Article 1

  • April 2020
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Article 1 as PDF for free.

More details

  • Words: 2,101
  • Pages: 1
N1 03-04-09 katern 3 pagina 06

DAVID CLAERBOUT BETOVERT EN ONTREGELT

David Claerbout: ‘The Long Goodbye’ (2007)

Hoe slaagt de Vlaamse beeldend kunstenaar David Claerbout erin om met meditatieve filmbeelden zo’n verpletterende indruk te maken? HANS DEN HARTOG JAGER

avid Claerbout heeft de dood gefilmd. Echt. Maar als je dat hebt gezien, op Claerbouts grote overzichtstentoonstelling The Shape of Time in De Pont in Tilburg, gebeurt er iets raars. Traag, wat murw gebeukt, verlaat je de donkere tentoonstellingsruimte en loopt het daglicht in. En meteen is er dat gevoel van melancholie, alsof je iets achterlaat waar je nog geen afscheid van had willen nemen. Dat is verwarrend, want tegelijk zit die dood nog in je hoofd, het weggaan, het achterlaten. Kun je daarnaar terug verlangen? Of is die melancholie vooral de opluchting over het feit dat je nog leeft? Maar terwijl je daar staat, in die grote witte lichte ruimte, besef je weer dat je in een museum bent. Dat je gewoon terug kunt naar het begin. Om nog eens te zien wat Claerbout precies doet. Hoe slaagt hij er in vredesnaam in om met een hoop duisternis en gaas en films zo’n sterke impact op de toeschouwer te hebben. Is het de duisternis? De stilte? De tijd? Nou ja, eerst maar terug. De roem en de verwachting waren David Claerbout (1969, Kortrijk) in zekere zin al vooruitgesneld. Claerbout geldt als een van de beste vertegenwoordigers van wat je de ‘derde generatie’ videokunstenaars zou kunnen noemen. Volgens die indeling bestaat de eerste generatie uit pioniers als Nam June Paik en Bill Viola die, om het wat gechargeerd te zeggen, in hun vroege werk al blij waren dat ze een camera konden vasthouden. Zij werden opgevolgd door Tony Oursler en Gary Hill die de nieuwe ontwikkelingen van de video en film gretig gebruikten, maar ook nog zoveel worstelden met de techniek dat hun werk soms een wat onbeholpen indruk maakte – waarschijnlijk een belangrijke reden waarom je ze op dit moment nog maar weinig ziet. Maar dat kan ook komen doordat ze voorbij zijn gestreefd door kunstenaars als Claerbout, Matthew Barney en Pipilotti Rist. Deze jonge veertigers gebruiken video en film vooral om overrompelende ervaringen te scheppen, museale totaalspektakels waarin het publiek wordt overspoeld door kleuren, geluiden en sferen – vooral Rist en Barney gaan daarin ver. In vergelijking met hen is Claerbout relatief sober: zijn werk is op het eerste gezicht ingehouden, bijna meditatief. Het heeft hem niettemin veel succes gebracht: hoewel Claerbout pas veertig is, heeft hij al een groot overzicht in het Centre Pompidou in Parijs achter de rug en reizen zijn werken over de hele wereld, als vertegenwoordiger van een nieuwe generatie die geen beelden maakt

D

met steen of metaal, maar met licht en tijd. Hoe dat werkt wordt meteen duidelijk als je het begin van The Shape of Time betreedt. Dat is op zich al een bijzondere gebeurtenis: voor de gelegenheid is er in De Pont een enorm ‘filmruimte’ opgetrokken. Een schemerige zaal, in compartimenten verdeeld door dikke gazen doeken, waar de films op worden geprojecteerd. Dat geeft een bijzonder effect: staande in de ene ‘ruimte’ zie je in de verte vage afspiegelingen van films die draaien in de volgende, als een sober, maar lonkend labyrint van licht en beeld. Tegelijk is de overgang van licht naar schemering ook zó groot, dat je geneigd bent Claerbouts eerste werk voorbij te lopen – rechts in de verte lonken twee kleurige, weelderige landschappen, achteraan zie je zweterige shots van een basketbalwedstrijd. Maar nu, bij de tweede keer, besef je dat juist dit eerste werk cruciaal is om te begrijpen waar Claerbout naartoe wil. The Shadow Piece (2005) is op het eerste gezicht een ouderwetse, trage zwart-witfilm. We zien de hoge hal van een modernistisch kantoorgebouw, marmeren tegels, grote glazen deuren. Achter de hal, door de deuren, ligt de straat, badend in het zonlicht. Wij, als toeschouwers, staan op een balustrade in de hal, hoog genoeg om de voorbijgangers op straat goed te kunnen zien. Die zijn gehuld in jarenvijftigkleding, wat je, gevoegd bij het zwart-wit, het gevoel geeft dat je naar een tafereel uit het verleden kijkt, naar een wereld die de jouwe niet is. En daar begint het. Want af en toe verlaat een van de passanten de stoep, loopt naar de glazen deur en probeert die te openen. Maar dat lukt niet, want de deur zit op slot – het zonlicht werpt lange schaduwen de hal in. De bezoekers lopen van de ene deur naar de andere, duwen, rammelen, turen met hun handen boven hun ogen naar binnen en vertrekken dan weer. En jij als toeschouwer staat daar. Jij bent binnen. Je wil ze helpen, de deur opendoen, maar je bent machteloos. Alsof dit een ongemakkelijke droom is, waarin je iets van heel dichtbij meemaakt, (je kunt hun schaduwen bijna aanraken) maar niet kunt ingrijpen. Het maakt The Shadow Piece zowel betoverend als ontregelend, een echte ervaring, maar daarvoor moet je wel wat overhebben: het werk duurt ruim een half uur, en dat is lang voor een film zonder verhaal, zonder ontwikkeling en zonder echte clou. Juist om die ervaring van tijd draait het allemaal bij Claerbout. Als je dwaalt door de schemering van De Pont, besef je langzaam dat die gazen doeken en die compartimenten een metafoor zijn voor de kooi waarin Claerbout de tijd probeert te vangen: als een vogel

David Claerbout: ‘Algiers Sections of a Happy Moment’ (2008)

De zachte, lome duisternis in een kooi die je het fladderen niet kunt beletten, maar wel het vliegen. Maar om die fladderende tijd te laten zien, voelbaar te maken, heeft Claerbout eerst de tijd van de toeschouwer nodig. Dat is misschien wel de grootste uitdaging van zijn werk: de manier waarop hij de toeschouwer verleidt, bereid maakt uit zijn normale levenstempo te stappen, tot rust brengt. Dat doet hij heel subtiel, maar toch overtuigend: niet alleen door de tentoonstelling in schemering te laten beginnen en in het pikkedonker te laten eindigen, maar ook door zijn films steeds te baseren op heel slimme, krachtige beelden. Soms is dat heel simpel, zoals in het kleine, veelgeroemde Ruurlo, Borculoscheweg, 1910. Op het eerste gezicht is dit filmpje niet meer dan een oude ansichtkaart, in zwart-wit, van inderdaad Ruurlo in lang vervlogen tijden. Platteland, molen op de achtergrond, twee mannetjes ervoor en een monumentale boom: een kastanje, een eik? Het is er allemaal heel lief en nostalgisch en verstild, totdat je beseft dat de bladeren van de boom bewegen, zachtjes wiegen op de wind. Meteen ben je alert, en begin je het beeld af te speuren op andere bewegingen. Maar die zijn er niet: op deze ansichtkaart bewegen alleen de eeuwige takken en bladeren, alsof die zich als enige aan de stilstand van de tijd hebben weten te ontworstelen.

Maar Ruurlo is niet voor niets een van Claerbouts vroegste werken. Daarna worden zowel zijn verleidings- als zijn manipulatietechnieken subtieler. In White House (2006) bijvoorbeeld laat Claerbout maar liefst 78 keer dezelfde moordscène van een minuut of tien zien, telkens onder ander licht, waardoor de sfeer en de betekenis van de moord (de ene man slaat de schedel van de andere in met een steen) telkens verandert. Nog bijzonderder is Algiers Sections of a Happy Moment (2008) waarin Claerbout er daadwerkelijk in slaagt de tijd stil te zetten. In de film, eigenlijk meer een soort diashow, zien we een groep mannen en kinderen staan op een betonnen voetbalveldje in Algiers. Boven hen cirkelt een groep meeuwen. Een van de mannen steekt een stuk brood in de lucht, een meeuw staat op het punt bijna toe te happen. Precies op dat moment heeft Claerbout de tijd ‘bevroren’: zijn film bestaat uit een schier oneindige reeks foto’s (zeshonderd in totaal) waarop we zien hoe iedereen op dat veldje er op dat verwachtingsvolle moment bij staat. Dat is een waar kunststukje: we zien tientallen mensen staan, vanuit verschillende standpunten vastgelegd, maar nergens is een camera te bekennen. Dat de tijd stilstaat, bijna tot in het oneindige is uitgerekt, heeft nog een bijzonder neveneffect: Claerbout heeft de tijd in ruimte omgetoverd, alsof je zelf tussen

die turende, verbaasde gespannen mensen door zou kunnen lopen zonder dat je iets gebeurt. Algiers Sections of a Happy Moment mag dan in technisch opzicht een opmerkelijk, zwaar computergestuurd kunststukje zijn (net zoals de ‘film’ Arena trouwens, waarin hij hetzelfde doet, maar dan met een bal die boven de basket blijft hangen), Claerbout slaagt er uitstekend in de techniek naar de achtergrond te dwingen. Alles draait hier om de stilstand, het ontregelen van het levensritme, het bevriezen van de tijd. En dan moet de echte klap nog komen. Zoals gezegd: Claerbout bouwt The Shape of Time heel subtiel op, van schemering naar duister, van grote open ruimtes naar kleinere gesloten zalen – en hoe donkerder en kleiner de ruimtes, hoe dwingender de beelden. Eerst is er de korte film Dancing Couples, waarin we een aantal jonge stellen op een dansvloer zien (de jongens dragen witte overhemden) die omkijken op het moment dat er een foto met flits van hen wordt gemaakt. De film beweegt nauwelijks, de jongens zijn gevangen in het licht, maar dat niet alleen: ook de flits zelf is tot het oneindige uitgerekt, als een goddelijk licht dat de dansers met verwarring slaat. Op dat moment overigens, besef je ook dat Claerbout je allang uit het ritme van het dagelijks leven heeft gehaald, en je zo gevoelig heeft gemaakt voor zijn thematiek dat je automatisch gaat denken in termen van licht en

tijd, alsof het hele leven daar om draait. En dat is precies de stemming die je nodig hebt voor The Long Goodbye. Deze film begint met het gezicht van een vrouw – laat ze in de veertig zijn. Ze is onmiskenbaar mooi, al wordt daar geen nadruk op gelegd: ze is evenzeer moeder als minnares. Langzaam zoomt de camera uit: ze blijkt een dienblad te dragen met daarop een theeservies en schrijdt naar buiten, in de richting van het licht. Toch is er iets raars aan de hand: haar bewegingen zijn traag, op het mechanische af en bij het lopen beweegt haar lichaam niet. Dan komt ze buiten – we staan nu voor een weelderige Italiaanse villa, gele stenen, grijze luiken, wolkige schaduwen van bomen vallen over de gevel. De vrouw zet het blad op tafel en begint een kop thee in te schenken. Ook dit duurt opmerkelijk lang, alsof de tijd subtiel wordt vertraagd, zonder dat je er de vinger op kunt leggen. Als het kopje vol is pakt ze het op. Dan gebeurt het: ze ziet de camera. Die begint meteen achteruit te bewegen, niet snel, maar beschaafd en gestaag alsof we de vrouw niet willen storen. Zij blijft ons echter vriendelijk aankijken en als we op een meter of tien zijn steekt ze haar hand op en zwaait – tegelijk komt buiten beeld de zon in beweging en waaien de schaduwen van de bomen in hoog tempo over de gevel. De vrouw zwaait, de kleur trekt uit de gevel, uit de natuur, uit de film, net zolang tot alles in duisternis is opgelost. Dan begint het geheel

opnieuw. En opnieuw. Nadat ik The Long Goodbye nog een keer had bekeken liep ik versuft, ontroerd door naar de volgende zaal. Daar draaide een laatste film: Reflecting Sunset (2003). Niet meer dan de statige glazen gevel van een andere Italiaanse villa, waarop de zon wordt gereflecteerd. In 34 minuten zakt die langzaam van de linkerkant van de gevel naar de rechter – en dat is alles, een traag tergend, bijna meditatief werk. Maar in deze opstelling voelde de film ook als een epiloog bij The Long Goodbye en ik besefte dat dit de dood kon zijn. Niet voor niets eindigt Claerbout de tentoonstelling met dit tweeluik. In The Long Goodbye komt alles bij elkaar, de tijd die schokt en glijdt alsof die zijn ritme kwijt is, de vrouw die net onbereikbaar blijft, de zon die buiten beeld op hol slaat, maar dat alles zo zacht en loom dat de dingen er niet werkelijk meer toe lijken te doen. En ze mooier zijn dan ooit. In dit werk biedt Claerbout het soort troost dat je normaal alleen maar vindt in de allerbeste boeken of films. Toen ik voor een tweede keer naar buiten liep (ik was nu twee uur en een kwartier verder) wilde ik opnieuw naar binnen. En opnieuw. Claerbout had me in zijn tijd gevangen. David Claerbout: The Shape of Time. T/m 28 juni in De Pont, Wilhelminapark 1, Tilburg. Di. t/m zo 1117u. Gesloten op Eerste Paasdag en 30 april. Inl: www.depont.nl

Related Documents

Article 1
June 2020 17
Article #1
October 2019 17
Article 1
June 2020 26
Article 1
April 2020 26
Article 1
December 2019 34
Article 1
November 2019 17