Surrealisme

1926; André Breton – Manifeste du surréalisme  Ook politieke eenheidsbeweging  Het onbewuste bestuderen om door te kunnen dringen in een hogere werkelijkheid, een bovenwerkelijkheid  De mens bevrijden 

Irrationele en onderbewuste (Freud)  Werkelijkheid met associaties, intuïtie, fantasie en dromen uit het onderbewuste  Fantastische voorstellingen in een realistische, koele en zakelijke omgeving  Belang van de verbeelding die spontaan opwelt  réalité supérieure  ≠ logica 

Ongecontroleerd schrijven  Afstand t.o.v. werkelijkheid  Vrije seksuele expressie  Zwarte humor en groteske grappen  vervreemdingseffect 

 René

François Ghislain Magritte

 Lessen

(Henegouwen) 21/11/1898

 Schaarbeek

(Brussel) 15/08/1967

 surrealistisch

Belgisch kunstschilder

14 jaar: moeder dood in rivier wanhoopsdaad (vaak verwezen in kunst)  Opleiding Brussels Academie (1916 – 1920)  1922: trouwt met Georgette Berger  Het bekendste werk van Magritte is zonder enige twijfel La Trahison des Images (1928-29) of "Het verraad van de voorstelling" met de geschilderde tekst: Ceci n'est pas une pipe 



Na de kennismaking met het werk van Giorgio de Chirico, in 1925, begon zijn werk surrealistische elementen te assimileren.

Giorgio de Chirico (Grieks-Italiaanse schilder) leefde in zelfde periode



Magritte maakte vooral schilderijen (olie op doek), maar ook gouaches, voorwerpen en collages.



Onder de leiding van Edouard Mesens werkte hij mee aan het tijdschrift "Oesophage" en kreeg hij in 1927 zijn eerste individuele expositie in de galerij "Le Centaure", in Brussel.



Het bekendste werk van Magritte is zonder enige twijfel La Trahison des Images (1928-29) of "Het verraad van de voorstelling" met de geschilderde tekst: Ceci n'est pas une pipe

Salvador Domingo Felipe Jacinto Dalí i Domènech  Figueres, 11 mei 1904 – aldaar, 23 januari 1989  Oudere broer (gestorven), hij, jongere zus  Naar kunstacademie in Madrid  In 1927 ging Dalí naar Parijs: Picasso – ontmoette toekomstige vrouw Gala 

Hij wilde een zeer herkenbaar persoon worden: lang haar, bakkebaarden, een lange cape met een bont gekleurde vlinderdas  Veelzijdige Spaanse kunstenaar  een meester in de techniek van het trompel'oeil (gezichtsbedrog) en het spel met perspectief 



 



Vroege periode (1917-1927): het grillig landschap in de omgeving van Figueres en het vissersplaatsje Cadaqués. Overgangsperiode (1927-1928): heftige experimenten Surrealistische periode (1929-1940): het onbewuste en dromen; angsten en fantasieën vastleggen Klassieke periode (1941-1989): meer universele kunst, thema’s als religie en wetenschap, bron klassieke en renaissancistische kunst

La persistencia de la memoría (1931)

Brandende giraffe, 1935

Gala asomada a la ventana

Gala asomada a la ventana

 René

Crevel  Parijs, 10 Augustus 1900 – 18 Juni 1935  14: vader pleegde zelfmoord  Studeerde Engels aan de Universiteit van Parijs  Overtuigd communist  1921: ontmoette André Breton en sloot zich aan bij de surrealistische beweging.

 1923:

uitgesloten uit de beweging omwille van zijn homoseksualiteit en zijn twijfels over de beweging  1926: tbc vastgesteld  1929: terugkeer naar de surrealistische beweging  1935: zelfmoord door gasoven in de keuken te laten aan staan

 It

should be remembered that when André Breton included the question "Suicide: Is It a Solution?" in the first issue of La Révolution surréaliste in 1925, Crevel was one of those who answered "Yes". He wrote "It is most probably the most correct and most ultimate solution."

     

Détours (1924) Mon Corps et moi (1925) La Mort difficile (1926) Babylone (1927) L'Esprit contre la raison (1928) Êtes-vous fous? (1929)

Le Clavecin de Diderot (1932)  Les Pieds dans le plat (1933)  Le Roman cassé et derniers écrits (1934-1935) 

 Godfried

Bomans  2 maart 1931 – Den Haag  Katholiek  Schoolkrant, toneelstuk  ‘Het Venster’  Rechten & psychologie  ‘Pieter Bas’  22 december 1971  62 titels

Erik of het kleine insectenboek  Droomt over schilderij ‘Wollewei’  Insecten kunnen praten  Beelden (neg.) karakters uit van mensen; bv. Verheven wespenfamilie  ‘Slimme’ Erik  domme insecten  Bekrompenheid en materialisme v/d mens 

 Erik

of het kleine insectenboek  Droomt over schilderij ‘Wollewei’  Insecten kunnen praten  Beelden (neg.) karakters uit van mensen; bv. Verheven wespenfamilie  ‘Slimme’ Erik  domme insecten  Bekrompenheid en materialisme v/d mens

http://www.luisterboekonline.nl/productinf