Sociaal economische vraagstukken
Onderdeel van de deelkwalificatie Mens, arbeid en samenleving.
m cursist Naam praktijkbegeleider Datum Opleiding Deelkwalificatie
: E Bijsterveld : Jan Posthumus : 01-02-09 : spwv- 8107 : sociaal economische vraagstukken
Inhoudsopgave; Eindterm 1.......................................................................................................................................................2 1.1 vier verschillende functies van arbeid voor het individu kan beschrijven................................................2 1.2 twee verschillende functies van arbeid voor de samenleving kan beschrijven.........................................3 1.3 voor de eigen beroepsgroep een beschrijving kan geven van; ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid, werkloosheid en arbeidsparticipatie oorzaken en mogelijke oplossingen van werkloosheid....................................................................................................................................................3 1.3.3 de ontwikkelingen van de werkgelegenheid binnen mijn werkgebied....................................................3 1.3.5 de ontwikkelingen op het gebeid van arbeidsparticipaties op mijn werk gebied...................................4 1.4 voor een andere beroepsgroep buiten justitie een beschrijving kan geven van; ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid, werkloosheid en arbeidsparticipatie. Oorzaken en mogelijke oplossingen van werkloosheid....................................................................................................................................................5 1.5 werkgelegenheid en werkloosheid.............................................................................................................5 1.6 arbeidsparticipatie....................................................................................................................................6 1.6 oorzaken en mogelijke oplossingen van werkloosheid..............................................................................7 Eindterm 2.......................................................................................................................................................8 2.1 de ontwikkelingen kan beschrijven op het gebied van de sociale zekerheid.............................................8 2.2 een eigen visie kan beschrijven op de sociale zekerheid in Nederland.....................................................9 2.3 de gevolgen kan beschrijven van langdurige afhankelijkheid van een uitkering voor een persoon.........9 Eindterm 6.....................................................................................................................................................10 6.1 een korte beschrijving kan geven van de invloed van technologiesering op de hoeveelheid werk en de verdeling ervan, de aard en de kwaliteit van het werk en de organisatie van het werk................................10 6.2 benoem twee ethische dilemma’s.............................................................................................................14 Eindterm 7.....................................................................................................................................................14 7.1 de economische verhoudingen in het kort kan beschrijven binnen de markteconomie en binnen de geleide economie...........................................................................................................................................14 7.1.1 de geleide economie.............................................................................................................................15 voordelen:......................................................................................................................................................15 7.2 de kenmerken en de uitgangspunten van de Nederlandse verzorgingsstaat kan beschrijven.................15 7.3 de opvattingen van de twee belangrijke maatschappelijke en politieke stromingen kan beschrijven over de inrichting van de verzorgingsstaat...........................................................................................................16 7.4 in hoofdlijnen het bekostigingssysteem kan beschrijven van de sectoren zorg en justitie......................17 7.5 een tweetal actuele vraagstukken kan beschrijven die samenhangen met sociale culturele en/of demografische ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving...................................................................17 7.6 de mogelijkheden van economische zelfstandigheid kan beschrijven voor een tweetal groepen in onze samenleving...................................................................................................................................................18 7.6.1 psychiatrische patiënten.......................................................................................................................18 7.6.2 alleenstaande moeders.........................................................................................................................19
Uitwerking van de leerdoelen
Eindterm 1 1.1 vier verschillende functies van arbeid voor het individu kan beschrijven - als werkende kan je in andere sociale kringen bevinden dan een werkloze, - in de meeste gevallen zal een werkende door zijn/haar werk andere sociale contacten hebben dan thuis, - veel mensen zullen zich zonder werk thuis vervelen en misschien zelfs ruzie krijgen, - niet of in mindere mate afhankelijk van sociale voorzieningen.
2
-
een werkende maakt minder gebruik van de sociale voorzieningen, zodat hij/zij minder drukt op de staatsbegroting, een werkende betaalt belasting en sociale premies, zodat o.a. werklozen en zieken een uitkering kunnen krijgen. een werkende is in staat geld in de economie te brengen
Het individu: - in Nederland wordt het gewaardeerd wanneer je werkt. Een werkende verdient immers zijn/haar eigen geld, onderhoud zijn/haar eigen gezin en draagt bij aan de sociale voorzieningen. Van een niet werkende word al snel gesuggereerd dat hij/zij op de zak van de werkende leeft. Van belang is dat we onderscheid moeten maken tussen mensen die niet kunnen werken en mensen die niet willen werken. Van de overheid: - de Nederlandse overheid bepaald dat elke Nederlandse staatsburger recht heeft op een bestaands minimum. Dit recht kost verschrikkelijk veel geld. De werkende bevolking betaalt belasting en sociale premies om de “zwakkeren” een bestaan te bieden.1 1.2 twee verschillende functies van arbeid voor de samenleving kan beschrijven Voor de samenleving: - als je werkt maak je minder gebruik van de sociale voorzieningen, zodat de druk ook minder wordt op de staatsbegroting, - als je werkt betaal je sociale premies, hierdoor kunnen onder andere werklozen en zieken makkelijker een uitkering krijgen. - als je werkt kan de economie ook beter groeien2
1.3 voor de eigen beroepsgroep een beschrijving kan geven van; ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid, werkloosheid en arbeidsparticipatie oorzaken en mogelijke oplossingen van werkloosheid 1.3.3 de ontwikkelingen van de werkgelegenheid binnen mijn werkgebied Als iemand TBS met dwangverpleging opgelegd krijgt, heeft dit vaak grotendeels te maken met de mate waarin drugs en alcohol gebruikt wordt. Drugs en alcohol zijn op een goede manier te verkrijgen, hierdoor is een verslaving aan deze middelen groot. Mede ook door deze middelen worden er meer delicten gepleegd, waarbij de dader ten tijde van het delict handelt uit onvermogen. Namelijk veel TBS veroordeelden waren tijdens het delict onder invloed van alcohol en/of drugs. Doordat het gebruik van deze middelen schrikbarend hoog is en er ook steeds meer mensen het gebruiken, zal de werkgelegenheid binnen mijn werkgebied alleen maar toenemen. Een kranten knipsel 1 2
Individu en samenleving 204 Individu en samenleving 204
3
Woensdag 8 augustus “Verslaafde bond pastoor tussen de rails – hij overleefde” UTRECHT – Met haast onmenselijke wreedheid is de 65-jarige pastoor Ad Fritschy uit Bussum in april urenlang getergd door een vijftigjarige, zwaar verslaafde, dakloze man. Officier van Justitie Christine van der Bas eiste gisteren bij de Utrechtse rechtbank acht jaar en tbs met dwangverpleging tegen de man, F. de R.”1 De pastoor werd door de verdachte F. de R. vastgebonden in zijn eigen huis, beroofd, meegevoerd naar Bunnik en op de spoorrails vastgebonden. Zijn keel werd half doorgesneden. F. de R. ging ondertussen in Utrecht bij Hoog Catharijne cocaïne en heroïne kopen. De volgende dag werd hij door de politie gearresteerd. De pastoor is tweemaal door een trein overreden, maar heeft het wonder boven wonder overleefd. De afstand tussen Fritschy en de laagste wagons terwijl de treinen over hem heen denderden was 27 centimeter.3
1.3.5 de ontwikkelingen op het gebeid van arbeidsparticipaties op mijn werk gebied Binnen justitie wordt prioriteit gegeven aan de instroom en doorstroom van allochtone medewerkers en vrouwen in allerlei soorten functies. Zelfs is er in 2007 het zgn.traineeprogramma opgezet, voor hoger opgeleide vluchtelingen. Verder is er begonnen met de voorbereiding van de uitvoering van het door het kabinet besloten stagebeleid. Ook wordt er nagedacht over hoe de door het kabinet bepleite arbeidsparticipatie van gehandicapten bij Justitie verder kan worden gestimuleerd. Dit gebeurt naast het 400-banenplan om arbeidsgehandicapte medewerkers in het werkproces te re-integreren. Justitie is ook actief op de arbeidsmarkt. Allochtone studenten hebben kennisgemaakt met Justitie via netwerkdagen (dit heeft laatst plaatsgevonden bij ons in de kliniek), carrièrebeurzen en evenementen. Justitie beschikt inmiddels over een c.v.-database met 40 hoog opgeleide allochtonen en 26 allochtone afgestudeerde 3
Bron studenten.sammenvattingen
4
HBO/WO’ers, die tijdens een netwerkdag hebben aangegeven specifiek bij Justitie te willen werken. 1.4 voor een andere beroepsgroep buiten justitie een beschrijving kan geven van; ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid, werkloosheid en arbeidsparticipatie. Oorzaken en mogelijke oplossingen van werkloosheid Ik heb als beroepsgroep buiten justitie de bouw gekozen. Kranten knipsel Publicatiedatum: 22 januari 2009 Kleinere bouwbedrijven hebben momenteel extra werk met de verbouw en renovatie van woningen. Dat compenseert voor een groot deel de omzet die ze missen door de sterke teruggang in de nieuwbouw. Veel huiseigenaren spenderen hun geld nu in de verbouw van hun huidige huis in plaats van te verhuizen.4 Huizenbezitters waaronder ik ook hoor, hebben lang afgewacht of de woningmarkt zou verbeteren, zegt makelaar en/of financieel adviseur Rolf Koops in Emmeloord. Nu duidelijk het niet zo is, hebben veel mensen in de afgelopen maanden de beslissing genomen om te blijven zitten waar ze zitten en hun eigen huis op te knappen.5
1.5 werkgelegenheid en werkloosheid Komende maanden verwachten de kleinere bouwbedrijven een omzetgroei te halen uit verbouw en renovatie. Veel mensen willen rond de kerstdagen alles wat verbouwing betreft klaar hebben en dit is nu merkbaar dat er al meer werkgelegenheid is in deze sector. Het bouwen van nieuwe woningen is schrikbarend laag en men verwacht voor de toekomst dat dit nog meer zal afnemen. Ondanks de recessie hebben de kleinere bouwbedrijven toch nog een goed gevulde orderportefeuille. Vooral bij de grotere bouwbedrijven ontstaan er dit jaar problemen. Overheden en instanties zijn door het afgenomen vertrouwen in de economie voorzichtiger geworden in hun investeringen bij nieuwbouwprojecten voor de komende jaren. Omdat vooral grotere bouwbedrijven met deze projecten bezig zijn, zullen zij de komende jaren de klappen voelen. In de eerste drie kwartalen van 2008 was er 4
bron: bouwtrefpunt
5
bron: de hypotheker
5
volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek nog sprake van een toename van het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen. Het aantal woningen waarvoor een vergunning werd aangevraagd, daalde in die periode al licht. Nu al worden er maandelijks minder nieuwbouwwoningen verkocht dan vorig jaar. Wanneer dat niet verandert, zal het een uitstroom van personeel tot gevolg hebben.6 1.6 arbeidsparticipatie Om vrouwen meer te laten werken, waaronder ook de bouwsector, stelt het kabinet een zgn. taskforce in voor 1 januari 2008. De aandacht van deze taskforce zal uitgaan naar cultuuraspecten, grotere deeltijdbanen, arbeidsparticipatie door nietwerkende vrouwen, scholing en de verdeling van zorgtaken. Er zijn diverse afspraken gemaakt om oudere bouwvakkers te stimuleren langer door te werken. Door deze afspraken zijn er specifieke arbeidsvoorwaarden voor deze doelgroep, zoals extra verlofuren en ontheffing van evt. nachtdiensten en/of onregelmatige diensten. De werkgevers en werknemers willen voor jongeren meer afspraken maken om het combineren van leren en werken mogelijk te maken.
De feiten Dat veel vrouwen te weinig verdienen om hun eigen levensonderhoud te voorzien, komt doordat als ze werken dat vaak in deeltijd doen. Een hobbel om meer te gaan werken wordt gevormd door de zogenoemde marginale druk. Dit is het verschijnsel dat een gezin netto vaak weinig extra overhoudt als de vrouw meer gaat werken, omdat de huur- en de zorgtoeslag dan afnemen en er nieuwe kosten voor kinderopvang bij komen. 6
Bron: bouwdepot
6
Als het inkomen dat de vrouw verdient net genoeg is om de kinderopvang van te betalen, vindt bijna de helft van de Nederlanders dat zij dan beter zelf thuis kan blijven om voor de kinderen te zorgen. Een andere oorzaak voor de lagere economische zelfstandigheid van vrouwen, is dat zij minder verdienen dan mannen.7
1.6 oorzaken en mogelijke oplossingen van werkloosheid Er zijn twee soorten werkloosheid te onderscheiden, namelijk conjuncturele werkloosheid, die ontstaat door onderbesteding en werkloosheid, die ontstaat ongeacht de stand van de conjunctuur, namelijk werkloosheid die te maken heeft met de inrichting van de productiestructuur en veranderingen daarin, de zogenaamde structurele werkloosheid. Van deze laatste zijn diverse soorten te onderscheiden, b.v. frictiewerkloosheid. Soort werkloosheid oorzaak mogelijke oplossing Soort werkloosheid 1.Conjunctuurwerkloosheid
oorzaak onderbesteding
mogelijke oplossing − bestedingen opvoeren, bv. belastingverlaging − renteverlaging − overheidsbestedingen omhoog − stimuleren export
2. Structuurwerkloosheid
− Frictiewerkloosheid
7
divers ondoorzichtigheid arbeidsmarkt
zie hieronder − snellere sollicitatieprocedures − betere arbeidsbemiddeling door
Z24.nl
7
arbeidsbureaus − bijscholing
− Seizoenswerkloosheid
seizoensgebonden producties
− Kwalitatieve structuurwerkloosheid
onvoldoende scholing, regionale verschillen
− her, om- en bijscholing − verhuiskostensubsidies
fusies, internationale concurrentie,
− meer economische groei − arbeidstijdverkorting − afremmen arbeidsaanbod.
minder validen
− meer sociale werkplaatsen, werk maken
− Kwantitatieve structuurwerkloosheid
− Werkloosheid minder aangepast geschikten
− technische ontwikkeling
Eindterm 2 2.1 de ontwikkelingen kan beschrijven op het gebied van de sociale zekerheid Op het gebied van de sociale zekerheid verandert er in Nederland nog wel eens iets. Momenteel zitten we met de recessie dat zal ook zeker gevolgen hebben voor onze sociale zekerheid, dus hoe zeker is nou die sociale voorzieningen. Mocht je op wat voor reden dan ook werkloos of arbeidsongeschikt worden dan is er wel een financieel vangnet. Maar je krijgt zeker te maken met een flinke inkomensachteruitgang, gelukkig zijn er goede inkomensverzekeringen die uw financiële positie intact houden, ook als u er (nog) niets mee te maken heeft, zijn de veranderingen moeilijk bij te houden. Maar als je een uitkering of gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent, zijn de veranderingen niet altijd even duidelijk. Hieronder een kleine uitleg. WIA Een WAO-er die (gedeeltelijk) aan het werk is, moet na enige tijd worden beoordeeld op zijn mate van arbeidsgeschiktheid. Dat gebeurt nu binnen zes maanden tot maximaal drie jaar nadat hij of zij weer aan het werk is gegaan. In de praktijk blijkt dat die dreigende herbeoordeling zo kort nadat het werk is hervat, voor WAO-ers een belemmering is om weer aan de slag te gaan. Die regels worden voor oudere, gedeeltelijk arbeidsongeschikten (voor 1 juli 1959 geboren) veranderd. Zij zullen pas vijf jaar nadat ze weer een baan hebben gevonden worden beoordeeld. De wetswijziging geldt alleen voor uitkeringsgerechtigden in de WAO en de WAZ (arbeidsongeschikte zelfstandigen). WW
8
Voor WW’ers die langer dan een jaar een uitkering ontvangen, worden de regels naar verwachting aangescherpt. Zij moeten straks eerder een baan accepteren onder hun niveau. Tot nu toe hoeven WW'ers alleen passende arbeid te aanvaarden. Ongeveer 200.000 mensen in Nederland hebben een WW-uitkering. Daarvan zit vijftien procent een jaar of langer in een uitkeringssituatie. Zij moeten in de toekomst dus sneller een baan accepteren, ook al is die onder hun opleidings- en werkniveau. Wel ontvangen zij in dat geval een financiële compensatie voor het inkomensverlies, tot aan het niveau van hun WW-uitkering.
2.2 een eigen visie kan beschrijven op de sociale zekerheid in Nederland Ik heb de laatste anderhalve jaar een zeer nare periode gehad, dat had met verschillende factoren te maken. Op mijn werk liep het niet lekker, in mijn privé ging het heel slecht, dus ik kon erop wachten dat het mis zou gaan. Het is ook gebeurd dat het misging en dan bedoel ik, dat ik knapte en dat was voor mij heel moeilijk te accepteren, dat zoiets mij zou overkomen. Ik dacht altijd dat mensen die overspannen raakten dat die zich aanstelden, nou….. ik heb het geweten. Deze periode was zeker niet veilig voor mij en omstanders, dus ik kon de veiligheid, de gezonde en aangename arbeidsomstandigheden niet garanderen, vandaar dat ik een poos thuis heb gelopen en therapeutisch hulp heb gehad. Als ik toen niet die sociale zekerheid had gehad had ik er zeker niet zo bij gelopen als nu. Ik ben er nu, na goed hulp te hebben gehad , zeker er sterker uit gekomen en ik durf nu pas te zeggen dat ik na intensieve resocialisatie op mijn werk weer een beetje meer de oude ben dan vroeger en dan de nadruk op “meer”. Heb mijzelf zeker verbeterd. En durf dan ook te zeggen dat ik kan zorgen voor een veilige, gezonde en aangename sfeer op mijn werk. 2.3 de gevolgen kan beschrijven van langdurige afhankelijkheid van een uitkering voor een persoon De betrokkene zal het systeem op den duur de schuld geven, dit omdat hij vaak solliciteert en steeds wordt afgewezen. Hierdoor voelt de betrokkene zich niet meer verantwoordelijk om te blijven solliciteren. De maatschappij heeft genoeg voorzieningen waardoor zijn prikkels om te gaan solliciteren verdwijnt. Werkloosheid is zelfs “erfelijk” omdat bij kinderen waar ouders langdurig werkloos zijn in een cultuur van armoede leven, zij hebben een gevoel van onmacht, minderwaardigheid, onzekerheid en wantrouwen bij de ouders veroorzaakt door afhankelijkheid van voorzieningen op de kinderen wordt overgedragen.
9
• • • • • • •
net je volledige salaris, dus minder inkomsten vandaar de thuissituatie eronder gaat lijden geen ritme in je leven waardoor je eigen nutteloos kunt gaan voelen en verveling speelt hier ook een part. je word dubbel gestraft bij langdurig ziekte, namelijk je inkomen kan worden ingekort en je bent en blijft ziek. uit je arbeidsritme, waardoor bij langdurige ziekte de resocialisatie groter wordt volledig uit het arbeidsproces gevolg, op den duur minder verdiensten. Door deze grote verandering in je leven, zijn er mensen die ook psychisch lijden. grote verveling in Nederland word het gewaardeerd wanneer je werkt. Een werkende verdient immers zijn/haar eigen geld, onderhoud zijn/haar eigen gezin en draagt bij aan de sociale voorzieningen. Van een niet werkende word al snel gesuggereerd dat hij/zij op de zak van de werkende leeft. Van belang is dat we onderscheid moeten maken tussen mensen die niet kunnen werken en mensen die niet willen werken.
Eindterm 6 6.1 een korte beschrijving kan geven van de invloed van technologiesering op de hoeveelheid werk en de verdeling ervan, de aard en de kwaliteit van het werk en de organisatie van het werk Techniek Met techniek bedoelen we de bewerking of verrichting om een product of dienst tot stand te brengen • •
Technologie is de wetenschap van de techniek Technologiesering is de voortschrijdende invloed van techniek op de samenleving.
10
2. Ontwikkeling technologie •
•
•
Mechanisering In de 19e eeuw werd menselijke lichaamskracht verlicht of vervangen door machines of technische hulpmiddelen Automatisering De volgende stap was het zo veel mogelijk uitschakelen van de menselijke tussenkomst in het productieproces: automatisering. Het verschil met mechanisering: o Naast lichaamskracht wordt ook “denk”werk overgenomen o Door automatisering worden werkzaamheden sneller uitgevoerd door machines, en eventueel eindeloos herhaald. Robotisering en informatisering o Robotisering is de invoering van elektronisch bestuurde apparaten die ingewikkelde bewegingen kunnen uitvoeren. o Informatisering is het automatiseren van informatie. Hierbij wordt de invloed van technologie steeds groter op het terrein van gegevensverwerking en communicatieapparatuur: internet, tv, mobiele telefonie en computers.
11
3. Technologie en Arbeid •
Arbeidsverdeling We onderscheiden daarbij: o Maatschappelijke arbeidsverdeling Door de technische ontwikkelingen verdwenen er beroepen (b.v. in de landbouw, handwerker) en kwamen er nieuwe beroepen bij (b.v. machinebankwerker, computerprogrammeur) o Technische arbeidsverdeling Vroeger maakte een meubelmaker één hele stoel van begin tot einde, nu werken in een meubelfabriek verschillende mensen aan één stoel, bv. aan een lopende band. o De arbeidsproductiviteit werd steeds groter. Arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid werk die per werknemer wordt verricht. Door de mechanisering/automatiserin g van werk is de productiviteit per werknemer gestegen.
•
Arbeidsinhoud Bij arbeidsinhoud gaat het om de soort werkzaamheden die iemand doet, en of het afwisselend of eentonig werk is, of er veel of weinig verantwoordelijk bij komt kijken. Optimisten vinden dat het werk er lichter en minder eentonig door zal worden; pessimisten denken dat automatisering mensen vervreemd van hun werk: ze maken geen eindproducten meer, want ze zijn maar een onderdeel van het productieproces. Individualisering Door automatisering is een toenemende individualisering ontstaan: er wordt veel minder in teams gewerkt.
•
12
4. Voor- en nadelen van automatisering •
•
Voordelen o economische groei door productieverhoging o vooruitgang wetenschappelijk onderzoek o het verdwijnen van gevaarlijk en eentonig werk o grotere efficiëntie Nadelen o Inbreuk privacy Persoonlijke gegevens van mensen worden op allerlei plaatsen opgeslagen en onderling gekoppeld. o Nieuwe criminaliteit/hacken Computerinbraak, illegale gegevensvergaring, o Tweedeling in de maatschappij de tegenstelling tot de groep die toegang hebben tot de informatie, en anderen die door computeralfabetisme of gebrek aan middelen hier geen toegang toe hebben. o Globalisering Denk hierbij b.v. aan het werk van callcentra in India voor een bedrijf in Groot Britannië, die voor een veel lager bedrag werken of het typewerk en ander computerwerk voor Nederlandse bedrijven (bv. de Telefoongids) dat ook naar India of naar China verdwijnt.
13
6.2 benoem twee ethische dilemma’s Normen en waarden De massa media hebben veel invloed omdat veel mensen er naar kijken of luisteren. De overdracht van normen een waarden via de media gebeurd vaak onbewust. Omdat men op tv het gedrag ziet van anderen passen ze dit in hun eigenleven toe. Dit gebeurd bijvoorbeeld sterk met taalgebruik. Ook wordt er via de media ook bewust geprobeerd om waarden en normen over te brengen. Een voorbeeld hiervan zijn de spotjes van postbus 51, hiermee wil de overheid bereiken dat mensen gaan nadenken over gevaren van bijvoorbeeld roken en reiden met alcohol op. Zo hopen zij mensen te beïnvloeden dit niet meer te doen. (Multi) culturele samenleving Door de media krijgen we veel informatie. Deze informatie gaat ook vaan over de verschillende culturen van de mensen in Nederland. Zo hebben we een katholieke, hindoeïstische, islamitische en boedistische zender op Nederland 1 en 2 ook zenders als discovery en national geografic zenden veel programma’s uit over verschillende culturen. Zo leren we veel meer over de culturen dan we anders geweten hadden. Hierdoor zijn bepaalde gebruikten misschien makkelijker te begrijpen. Ook kookprogramma’s waarbij buitenlandse ingrediënten gebruikt worden en discussie programma’s met verschillende groepen dragen hieraan bij. Informatie die gekleurd door de opvattingen van de afzender om de maatschappelijke opvattingen te beïnvloeden. Een voorbeeld hiervan is de tv zender EO, de evangelische omroep. Deze zender zend programma’s uit over het christelijk geloof of erdoor beïnvloed zijn. Naast dat ze programma’s alleen uitzenden voor gelovige mensen, proberen ze ook, door bijvoorbeeld leuke jongeren programma’s, de opvattingen in de maatschappij te beïnvloeden. Eindterm 7 7.1 de economische verhoudingen in het kort kan beschrijven binnen de markteconomie en binnen de geleide economie markteconomie (kapitalistische economie): Overheid houd zich zoveel mogelijk afzijdig in het economische proces. De prijs van producten wordt bepaald door de wet van vraag en aanbod (product schaars, maar veel vraag naar- hoge prijs). De vrije markt corrigeert meestal de schaarste zelf wel. Mensen met zeldzaam beroep, hoog salaris. voordelen; grote keuzevrijheid van producenten en consumenten weinig bureaucratie (overheid bemoeit zich bijna niet met de economie, producenten en consumenten dus weinig te maken met ambtenaren) bij volledige concurrentie (mededinging) zijn vraag en aanbod goed op elkaar afgestemd (wat gemaakt word, word ook geconsumeerd). Redelijke prijzen hierdoor 14
nadelen; er wordt geproduceerd waar vraag naar is, dit kan slecht zijn voor het milieu, maar doordat de overheid zich er bijna niet mee bemoeid kan ze nauwelijks maatregelen nemen. wie niet voldoende geld heeft komt niet aan bod in de VS en Japan sprake van een vrije markteconomie. 7.1.1 de geleide economie Overheid speelt grote rol in het economische proces. Zij bepaald wat gemaakt moet worden, voor welke prijs en wie het maakt. Ook bepaalt de overheid wie welke opleiding volgt. Iedereen heeft werk. Als de planning goed is zijn vraag en aanbod van arbeidskrachten perfect op elkaar afgestemd.
voordelen: sociaaleconomisch gelijkheid. Doordat de overheid bepaald wat er word gemaakt, hoe duur alles is en wat voor een salaris je krijgt zijn er geen grote verschillen meer tussen rijk en arm. productie en consumptie zijn op elkaar afgestemd werkeloosheid kan zeer effectief worden bestreden nadelen: veel bureaucratie. Overheid bemoeit zich overal mee, veel ambtenaren om alles te regelen de planners zijn erg machtig tot in eind jaren ’80 in alle Oost-Europese landen, daarna nog in China en Cuba 7.2 de kenmerken en de uitgangspunten van de Nederlandse verzorgingsstaat kan beschrijven Ons land heeft een grote naam wat betreft de sociale zekerheid: er is altijd financiële steun bij de overheid als jij financieel problemen hebt. Daarom zeggen wij dat Nederland een verzorgingsstaat is. Dit vinden veel mensen belangrijk. De overheid zorgt dus voor het welzijn van de burgers. In de 19e eeuw waren er haast nog geen wetten en regels. De overheid bemoeide zich er niet mee. Burgers moesten werkdagen van zestien uur maken, ook kinderen. Wie dit niet kon moest leven van liefdadigheid, bedelarij of diefstal. Zij kwamen dan terecht bij het armenhuis of de kerk. De overheid vond dit in 1854 niet meer kunnen. In 1874 werd kinderarbeid verboden, de duur van werkdagen werd wettelijk bepaald en er kwamen wetten om de omstandigheden te verbeteren. Na de 2e wereldoorlog kreeg de overheid steeds meer invloed. Er kwam meer welzijn: kinderbijslag: geld voor de opvoeding van kinderen. ziekenfonds: verzekert mensen tegen ziektekosten. maatschappelijk werk: probleem oplossingen studiefinanciering: geld voor een studie
15
huursubsidie: geld voor het huren van een huis Sociale zekerheid valt uiteen in; sociale verzekeringen: werknemersverzekeringen: voor werklozen sociale voorzieningen: volksverzekeringen Sociale voorzieningen zijn: regelingen voor situaties waar geen verzekering voor bestaat. Als je financiële problemen hebt en geen inkomen en geen uitkering kunt krijgen: kun je daar een beroep doen. Het zijn geen verzekeringen, dus je hoeft geen premie te betalen, het wordt betaald van belastinggeld. De bekendste is de bijstanduitkering. Niemand hoeft in Nederland in armoede te leven. 7.3 de opvattingen van de twee belangrijke maatschappelijke en politieke stromingen kan beschrijven over de inrichting van de verzorgingsstaat De verzorgingsstaat leidt tot veel bureaucratie. De betaalbaarheid van de verzorgingsstaat is ook een probleem. De verzorgingsstaat is in de jaren 60 en 70 aanzienlijk gegroeid; het sociale zekerheidsstelsel werd flink uitgebreid. Sinds de jaren tachtig is het sociale zekerheidsstelsel voortdurend aangepast. De laatste twee wijzigingen zijn de WIA en de ZVW. Dit leidde tot de huidige standpunten van de politieke partijen. De manier waarop de politieke partijen de verzorgingsstaat overeind willen houden is dus gericht op het veranderen van de problemen die wij net noemde. Om voor deze problemen een oplossing te vinden heeft de regering een aantal adviesorganen, zoals de bijvoorbeeld de SER. Deze adviseert de overheid op sociaal economisch gebied. Ze geven advies over waar de verzorgingsstaat op bepaalde punten gemoderniseerd kan worden.8 Aan het einde van de jaren zestig behoorde de armoede van Nederland tot het verleden tijd. De kloof tussen arm en rijk was verdwenen. Door de sterke economische groei in de jaren vijftig en zestig steeg bovendien de welvaart voor de meeste Nederlanders. Werknemers kregen een betere financiële positie kortere werkweken en langere vakanties. In het begin van de jaren zestig was Nederland een welvaartsstaat geworden. De economische bloei leidde tot een aantal maatschappelijke veranderingen. Ik wil hier de belangrijkste daarvan behandelen: hoger opleidingsniveau grotere mondigheid immigratie vrouwenemancipatie individualisering meer vrije tijd9
8 9
Ser.nl z24.nl
16
7.4 in hoofdlijnen het bekostigingssysteem kan beschrijven van de sectoren zorg en justitie De gezondheidszorg heeft drie inkomstenbronnen; − verzekeringspremies, ongeveer 80 procent van de inkomsten; − de staatskas ongeveer 10 procent van de inkomsten; − eigen bijdragen van patiënten, ongeveer 10 procent van de inkomsten. De staatskas Met de staatskas worden de inkomsten van het rijk bedoeld. Voor 2006 werd voor het ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport 12.7 miljard euro uitgetrokken. Dat geld komt uit de schatkist, we spreken liever van de algemene middelen; denk aan belasting inkomsten, aardgas baten, inkomsten van staatsbedrijven, opbrengsten rente en retributies (retributies zijn opbrengsten dat in de kist beland bijvoorbeeld een id kaart in het gemeente huis)10 7.5 een tweetal actuele vraagstukken kan beschrijven die samenhangen met sociale culturele en/of demografische ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving Van de ruim miljoen mensen die behoren tot de vier grootste groepen etnische minderheden woont de helft in de vier grootste steden. Daarbinnen woont weer meer dan de helft in een beperkt aantal stadswijken. Er is dus sprake van concentratie; in een, qua oppervlakte, klein deel van Nederland wonen relatief veel mensen uit die groepen minderheden, in het grootste deel van Nederland relatief weinig tot zeer weinig. Die concentratie valt te verklaren uit meerdere factoren. De 1e groepen Turkse en Marokkaanse migranten kwamen als gastarbeiders voor grote industriële ondernemingen. Deze ondernemingen staan of stonden vooral bij grote steden. Latere nieuwkomers trokken naar deze wijken toe omdat daar hun landgenoten woonden, die hun taal spraken en hulp en advies konden geven.
7.5.1 demografische ontwikkelingen De etnische minderheden in Nederland groeien ten opzichte van de autochtone bevolking, die overigens nauwelijks nog toeneemt. Dit heeft twee oorzaken; voortgaande migratie, die vooral bestaat uit gezinsvorming een hoger geboortecijfer vooral onder Turken en Marokkanen in Nederland De groeicijfers zijn niet constant, zowel de migratie- als de geboortecijfers laten een dalende tendens zien. Een strenger toelatingsbeleid speelt een grote rol bij de daling van het immigratiecijfer. 7.5.2 sociaaleconomische positie De etnische minderheden hebben het in Nederland, sociaaleconomisch gesproken, gemiddeld een stuk slechter dan de rest van de bevolking. Dat komt tot uiting in een laag gemiddeld inkomen, een hoog werkloosheidspercentage en slechte huisvesting. De relatief slechte sociaaleconomische positie van etnische meerderheden is door meerdere factoren te verklaren; 10
sociaal economische vraagstukken
17
het gemiddeld lage opleidingsniveau technologische ontwikkelingen, die veel arbeidsplaatsen voor laag- en ongeschoold personeel verloren (hebben) doen gaan discriminatie op de arbeidsmarkt 7.5.3 cultuur en cultuurverschillen Cultuur: het geheel van waarden, normen, kennis, opvattingen, voorstellingen en symbolen dat mensen als lid van een samenlevingsverband verwerven en overdragen door middel van bewuste en onbewust leerprocessen. Soms heeft een samenlevingsverband het karakter van een subcultuur. Dat is het geval als de cultuur van een dergelijke groep op bepaalde punten duidelijk afwijkt van de in een bepaalde samenleving dominante waarden en normen.
7.5.4 cultuurverschillen Met de komst van Turken en Marokkanen groeide het aantal moslims in Nederland en is de islam een belangrijke religieuze stroming geworden. Dat is waarneembaar in de vorm van moskeeën en scholen op islamitische grondslag. Een duidelijk verschil tussen de hedendaagse Europese cultuur en die van gebieden waarin de islam de dominante godsdienst is, is de verhouding tussen man en vrouw, en mannen en vrouwen. Een ander belangrijk cultuurverschil, zien we aan de opvoeding van kinderen. Omdat migranten onder sterke invloed staan van de cultuur van hun vestigingsland, verdwijnen dergelijke cultuurverschillen, volgens sociologen binnen drie tot vier generaties.11 7.6 de mogelijkheden van economische zelfstandigheid kan beschrijven voor een tweetal groepen in onze samenleving 7.6.1 psychiatrische patiënten Waarom worden mensen die een beetje anders zijn, “weggestopt” in klinieken of verpleeghuizen in de bossen, ver van de bewoonde wereld. Omdat ze trager en/of angstiger zijn, of zeggen ze vaker onverstaanbare dingen of maken ze onvoorspelbare bewegingen of geluiden, maar is dat een reden om ze te isoleren? Om ze een normaal leven met een eigen woning, of begeleid wonen, eigen inkomen en eigen hobby’s en vrienden te ontzeggen? Van een dergelijk afgezonderd leven word je wel gek, als je het nog niet was. Je gaat je vanzelf raar gedragen, je wordt een soort willoze zombie. Het is veel leuker om gewoon in de samenleving te wonen. Om gewoon voor een broodje naar de bakker te wandelen en naar je werk te gaan, naar de film of het café. Om een eigen kamer te hebben en eigen geld. Dan wordt een willoze zombie iemand die toch heel wat wil en kan. Het is ook beter voor de zogenaamd normale mensen, als mensen met gebreken en handicaps niet uit hun leven worden weggehouden. Dat confronteert ze ook met de kwetsbare kanten van hun eigen bestaan. Daar worden ze zachter, menselijker en vriendelijker van. Natuurlijk moeten ze zich wel een beetje aanpassen aan de “gekken”, ouderen en gehandicapten, net als omgekeerd trouwens. Maar beide partijen krijgen er ook iets voor terug: een 11
pluriforme samenleving
18
menselijker, zachter en toleranter samenleving. Dit wil niet zeggen dat bepaalde doelgroepen volledig zelfstandig kunnen leven in de maatschappij, ze zijn afhankelijk van zorg. Altijd weg stoppen in een psychiatrisch ziekenhuis of kliniek is na mijn idee ook niet de oplossing. Of diegene moet een zodanig ernstig delict gepleegd hebben dat het de samenleving in gevaar brengt. 7.6.2 alleenstaande moeders DEN HAAG - Alleenstaande moeders werken minder vaak dan vrouwen met kinderen die een partner hebben. Als de alleenstaanden echter wel werken, hebben zij vaker een fulltime baan dan de moeders met partner. Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek die woensdag heeft gepubliceerd. Het verschil hangt samen met het hogere percentage niet-westerse allochtonen onder de alleenstaande moeders. Vorig jaar waren er 254.000 alleenstaande moeders met ten minste één kind onder achttien jaar. Van hen had 58 procent een baan van twaalf uur of meer per week. Bij de moeders met partner had 67 procent zo'n baan. 23 Procent van alleenstaande moeders werkte fulltime. Bij de moeders met partner was dat 13 procent. Allochtoon Relatief veel alleenstaande moeders zijn van niet-westerse allochtone herkomst. In de jaren 2001 tot en met 2007 behoorde gemiddeld 28 procent tot die categorie. Bij de moeders met een partner was dat veel lager: 12 procent. Niet-westerse allochtone moeders werken veel vaker fulltime of hebben een baan van minstens 28 uur per week. Bijna de helft van de werkende moeders van niet-westerse allochtone herkomst had een voltijdbaan. Bij de autochtone alleenstaande moeders met werk was dat een vijfde. Zorg De zorg voor het gezin is voor steeds minder vrouwen een reden om niet te werken. In 2001 waren er 735.000 vrouwen die om die reden geen baan wilden of konden aanvaarden. Zes jaar later was dat afgenomen tot 373.000 vrouwen. Het aantal mannen dat niet werkt om voor het gezin te kunnen zorgen, blijft laag. Vorig jaar waren er drie miljoen mensen tussen 15 en 65 jaar in Nederland die niet wilden of konden werken. De meesten zijn jongeren die nog een opleiding of studie volgen.
19
Aandeel moeders met een baan van 12 uur of meer per week
Wekelijkse arbeidsduur werkende moeders, 2007
Wekelijkse arbeidsduur werkende moeders naar herkomst, 2001/2007
20