Uit Liefde Voor Vernietiging

  • November 2019
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Uit Liefde Voor Vernietiging as PDF for free.

More details

  • Words: 2,364
  • Pages: 5
Platform van Johan Simons en NTGent Theaterfestival, 29.08. 2006 / Bourla, Antwerpen

Vernietiging van de liefde Eigenlijk hadden ze willen leven alsof de dood niet langer bestond Met een explosieve cocktail van geld, seks en geweld consumeren westerlingen het lichaam. Jagen ze daarbij zichzelf langzaamaan de vernieling in? Of gaat het niet enkel om de bevrediging van het eigen genot? Sekstoerisme biedt een artificieel platform dat de mens paradoxaal genoeg weer in contact brengt met zijn natuurlijke driften. Zo luidt althans de utopie die de Franse auteur Houellebecq met zijn roman Plateforme in naam van het hoofdpersonage Michel verkondigt. Hoopvol laat Johan Simons doorheen zijn theaterbewerking voor NTGent deze utopie opklinken. Een hoop die ijdel blijkt te zijn, wanneer de droom door één rake klap uiteenspat. Net na de zelfmoordaanslag, waarbij zijn geliefde Valérie het leven laat, keren we terug in de tijd. Uit de puinhoop op scène worden niet alleen herinneringsbeelden opgevist van de westerling als lieftallige wellusteling, maar ook van een ongenaakbare vijandfiguur die vanuit een radicale overtuiging reageert op hun amorele liederlijkheid en op de nietsontziende uitbuiting binnen een mondiaal monetair systeem. Een uitvergrote luchtfoto van een dichtbebouwde stadskern bekleedt en bakent het lege speelvlak van de scène af. Nauwelijks is de zaalverlichting gedimd of een oorverdovende inslag laat een ware ravage achter. Allerlei voorwerpen, van kledij en bierbakken tot matrassen en tuinmeubelen, overstelpen de luchtfoto. Van onder de brokstukken kruipen enkele halfnaakte lichamen rechtop. Sommige blijven levenloos ter plekke liggen. Sommige andere slepen zich verward voort doorheen de puinhoop die eerder aan een vuilnisbelt doet denken dan aan de luxueuze vakantiebestemming in het Thaise Phuket. Zonet lagen deze drie vrouwen en drie mannen nog in short en bikini aan het zwembad te zonnebaden. Of toch twee van deze mannen, zo blijkt, want naarmate het verhaal de gebeurtenissen vòòr de zelfmoordaanslag reconstrueert, houdt de derde man zich steeds meer met een bevreemdende achterdocht afzijdig op scène. De eerste van deze mannen stelt zich alvast voor als Michel (Steven van Watermeulen) en vertelt met een overtuigend gebrek aan ambitie over zijn job als ambtenaar aan het Franse ministerie voor cultuur. Na het overlijden van zijn vader schrijft hij zich in voor een georganiseerde groepsreis. Hoewel het ongerepte, inheemse genot in Thailand makkelijk te vinden valt, leert Michel er ook zijn landgenoot Valérie (Els Dottermans) kennen. Zou ware liefde dan toch nog mogelijk zijn, begint hij zich verrast af te vragen. Samen met haar zakenpartner Jean-Yves (Ward Weemhoff) zal Valérie het gat in de toerismemarkt opvullen met de lumineuze idee van Michel: geld in ruil voor seks. Maar volgens Michel kan Eldorado Afrodite meer betekenen dan een ideaal gereguleerde ruilsituatie. Hij hoopt vooral dat de westerling zich weer leert verliezen in dezelfde ware

liefde die hij meent te ontdekken met Valérie. Maar het verlies is reeds gekend. Het smartelijke verlies van de geliefde vernietigt ook de hoop op liefde zelf. Reeds bij aanvang toont de theaterversie Platform ieder personage als slachtoffer van een ingrijpende wanhoopsdaad, zelfs de derde man, de dader van de moordaanslag, waarvan het lichaam ook tussen het puin ligt. Hoewel deze bleke, androgyne jongeman (Oscar van Rompay) in witte, spannende boxer door zijn afstandelijke traject niet moeilijk van de andere slachtoffers te onderscheiden valt, lijkt de schuldvraag echter minder gemakkelijk opgelost. Deze moslimfundamentalist verwijt de westerse sekstoerist libertijns fascisme, terwijl de wellustige westerling zich blindstaart op het catastrofale geweld waarmee de terreur zo plots toeslaat. Geen van beide begrijpt waar de extreme levensopvatting van de andere toe leidt. Zouden ze misschien één voor één van ideologisch mededaderschap beticht kunnen worden? Met Platform zweert Johan Simons alleszins bij de troostende gedachte van een meer doortastende omgang met pijn en lijden, om zeker niet aan het genot en het ongeluk ten onder te gaan. Met de indrukwekkende dreun van de zelfmoordaanslag begint deze voorstelling waar de utopie in Houellebecqs roman eindigt. Deze ingreep mist nochtans allerminst haar effect. Onmiddellijk wordt de vuilnisbelt op scène een onthutsende realiteit die onze aandacht onverdeeld opzuigt. Vanaf de inslag zitten we als het ware ‘midden in de wereld’. Als slogan voor het NTGent – seizoen, maar ook als ondertitel van Houellebecqs roman, onderstreept deze frase zowel de onrustwekkende actualiteit van de theatervoorstelling als van de roman uit 2002. Enkele uren voordat we dezelfde zondagavond in de beschutte schouwburg van de Bourla zouden doorbrengen, treft een reeks aanslagen op klaarlichte dag Antalya, het toeristische hart van Turkije. Balans: drie doden. ‘We hadden eerder al gewaarschuwd dat Turkije geen veilig land is’, zo luidde de boodschap op de website van de Koerdische Arbeiderspartij PKK. ‘Toeristen zouden hier beter niet komen’. Door de dader van de aanslag een concrete gedaante op scène te verlenen, weegt Simons, in contrast met Houellebecq, de beweegreden van de terrorist af ten overstaan van de extatische levensvisie die Michel tijdens het glasheldere moment van een dronkenschap uiteenzet. Zo beleven we de serene waardigheid van de dader tegelijk met de buitensporigheid van de wellustige westerling. Op scène worden ascese en exces als strijdige, maar zeker geen tegenstrijdige opvattingen naast elkaar uitgespeeld. Simons kiest voor de noodzakelijke combinatie van personages die handelingen beschrijven én tegelijk handelen naar deze beschrijvingen. De fysieke aantrekkingskracht tussen Michel en Valérie uit zich daarbij in een energiek liefdesspel, waarbij beide lichamen verstrengelen en Van Watermeulen ondertussen zakelijk en in verleden tijd beschrijft wat er precies gebeurt (‘ze sloot haar vagina om mijn geslacht / ik klemde mijn handen om haar kont’). Als toeschouwer krijg je toch al gauw het gevoel dat seksuele ontvoogding niet kan volstaan om een mens volstrekt gelukkig te maken. Vreemd genoeg ontstaat deze verwarring vooral door het isolement van van Rompay op scène. Als dader van de aanslag benoemt hij zich tijdens de voorstelling noch als terrorist, noch als moslim. Ook in de roman van Houellebecq komt de figuur van de moslim slechts terloops ter sprake, maar dan zelfs niet als de eigenlijke dader van de fatale aanslag. Op scène sluipt deze vreemde engelachtige gezant rond alsof hij zich op elk bepaald moment kan scherpstellen. De ene keer onderbreekt hij Michel en Valérie om hun seksuele uitlatingen expliciet te berispen. De andere keer lijkt hij dan weer de visie van Houellebecq zelf te vertolken. In zijn roman Plateforme drukt de auteur aan de hand van ontnuchterende beschrijvingen impliciet zijn afkeer uit voor het Parijse straatgeweld in het

algemeen of in het bijzonder op de mensonterende verkrachting van een collega van Michel in de metro en de moord op zijn vader. In plaats van een misdadiger wordt de dader van de aanslag in feite de aanklager van het narcistisch egoïsme van de wellustige westerling. Door de andere slachtoffers op de toename van agressie in het straatbeeld te wijzen, belichaamt deze dader als het ware ook de sinistere, kil berekende visie van Houellebecq die vooral de dromer in Michel met de neus op de onmiskenbare feiten wil blijven drukken. Zowel Michel, Valérie als Jean - Yves reageren allerminst verbouwereerd, misschien enkel wat verbaasd, maar toch vooral onverschillig op de baldadige, maar weinig samenhangende uitspraken van de dader. Door het onvermogen van de westerling te reageren op deze uitspraken, besluit de dader uiteindelijk over te gaan tot zijn vernietigende daad. De vingerwijzende vereenzelviging van dader en auteur als aanklager werkt net krachtig genoeg in waardoor het verband met recente voorbeelden van zinloos geweld in de openbare ruimte, zoals de rellen in de Parijse banlieux of zelfs de moord op Joe van Holsbeeck in het Brusselse Zuid – station, steeds in het achterhoofd rondspoken. Door de voortreffelijk bewerking van de roman Plateforme wijst de dader van de aanslag, au fond samen met Houellebecq, ons op de dieperliggende problemen van de westerlingen, op de kille rationaliteit die aan de basis ligt van hun massale interesse voor en hun vlucht naar meer paradijselijke oorden. Maar net in dit verlangen naar het paradijselijke, dat de dader dankzij zijn aanslag in het hiernamaals kan projecteren, ontmaskert hij zijn extremistische ideologie. Met afwezige blik verklaart hij immers ‘zuiver te willen zijn’, als deel van een harmonieus, organisch geheel. Seksuele teugelloosheid beschouwt hij als heiligschennis. Door zijn daad hoopt hij dan ook op goddelijke gratie, op belangeloze liefde die zijn volk vrijheid en hem het martelaarschap zal schenken. De statige verschijning van de dader die ijzig kalm en geconcentreerd over de scène ronddwaalt, wordt krachtig onderschept door het opzwepende ritme waarmee andere personages plots uit de scenografische puinhoop opspringen. Plots rukt het levenloze lichaam van een vrouw zich los uit de brokstukken. In een onstuimige woedebui waarin deze vrouw Audrey (Maartje Remmers) tegenover haar echtgenoot Jean-Yves, uitbarst, verwijt ze hem haar seksuele appetijt te verwaarlozen. Ze waarschuwt hem onmogelijk trouw te kunnen blijven. Op een stoel uit de puinhoop neemt ze in het midden van de scène plaats. De woede wordt opgevangen door een gevoel van walging tijdens de ontroerende beschrijving van de SM – praktijken waar ze aan deelnam. In zijn roman laat Houellebecq die walging juist bij Valérie omslaan in verbijstering wanneer ze toevallig Audrey als gemaskerde meesteres de tepelklemmen en scrotumstroppen weinig smakelijk bij een weerloos slachtoffer ziet aanspannen. Op scène laat Simons het personage van Remmers zelf even meesterlijk als benauwend getuigen hoe Audrey zich sadistisch én masochistisch laat bevredigen. Niettemin laat de wreedheid waarin deze praktijken uitmonden, diepe sporen na bij Valérie. Voor Michel is het allemaal veel makkelijker dan je zou denken. ‘Je hebt de seks van mensen die van elkaar houden,’ zo probeert hij Valérie te overtuigen, ‘en de seks van mensen die niet van elkaar houden’. Ondanks het verval van het klassieke westerse huwelijk blijft Michel geloven in de onverwacht ontloken kracht van ware erotische liefde. Ook Valérie zweert bij de idee dat een mens door te lijden slechts liefde benijdt en geen andere uitweg meer ziet dan de uitbuiting van het lichamelijke genot. Langzaamaan komen Michel en Valérie tot het besef dat de houding van de wellustige westerling onhoudbaar wordt. Deze verlangt vooral liefde, maar verwart het met oppervlakkige, seksuele genietingen. In een vurig pleidooi spuwt van Watermeulen uit dat we

‘elkaar weer moeten leren kennen zoals we echt zijn’. Via een overgave aan het lichaam van een andere, door het eigenlijke zelfverlies leren we weer gemeenschap hebben. Pure seks, vindt Michel heeft te maken met een onbewuste drift van het lichaam om zich voort te planten. Met erotiek zouden we weer het vooruitzicht van liefde kunnen erkennen, om met liefde het voortbestaan te bestendigen en het leven op elkaar te enten. ‘De l’érotisme, il est possible de dire qu’il est l’approbiation de la vie jusque dans la mort’, zou de Franse filosoof Georges Bataille tegenwerpen. Zowel de roman als de voorstelling bevestigen inderdaad het leven in alle hevigheid tot op het moment dat de beslissende doodslag toegebracht wordt. Doordat de aanslag vanaf het begin reeds plaatsgreep, toont de theaterbewerking Platform dat de personages eigenlijk hadden willen leven alsof de dood niet langer bestond. In een van zijn hoofdwerken L’érotisme meent Bataille dat het leven discontinu is. Deze opvatting wekt onvermijdelijk een verlangen naar continuïteit, het verlangen op te gaan in het geheel, in de eeuwigheid; niet te moeten sterven. Het verlangen te ontsnappen aan de dood, is het verlangen naar continuïteit. Als de dader een moslim zou zijn, hoopt hij op de harem van maagden in het hiernamaals, waardoor de dood slechts een passage wordt, op weg naar een betere wereld. Door het seksuele handelen te verheffen tot een erotisch handelen wil Michel dan weer vernietiging door de dood tegengaan. Erotiek maakt ons niet tot brute indringers van een ander lichaam. Via erotisch contact leren we onze natuurlijke driften weer ontdekken, waardoor we misschien te weten komen wat overgave betekent, wat wederzijds respect en aanbidding is. Doordat we echter weten hoe fataal het allemaal afloopt, draagt de hartstocht van Michel die door Valérie beaamd wordt, doorheen deze adembenemende voorstelling reeds een ondraaglijk aureool van de dood. Naar het einde van de voorstelling toe, laaien de uitspattingen van vooral Audrey en Jean – Yves echter angstaanjagend op. Terwijl Jean – Yves een broek, die hij net uit de puinhoop plukte, met vallen en opstaan aanprobeert, veert hij gevaarlijk op en neer, van uiterst links naar uiterst rechts, tussen de brokstukken door. Net voor deze tumultueuze aankleedpoging wringt Jean – Yves zich nog hortend en stotend tussen twee op elkaar geklemde matrassen terwijl hij vertelt over zijn avontuurtje met een exotische, volbloed negerin. In de liefde voor vernietiging vinden de wellustige westerling en de dader van de aanslag elkaar. Het geweld vormt een schakel waarin ze elkaar benaderen. Radeloos zwaait Audrey met een tafelpoot die zonet onverbiddelijk door de dader van een tafeltje werd afgeknakt. Het lijkt alsof de dader van de aanslag ook het geweld bij de westerling zelf aanwakkert. Met zijn vernietigende daad voorziet de dader zichzelf van een zekere bevrijding waarmee hij eigenlijk ook de westerling de vrijheid van leven ontneemt. Beide verlangen echter naar een soortgelijk paradijs. Maar welke vorm van liefde meer waard is, dat laat Simons met deze voorstelling onbeslist in het midden (van de wereld). Als de moslimterrorist zou verlangen naar zijn maagden en de belangeloze liefde van de goddelijke continuïteit, dan wil de westerling zijn wellust verliezen in de lichamelijke erotiek waar ware liefde uit zou kunnen opbloeien. Voor de moslimterrorist is het seksparadijs echter niet diezelfde hemel die Michel op aarde meent te ontdekken. De theaterbewerking van Simons voor NTGent kunnen we dan beschouwen als enkele laatste herinneringen waarin een stervende zijn leven ziet voorbij flitsen. Zoals Michel in de roman Plateforme van Houellebecq stelt, zorgen herinneringen er immers voor dat je minder eenzaam bent op het moment dat de dood er is. In het midden van de scène omarmt Michel het levenloze lichaam van zijn geliefde Valérie. Innerlijk verscheurd moet hij haar zomaar het leven laten ontnemen. Enkel het lijden openbaart de volle betekenis

van liefde, omdat, en zo redeneert Georges Bataille de dood nu eenmaal deel uitmaakt van het verlangen. Maar de wil om liefde te bereiken via vernietiging leidt onvermijdelijk naar de vernietiging van elke vorm van liefde. Op magistrale wijze ensceneert Simons deze cirkelredenering als een strijdig conflict waarin iedereen verliest. Platform is geen situatie van win – win, maar van verlies – verlies. Daan Goor

Related Documents

Uit Liefde Voor Vernietiging
November 2019 14
Liefde
November 2019 23
Liefde
November 2019 29
Liefde Is
November 2019 18
Pure Liefde
October 2019 31