kruisjesspel Teken een rooster. Doe het zo: 5 rijen van 5 vakjes.
Teken nu om de beurt 1 of 2 kruisjes in de vakjes. Wie het laatste kruisje kan zetten is de winnaar!
dobbelrooster Teken een rooster. Doe het zo: 6 rijen van 6 vakjes. 1
2
3
4
5
6
1 2 3
A A
4 5 6
Gooi met twee dobbelstenen. Gooi je bijvoorbeeld 2 en 3? Schrijf dan de eerste letter van je naam in het juiste vakje. Je mag maar één letter schrijven! Kijk goed naar het voorbeeld! Doe dit om de beurt. Wie de meeste vakjes heeft wint.
kop en staart Dit spel begint met het woord BANAAN. Gebruik steeds de laatste letter van het woord om een nieuw woord te maken: banaaN. Je maakt dus een woord dat begint met de letter N. Kijk maar hoe het gaat: banaan – neus – soep – papier – rond – ... Wie geen woord meer weet is AF! Wie weet de meeste woorden?
geen ja, geen nee Bij dit spel mag je nooit JA of NEE zeggen! Speel met twee. Iemand vraagt iets. De ander geeft het antwoord. Je mag natuurlijk geen JA of NEE zeggen... Voorbeeld: vraag:
Ga je mee spelen?
antwoord:
Graag, ik kom!
vraag: antwoord:
Kan jij tot 100 tellen? Ja. (Ai... het antwoord is JA, en dat mag niet! Wissel de rollen en speel het spel opnieuw).
spelletjes met kaarten Dit spel speel je met twee, drie of vier. Neem een boek kaarten. Haal alle prentjes eruit. Elke speler neemt drie kaarten van de stapel. Tel de kaarten bij elkaar op. Wie het grootste getal heeft krijgt alle kaarten. Speel het spel opnieuw tot alle kaarten op zijn. Wie heeft de meeste kaarten?
In plaats van + kan je ook – doen. De speler met het kleinste getal krijgt dan de kaarten.
raadspelletjes Op dit blad staan een paar spelletjes waarbij je moet raden. Kies één of meer spelletjes uit en speel ze. Welk dier is het? Iemand denkt aan een dier. Hij of zij vertelt HOE HET DIER ERUIT ZIET. Verklap de naam niet! Wie raadt het dier? Welk dier is het (2)? Dit spel lijkt op het vorige, maar nu DOE JE HET DIER NA. Verklap ook nu niet over welk dier het gaat! Rara, wie is het? Één van jullie denkt aan iemand uit de klas. Zeg NIET wie het is. De anderen mogen nu vragen stellen. Je mag alleen antwoorden met JA of NEE. Wie raadt juist?
Misschien ken je zelf wel een raadspel? Speel het maar!