Bella Italia Bella Italia Jullie gaan een “wandeling” maken door Italië. De site die jullie hiervoor gaan gebruiken is www.italië.nl .
Het Colosseum in Rome, bouwwerk van de Romeinen
Aan de hand van tien opdrachten leren jullie al een paar dingetjes over Italië en leren jullie deze site te gebruiken. Succes!
Opdracht 1 en 2: Feestdagen en tradities “Gebruik voor de Ga in het menu Algemeen met je muis staan op Reisinformatie. Het overzicht dat je dan ziet verschijnen ga je gebruiken voor deze opdracht. In Nederland kennen we Koninginnedag, 30 april. Dat wordt ook wel een nationale feestdag genoemd. In Italië kennen ze echter ook zo’n nationale feestdag, genaamd ” La Festa Della Republica”. Op die dag zijn veel winkels en bedrijven gesloten en wordt er volop feestgevierd. Opdracht 1: a.
op welke dag valt deze feestdag?
b.
Wat wordt er op die dag gevierd en waarom?
Je hebt misschien daarnet al iets gelezen over iemand die veel populairder is in Italië dan de Kerstman en Sinterklaas. Zoals je voor het paard van Sinterklaas een schaaltje water en een wortel klaarzet, zo zet je voor deze dame een mandarijntje en een glas wijn klaar.
antwoorden je schrift voor aardrijkskunde. Tips voor het gebruik van de site staan in het rood bij de opdracht!”
Tip: Het Sinterklaasfeest is in Nederland een traditie! Zoek goed in het menu Algemeen. Opdracht 2: Vertel in eigen woorden wat het feest van deze dame inhoudt. Vermeld daarbij in ieder geval ook haar naam en op welke datum zij langs komt bij de kinderen.
Opdracht 3: Leonardo da Vinci In de geschiedenis zijn er natuurlijk ook een heleboel beroemde Italianen geweest. De bekendste is misschien wel Leonardo da Vinci. Kijk onder de kop “Meer algemeen” ! Opdracht 3: a.
Leonardo da Vinci noemde men ook wel een “uomo
universale”. Wat bedoelde men daarmee? b.
Noem 4 beroepen die hij had.
c.
In welk museum hangt zijn beroemde werk “Mona Lisa”?
d.
Noem 2 andere belangrijke werken van Leonardo da Vinci.
De Vitruvische man: een beroemd werk van da Vinci. Dit staat ook op een munt van 1 euro uit Italië!
Webwandeling “Bella Italia” Digitale Didactiek Arvid Baars PLT1B April 2008
Opdracht 4 en 5: Op vakantie: Weer en verkeer Als je in de zomer naar Italië op vakantie gaat wil je natuurlijk goed weer hebben. Het moet lekker warm zijn en droog. We denken zelf dat het overal in Italië veel beter weer is dan bij ons. En dat het overal in Italië altijd goed weer is… Maar is dat wel zo? Je blijft nog steeds in “Algemeen”. Je zal voor deze opdracht de klimaattabellen goed moeten bekijken en het stuk over de temperatuur in Italië goed moeten lezen. Opdracht 4: Met je ouders wil je in juli op vakantie naar Italië. Maar jullie weten nog niet naar welke streek jullie toe willen gaan. a. Vergelijk de streken in
Italië eens qua Bijschrift bij foto of afbeelding
gemiddelde hoeveelheid neerslag per maand. Wat valt je op? Zijn er streken in Italië waar het veel natter is? Het antwoord bij a. kan je verklaren als je weet waar in Italië deze streken liggen. Kijk eens op www.zoover.nl/italie/plattegrond . Ga
met je muis eens over de verschillende namen van de gebieden en kijk wat er op het kaartje gebeurt. b. Waar liggen de streken die je bij b. hebt genoemd? En waarom zou het daar meer regenen denk je? c. Welke streek in Italië zou jij kiezen voor een vakantie en waarom? Denk niet alleen aan weer maar ook aan bv. de afstand!
Misschien had je bij 4c iets anders gekozen, maar je ouders willen toch heel graag naar Toscane. Maar hoe ver is dat eigenlijk? En hoe moet je rijden? Kijk in het menu “toerisme”. Je hebt in ieder geval “regio’s en steden” en “vervoer naar Italië” nodig. Opdracht 5: Maak een reisplan voor Toscane. Vermeld daarin in ieder geval hoe ver het is (vanaf Venlo) en door welke landen je moet reizen.
Opdracht 6 en 7: Op vakantie: Wat wil ik zien en eten? Om de vakantie in Toscane goed te laten slagen zul je natuurlijk willen weten wat er in Toscane te zien en te doen is. Over zes van de belangrijkste steden en dorpjes wordt er op de site een aantal dingen verteld. Ga in het menu “toerisme” via “regio’s en steden” naar “Toscane (Florence)”. In het scherm dat je dan ziet zie je al wat korte informatie over de zes steden. Er is echter een ander scherm waarin je makkelijk elk van de zes steden kan aanklikken voor meer informatie. Kijk daarvoor goed in de tekst wat je kan aanklikken! Opdracht 6: a.
Wat zijn de 6 belangrijkste steden van Toscane?
b.
Noem van elke stad een belangrijke bezienswaardigheid.
Toscane is ook bekend om zijn heerlijke eten en drinken. De specialiteiten wil je dan ook maar al te graag proeven! Maar.. je spreekt geen Italiaans… Gebruik het kopje Italiaanse keuken onder “culinair”.
Bijschrift bij foto of afbeelding
Opdracht 7: Wat krijg je als je in een Toscaans restaurant de volgende lekkernijen bestelt? Leg ook goed uit wat het precies is! Dus niet alleen “soep” of “kaas” ! Pappardelle, pecorino, ribolita, pane di radicofani ? Webwandeling “Bella Italia” Digitale Didactiek Arvid Baars PLT1B April 2008
Opdracht 8: Made in Italy Wij in Nederland kennen vooral kaas en bloemen als typisch Nederlandse exportprodukten. In Italië hebben ze ook een paar van die specialiteiten: keukens, auto’s/scooters en glas. Zoek onder het menu Produkten!
Een mooi Italiaans spreekwoord is het volgende: Sposa bagnata, sposa fortunata
Opdracht 8:
Een mooie Italiaanse koelkast. Zouden jullie zo’n koelkast willen hebben? Er kan veel Italiaans ijs in…
a.
Welke Italiaanse automerken kun je noemen?
b.
Leg in je eigen woorden uit hoe je het bijzondere Murano-glas kunt maken.
Ofwel : trouwen als het regent brengt geluk !
Opdracht 9 en 10: Italiaans geluk (en ongeluk) Het getal 17 betekent voor Italianen hetzelfde als het getal 13 voor ons: het zou ongeluk brengen. Ga nog een keer terug naar “Tradities en gebruiken. Onder het kopje “bijgeloof” kan je je antwoorden vinden. Opdracht 9: Leg in eigen woorden uit waarom de Italianen in het getal 17 het ongeluksgetal zien. Noem ook 2 voorbeelden waaruit blijkt dat de Italianen het getal 17 liever vermijden.
Tot slot kort nog iets over de Italiaanse sport. Ze kunnen in Italië vooral goed wielrennen en voetballen. Wellicht weten jullie ook nog dat in 2006 de Olympische Winterspelen in Turijn (Torino) waren. Kijk nog eens bij “meer algemeen” en dan bij “sport”. Opdracht 10: Wie waren de laatste twee sporters die de Olympische vlam in 2006 mochten dragen, in welke sport blonken zij ooit uit en wat was hun taak bij de ceremonie?