Factoren Competenties1 Leiden en beslissen A. Beslissen en activiteiten initiëren B. Aansturen C. Begeleiden Ondersteunen en samenwerken D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen Interacteren, beïnvloeden, presenteren G. Relaties bouwen en netwerken H. Overtuigen en beïnvloeden I. Presenteren Analyseren en interpreteren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen L. Materialen en middelen inzetten Creëren en leren M. Analyseren N. Onderzoeken O. Creëren en innoveren P. Leren Organiseren en uitvoeren Q. Plannen en organiseren R. Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten S. Kwaliteit leveren T. Instructies en procedures opvolgen Aanpassen en aankunnen U. Omgaan met verandering en aanpassen V. Met druk en tegenslag omgaan Ondernemen en presteren W. Gedrevenheid en ambitie tonen X. Ondernemend en commercieel handelen Y. Bedrijfsmatig handelen
ko Ve r
Sp e
ci
al
is
t
Competentiemodel Kenniscentrum beroepsonderwijs Bedrijfsleven
ur lle ro nt co er rd ee
x
x x x x x x x
x x x x x x x
er C D on oc su umlta ennt tb eh
id je
Pr o
ko Ve r
ct
pe
le
r
t is al ci Sp e
x x x x x
x x
x x x x x x x x x
x x
x
n de ‘klant’ richten x x x x x x x x
x x x x
x x x
x x x x x x
x
x
x x x x x x x
x x x
Factoren
Competenties P A. Beslissen en activiteiten initiëren
Leiden en beslissen
B. Aansturen
C. Begeleiden
D. Aandacht en begrip tonen Ondersteunen en samenwerken
E. Samenwerken en overleggen F. Ethisch en integer handelen G. Relaties bouwen en netwerken
Interacteren, beïnvloeden, presenteren
Analyseren en interpreteren
Voorbeeld van verschillende componenten die in deze fase actief aan bod kunnen komen - Beslissingen nemen - Afgewogen risico’s nemen - Verantwoordelijkheid nemen voor eigen beslissingen en activiteiten - Taken delegeren - Instructies en aanwijzingen geven - Functioneren van mensen controleren - Richting geven - Taken delegeren - Diversiteit benutten - Adviseren - Motiveren - Luisteren - Inleven in andermans gevoelens - Begrip hebben voor standpunten en houdingen van anderen - Interesse tonen - Anderen raadplegen en betrekken - Afstemmen - Pro-actief informeren - Integer handelen - Relatienetwerk onderhouden en benutten - Relaties opbouwen op verschillende niveaus - Ideeën en meningen naar voren brengen en onderbouwen
H. Overtuigen en beïnvloeden - Overeenstemming nastreven - Onderhandelen - Duidelijk uitleggen en toelichten - Op toehoorders inspelen I. Presenteren - Betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen - Onderhoudend communiceren - Nauwkeurig en volledig rapporteren - Structuur aanbrengen J. Formuleren en rapporteren - Communicatie op de ontvanger(s) richten - Correct formuleren - Vlot en bondig formuleren - Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden K. Vakdeskundigheid - Expertise delen toepassen - Vakspecifieke manuele vaardigheden aanwenden - Geschikte materialen en middelen kiezen - Materialen en middelen doeltreffend gebruiken L. Materialen en middelen inzetten - Goed zorgdragen voor materialen en middelen - Materialen en middelen doelmatig gebruiken
M. Analyseren
Creëren en leren N. Onderzoeken O. Creëren en innoveren P. Leren
Q. Plannen en organiseren
Organiseren en uitvoeren
R. Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten S. Kwaliteit leveren
T. Instructies en procedures opvolgen
Aanpassen en aankunnen
Ondernemen en presteren
U. Omgaan met verandering en aanpassen V. Met druk en tegenslag omgaan W. Gedrevenheid en ambitie tonen x. Ondernemend en commercieel handelen Y. Bedrijfsmatig handelen
- Informatie genereren uit gegevens - Gegevens controleren en aannames toetsen - Conclusies trekken - Oplossingen voor problemen bedenken - Verbanden leggen - Informatie uiteenrafelen - Informatie achterhalen - Vanuit meerder invalshoeken kijken - Open staan voor nieuwe informatie - Toekomstvisie laten zien - Veranderingen zoeken en introduceren - Leren van feedback en fouten - Doelen en prioriteiten stellen - Activiteiten plannen -Tijd indelen - Mensen en middelen organiseren - Voortgang bewaken - Behoeften en verwachtingen achterhalen - Aansluiten bij behoeften en verwachtingen - 'Klant'-tevredenheid in de gaten houden - Kwaliteits- en productiviteitsnormen formuleren - Kwaliteits- en productiviteitsnormen bewaken - Kwaliteitsniveaus halen - Systematisch werken - Werken conform voorgeschreven procedures - Werken conform veiligheidsvoorschriften - Instructies opvolgen - Werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen
- Effectief blijven presteren onder druk - Grenzen stellen
- Inzicht tonen in de dynamiek van de organisatie - Kostenbewust handelen
Tijdens de werkzaamheden in deze fase wordt de projectmedewerker in staat gesteld om aan de b competenties en de daarbij behorende componenten te werken. Afhankelijk van de rol die een projectmedewerker heeft, kunnen er naast deze competenties meerd aan bod komen (zie ook schema Competenties per rol).
F a s e
F a s e
F a s e
F a s e
F a s e
F a s e
F a s e
F a s e
0
1
2
3
4
5
6
7
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x
staat gesteld om aan de bovenstaande
deze competenties meerdere competenties
x
x x x x
x x
x
x