cm³ zeer goede isolator: • lage elektrische geleidbaarheid • hoge overslagspanning (in de orde van 20kv/mm) • bestand tegen temperaturen tot 300 graden celsius
toepassingen • •
tussenlaag in geleiders (als elektrische isolatie bijvoorbeeld bij de stroomleidingen boven de treinsporen); hittebestendige handvatten (bijv. bij pannen)
carbon (kunststof)
carbon is de gangbare benaming voor een composietmateriaal dat bestaat uit koolstofvezels en kunsthars. het onderscheidt zich door grote sterkte en stijfheid en laag gewicht. de naam carbon komt van het engelse woord voor koolstof. carbon heeft vele toepassingen. aanvankelijk in de lucht- en ruimtevaart, maar er bestaan nu ook toepassingen in bijvoorbeeld lichtgewicht polsstokken, wandelstokken, surfmasten, fietsen (bijvoorbeeld de wielen), helmen en duikflessen.
celluloid
celluloid is de naam van een groep chemische verbindingen op basis van nitrocellulose en kamfer plus kleurstoffen en hulpstoffen. in het algemeen wordt celuloid gezien als de eerste thermoplast. celluloid kan makkelijk gegoten en bewerkt worden en er zijn aanwijzingen dat van oorsprong celluloid werd gebruikt als vervanger voor ivoor. celluloid is zeer brandbaar en de verbindingen zijn niet stabiel, en daarom wordt het nog maar weinig gebruikt. een uitzondering zijn tafeltennisballetjes die nog steeds van celluloid zijn gemaakt. er zijn op nitrocellulose gebaseeerde plastics van iets eerdere datum dan celluloid:
collodion is uitgevonden in 1848 en werd gebruikt om wonden af te dekken en als emulsie voor fotografische platen. als het wordt gedroogd ontstaat een celluloid-achtige film. celluloid is eind 19e en in de eerste helft van de twintigste eeuw voor vele doeleinden gebruikt: vulpennen, mesheften, speelgoed, etc. de nadelen, brandbaarheid en spontane decompositie, maakten dat het werd vervangen door plastics op basis van cellulose acetaat en polyethyleen vanaf het midden van de twintigste eeuw. in de eenentwintigste eeuw worden er weer vulpennen gemaakt van celluloid, door onder andere de fabrikanten stipula, conway stewart en visconti (uit florence). het gebruik van celluloid als basis voor de eerste films heeft grote problemen gegeven bij het conserveren van deze films.
elastomeer
elastomeren zijn polymeren met rubberachtige eigenschappen. het woord elastomeer komt van de woorden ‘elastisch’ en ‘mer’ (dat iets betekent als 'deel', zoals in bijvoorbeeld ‘polymeer’ of ‘monomeer’) een elastisch materiaal neemt weer zijn oorspronkelijke vorm aan na verwijdering van een externe belasting. voorbeelden van elastomeren zijn:
• • • • • • • •
natuurrubber (nr) επδµ-rubber ισοπρεενρυββερ (ir) στψρεεν−βυταδιεενρυββερ (sbr) ισοπρεεν−βυτψλρυββερ (iir) νεοπρεεν (polychloropreen) πολψυρετηααν (pur) επιχηλοορηψδρινερυββερ (eco)
repulan
een aantal eigenschappen van repulan : • slijtvast • elastisch • variatie in hardheden van 0 tot 97 shore a • schokdempend • producten met signaalkleuren • goede hechting op staal • hoge scheursterkte • hydrolysebestendig • bestand tegen diverse oliesoorten • verschillende wanddikten in één product mogelijk
plastic plastic is een groepsnaam afkomstig uit het engels, in het nederlands heet het ook wel plastiek. het woord wordt ook in de nederlandse taal veel en in ruime zin gebruikt als alternatief voor "kunststoffen".
een plastic is oorspronkelijk alleen een kunststof waarvan door plastische vormgeving verhitting in een vorm onder druk - een voorwerp kan worden gemaakt. men spreekt dan van een thermoplast. lang niet alle kunststoffen vallen daaronder. daarom spreekt men in de kunststofindustrie liever van kunststoffen of van polymeren. een goed voorbeeld van een kunststof die na vorming niet meer plastisch te vervormen valt is polyurethaanschuim, dat veel wordt toegepast in meubels, kussens en dergelijke, maar in zijn harde vorm ook in koelkasten. het witte materiaal waaruit allerlei flessen kunnen worden gemaakt (polyetheen) daarentegen is wel weer smeltbaar en kan dus in principe opnieuw verwerkt worden zonder chemische afbraak. ook vuilniszakken worden van thermoplastisch materiaal vervaardigd - door middel van een blaasproces.
natuurlijke polymeren • •
cellulose ρυββερ
kunstmatige plastics • • • • • • • • • • •
polyvinylchloride (pvc) πολψετηεεν (pe) πολψπροπεεν (pp) πολψστψρεεν (ps) νψλον (polyamide, pa) αραµιδε πολψεστερ πολψετηεεντερεφταλαατ (pet) βακελιετ πολψµετηψλµετηαχρψλαατ (pmma, plexiglas, limacryl of perspex) πολψετηψλεεν τερεφταλαατ γλψχολ (petg)
polymethylmethacrylaat polymethylmethacrylaat (pmma) is een polymeer van methylmethacrylaat. deze transparante thermoplast is beter bekend onder de naam plexiglas.
toepassing polymethylmethacrylaat laat ongeveer 90% van het licht door en wordt daarom vaak gebruikt ter vervanging van glas, ten opzichte waarvan het een aantal voordelen biedt: • het is lichter; • het versplintert niet; • het is eenvoudig in allerlei vormen te produceren; • het laat meer licht door dan gewoon glas.
er zijn ook nadelen: • het is minder hard dan glas en daardoor gevoeliger voor beschadiging (krassen); • zonder de nodige additieven laat het ultraviolet licht door (kan afhankelijk van de toepassing ook een voordeel zijn); • het is minder hittebestendig dan glas. • het is zeer brandbaar. ramen, die vaak wat klappen te verwerken krijgen, zoals in ijshockeystadions, worden vaak van polymethylmethacrylaat gemaakt. net door deze eigenschap kwamen de passagiers bij de kabeltreinramp in kaprun vast te zitten in de afgesloten wagons. een andere toepassing is bijvoorbeeld in aquaria. het wordt soms ook gebruikt in dvd's, maar het duurdere polycarbonaat is daar geschikter voor. de polymethylmethacrylaten worden ook gebruikt in de tandheelkunde bij de vervaardiging van een losse prothese en bij de eerste generatie van composietvullingen.
rubber rubber is een polymeer dat voorkomt als een emulsie in het sap van een aantal plantensoorten (dit sap is bekend als latex), zoals braziliaanse rubberboom, indische rubberboom (ficus elastica), euphorbia's (manihot glaziovii), paardenbloem o.a. taraxacum kok-saghyz, parthenium argentatum, funtumia elastica, landolphia spp. en cryptostegia spp.. de naam komt van het engelstalige werkwoord voor wrijven (to rub). natuurlijk rubber wordt doorgaans geproduceerd uit latex, gewonnen uit de braziliaanse rubberboom. ongeveer 33% van dit sap bestaat uit rubber. de latex wordt vervolgens gefiltreerd en verdund met water. het resultaat hiervan wordt met zuur behandeld om de rubberdeeltjes te doen stollen. het resultaat hiervan, ook rubber genoemd, wordt tot dunne plakken gerold en gedroogd. voor het synthetisch produceren van rubber is polymerisatie vereist, een proces dat ook gebruikt wordt in de productie van plastics. voorbeelden van synthetische rubbers zijn chloropreen rubbers, butadien rubbers en butyl rubbers. in 1770 ontdekte de chemicus joseph priestley per ongeluk dat rubber potloodstrepen kon verwijderen. rubber werd vanaf dat moment vooral in kleine stukjes verkocht als vlakgom en het materiaal werd rubber genoemd, naar het engelstalige werkwoord voor wrijven (to rub).
geschiedenis rubber wordt al heel lang verzameld en gebruikt in het natuurlijk verspreidingsgebied van rubber bevattende planten, zoals de braziliaanse rubberboom. de meso-amerikaanse beschavingen wonnen de rubber meestal van de castilla elastica. zij gebruikten rubberen ballen voor een balspel. ook zijn pre-columbiaanse rubberen ballen gevonden. deze vondsten dateren van 1600 v.chr. volgens bernal díaz del castillo waren de spaanse veroveraars zo verbaasd over de stuiterende rubberen ballen dat zij dachten dat deze waren behekst. de maya's maakten een tijdelijke rubberen schoen door hun voeten in een latexmengsel te dopen. rubber werd daarnaast gebruikt voor constructie-doeleinden, zoals bindmateriaal om stenen en metalen werktuigen aan houten handvatten vast te maken.
omdat het vulkaniseren nog niet was ontdekt gebruikten de oude meso-amerikanen organische middelen, waarbij ruwe latex werd gemengd met sap van andere planten, zoals die van ipomoea alba. dit gaf vergelijkbare resultaten. in brazilië werd rubber gebruikt voor het waterdicht maken van kleding. het verhaal gaat dat toen de eerste europeanen uit brazilië met deze kleding terugkeerden in portugal ze berecht werden op verdenking van tovenarij. de eerste rubber banden werden in 1791 gemaakt. in 1820 begon thomas hancock in engeland producten van rubber te maken. in 1828 breidde hij uit naar frankrijk, en in 1832 naar de verenigde staten. in 1839 werd het vulkaniseren uitgevonden door charles goodyear en/of hancock. hierna nam de vraag naar rubber sterk toe. in 1910 slaagde de russische chemicus sergei vasiljevich lebedev erin om synthetisch rubber te maken gebaseerd op poly-butadieen. zijn boek, research in polymerisation of by-ethylene hydrocarbons (1913), werd de bijbel voor de studie van synthetisch rubber.
gebruik rubber wordt onder meer gebruikt voor: autobanden, condooms, rubberen balletjes, rubberen kogels, sommige handvatten, gummen, de zolen van schoenen, laarzen en fietszadels
____________________________________________ eigenschappen classificatie van materialen van oorsprong werden vaste stoffen ingedeeld in drie hoofdgroepen: metalen, keramiek en polymeren (zowel natuurlijke als kunstmatige polymeren). sinds de ontwikkeling van het vakgebied materiaalkunde halverwege de 20ste eeuw zijn daar twee technisch samengestelde materiaalgroepen bijgekomen, en wel de composieten en de halfgeleiders. in de laatste decennia zijn er echter diverse materiaalgroepen bijgekomen, ieder met hun eigen toepassingsgebied en typische eigenschappen zoals biomaterialen, de vloeibare kristallen en de zogeheten "smart materials".
metalen en legeringen een metaal is een materiaal dat doorgaans goed elektriciteit geleidt, taaie breuk vertoont en middels gieten vervormd kan worden na verwarming. metalen zijn vaak zwaar, glimmen, en kunnen na enige tijd corrosieverschijnselen vertonen. er zijn zeer goedkope metalen zoals ijzer, maar ook zeldzame, dure metalen zoals goud en platina. metalen die bestaan uit twee of meer elementen, worden legeringen genoemd. enkele voorbeelden van metalen zijn ijzer, koper, aluminium en tin. enkele voorbeelden van legeringen zijn staal, brons en messing. ijzer
van alle bekende metalen wordt ijzer het meest gebruikt, tegenwoordig vooral in de vorm van staal. omdat het goedkoop en sterk is wordt het gebruikt voor bijvoorbeeld auto's, schepen en voor het bouwen van grote constructies. andere toepassingen van ijzer zijn: • in transformatoren (als ijzer of als ferriet). • γιετιϕζερ, waarbij het gesmolten ijzer in een vuurvaste vorm wordt gegoten. zie ook: ijzeroer. • ωελιϕζερ, ook wel getrokken ijzer genoemd. • ijzerwerk, vroeger ambachtelijk vervaardigd door een smid in een smederij. goud
toepassingen als zuiver metaal is goud vrijwel onbruikbaar voor industriële toepassingen doordat het erg zacht is. in plaats daarvan wordt het veelvuldig gebruikt in legeringen omdat het element over uitstekende elektrische eigenschappen beschikt en zeer corrosiebestendig is. sinds de 20e eeuw is goud praktisch onmisbaar in de industrie. enkele toepassingen zijn: • kwalitatief hoogwaardige elektrische schakelaars, connectoren, etc. • in de ruimtevaart als coating voor kunstmanen omdat goud ultraviolette straling goed reflecteert. • hoewel het veelal is vervangen door andere metalen wordt in sommige monetaire stelsels goud (nog) gebruikt voor muntgeld.
• • • • • •
in veel elektronische componenten wordt goud gebruikt. de radioactieve isotoop 195au wordt gebruikt bij kankeronderzoek . het dekken van papier- en muntgeld (zilver wordt daarbij ook gebruikt) in de geschiedenis van de mens was goud vanwege zijn glans en schaarsheid altijd een symbool van weelde. huishoudelijke voorwerpen werden dan ook soms van goud gemaakt of verguld. hetzelfde gold voor kunstwerken. de mooie glans en de goede corrosiebestendigheid maken goud een gewild metaal voor sieraden. 80% van al het goud wordt hiervoor gebruikt. βορδυυρωερκ
metallisch goud heeft een gele glanzende kleur. zeer fijn verdeeld kan het ook andere kleuren zoals zwart of donkerpaars aannemen. van alle bekende metalen is goud het makkelijkst te buigen en te vervormen. een blokje goud van 1 gram kan worden geplet en gewalst tot een plaat met een oppervlakte van 1 vierkante meter. goud is een zeer goede elektrische en thermische geleider en vrijwel inert. platina
platina vindt veel toepassing in juwelen en apparatuur die hoge temperaturen moet kunnen doorstaan, zoals chemische smeltkroezen en ovens. fijn verpoederd platina kan dienst doen als katalysator. andere toepassingen van platina zijn: • van 1889 tot 1960 bestond de standaardmeter in parijs uit een legering van platina en iridium. later kreeg de meter een andere definitie (zie krypton). • als definitie van de standaardwaterstofelektrode. • omdat het grote hoeveelheden waterstofgas kan absorberen die het bij verhoogde temperatuur weer vrijlaat, is platina mogelijk bruikbaar als opslagmedium in brandstofcellen. • bij de productie van kunstmest, explosieven en salpeterzuur wordt platinagaas gebruikt voor de oxidatie van ammoniak. • in de petrochemische industrie wordt platina gebruikt bij o.a. de raffinage van
ruwe olie en de productie van brandstoffen met hoge octaangehalten. • de uitzettingscoëffiënt van platina is vrijwel gelijk aan die van sommige glassoorten, waardoor het wordt toegepast bij het sealen van glas-elektroden. • platinadraad wordt in de industrie veelvuldig gebruikt als temperatuurhyperlink "/wiki/sensor"sensor in pt100- en pt1000-elementen vanwege de nauwkeurigheid en het grote temperatuurbereik. • in legeringen met kobalt krijgt platina goede magnetische eigenschappen. • met osmium kunnen legeringen worden vervaardigd welke bruikbaar zijn in pacemakers en andere chirurgische implantaten. de verbinding ptcl2(nh3)2 kan een effectief medicijn zijn tegen sommige vormen van kanker, zoals leukemie en prostaatkanker. platina is een buigzaam en kneedbaar metaal dat over een mooie zilverwitte glans beschikt en is goed bestand tegen corrosie door cyaniden, halogenen, zoutzuur en oxideert niet aan de lucht. omdat het metaal onschadelijk is voor mensen en niet snel dof wordt, is het zeer geschikt om juwelen van te vervaardigen. verder zijn de goede bestendigheid tegen hoge temperaturen en de stabiele elektrische eigenschappen opmerkelijk, waardoor platina op industriële basis veelvuldig wordt toegepast. het enige zuur waarin platina oplost is koningswater. de meest voorkomende oxidatietoestanden van platina zijn +2, +3 en +4.
keramiek hoewel veel mensen bij het woord "keramiek" waarschijnlijk vooral denken aan delfts blauw aardewerk, is keramiek de verzamelnaam voor materialen die zijn samengesteld uit metallische en niet-metallische atomen. keramische materialen zijn doorgaans bros en hard. in tegenstelling tot metalen zijn ze elektrisch isolerend en tevens zijn ze goed bestand tegen hoge temperaturen. voorbeelden van keramische materialen zijn zand, klei, leem, natuursteen, basalt, graniet, diamant, aardewerk, porselein, glas, kristal, baksteen, kalkzandsteen, cement en perliet.
polymeren polymeren zijn organische structuren die uit lange moleculen bestaan. de chemische samenstelling bestaat met name uit koolstof en waterstof en andere niet-metallische elementen. polymeren hebben een lage dichtheid en zijn zeer flexibel. naast plastics en andere kunststoffen vallen ook natuurlijke stoffen als natuurrubber onder de polymeren. voorbeelden van polymeren zijn bakeliet, polyetheen, nylon en teflon. zie ook polymeer
composieten een composiet is een materiaal dat is opgebouwd uit verschillende componenten. vaak
worden hiermee vezelversterkte kunststoffen bedoeld. de vezels zorgen voor de krachtsdoorleiding en de matrix (vaak kunststoffen) houden de vezels samen en zorgen voor het overbrengen van schuifspanningen. bekendste vezels zijn glas, aramide (kevlar) en koolstofvezel (carbon). voorbeelden van composieten zijn glasvezel, glare en spaanplaat, maar ook beton wordt tot de composieten gerekend. zie ook composiet
halfgeleiders een halfgeleider is een materiaal wat qua elektrische eigenschappen tussen een metaal (geleidend) en een keramiek (isolerend) in zit. de band gap tussen de valentieband en de geleidingsband is niet zo groot als bij keramische materialen, zodat de elektronen toch een beetje tussen de banden kunnen bewegen, en er daardoor een klein beetje stroom kan lopen. de eerste halfgeleiders werden halverwege de 20ste eeuw ontwikkeld, waardoor de ontwikkeling van bijvoorbeeld elektronica, computers en zonnecellen mogelijk werd. zie ook halfgeleider
biomaterialen biomaterialen zijn in zekere zin geen aparte klasse van materialen. materialen uit ieder van de bovengenoemde vijf klassen kunnen als biomateriaal gebruikt worden. een biomateriaal wordt gebruikt voor implantaten in het menselijk lichaam ter vervanging van zieke of beschadigde lichaamsdelen. zie ook biomateriaal
zachte materialen: vloeibare kristallen , colloïden, gels een vloeibaar kristal verenigt een aantal typische eigenschappen van kristallijn vaste stoffen en van vloeistoffen in zich. het materiaal vervormt en vloeit als een vloeistof maar het is anisotroop als een kristal. bovendien zijn de optische eigenschappen gemakkelijke te beïnvloeden door het aanleggen van een elektrische spanning. zij worden veel toegepast in beeldschermen. deze materialen zijn een voorbeeld van zachte materialen, de studie waarvan recentelijk een grote vlucht genomen heeft. zie ook vloeibaar kristal
smart materials de naam "smart materials" (letterlijk slimme materialen) wordt gebruikt als verzamelnaam voor de klasse van materialen die grote veranderingen in hun vorm kunnen ondergaan door externe invloeden. zie ook smart material
eigenschappen van materialen de relatie tussen de eigenschappen van materialen en hun samenstelling en structuur wordt wetenschappelijk onderzocht in het vakgebied van de materiaalkunde. door deze relatie in kaart te brengen, kunnen nieuwe materialen met gewenste eigenschappen
ontwikkeld worden. de belangrijkste eigenschappen van vaste stoffen zijn te groeperen in zes verschillende categorieën: mechanische, elektrische, thermische, magnetische, optische en corrosieve eigenschappen. mechanische eigenschappen omvatten onder meer de elasticiteit, treksterkte en hardheid van een materiaal, de diëlektrische constante behoort tot de elektrische eigenschappen. zie ook de lijst van materiaaleigenschappen
materiaalkeuze een goede materiaalkeuze staat of valt met een goed begrip van de wijze waarop het eindproduct gebruikt zal worden. dit is een onderdeel van de toegepaste (technische) wetenschappen als civiele techniek, werktuigbouwkunde en industrieel ontwerpen naast de materiaaleigenschappen, moet er ook rekening worden gehouden met aspecten als: • prijs en beschikbaarheid • levertijden • persoonlijke voorkeuren • µοδε daarbij moet de totale levenscyclus van het product in het oog gehouden worden: • de fabricage (aspect: bewerkbaarheid van het materiaal, snelheid van werken, bijvoorbeeld, de droogtijd van lijm) • het gebruik zelf • verwerkbaarheid na gebruik (afvalverwerking, hergebruik en recycling) de eisen die aan een materiaal gesteld worden liggen vaak op verschillende vlakken en hangen sterk af van de toepassing die men in gedachte heeft. een materiaal kan bijvoorbeeld hard zijn, zoals glas, maar ook bros en zwaar. voor een toepassing als de vervaardiging van melkflessen is glas daarom goeddeels verdrongen door een kunststof, hdpe. ook economische of ecologische overwegingen spelen hierbij een grote rol. diamant is bijvoorbeeld zowel hard als licht, maar is bijzonder duur en moeilijk tot melkflessen te vormen.