Wees De Puzzle-interviewer Te Slim Af

  • April 2020
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Wees De Puzzle-interviewer Te Slim Af as PDF for free.

More details

  • Words: 2,016
  • Pages: 6
Wees de puzzle-interviewer te slim af Thierry Debels 21/12/04 Lang geleden waren jobinterviews gemoedelijke gesprekken. De kandidaat vertelde over wat hij had bereikt en de interviewer vroeg vriendelijk wat de verdere doelstellingen waren. De spelregels zijn enigszins veranderd. Onder invloed van Microsoft is het ‘puzzle-interview’ aan een sterke opmars bezig. De kandidaat krijgt tijdens zo’n interview enkele moeilijke raadsels of puzzles voorgeschoteld. Niet om de intrelligentie te testen, heet het dan. Maar om het creatief probleemoplossend vermogen of out-of-thebox denken te testen. William Poundstone schreef een knap boek over het onderwerp. We haalden er voor u de tien beste tips uit. 1. Bepaal eerst welk type antwoord vereist is: een monoloog of een dialoog De meeste moeilijke interviewvragen vereisen een verbale prestatie waarbij je uitlegt hoe je een probleem aanpakt en – hopelijk – eindigt met een juist of passend antwoord. Vragen moeten in ieder geval onmiddellijk ingedeeld worden in functie van de vereiste op een monoloog of dialoog. Logische puzzels vragen een monoloog. Je krijgt immers een beperkt aantal gegevens en je wordt verwacht zelf een oplossing te bereiken. Een voorbeeld van een dergelijke puzzel is het uitzoeken van de slechte biljartbal (zie kaderstukje). In een dergelijk geval is het uitgerekend negatief om de interviewer om extra informatie te vragen. Je hebt immers alle gegevens. Bij zogeheten ontwerpvragen – “Ontwerp een kruidenrek.” – moet je juist om extra informatie vragen. Indien je dit hier niet doet wordt je juist gepenalizeerd. Laten we even bij het kruidenrek blijven. Een belangrijke vraag is bijvoorbeeld voor wie het rek bestemd is. “Voor een kokschool”, vertelt de interviewer. En dat gegeven levert een totaal ander ontwerp op natuurlijk. Tot slot tonen goede kandidaten bij dergelijke ontwerpvragen aan dat ze het principe van de trade-off kennen. Dit wil zeggen dat er keuzes gemaakt moeten worden. Door de juiste vragen te stellen kan je dan ook de juiste keuzes maken. 2. Je eerste gedachte is altijd… fout Bij puzzels en raadsels is je eerste gedachte gewoonlijk fout. Indien het immers zo gemakkelijk was, zou het geen raadsel meer zijn. Dergelijke vragen worden verondersteld moeilijk te zijn. Net zoals bij optische illusies, werken dergelijke puzzels enkel doordat je in eerste instantie enkel je ‘dagelijkse’ mentale competentie gebruikt.

1

De meeste kandidaten slaan dan ook in paniek als ze het antwoord op een dergelijke puzzel helemaal niet zien. De beste start is gewoon te vertellen waarom de logische oplossing niet de correcte is. Niet alleen is dit beter dan helemaal niets zeggen, het is ook een uitstekende manier om het probleem beter te begrijpen. 3. Vergeet dat je ooit hebt leren rekenen Dat is in logische puzzels uiteraard. De meeste puzzels die gebruikt worden bij interviews vereisen geen zwaar rekenwerk. Indien je denkt dat dit toch het geval zou zijn, ben je wellicht verkeedr bezig. Er zijn ook zogeheten ‘faux calculus’ problemen die eenvoudige oplossingen hebben waaraan geen spatje rekenkunde aan te pas komt. Geef trouwens altijd het eenvoudige antwoord. Zelfs al kan je ook aan het antwoord komen door hogere wiskunde te gebruiken. De interviewer zou kunnen argumenteren dat je door de bomen het bos niet meer zag. 4. Lange, complexe vragen hebben vaak een kort en eenvoudig antwoord Als een kwismaster vraagt welk land door Voltaire omschreven werd als “niet heilig, niet Romeins en geen rijk’, geef dan maar als antwoord “het Heilig Romeinse Rijk”. Puzzels en raadsels werken net zo. Bijna klassiek is het raadsel van het kwaadaardige monster en de gevangen dwergen dat bijna een bladzijde beslaat om uit te leggen. Het antwoord is even eenvoudig als kort. 5. Eenvoudige vragen vergen daarentegen complexe antwoorden ‘One-liners’ zoals “Hoe worden M&Ms gemaakt?” of “Waarom zijn riooldeksels rond?” vragen juist relatief lange antwoorden waarbij de redenering goed onderbouwd wordt (zie kaderstukje). Zorg dat je deze – op het eerste zicht eenvoudige – vraagjes goed overdenkt. Je wordt namelijk gestraft als je een belangrijk element over het hoofd ziet. Als een korte ontwerpvraag over design gaat, moet je – zoals in punt 1 gesteld - net extra vragen stellen. 6. ‘Perfect logische wezens’ zijn niet zoals jij en ik In veel puzzels en raadsels komen ‘perfect logische wezens (PLW)’ voor. Het gaat bijna om een codewoord dat enkel door puzzelfanaten te begrijpen is. Als je verneemt dat dergelijke wezens in de puzzel meespelen, moet je alles vergeten wat je over de menselijke psychologie weet. Je moet immers veronderstellen dat een PLW een simpele een-dimensionele motivatie heeft. Bijvoorbeeld zoveel mogelijk geld verzamelen. En niets anders is belangrijk. Ook denkt een PLW bliksemssnel. Hij maakt nooit fouten en treuzelt niet. Tot slot kent een PLW de psychologie volledig van een ander PLW. Onzekerheid bestaat niet.

2

7. Als je helemaal vastzit, probeer dan een lijst te maken van de assumpties die je maakt. Kijk wat er gebeurt als je telkens een van die veronderstellingen versoepelt of helemaal loslaat. In de moeilijkste puzzels zit het addertje vaak in de assumpties of veronderstellingen die we impliciet maken. Ga het rijtje af van deze veronderstellingen en veronderstel het omgekeerde. Leid dat je ergens heen? Met een beetje geluk zal je zien dat je vastzat door een van die assumpties. Zelfs als deze techniek niet werkt, kan je hiermee belangrijke punten winnen bij de interviewer. Je toont immers aan dat je inziet dat het blootleggen van de assumpties en het herformuleren van een probleem een belangrijk onderdeel is van het oplossen van de puzzel. 8. Wanneer cruciale informatie ontbreekt in een logische puzzel, bekijk dan de mogelijke scenario’s. Je zal merken dat je die zogeheten cruciale informatie uiteindelijk toch niet nodig hebt om het probleem op te lossen. Bijna elke logische puzzel gebruikt dezelfde truc, namelijk dat mensen verstijven wanneer ze aan ‘ontbrekende’ infromatie komen. Wanneer een puzzel bijvoorbeeld een disjunctie heeft, het kan het ene zijn of het andere – maar je weet niet welk, moet je bereid zijn om verder te redeneren vanuit beide opties. Stel dat het X is, en kijk welke resultaten je bekomt. Stel dat het daarentegen Y is, en ga dan na wat het antwoord is. Meestal leidt dergelijke vorm van redeneren tot een doorbraak. En dat je de ‘ontbrekende’ informatie eigenlijk helemaal niet nodig had om de puzzel op te lossen. 9. Geef, waar mogelijk, een goed antwoord dat de interviewer nog nooit gehoord heeft Deze raad is vooal bestemd voor open vragen zonder goed antwoord. Zoals bijvoorbeeld: “Welke Belgische provincie zou je laten verdwijnen?” als variant op de Amerikaanse vraag welke staat je zou kiezen. Volgens Poundstone is er genoeg bewijsmateriaal om aan te nemen dat interviewers een overmatige waarde hechten aan originele antwoorden. Vergeet ook niet dat dergelijke vragen opgesteld worden om dit ‘out-of-the-box’ vermogen te testen. 10. Speel het spel mee Je kan je als kandidaat goed voorbereiden op dergelijke puzzle-interviews. In het boek van Poundstone staan tientallen dergelijke vragen en ook op het internet vind je een schat van informatie. Essentieel is dan dat je het spel meespeelt. En niet onmiddellijk weggeeft dat je het antwoord onmiddellijk weet. Zet alle logische stappen zoals je anders zou doen en doe vooral niet te triomfantelijk. Want daar hebben interviewers een hekel aan.

3

Kaderstukje: Hoeveel pianonstemmers zijn er wereldwijd? Hieronder staan er enkele typische vragen die gesteld worden bij puzzelinterviews. Probeer ze op te lossen met behulp van bovenstaande tips. Een meer uitgebreide lijst van vragen en een meer uitgebreid antwoord vind je in het boek van Poundstone. 1. 2. 3. 4.

Hoeveel pianostemmers zijn er in de wereld? Waarom zijn riooldeksels rond? Hoe worden M&Ms gemaakt? Mike en Todd hebben 21 euro samen. Mike heeft 20 euro meer dan Todd. Hoeveel euro heeft elke jongen? Je mag geen breuken gebruiken. 5. Er zijn 8 biljartballen. Bij die ballen is er een die iets meer weegt dan de andere. Je beschikt over een ouderwetse balans die aangeeft welke schaal meer weegt dan de andere. Je mag slechts twee keer wegen om de defecte biljartbal te detecteren. Antwoorden 1. Een dergelijke vraag wordt ook wel een ‘Fermi-vraag’ genoemd naar Enrico Fermi die zijn studenten dergelijke ‘abusrde’ vragen stelde. Een typische analyse zou als volgt kunnen gaan. Het aantal pianostemmers moet enigszins gerelateerd zijn aan het werk voor pianostemmers. Dat gegeven is dan weer een functie van het aantal piano’s in de wereld en hoe vaak ze gestemd worden. Hoevel piano’s zijn er? Laten we starten in de VS. Er zijn 300 miljoen mensen en 100 miljoen gezinnen. Stel dat we die groep opsplisten in een rijker gedeelte. Stel 50 miljoen gezinnen. Van die gezinnen heeft tussen 1 en 100 % een piano. Laten we een percentage aannemen van 10 %. Dit betekent 5 miljoen piano’s. Hoeveel stemmers heb je hiervoor nodig? Stel dat een stemmer een halve dag aan piano werkt. Dat betekent dat 10 piano’s per week. En 500 piano’s per jaar. Hoe vaak moet een piano gestemd worden? Stel een keer per jaar. Dit levert 10.000 stemmers op voor de VS. De VS zijn natuurlijk niet representatief voor de rest van de wereld. Met een wereldbevolking van 6 miljard is dit 20 keer de bevolking van de VS. Het aantal stemmers over de hele wereld is groter dan in de VS alleen, maar zeker geen twintig keer. Laten we 4 keer nemen. Dat levert een wereldtotaal van 40.000 op. Op zich is het niet zo belangrijk of dit antwoord correct is. Zelfs al zijn het er 20.000 of 80.000 (een foutenfactor van 2, wat op zich erg goed is voor een Fermivraag), belangrijker is de redenering. 2. Het beste antwoord is: om te vermijden dat het deksel in de put zou vallen. Bij een vierkant deksel is dit immers mogelijk als het verticaal gehouden wordt. Een andere antwoord is dat een dergelijk rond deksel gerold kan worden als het over een korte afstand getransporteerd moet worden. Een ander mogelijk antwoord is dat een rond deksel altijd past, terwijl een vierkant deksel op de juiste plaats gelegd moet worden.

4

3. Er zijn uiteraard verschillende foute antwoorden mogelijk. In het boek vind je er een aantal. Het juiste antwoord is in ieder geval dat er eerst chocoladen vormpjes gemaakt worden. Het binnenste van de M&M. In een volgende stap worden deze chocolade vormpjes in een draaiende ‘betonmolen’ gedaan worden waarbij ze tegelijk bespoten worden met een suikerachtige vloeistof die onmiddellijk hard wordt. Dat is de eerste suikerlaag. De laatste stap bestaat in het besproeien met de kleurstof. 4. Je bent geneigd om te antwoorden dat Mike 21 euro heeft en Todd 1. Maar dan klopt het totaal niet. Betonnen muur dus. Aangezien je geen breuken mag gebruiken. Maar wacht eens even. Is een cijfer na de komma wel een breuk? Het juiste antwoord is in ieder geval 20,50 en 0,50 euro. Het is ook het enige goed antwoord. Zelfs de interviewer die beweert dat een cijfer na de komma ook een breuk is, moet je lik op stuk geven. De bedoeling is dat je voet bij stuk houdt. 5. De ‘logische’ aanpak zal niet werken. Je verdeelt de 8 ballen in twee groepen van vier en legt die op de schalen van de balans. Je hebt automatisch een groepje van 4 ballen dat iets zwaarder is. De defecte bal bevindt zich hier. Het probleem is dat je maar een weegbeurt meer hebt om die bal te detecteren. Onmogelijke opdracht dus. Alhoewel. De correcte aanpak bestaat erin de eerste keer slechts 6 ballen te wegen: drie langs elke zijde. Twee mogelijkheden. Is de balans in evenwicht? Dan bevindt de defecte bal zich bij de twee resterende ballen. In de tweede weegbeurt kan die dan bepaald worden. Is de balans niet in evenwicht? Dan neem je de twee van de drie ballen van de zwaarste groep. In de tweede weegbeurt kijk je of deze gelijk zijn. Is er een verschil? Dan heb je onmiddelijk de zwaarste. Zijn ze gelijk? Dan is de resterende derde bal de defecte bal.

Bron William Poundstone, (2004), “How would you move mount Fuji?. How the world’s smartest companies select the most creative thinkers”, Little, Brown and Company, New York. ISBN 0-316-77849-4 (paperback) 15,35 euro

5

6

Related Documents

Carlos Slim
November 2019 14
Slim Poster
July 2020 9
Wees Aandachtig.pdf
June 2020 8
Slim Shrugs
May 2020 9
Slim Jim
June 2020 7