1. wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord 't geen god beried heeft, die leeft naar zijn woord. aardse schatten verliezen hun woord 'in mijn oog, als ik denk oon de glorie, die wacht mij omhoog. koor: 'k zie reeds van verre een stad nooit aanschouwd, blinkende poorten uit poorlen gebouwd. o, wat geen mens heeft gezien of gehoord, wacht mij doorginds in dat zalige oord. aardse schatten vergaan door de roest en de mot, kom, en vergader u schatten in god, wat bewoord is hierboven in godd'lijke hand, dat vindt ge straks t'rug in het hemelse land. wees een zegen voor elk die g'ontmoet op uw pad, 'n werk voor de heer wordt een hemelse schat spreid slecht bloemen van liefde zo teder en schoon en straks zult ge ontvangen een palm en een kroon.