Ziekte op de nieuwe aarde Op de nieuwe aarde zal volgens Openbaring 22 de boom des levens te vinden zijn, wiens bladeren ‘tot genezing der volkeren’ zijn. Er is dus nog steeds genezing nodig? Deze vraag is een mooi voorbeeld van Westers denken. Het betreft hier een logische redenatie: de bladen van de Boom des Levens bieden genezing, dus is er iets dat genezen moet worden. Ten diepste is dit pure wiskunde. Niet vreemd, want het Westerse denken is ontstaan uit de wiskunde en de wijsbegeerte. Waarbij men bovendien uit gaat van het axioma (!) dat het logisch denken onfeilbaar is, maar dat terzijde. Het Oosterse denken daarentegen wordt meer gekenmerkt door ideematige begrippen, waarbij het gaat om voorstellingen, beelden en symbolen die vaak rationele, logische begrippen te boven gaan. Het voert te ver om daar in dit artikel verder op door te gaan, maar het is voor elke Bijbelstudent goed om dit verschil in denken op te merken omdat dit voor een deel de interpretatie van Gods Woord bepaald. De Boom des Levens is niet ‘slechts’ een symbool. Het is goed mogelijk dat wij straks een echte boom zullen aanschouwen, zoals ook Adam en Eva ooit de Boom des Levens in al zijn pracht hebben aanschouwd. Met andere woorden: de Boom des Levens is werkelijkheid of kan dat in elk geval zijn. Maar dat is niet de belangrijkste boodschap van Openbaring 22. Ondanks zijn werkelijkheid, is de Boom des Levens vooral een beeld dat ons iets wil vertellen. Zijn eerste betekenis is onmiskenbaar die van eeuwig leven. Toen de mens nog in het paradijs wandelde, kende hij het eeuwige leven. Niet omdat hij dat leven in zichzelf had, maar omdat hij kon eten van de Boom des Levens. Toen de mens uit het paradijs verdreven werd en niet meer van de vrucht van deze Boom kon eten, was hij stervende. Een eenvoudig beeld dat wil verwijzen naar Christus, die het eeuwige Leven is (zie o.a. Joh. 14:6) en zonder Wie de mens niet kan. In Openbaring, het laatste Bijbelboek, zien we de Boom des Levens weer terug. De mens was verdreven uit het paradijs, maar is er nu weer terug. Zoals de nacht niet meer zal zijn (22:5), zo is ook de dood niet meer, want deze is geworpen in de Poel des Vuurs (Op. 21:4). “De eerste dingen zijn weggedaan”. Een beeld dat wij overigens vaker tegenkomen in de Schrift: het eerste is tijdelijk, het tweede is blijvend. Denk aan het oude en het nieuwe verbond, de eerste en de tweede Adam, enz. Welnu, volgens sommige gelovigen zijn de bladeren van de boom des levens tot genezing van degenen die in de Poel des Vuurs geworpen zijn. Wie anders hebben genezing nodig? De gelovigen in die tijd beschikken immers over een volmaakt lichaam? Natuurlijk is dit wat de Schrift leert, wij zullen een lichaam krijgen gelijk dat van Christus. Maar de bron is nog altijd Christus. De Bijbel leert dan ook dat de gelovigen zullen opstaan in Christus. Niet alleen dankzij, maar ook daadwerkelijk in Christus (zie o.a 1 Kor. 15:22, 2 Kor. 5:17). Dit kleine woordje ‘in’ is van groot belang! Het toekomstige lichaam van Christus kent geen volmaaktheid van zichzelf, maar is volmaakt in Christus en sterker: het is het
lichaam van Christus. Wie dit door een systeem van logisch denken probeert te doorgronden, zal al snel vastlopen. Maar wie beseft dat hier ten dele sprake is van een idee, kan als het ware ‘aanvoelen’ welke waarheid hier geopenbaard wordt. Het beeld van de bladeren van de Boom des Levens die genezing schenken, betekent niet dat er nog zoiets als ziekte is. Integendeel, Op 21:4 zegt heel duidelijk: “de eerste dingen zijn weggegaan”. Ziekte bestaat niet, juist omdat de gelovigen kunnen plukken van de Boom des Levens. Dit beeld laat zien dat ook op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde Christus centraal staat! Hetgeen overigens het geval is met alle beelden in de Bijbel. In Op. 21:4 lezen wij: “God zal alle tranen van hun ogen afwissen”. Wordt er dus gehuild in het toekomstige paradijs? Dat zou dan wel een zeer onvolmaakte toestand zijn. Uit het zinsverband blijkt echter heel duidelijk dat dit niet het geval is. “Noch rouw, nog geklaag, noch moeite zal er meer zijn.” Onze schepping wordt gekenmerkt door dualisme. Alles is verdeeld in twee: dag en nacht, licht en duisternis, oorlog en vrede, ziekte en gezondheid. Openbaring laat ons zien dat aan dat dualisme een einde zal komen. In de hemel en op aarde zal vrede zijn, simpelweg omdat er geen oorlog is. En zo zal er ook geen ziekte meer zijn. Of verdriet. Wij denken vaak dat je niet over gezondheid kunt spreken, als er geen ziekte is. Het één kan niet zonder het ander. Hier worden wij duidelijk bepaald bij de beperking van het Westerse denken. Wij kunnen niet om het dualisme heen, omdat de schepping daar nu eenmaal door gekenmerkt wordt. Zoals we ook niet om het begrip tijd heen kunnen in ons denken. Ons denken is begrenst, omdat het onderdeel uitmaakt van een begrensde schepping. Om bepaalde waarheden toch te kunnen verstaan worden in de Schrift daarom ideematige begrippen gebruikt. Nergens lezen wij in Openbaring dat, in de nieuwe hemel of op de nieuwe aarde, iemand genezen zal worden. Nee, er is eeuwige Genezing. Het is een omschrijving van de toestand die we dan zullen aantreffen, die natuurlijk in schril contrast staat met de huidige toestand. En zo moet dit Schriftgedeelte ook gelezen worden. Tot slot: wie zijn die volkeren waar Op. 22:2 over spreekt? Voor hen is er immers die genezing? Wie het voorgaande hoofdstuk leest zal opmerken dat er niet alleen verschillende volken, maar ook verschillende koningen (vs. 24) zullen zijn op de nieuwe aarde. Zijn dit andere volken dan Israël? Nee, laten we niet vergeten dat ook Israël uit verschillende volken bestond, nl. 12 stammen. God zal bepaalde gelovigen als koningen aanstellen om over de aarde te regeren. Christus zal de Koning der koningen zijn. Er is dus een bepaalde hiërarchie. Afhankelijk van zijn werken tijdens zijn leven op aarde, zal de gelovige loon ontvangen, dat van invloed zal zijn op zijn positie in de nieuwe hemel of op de nieuwe aarde. Maar dat is weer een andere studie. - Ruben Hadders