BELEIDSPLAN MEDIAWIJSHEID
MARJOLIJN ABBINK NIJMEGEN november 2009
Beleidsplan mediawijsheid
Inhoudsopgave:
1. Inleiding
3
2. Media
5
3. Mediawijsheid
8
4. Analyse
11
5. Doelgroepen
14
6. Doelstellingen
15
7. Plan
15
8. Benodigdheden
16
9. Budget
17
10. Evaluatie
17
11. Bronnen
18
2
Beleidsplan mediawijsheid
1. INLEIDING
Gezien mijn leeftijd en geslacht ben ik, volgens de algemene opvatting een Homo Digibetus en geen Homo Zappiens( Wim Veen: Homo Zappiens, 2009). Maar ik ben ontsnapt en zit daar ergens tussenin. Eind jaren ‘ 70 luisterde ik geboeid naar de verhalen van mijn huisgenoten die studeerden aan de TU. Ze probeerden mij de werking van de computer bij te brengen en te overtuigen van het nut van dit fenomeen. Bijvoorbeeld de poets- en etenslijsten invoeren en een schema over wie er mee eet en wat het kost, maar ook recepten, zodat je met een druk op de knop een lekkere maaltijd met zuurkool kunt vinden. Ik vond het fascinerend en nog steeds, mede doordat het nu veel verder gaat dan die zuurkool. Toen ik 11 jaar geleden begon met mijn baan in de bibliotheek van het Montessori College (onderbouw van VMBO-b t/m VWO-plus waren daar nog geen computers. Maar na een paar maanden deden ze hun intrede en werden we een mediatheek. Iedereen blij, vooral de leerlingen, die zich massaal op het nieuwe medium stortten.(en ik ook). Ach, zei men tegen ons, ( toen 40-gers) die leerlingen houd je toch niet bij, die weten heel snel hoe ze hiermee om moeten gaan en bovendien krijgen ze ook nog Informatiekunde. Dus letten jullie maar op dat ze geen “gekke” dingen doen. Maar al gauw merkte ik dat leerlingen misschien snel zijn in het gebruiken van nieuwe media, maar informatie zoeken, kritisch beoordelen en verwerken vraagt andere vaardigheden.. Bovendien is het werken met verschillende programma’s voor de meeste leerlingen niet vanzelfsprekend. Vaak wordt opgemerkt dat jongeren al doende leren. Dat is ook wel zo, maar tot op bepaalde hoogte, ze willen datgene leren wat met hun directe leefwereld te maken heeft. Waarom zou je leren hoe je een folder maakt of hoe je kritisch naar reclame kijkt als je dat niet nodig hebt bij MSN, Hyves of gamen. Leerlingen komen de school binnen en worden verdeeld naar een bepaald niveau, maar naar het niveau van vaardigheden t.a.v. de media wordt niet gekeken. Dit kan heel erg verschillen, omdat de ene basisschool er wel aandacht aan besteedt en de andere veel minder of helemaal niet. Het lijkt allemaal heel vanzelfsprekend hoe jongeren omgaan met deze nieuwe communicatiemiddelen, daar hebben ze ons volwassenen niet voor nodig, maar wel hoe ze kritisch en veilig om kunnen gaan met deze mogelijkheden. Ze consumeren niet alleen maar ze zijn ook producent, 3
Beleidsplan mediawijsheid
door zelf filmpjes, blogs, foto’s en websites enz. op internet te plaatsen. Maar ik vind het ook belangrijk dat wij als volwassenen de positieve kant van deze ontwikkelingen zien en deze gebruiken bij het Mediawijs maken van jongeren. Want hoe je het ook wendt of keert: de ontwikkeling gaat door. Jongeren zullen ons, net als op de weg, vrolijk voorbij fietsen, maar dat wil niet zeggen dat ze dat altijd op een veilige manier doen. Ze worden niet voor niets elke ochtend bij ons op school door de conciërge geholpen bij het oversteken, dus is het niet zo gek dat we ze ook begeleiden op weg naar mediawijsheid. Bovendien hebben ze recht op begeleiding. De aanleiding om de Opleiding tot mediacoach(1) te gaan volgen was dat ik tijdens mijn werk in de mediatheek zie hoe leerlingen ondanks hun technische vaardigheden wat betreft het gebruik van verschillende nieuwe media, vaak vastlopen als het gaat om de inhoudelijke kant. Ze worden daarin vaak overschat. Bovendien leek mij de Opleiding een goede aanvulling op de cursus mediaeducatie die ik een paar jaar geleden gevolgd heb. De doelstelling van de Nationale Opleiding tot Mediacoach is om leerkrachten PO, docenten VO, bibliothecarissen, mediatheekmedewerkers, jeugdhulpverleners op te leiden tot Nationaal MediaCoach, zodat zijn in staat zijn de mediawijsheid van de jeugd, maar ook ouders en professionele opvoeders te verbeteren. (2) Met dit beleidsplan hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het mediawijs maken van leerlingen, collega’s en alle andere betrokkenen. Copyright © 2000 Randy Glasbergen
_________________________________________ (1) Nationale Opleiding Mediacoach NOMC
4
Beleidsplan mediawijsheid (2) Syllabus NOMC 2009 module 1
2. MEDIA Wij hoeven jongeren niet te leren hoe ze allerlei nieuwe media moeten gebruiken, daarin zijn ze vaardig genoeg. Ipod, internet, mobiele telefoons. profielsites enz, zijn voor hen heel gewoon. Wat dat betreft kunnen we veel van hen leren. Media zijn overal, je kunt er niet meer omheen. Televisie is nog steeds het belangrijkste medium Volgens de gegevens van de Stichting Kijk Onderzoek voor 2008 kijken zowel kinderen van 6 tot 12 jaar als jongeren van 13 tot 19 jaar rond de twee uur per dag televisie. (3) Dit is minder dan in 2007, maar wordt waarschijnlijk veroorzaakt door het feit dat jongeren steeds meer gebruik maken van internet om programma’s te bekijken. Wat ik zelf vaak hoor en zie van jongeren is dat ze meerdere media tegelijkertijd gebruiken. Terwijl ze op MSN contact houden met hun vrienden, kijken ze naar de televisie en sturen ondertussen een sms-je. Daarbij kan het ook nog zo zijn dat ze op de computer werken aan hun huiswerk, o ja, de ipod staat ook nog aan. En met de komst van het mobiele internet en WIFI is gebruik van internet niet meer plaatsgebonden en is het continue en overal te gebruiken.De mobiele telefoon is geen telefoon meer maar een kleine computer. Hoe weet je als ouder dan waar je kind mee bezig is? Nu is er nog enige controle mogelijk, maar dan kun je niet meer over de schouder van je kind meekijken.
__________________________________________ 5
Beleidsplan mediawijsheid (3).Stichting Kijk Onderzoek
Kortom de WIFI generatie is geboren.(4) De 10 kenmerken van de WIFI generatie zoals beschreven in het boek: De WIFI- generatie van Liesbeth Hop & Bamber Delver: 1. 100% privacy 2. Autonoom 3. Altijd en overal online 4. Continue traceerbaar 5. Technisch razendsnel 6. Downloadt niets 7. Wil gratis content 8. Legt alles vast 9. Wisselt uit 10. Reflecteert niet
Wanneer het gaat over mediagebruik van jongeren wordt er vaak naar de negatieve kant gekeken. En dat is niet helemaal onterecht: vooral kinderen tot en met 12 jaar zijn gevoeliger voor (voor)beelden in de media dan volwassenen. Zo kan geweld in de media kinderen angstig maken en aanzetten tot agressief gedrag. Reclame voor alcohol en tabak beïnvloedt het gebruik daarvan onder jongeren. Ruwe seksuele omgangsvormen in de media kunnen jongeren onzeker maken of hen het idee geven dat dergelijk gedrag geaccepteerd of zelfs stoer is. Verder zijn er aanwijzingen dat confrontatie met seksueel getinte beelden in de media van invloed zijn op seksueel gedrag en zelfbeeld van jongeren De impact van internet verschilt nog weer van traditionele media omdat daar naast informatie ook communicatie plaats vindt. Bovendien is -vooral voor kinderen - niet altijd duidelijk welke informatie waar is en welke niet.(5)
_________________________________________________________ (4) Liesbeth Hop & Bamber Delver: De WIFI-generatie. Nationale Acadenie voorMedia&Maatschappij, HUB Uitgevers 2009 (5) Brief Ministerie van OC&W aan de Tweede Kamer, april 2008
6
Beleidsplan mediawijsheid
Op dit moment hebben bijna alle (98%) kinderen en jongeren van 7 tot 19 jaar toegang tot internet. Wat doen ze allemaal op internet? Tot 12 jaar zijn kinderen vooral gericht op entertainment. Spelletjes, muziek luisteren, filmpjes kijken etc. Vanaf 12 jaar wordt communicatie, en vooral IM (Instant Messaging zoals MSN) belangrijk. In de leeftijdsgroep van 12 jaar tot 19 jaar neemt het percentage online gamers af. Maar muziek en films downloaden wordt relatief belangrijker.(6)
Gelukkig valt er ook veel positiefs te zeggen over media. • Op veel websites kunnen jongeren hun ideeën uiten, toetsen en informatie vinden. • Media dragen bij aan culturele vorming • Onderling contact is overal en direct mogelijk dankzij internet en mobieltje • Media bieden ontspanning: spelen en surfen op internet is leuk. • Jongeren geven zelf aan veel van gamen te leren: verbeteren van oog-handcoördinatie, leren besluiten te nemen, leren problemen op te lossen, leren met anderen om te gaan (7)
In de mediatheek
________________________________________________ (6). Patti Valkenberg: Beeldschermkinderen 2e druk 2008 (7)Students voices onderzoek - INHolland E-learning - april 2009
7
Beleidsplan mediawijsheid
3. MEDIAWIJSHEID De term mediawijsheid is in 2005 door de Raad voor Cultuur gelanceerd. In juli 2005 schreef de Raad voor Cultuur de nota “Mediawijsheid, de ontwikkeling van nieuw burgerschap”.(8) Daarin stelt ze o.a. het volgende: ” Mediawijsheid duidt op het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld”. 1. Mediawijsheid beslaat meer terreinen dan alleen het onderwijs: ook op het terrein van de zorg, de politiek en veiligheid dienen burgers mediawijs te zijn 2. Mediawijsheid betreft meer mensen dan alleen kinderen en jongeren: om optimaal te kunnen functioneren in de hedendaagse maatschappij zou iedereen mediawijs moeten zijn. in het maatschappelijk proces. 3. Het doel en de noodzaak van mediawijsheid ligt niet in de omgang met de media zelf, maar in het kunnen participeren in het maatschappelijk proces.
De gemedialiseerde samenleving leidt tot andere verhoudingen tussen: 1. media en burgers; 2. tussen burgers onderling; 3. tussen de overheid en burgers en 4. tussen burgers en het bedrijfsleven Vaak heeft men het over nieuwe media, als het gaat om kritisch zijn, maar het geldt net zo goed voor de “oude” media. Het maakt niet zo veel uit waar de informatie vandaan komt, je zult altijd dezelfde vragen moeten stellen: van wie komt de informatie, klopt deze informatie wel en wat betekent het voor mij.
__________________________________________________________ (8) Raad voor Cultuur juli 2005
8
Beleidsplan mediawijsheid
Mediawijsheid gaat niet alleen maar over wat er gevaarlijk of bedreigend is, maar vooral hoe je de mogelijkheden van de media kunt gebruiken om zo beter te kunnen participeren in de samenleving. Maar hoe word je nu mediawijs. De Nationale Opleiding MediaCoach heeft mediawijsheid in vier competenties onderverdeeld(9). 1. Mediabewustzijn Hierbij gaat het er om dat je weet wat media is en in welke vormen je het tegenkomt, maar ook hoe het werkt. Daarbij is kennis van de ontwikkeling van de verschillende mediavormen door de geschiedenis heen niet onbelangrijk. Op die manier kun je laten zien welke invloed media heeft op het leven van mensen. Maar ook inzicht in eigen mediagedrag: wanneer gebruik je media en hoe afhankelijk ben je er van. (verslaving) Ook belangrijk is het kunnen vinden van mediabronnen en mediaboodschappen 2. Mediabegrip Hoe komt een mediaboodschap tot stand, welke factoren hebben daar invloed op. En deze factoren kun je onderverdelen in professionele factoren (keuze producent en technische factoren), cultureel/sociale factoren, economische en politieke factoren. Welke bedoeling zit er achter en welk effect heeft dit. Wanneer is een boodschap commercieel en wanneer informatief. Hoe worden verleidende technieken herkend, zoals iets mooier voorstellen dan in werkelijkheid mogelijk is. 3. Media-attiude Hierbij leer je om te kijken hoe je zelf beïnvloed wordt door media. Kun je op basis van je eigen normen en waarden en die van de maatschappij, mediabronnen en mediaboodschappen beoordelen. Wat is je eigen gedrag ten aanzien van media/inhoud. Laat je je overreden, roept het bepaalde emoties op, ben je in staat om de informatie te interpreteren. Bij mediawijsheid van kinderen en jongeren is het belangrijk om ze te leren nadenken in hoeverre de media een beeld van de werkelijkheid laten zien. Uiteindelijk zullen ze herkennen, begrijpen en kritisch kunnen kijken naar zowel de oude als de nieuwe vormen van commercie. _________________________________________________________ (9) Syllabus NOMC 2009 module 2
9
Beleidsplan mediawijsheid
4. Mediagedrag De vorige 3 stappen zullen tot resultaat hebben dat kinderen en jongeren geleerd hebben hoe ze de juiste informatie moeten zoeken en hoe ze deze kunnen beoordelen. Maar ook het verantwoord kunnen consumeren en produceren van media-inhoud. Verder is het belangrijk dat ze inzicht krijgen hoe media hen kan leren een goede waarneming van de realiteit te ontwikkelen. Daarbij krijgen ze ook zicht op de consequenties van hun eigen mediagedrag en welke invloed deze heeft op anderen.
Mediacoach Gelet op het bovenstaande: wat kan de rol van een mediacoach zijn? Stichting Media Rakkers en de stichting De Kinderconsument die de Nationale Opleiding Mediacoach hebben opgezet geven de volgende definitie van een mediacoach(9): Een mediacoach is iemand die de Nationale Opleiding Mediacoach heeft gevolgd (leerkrachten, docenten, bibliothecarissen of mediathecarissen), binnen zijn of haar eigen school of bibliotheek begeleiding en inspiratie bij mediaonderwijs biedt en zorg draagt voor continuïteit en ontwikkeling met partners buiten school of bibliotheek Een mediacoach is in staat om volwaardige mediaprojecten te initiëren, zoals het opstellen van mediaprotocollen, het organiseren van themaweken en ouderavonden, het begeleiden van mediaprojecten voor kinderen en jongeren, het afhandelen van media gerelateerde projecten, al dan niet in samenwerking met hulpinstanties en het continue informeren van collega’s over nieuwe mediaprojecten. Het is daarom belangrijk dat een mediacoach beschikt over een aantal vaardigheden, m.a.w. zelf mediawijs is en blijft.
4. ANALYSE 10
Beleidsplan mediawijsheid
Het Montessori College is een school voor VMBO, HAVO en VWO. De school heeft vier locaties, de locatie waar ik werk heeft alleen de eerste twee klassen, met ongeveer 600 leerlingen, daarna gaan de leerlingen naar een andere locatie. In elk lokaal bevinden zich enkele computers met internet. Verder staan er meerdere computers op de studievloer, maar deze ruimte wordt bijna altijd gebruikt door een klas, zodat leerlingen uit andere klassen er op dat moment geen gebruik van kunnen maken. In het kader van een proefproject hebben de leerlingen van een VMBO-klas allemaal een netbook. Dan is er nog de mediatheek, waar 32 computers staan. Leerlingen die gebruik willen maken van de computers in de mediatheek hebben een schoolpas nodig. Ook kunnen er in de mediatheek boeken, luisterboeken en DVD’s geleend worden. Verder liggen er enkele tijdschriften en de 7days, de weekkrant voor jongeren De mediatheek leent ook film- en fotocamera’s, externe harde schijven, beamers en laptops uit De school heeft een eigen site en een electronische leeromgeving (Montiplaza) Alle personeelsleden en leerlingen hebben een eigen account om op de computers in te loggen. In de meeste lokalen zis er een tv met dvd-spelers, daarnaast is er nog een mobiele tv. Een aantal lokalen heeft een LCD-scherm De leerlingen komen individueel of met de hele klas onder begeleiding van een docent naar de mediatheek. Mediawijsheid staat niet in het schoolplan, wel is er op de website een bijlage bij het pestprotocol genaamd: mediawijsheid. Hierin wordt uitgelegd wat mediawijsheid is, aan de hand van de nota van de Raad voor Cultuur, maar verder gaat het vooral over cyberpesten en staan er tips in voor docenten hoe daar mee om te gaan en dat je voorzichtig moet zijn met gegevens achterlaten op internet en contact met de leerlingen via profielsites.
Wat doen ze in de mediatheek Leerlingen komen vanuit een les naar de mediatheek om voor het vak waar ze op dat moment mee bezig zijn aan de computer te werken, vaak komen er dan meerdere tegelijk uit dezelfde klas. Het is 11
Beleidsplan mediawijsheid
de bedoeling dat ze een duidelijke opdracht hebben. Meestal vragen we hiernaar, zodat we weten waar ze mee bezig zijn. Met het programma NetopSchool kunnen we zien wat de leerlingen aan het doen zijn.
Leerlingen gebruiken de
computer vooral om
informatie te zoeken op
internet, presentaties maken
met Powerpoint, lesstof
oefenen, klassikale lessen,
werkstukken maken, filmpjes overzetten. Vaak zoeken ze informatie op bekende plekken, zoals google, omdat ze geen andere mogelijkheden kennen. Meestal vergeten ze om bronnen te vermelden, omdat dat niet van ze gevraagd wordt. Met uitzondering van de lessen Wereld Beeld en Taal in de HAVO/VWO klassen, waarbij ze een bronnenboekje moeten maken. Met de informatie die ze vinden weten ze vaak geen weg, te moeilijk, niet duidelijk of het betrouwbare informatie is. Het valt me op dat leerlingen zoiets simpels als een e-mail versturen, al dan niet met bijlage, al te moeilijk vinden. Misschien niet zo gek als je bedenkt dat ze nauwelijks mailen, want alles gaat via MSN. Ook komen ze met vragen als: hoe moet ik iets opslaan op de memorystick, hoe moet ik printen, hoe moet ik kopiëren, hoe kan ik een boek vinden in de catalogus? Ze missen dus een aantal basisvaardigheden. Er is op school geen gezamenlijk afspraak over het bijbrengen van deze basisvaardigheden. Ik zie leerlingen ook vaak heel lang bezig met een powerpoint-presentatie. Meestal vragen ze aan ons hoe het moet. Daarom heb ik een handleiding gemaakt die ze kunnen gebruiken.
Onze taak bestaat vooral uit het uitlenen van boeken en de leerlingen daarbij helpen, apparatuur uitlenen, computers toewijzen, toezicht houden. 12
Beleidsplan mediawijsheid
Maar in de praktijk komt het er vaak op neer dat leerlingen hulp nodig hebben bij het zoeken op internet, uitleg bij bepaalde programma’s. etc. Het omgaan met apparatuur zoals camera’s e.d. vormt ook een probleem voor de meeste leerlingen. Of het overzetten van een filmpje naar de computer. Daarmee komen ze naar ons toe. De school vindt dat dergelijke zaken thuishoren bij de docent, maar die weet het ook niet altijd of komt met de leerling naar de mediatheek en legt het uit. Niet erg efficiënt. Mijn functie Meerdere keren hebben mijn collega en ik aangegeven dat de mediatheek hierin een functie kan vervullen. Een eerder voorstel dat we hebben gedaan ten aanzien van media-educatie is niet opgepakt. Leerlingen komen heel vaak met vragen, maar door de beperkte uren die wij hebben, komen we er niet aan toe ze goed te helpen. Nadat we diverse keren aan de bel hebben getrokken, is er een bijeenkomst belegd met de kernteam-coördinatoren en de leidinggevende om te kijken wat men verwacht van de mediatheek. Men vond dat de mediatheek vooral toezicht moet houden op de leerlingen bij het gebruik van de computers en dat het aanleren van allerlei vaardigheden een taak is van de docenten. Ik heb toch het idee dat het vooral mijn persoonlijke motivatie is om deze opleiding tot media-coach te volgen en dat de school het meer ziet als een ontwikkeling voor mijzelf. Dat is vaak heel frusterend, daarom hoop ik dat men door dit beleidsplan hier anders over gaat denken. Mediawijsheid staat niet in het schoolplan, wel is er op de website een bijlage bij het pestprotocol genaamd: mediawijsheid. Hierin wordt uitgelegd wat mediawijsheid is, aan de hand van de nota van de Raad voor Cultuur, maar verder gaat het vooral over cyberpesten en staan er tips in voor docenten hoe daar mee om te gaan en dat je voorzichtig moet zijn met gegevens achterlaten op internet en contact met de leerlingen via profielsites.
Op mijn vraag, wat de school met mijn beleidsplan en met het feit dat er straks een mediacoach is, (volgend jaar twee, wanneer mijn collega ook de opleiding doet) was er geen duidelijk antwoord, behalve dat er geen geld is om extra uren in te zetten. Met dit beleidsplan wil ik mij beperken tot 1 klas in het VMBO, als een soort pilot. Met de mentor van deze klas heb ik overleg gehad en uitgelegd wat een mediacoach kan betekenen, ze was erg enthousiast en ik zie het dan ook als een opstap naar misschien meer. Je moet ergens beginnen en misschien tevreden zijn met wat er nu kan en zichtbaar maken je te bieden hebt. 13
Beleidsplan mediawijsheid
5. DOELGROEPEN • Leerlingen binnen het VMBO-bk. Deze groep heb ik ook geïnterviewd voor de opleiding. Ze gaven aan dat ze de computer vooral gebruiken voor MSN, Hyves, films en muziek downloaden. Er zijn vanuit de ouders geen duidelijke regels t.a.v. het gebruik en de tijdsduur. • De ouders. Naar aanleiding van de activiteiten met de leerlingen kan ik een ouderavond organiseren over mediawijsheid, maar kunnen ouders ook zelf aangeven wat hun vragen zijn t.a.v. mediagebruik • De collega’s Ook zij kunnen een rol spelen bij het verbeteren van de mediawijsheid van de leerlingen.
Leerlingen die ik heb geïnterviewd: de jongens Kevin:”Als er geen computer meer zou zijn, dan zou ik helemaal gek worden” Ilhan:”Ik was verslaafd aan RuneScape, maar ben nu afgekicked
6. DOELSTELLINGEN
14
Beleidsplan mediawijsheid
• Het vergroten van de mediawijsheid van leerlingen, door ze bewust te maken van de invloed die media op hen heeft en hoe ze daar mee om kunnen gaan. • Ict-vaardigheden, oftewel het bedienen van de computer en het gebruik van diverse software. • Informatie vaardigheden aanleren: het zoeken, selecteren, interpreteren en verwerken van informatie. • Kennis, houding en bewustzijn over verschillende sociale en maatschappelijke aspecten van ictgebruik. • Gebruik en toepassing van film -en fotocamera’s en het kunnen verwerken van beeldmateriaal. • De ouders informeren over de activiteiten die plaatsvinden ten aanzien van mediawijsheid en ze er bij betrekken, d.m.v. ouderavonden. • Op langere termijn: uitbreiden naar meerdere klassen. • Collega’s inzicht geven in het belang van het mediawijs maken van leerlingen, maar ze ook bewust van maken de invloed die media heeft op henzelf, zodat zij in staat zijn om de leerlingen daarin te begeleiden. 7. PLAN Dit schooljaar: Schoolleiding het beleidsplan voorleggen en bespreken Collega’s informeren over mediawijsheid en presenteren van beleidsplan Ouderraad vragen of mediawijsheid op de agenda kan komen te staan en het beleidsplan presenteren. Opmerkingen en aanvullingen aanbrengen in het be15leidsplan. Onderzoek naar de mate van mediawijsheid van de eerste doelgroep. Een activiteitenplan opstellen en bespreken met de desbetreffende docente, om dit het volgend schooljaar uit te voeren.
Op langere termiin 15
Beleidsplan mediawijsheid
de KWT(10) gebruiken om lessen mediawijsheid te geven. Mediawijsheid in de lessen verzorging; Mediawijsheid in de mentorlessen Behoeftepeiling ouders: thema-avond mediawijsheid Meer bekendheid geven aan functie mediacoach, ook op andere locaties. Contact leggen met bibliotheek Mediawijsheid in Schoolplan. Montiplaza gebruiken om iedereen te informeren over Mediawijsheid en om met bijvoorbeeld filmpjes te laten zien hoe een les mediawijsheid er uit kan zien Workshops mediawijsheid voor collega’s opzetten. 8. BENODIGDHEDEN Presentatie met Power Point Bestaand lesmateriaal, Eigen lesmateriaal Koptelefoons Computers met internet fotocamera’s, filmcamera’s beamers en schermen externe deskundigen Uren voor mediacoach
(10)keuze werktijd die leerlingen 4x per week kunnen gebruiken om of hun huiswerk te maken, of voor extra uitleg van lesstof. Ook kunnen ze naar de mediatheek om aan de computer te werken, maar vaak hebben ze niet genoeg te doen om de hele KWT te vullen
9. BUDGET Veel van de benodigdheden zijn al aanwezig op school.
16
Beleidsplan mediawijsheid
Vooral het inhuren van een externe deskundige zal kosten met zich meebrengen. Het zal misschien noodzakelijk zijn om op den duur een begroting te maken, mocht er na de pilot en een positieve evaluatie, behoefte zijn om de lessen mediawijsheid uit te breiden. Uitbreiding uren mediatheek of aparte uren media-coach
10. EVALUATIE Er zal geregeld een evaluatie moeten plaatsvinden, om te kijken of ik nog op de goede weg zit. Vooral na dit schooljaar zal gekeken moeten worden of het beleidsplan aangepast moet worden. Ook zal er een evaluatie met de leerlingen plaatsvinden, na de eerste lessen mediawijsheid. Hiervoor kunnen evaluatieformulieren gemaakt worden. Maar evaluatie kan ook tot gevolg hebben dat het niet haalbaar is of dat ik de conclusie moet trekken dat de school er niet open voor staat. Dan zal ik naar alle waarschijnlijkheid elders gaan kijken of ik mijn mediacoach-ei daar kwijt kan.
Leerlingen die ik heb geïnterviewd: de meisjes Saïda: “Het leuke van computeren is Hyves en MSN, ik heb ze altijd tegelijk aan en dan ga ik van de één naar de ander” Rifka: “Ik vind het nadeel van computers dat er pedo’s op kunnen komen. Van de laptop krijg ik altijd warme benen, dat irriteert en mijn ogen gaan prikken
11. Bronnen 17
Beleidsplan mediawijsheid
NOMC Syllabus Nationale Academie voor Media&Maatschappij Najaar 2009 Raad voor Cultuur: Mediawijsheid, de ontwikkeling van nieuw burgerschap. Den Haag juli 2005 Brief OC&W aan de Tweede Kamer over Mediawijsheid april 2008 Patti Valkenburg: Beeldschermkinderen, tweede druk Boom, Amsterdam 2008 Liesbeth Hop&Bamber Delver: De WIFI-generatie. Nationale Academie voor Media&Maatschappij, HUB Uitgevers 2009
18
Beleidsplan mediawijsheid
19