Nieuwsbrief Studiekring Milieu
INHOUD
11 december 2000 Algemene Ledenvergadering met als speciaal thema: wie wil erbij zijn? Beperkt aantal plaatsen geef je nu meteen op!
jaargang 8, 2000/3
VAN DE REDACTIE Vraaggericht: voor wie is dit nog meer van belang? Hebben jullie dat ook wel eens? Ben je op een bijeenkomst geweest en daar hoor je iemand iets heel leuks vertellen. Dat ga ik gauw thuis vertellen denk je en je maakt even een wat aantekeningen. Terug op het werk is het echter weer veel te druk, iedereen vraagt aandacht voor zijn eigen besognes, de aantekeningen blijven aantekeningen of hooguit een verslagje voor jezelf. Tot iemand met een vraag komt en jou aantekeningen opeens heel nuttig blijken te zijn bij het beantwoorden van een concrete vraag. Naar dat soort berichtjes bij jou in de buurt zijn wij op zoek. In deze nieuwsbrief al een eerste aanzet zowel ver weg als dichtbij huis: Van Arnhem tot Groningen, den Helder tot India. Verder in deze nieuwsbrief een aantal persoonlijke noten bij het afscheid van de Frans de Haan. Hoeveel milieu-ers heeft hij niet de problemen van koper en fosfaat geleerd? Het duurt misschien even, maar al dat werk vindt toch langzaamaan zijn weg richting beleid. Tot slot nog even iets over mijn pogingen te komen tot een interactieve vorm van deze nieuwsbrief op internet. Ik had jullie opgeroepen tot 1 oktober met mij te testen op www.kpco.nl. Dit is jammerlijk mislukt. Ik heb welgeteld geen reactie gehad. Een laatste poging wat mij betreft is een activiteiten-kalender, waar we evenementen op kunnen aankondigen en berichtjes inclusief deze nieuwsbrief op kwijt kunnen. Ik stel voor die samen met Actief slip te gaan gebruiken. Zij hebben een mooie website http://www.benp.wau.nl/aktief_slip/homepage.html alleen is ie de laatste tijd niet meer erg goed bijgehouden lijkt het. Je kunt er als milieu-er een website aanbieden, als werkgever een stage-oproep doen. Prima plek dus om in deze tijden van krapte op de arbeidsmarkt met jong talent in aanraking te komen. De evenementenkalender http://www.internetagenda.com/agenda.cfm?CC=9200 heb ik maar vast in stijl gemaakt. Kom eens kijken en laat van je horen! Corine Quarles
[email protected]
2
Nieuwsbrief Studiekring Milieu
BIJ HET AFSCHEID VAN FRANS DE HAAN 14 september 2000: Persbericht Nederlands bodembeschermingbeleid holt achter de feiten aan Het Nederlandse bodemsbeschermingsbeleid is nog te veel gericht op saneren en holt daarmee achter de feiten aan. "Saneren is niets anders dan het opruimen van de rotzooi uit het verleden. Echte bodembescherming richt zich op de toekomst. De bodem vormt immers de grond van ons bestaan". Dit stelt prof.dr. Frans de Haan in zijn rede ‘Beter laat dan nooit’, die hij donderdag 14 september uitspreekt in verband met zijn afscheid als hoogleraar bodemhygiëne en -verontreiniging van Wageningen Universiteit.
jaargang 8, 2000/3
3
In zijn rede gaat professor De Haan in op de moeizame ontwikkeling van het bodembeschermingsbeleid in Nederland. "De rampspoed met bodemverontreiniging begon met Lekkerkerk. Daar werd voor het eerst duidelijk hoe onzorgvuldig we met onze bodem waren omgesprongen, door zelfs huizen te bouwen op een vroegere vuilstortplaats." De publieke ongerustheid heeft ook de politieke arena wakker geschud. Volgens De Haan is vanaf het begin van de milieuwetgeving een belangrijke vergissing begaan door een gescheiden aanpak te volgen voor lucht, water en bodem. Dit leidde tot gescheiden wetgeving, die zorgde voor een aantal ongewenste verrassingen. Als voorbeeld noemt De Haan de aanpak van de fosfaatverzadigde gronden. Reeds in de jaren zeventig constateerden onderzoekers dat de hoeveelheden mest die werden uitgereden in de intensieve veehouderij de buffercapaciteit van de bodem oversteeg. Fosfaatverzadiging van de bodem kan leiden tot ernstige eutrofiëring van het oppervlaktewater, waardoor ongewenste, onstuimige algengroei optreedt. Toen echter de aanwijzing van fosfaatverzadigde gronden zou worden ingevoerd, ontstonden plotseling grote weerstanden. Men wist niet waar men dan de mest moest laten. Bovendien oordeelde de Raad van State, dat de aanwijzing van fosfaatverzadigde gronden juridisch onacceptabel was. "Zij was gebaseerd op de Wet Bodembescherming, maar diende ter bescherming van het oppervlaktewater. En daarvoor hebben we immers de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren!", aldus De Haan. Hij voorspelt alvast een zeer moeizame bevalling van de algemene Wet Milieubeheer, omdat de verschillende milieucompartimenten onder de verantwoordelijkheid van verschillende ministeries vallen. Persbericht overgenomen van WAU-website
Beste Frans,
4
Nieuwsbrief Studiekring Milieu
Naar aanleiding van jouw vertrek het volgende: Ik ben blij jou als docent (in meeste brede zin) te hebben gehad. Ik stelde het erg op prijs, zoals jij vanuit fundamentele basiskennis redenerend de hele bodemproblematiek benadert. Die benadering is altijd en overal een goede. Ook in mijn huidige werksituatie als adviseur en projectleider bij bodemsaneringen van gasfabrieken. "Ga altijd terug naar de gegevens en probeer een verklaring te vinden voor wat je ziet. Ook qua modelmatige benadering en qua integraal denken en benaderen van de problematiek." Jij stond ook toe dat ik kon afstuderen op andere dan "echte" bodemonderwerpen, maar op biologische afbraak van plastics en op gescheiden inzameling en verwerking van huishoudelijk afval (beiden in combinatie met andere vakken). Dat heb ik byzonder gewaardeerd. (en: plastics worden echt afgebroken, hé?) Jan Koeman ging dit voorjaar met emeritaat. Bij zijn afscheid bij onze studiedag dit voorjaar gaf hij aan contact te willen houden over bepaalde onderwerpen. Ik hoop ook met jou contact te houden! (email:
[email protected]) Dus Frans: TOT ZIENS! Victor Brettschneider
Beste Frans, Ik koos bodemverontreiniging omdat het de meest brede en integrale was van de drie afstudeerrichtingen die we destijds konden kiezen. Of was het omdat je dan in je KB de minste verplichte vakken had? Je netwerk was toen al wereldwijd: toen ik aangaf ver weg te willen op stage kon ik kiezen tussen Japan en Canada. Het werd Canada, waar ik in Vancouver bij Hubert Timmenga een fantastische tijd had. Ik denk verder nog met plezier terug aan de doctoraalcolloquia, waar we wetenschappelijk artikelen bespraken. Het verbaasde me toen nog hoeveel fouten daar altijd uit te halen waren, ook al waren er zoveel reviewers overheen gegaan. Hoeveel fouten zitten er dan niet in al die beleidsonderbouwende studies, die veel van ons even snel tussendoor moeten doen? Kwaliteit van milieugegevens, maakt het eigenlijk uit hoe goed ze zijn? Of gaat het erom wie het zegt? En wie moet het dan zeggen voor je het wilt geloven? Wie moet je het laten zeggen? Ik typ dit op het moment dat de uitslag van de presidentsverkiezingen nog onbeslist is. Als Al Gore nou verliest, dan heeft ie alle tijd om naar de klimaatconferentie in den Haag te komen en alsnog de boodschap in zijn boek verder te gaan uitdragen. Zou zijn impact dan niet groter zijn dan als ie weer 4 jaar zit te worstelen met een republikeinse meerderheid in de Amerikaanse regering?
jaargang 8, 2000/3
5
En zouden wij meer mensen op onze Algemene ledenvergadering krijgen als de leden weten dat jij daar ook komt om bij te praten met wat van je oud-studenten en te horen of ze jouw lessen nog wel in de praktijk brengen? Je bent van harte welkom. Maar misschien hecht je meer aan een bericht van een onafhankelijk bureau waaruit blijkt dat al dat werk van je vakgroep wel degelijk gebruikt wordt. Dus sluit ik af met een selecte steekproef uit het persbericht van het RIVM bij het verschijnen van de milieubalans, en een doorkijkje naar de achtergrond-informatie, waar het protocol fosfaatverzadigde gronden nog steeds actueel is. Corine Quarles van Ufford
Trage ontkoppeling bij milieuproblemen op regionale schaal. uit persbericht RIVM d.d. 12 september 2000: Vijfde Nationale Milieuverkenning 2000 - 2030 en Milieubalans 2000 verschenen
De milieudruk door verzuring, vermesting en verdroging neemt geleidelijk af, echter te langzaam om de door het beleid gestelde milieu- en natuurdoelen te halen. In het verzuringsbeleid zijn vooral in internationaal verband successen geboekt voor zwavelen stikstofoxiden; de ammoniakemissies, met name afkomstig van de Nederlandse veehouderij, zijn op het zelfde niveau gebleven. Met de systematiek van mestafzetcontracten kan de produktie van dierlijke mest in overeenstemming gebracht worden met de draagkracht van het Nederlandse milieu. Het gebruik van fosfaatkunstmest is nog niet gereguleerd. Bij minder dan volledige inzet van het instrument blijft een risico bestaan op overschrijding van de (Minas) fosfaatverliesnorm. Het beleid zal voor het oppervlaktewater en grondwater tot een sterke verlaging van de nitraatconcentraties leiden; voor fosfaat zullen de concentratiedalingen door sterke nalevering vanuit de bodem gering zijn.
6
Nieuwsbrief Studiekring Milieu
D3.5 Fosforverzadiging landbouwgronden, 1986-1999 http://www.rivm.nl/milieucompendium/D-33.html
De fosfaatverzadiging van de bodem is in de afgelopen vijftien jaar sterk toegenomen, zodat het gevaar toeneemt voor het doorlekken van fosfaat. Volgens het protocol `Fosfaatverzadigde gronden' (Van der Zee et al., 1990,1992) Is sprake van fosfaatverzadiging als meer dan 25% van het gebied fosfaat verzadigd is. In bijna geheel Nederland is sprake van fosfaatverzadiging, met uitzondering van sommige kleigebieden en zuid-Limburg. Waarden van meer dan 50% vindt men in Noord-Brabant en noord-Limburg. Voor klei- en veengebieden zijn de resultaten nog voorlopig (Schröder en Corré, 2000). Toelichting: Berekend met definitie zoals die is opgenomen in het Protocol Fosfaatverzadigde Gronden (Van der Zee, 1990): "een perceel wordt verondersteld fosfaatverzadigd te zijn indien door uitspoeling de gemiddelde fosfaatconcentratie die een gekozen referentievlak passeert, vanuit milieuhygiënisch oogpunt in oppervlaktewater niet aanvaardbaar geacht wordt". In het gebruikte model (STONE) is als referentievlak de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) gekozen en als waarde voor de uitspoeling een fosforconcentratie van 0,10 mg/l.
• •
Schröder, J.J. en W.J. Corré (eds.) (2000 in voorbereiding). Actualisering stikstof en fosfaat desk studies. Rapport PRI - WUR, Wageningen. Zee, S.E.A.T.M. van der, W.H. van Riemsdijk en F.A.M. de Haan, (1990,1992). Het protocol fosfaatverzadigde gronden, Deel 1. Toelichting (1990). Deel 2. Technische uitwerking (1992). Landbouwuniversiteit Wageningen.
jaargang 8, 2000/3
7
OP WERKBEZOEK: VERSLAGEN VAN BIJEENKOMSTEN 1 september 2000 voorjaar 2001? Excursie bij het Waterschap Rijn- en IJsselland Op vrijdag 1 september zou Pepijn Abbink Spaink van het Waterschap Rijn- en IJssel (WRIJ) een tocht over de Rijnstrangen voor ons organiseren. Helaas was het aantal inschrijvers beperkt en ook de nieuwe fluisterboot nog niet gearriveerd, zodat we deze excursie even hebben uitgesteld. We houden dit graag nog te goed in het komend voorjaar!
14 september 2000: Excursie naar de VAGRON in Groningen Op 14 september van dit jaar werd een excursie georganiseerd naar de VAGRON (VAM+Grontmij) in Groningen. Er waren 15 deelnemers, zowel leden van de studiekring als ook meerdere niet leden. Voor iedereen, zowel voor de meer ingewijden, als voor diegene die slechts weinig bekend waren met de afval materie, was het een bijzonder interessante middag. De middag begon met een lunch aangeboden door de VAGRON. Tijdens de lunch werden we door bedrijfsleider, de heer Meijering, direct op de hoogte gebracht van de praktijk problemen die de opstart van een dergelijke installatie met zich meebrengt. Na de eerste kinderziektes draait de installatie nu goed. De Vagron heeft uitgaande van haar reeds bestaande afvalscheidinginstallatie een nieuw verwerkingsconcept gerealiseerd voor de scheiding /vergisting van 230kton grijsafval (huishoudelijk restafval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval) per jaar. De vergistingsinstallatie werd in november 1999 opgestart. In Nederland is dit de enige scheiding/vergistingsinstallatie voor ‘grijs’afval. Bovendien is voor de vergistingsinstallatie gekozen voor een thermofiel (>50ºC) proces terwijl alle in Nederland in bedrijf zijnde slurrie vergistingsinstallaties onder meseofiele (30-35ºC) condities worden bedreven. De SVI bestaat uit 4 units: •
Een mechanische ‘droge’ scheidingsinstallatie, inclusief winning van een papier / kunstof fractie
•
Een wasinstallatie
•
Een anaërobe vergistingsinstallatie
•
Een papier/ kunststof opwerkingsinstallatie
8
Nieuwsbrief Studiekring Milieu
De heer Brinkman van de Grontmij heeft voor de rondleiding een presentatie gehouden, waarbij de doelstelling van de installatie en de milieuvoordelen uitgebreid aan de orde kwamen. Met behulp van massabalansen werd inzicht verschaft in de grootte van de verschillende afgescheiden fracties en de bestemmingen. De belangrijkste doelstelling is het hoger opkomen op de ladder van Lansing en het reduceren van de hoeveelheid te verbranden afval. Door de afscheiding van de papier /kunststof stroom uit de ingaande stroom grijsafval en de afscheiding en vergisting van de organische fractie hoeft uiteindelijk slechts 40 tot 45% van het ‘grijze’afval te worden verbrand in een AVI (Afval Verbranding Installatie). Daarnaast worden een fractie metalen en in de wasinstallatie een zand en glas/steentjes fractie afgescheiden. Het biogas dat wordt gevormd uit de organische fractie wordt ingezet voor de productie van elektriciteit en warmte, waarmee in de energiebehoefte van het bedrijf kan worden voorzien. Het lag in de bedoeling om het digestaat (het ontwaterde, vergiste materiaal) te gebruiken als afdeklaag voor stortplaatsen. Het Ministerie van VROM gaat hier echter voor als nog niet mee akkoord, zodat naarstig wordt gezocht naar andere nuttige bestemmingen. In tegenstelling tot compost of digestaat afkomstig van aërobe compostering dan wel anaërobe vergisting van aan de bron gescheiden GFT (Groente Fruit en Tuinafval) voldoet het digestaat van een SVI voor grijsafval niet aan de gestelde eisen voor toepassing in de landbouw (BOOM overige organische meststoffen). Waarmee ook direct een antwoord wordt gegeven op de vraag of een SVI een alternatief kan vormen voor de aan de bron gescheiden inzameling en separate verwerking. De heer Brinkman is hier zeer duidelijk in: Scheiding/vergisting vormt geen alternatief voor separate GFT inzameling. Het moet gezien worden als een milieuvriendelijke aanvulling. Het is echter bekend dat in het centrum en in hoogbouw van de grotere steden, de gescheiden inzameling slechts een laag rendement oplevert Op vele plekken in Nederland vindt op deze locaties dan ook geen gescheiden inzameling meer plaats. Zo ook niet meer in de binnenstad van Groningen. De publiciteit hieromtrent heeft echter het beeld geschetst alsof Groningen aan de bron scheiden inzameling zou hebben ingeruild voor Scheiding /Vergisting. Niets is minder waar. GFT inzameling blijft ook in Groningen de voorkeur verdienen. De excursie door het bedrijf was al net zo interessant als de inleiding en discussie. Hoewel de scheidingsinstallatie, d.m.v. zeven, en magneten de meest spectaculaire beelden opleverde, hierbij toch een plaatje van de 4 vergistingsinstallaties voor de organische fractie uit ‘grijs afval’.
jaargang 8, 2000/3
9
Nu in Nederland nog uniek, maar naar het zich laat aanzien zal er een soort gelijke installatie worden gebouwd in Heerenveen. Met hartelijke dank aan de heer Meiering van de VAGRON en De heer Brinkman van de Grontmij Grietje Zeeman
10
Nieuwsbrief Studiekring Milieu
BIJ MIJ IN DE BUURT Water activiteiten in India Ik ben Stefan van den Hark, afgestudeerd milieutechnoloog aan de LUW in 1996. Na een aantal omzwervingen ben ik sinds juni 2000 werkzaam in New Delhi, India, in een klein consultancy bedrijf met circa 30-40 werknemers. Onze activiteiten liggen met name op het vlak van infrastructuur en institutionele ondersteuning van urbane gebieden. Het gaat hierbij dan om beleidsstudies, environmental & social impact assessments, quality supervision voor grote infrastructuur projecten etcetera. Sinds enige tijd proberen wij ons ook op de watermarkt te begeven. In tegenstelling tot de twee bovengenoemde velden krijgt de watermarkt in India veel minder aandacht en budgetten toegewezen. Een van de problemen is dat er onder de meeste mensen en de overheid nog steeds te weinig besef is over milieu vervuiling in zijn algemeenheid en water vervuiling in het bijzonder. Het is bijvoorbeeld moeilijk om lasten te heffen voor een dienst als afvalwaterzuivering. Enerzijds komt dit omdat mensen de perceptie hebben dat water gratis komt en gaat, anderzijds staat een groot deel van de mensen niet geregistreerd waardoor lastenheffing organisatorisch gewoon moeilijk voor elkaar te krijgen is. Een tweede beperking is het feit dat de economie voor een groot deel op kleine ondernemingen en industriën draait die alle arbeidsintensief doch kapitaalarm zijn. Deze sector, Small Scale Industries (SSI), heeft gewoon te weinig financiële armslag om doeltreffende maatregelen te kunnen nemen. Op centraal overheidsniveau worden deze problemen wel enigzins onderkend en er wordt bijvoorbeeld getracht om kleine industrieën te concentreren in bepaalde sectoren zodat ‘milieu-kwesties’ gezamelijk kunnen worden aangepakt. Hier stuit men echter op een typische Indiase kwestie. Het ontbreekt zeker niet aan normgeving en wetten op dit vlak. Effluent eisen zijn bijv. over het algemeen scherper dan de Europese normen. Wat echter volstrekt ontbreekt is het krachtdadig implementeren van deze wetgeving.
jaargang 8, 2000/3
11
Sinds het ‘opengooien’ van de Indiase economie is er veel veranderd. Voorheen werkte men met een gigantisch vergunning stelsel voor industrieën met als gevolg dat de Indiase economie eigenlijk een socialistische plan-economie was geworden. Dit vergunning stelsel is na 1992 eigenlijk helemaal verdwenen. Echter, het inspectie leger dat dit vergunningstelsel indertijd controleerde is voor een groot deel intact gebleven. Dit leger vertraagd de implementatie van oplossingsrichtingen op zijn minst. Wat echter nog vaker gebeurd is uiteindelijk helemaal niets!. Gezien de structurele onderbetaling van dit inspectie leger is het ondermijnen van mooie plannen erg makkelijk door her en der wat bijverdiensten te regelen voor het leger der inspecteurs. Persoonlijk heb ik ook altijd sterk het gevoel dat India echt een land is waar zeer veel zaken wettelijk niet mogen maar uiteindelijk toch wel kunnen. De verhaallijn die vaak tussen deze twee uitersten loopt kan ronduit vermakelijk zijn, m.i. iedere keer weer een mooie Monthy Python scene. Op professioneel vlak zijn deze verhalen minder vermakelijk omdat het op deze wijze erg moeilijk wordt om hier goed te kunnen opereren. Gezien de aard van de ontwikkelingen die momenteel plaats vinden in India moet er echter veel gedaan worden. Een stad als New Delhi heeft een chronisch water tekort, een sterk dalende grondwaterspiegel en slechts een fractie van het afvalwater (zowel huishoudelijk als industrieel) wordt behandeld alvorens op de Yamuna-rivier geloosd te worden. Deze Yamuna, evenals de Ganges een heilige rivier, transformeert bij het passeren van Delhi van een relatief schone rivier in één grote beerput. En dan moet men zich realiseren dat beide rivieren nog een flinke afstand door India af te leggen hebben waarbij meerdere miljoenensteden gepasseerd worden. New Delhi is zeker geen uitzondering wat vervuiling betreft. Gelukkig zie je langzaamerhand wel allerlei kleine verschuivingen optreden, de mensen worden dan ook werkelijk met hun neus en al hun andere zintuigen op de feiten gedrukt. Veel van deze milieu ‘misstanden’ hebben waarschijnlijk ook in Europa plaatsgevonden, ik denk dan aan zo’n 25-30 jaar terug. In tegenstelling tot Europa heeft India echter ook te kampen met een enorme overbevolking waarbij een groot deel van de mensen helemaal geen opleiding heeft genoten. Deze grote bevolkingsdruk in combinatie met de economische ontwikkelingen noodzaakt aan de ene kant een effectieve aanpak van de gesignaleerde milieuproblemen, echter, gezien het grote aantal problemen waar de Indiase maatschappij zich voor gesteld ziet, durf ik nog geen vision 2010 voor India te geven. 12
Nieuwsbrief Studiekring Milieu
Stefan van den Hark email:
[email protected]
Getijdenenergie in Noord-Holland Eb en vloed is een gevolg van zeebewegingen waar natuurlijk een potentie aan energie aanwezig is, waar nog niets mee gedaan wordt. Het idee hier wat mee te doen is van Chris van de Pol, die ook aan de wieg stond van de windenergie. Getijdenenergie als nieuwe vorm van duurzame energie…. Proefproject in het Marsdiep bij Den Helder Het innovatieve bedrijfje Teamwork Technologie in Zijdewind heeft met een aantal partners waaronder ECN een project genaamd Tocardo Aqua 7000 opgezet om 7 turbines te laten zakken in het Marsdiep bij Den Helder. Hier krijgen ze waarschijnlijk een subsidie voor van f 900.000,- van de provincie Noord-Holland uit het PAF (Pronvinciaal Afvalstoffen Fonds) als 50 % financiering. Mocht dit inderdaad rendabel blijken dan wordt er later een grootschalig demonstratieproject opgezet rond Engeland. De getijdenverschillen zijn elders in de wereld vaak veel groter dan in Nederland. Er is wat onderzoek gedaan naar het onderhoud van dergelijke turbines en via Ecomare op Texel naar de ecologische gevolgen. Verder zijn er nog weinig harde cijfers. Wel zijn er wat berekeningen gemaakt om de partners te overtuigen dat het rendabel is en ze over te halen erin te investeren. Een argument om de proef bij Den Helder te houden en daar in de toekomst eventueel ook de produktie te vestigen is de werkgelegenheid. Dat is ook een reden van de provincie om hier subsidie aan te geven. Zou onderzoek in deze richting niet iets meer vanuit wetenschappelijke onderzoeksinstituten of universiteiten moeten plaatsvinden ? De heer Van Breugel van het bedrijf in Zijdewind vertelt dat ze in eigen beheer een golfenergie project (stroming in rivieren) uitvoeren en nieuwe initiatieven als dit eerst zelf opstarten en een team proberen te vormen op een basis van no cure no pay. Pas als het verkoopbaar blijkt voor de industrie gaat geld een rol spelen. Op zich is dit wel een goede vorm van duurzame energie, maar gaat de provincie hier nu niet te snel uit van de must en de populariteit van alles wat met duurzame energie te maken heeft ? Monique Zwetsloot. jaargang 8, 2000/3
13
Als reactie op je laatste vraag een citaat uit het PAF, Jaarverslag 1999 en Uitvoeringsprogramma 2000-2004 Datum:24-10-2000, waar nog zo wat argumenten rond deze subsidieverlening op een rijtje staan : Corine Quarles “Ontwikkeling en realisatie getijdenstromingsturbine Wederpartij Teamwork Technology heeft subsidie aangevraagd voor een haalbaarheidsonderzoek en vervolgens de bouw van een getijdenstromingsturbine, die duurzame energie zal opwekken met als voordeel het ontbreken van horizonvervuiling en een grote voorspelbaarheid van de energieproductie. Immers, het waait niet altijd, maar stroming is er altijd. Daarnaast kan getijdenenergie een nuttige bijdrage leveren aan de verdere acceptatie en toepassing van duurzame energie. De prijs per kWh is in de gunstiger gebieden vergelijkbaar met die van windenergie. Het bedrijf denkt in Nederland 50MW te kunnen behalen, wat gelijk staat aan de productie van 80 windturbines. TT heeft ervaring op het gebied van ontwikkeling van innovatieve energietechnologie. Nieuw aan het ontwerp is een constructie t.b.v. de mindere kwetsbaarheid voor zand, ijsgang en landbouwplastic. De turbine wordt bevestigd aan een paal in de grond, waar hij omheen draait. Er kan een schaalvoordeel met de toekomstige off shore windparken ontstaan door gebruikmaking van dezelfde diensten en technologieën voor onderhoud en energie-opslag.” (bron http://www.noord-holland.nl) PAF, Jaarverslag 1999 en Uitvoeringsprogramma 2000-2004
platform regionale emissieregistratie in Arnhem: moet ik erbij zijn? Bijen staan bekend om hun communicatiesysteem: met een bijendans die voor buitenstaanders moeilijk te doorgronden is, brengen ze elkaar op de hoogte van de lekkere plekjes die ze hebben gevonden.
14
Nieuwsbrief Studiekring Milieu
Ik heb 19 oktober het genoegen gehad namens het Inter Provinciaal Overleg (IPO) twee bijenzwermen bij elkaar te mogen brengen, die elkaars bestaan al bijna waren vergeten: het kennisplatform rond de landelijke emissieregistratie en het kennisnetwerk van provinciale beleidsmedewerkers luchtkwaliteit en monitoring. Ik zie het systeem van emissieregistratie daarbij als de bijenkorf waar alle informatie over milieu bij elkaar komt of zou moeten komen. Er zit informatie in over alle stoffen, alle bronnen en doelgroepen in Nederland. Met de emissiecijfers worden verspreidingsmodellen doorgerekend om zicht te geven op de milieukwaliteit, ze dienen als basis voor regionale, nationale en internationale rapportages. Om emissieregistratie ieder jaar opnieuw te vullen met actuele gegevens is een heel netwerk van werkgroepen en instanties aan het werk, onder toeziend oog van de Hoofdinspectie Milieuhygiene en de Coördinatie Commissie Doelgroepmonitoring. Ik ken dit netwerk nog uit de tijd dat ik bij het RIVM werkte als trekker van WESP, een van die clubjes. Sinds een paar jaar werk ik bij de provincie en zie daar dichter bij de praktijk het verhaal achter de cijfers. Het zijn ervaringen die soms maar moeilijk passen in het stramien van emissieregistratie, maar wel de smaak bepalen van de onzekerheid waaronder het milieubeleid in de praktijk moet opereren. Bij vergunningverlening, handhaving en het controleren van milieujaarverslagen van bedrijven, bij de reconstructie van het landelijk gebied, in Stad en Milieu-projecten en bij het beantwoorden van vragen van Statenleden, die bezorgd zijn over de milieukwaliteit bij mij in de buurt. Het bleek goed de verschillende lijnen eens naast elkaar te leggen. Om te zien of emissieregistratie verbeterd kan worden met de praktijkinformatie van provincies. En om te zien of emissieregistratie provincies van dienst kan zijn bij het monitoren, evalueren en bepalen van prioriteiten in het provinciaal milieubeleid. Op de website www.erbij.nl zijn de initiatieven te vinden die op 19 oktober zijn uitgewisseld. Tijdens onze Algemene Ledenvergadering op 11 december zal ik u erbij laten en kunnen we de vraag beantwoorden of we hier als Studiekring en kennisplatform van Wageningse Milieu-ers ook iets aan kunnen hebben. Omdat we zijn uitgezwermd in vele richtingen, maar nog wel elkaars taal spreken. Jullie zijn van harte welkom erbij te zijn. Corine Quarles van Ufford Zie ook: Hoe werkt de bijendans?
jaargang 8, 2000/3
15
http://ourworld.compuserve.com/homepages/Beekeeping/beedance.htm Het bijendansspel http://www2.sva.edu/~fleur/flash/mainframe.html en hiernaast: waarom hommels?
http://www.koppert.nl/bestuif3.htm
VAN HET BESTUUR 11 december 2000 Algemene Ledenverbadering Op 11 december 2000 wordt de jaarlijkse ledenvergadering van de Studiekring Milieu gehouden. Tijdens de ledenvergadering legt het bestuur verantwoording af over het afgelopen jaar. Maar vooral ook wil het bestuur discussiëren over de activiteiten die de Studiekring in de komende jaren moet ontplooien en over de rol die de leden in de voorbereiding daarvan kunnen en willen vervullen. Lokatie: …. Het programma is als volgt: 17:00 - 18:00 uur
Algemene Ledenvergadering
18:00 - 19:00 uur
Maaltijd met wat “erbij”
19:00 - ……….
Vrij netwerken naar keuze
Wij zorgen voor een eenvoudige maaltijd (te nuttigen tijdens de presentatie en discussie over emissieregistratie/erbij, zie elders in deze nieuwsbrief). Voor vragen over vervoer en andere vragen kan je terecht bij Gerard Blom (‘s avonds en in het weekend: 0317 423281).
16
Nieuwsbrief Studiekring Milieu
Leden van de Studiekring die willen deelnemen aan de ledenvergadering wordt gevraagd dat uiterlijk 4 december schriftelijk of via e-mail te melden bij Gerard Blom, Corry Vonkstraat 17, 6708 NC te Wageningen, e-mail:
[email protected].
JAARVERSLAG PENNINGMEESTER 1999 We hebben een financieel gezonde vereniging. We hebben in de eerste 4 jaren van de studiekring een enorm (relatief dan) vermogen weten op te bouwen. Dat rechtvaardigde ons 3 jaar geleden tijdens de ALV te besluiten de jaarlijkse bijdrage voor de leden te verlagen. Na bestudering van de balansen van afgelopen jaren bleek dat ons vermogen in 1997 en 1998 kleiner is geworden (van 15 duizend gulden naar 13 duizend gulden). Zie tevens bijgevoegde figuur met verloop van ons vermogen sinds oprichting van de studiekring.
eind jaar
01 20
99 19
19
95
97
mutatie
19
93
20000 15000 10000 5000 0 -5000
19
Ve rmoge n(mutati e ) in gulde ns
STUDIEKRING MILIEU Vermogensontwikkeling
Begrotingsjaar
financiën 1999 De inkomsten over 1999 waren iets minder dan was begroot: dit gold voor de bijdragen en de rente-inkomsten. De uitgaven over het afgelopen jaar waren beduidend lager dan begroot. De verenigingskosten waren heel wat lager evenals de kosten voor communicatie. De kosten van de bijeenkomsten (onze kernactiviteiten) waren veel hoger. Het begrote resultaat was daarmee geen 1000 gulden negatief (zoals begroot om een verlaging van de reserve te bewerkstelligen) doch 655 gulden positief.
jaargang 8, 2000/3
17
balans per 1 januari 2000 Voor 1999 is reëel begroot om ons eigen vermogen verlagen. Dit resulteerde toch in een positief resultaat over 1999 van 655 gulden. Dit resultaat is aan ons vermogen toegevoegd, zodat dat vermogen hiermee bescheiden groeide naar ongeveer 13,75 duizend gulden, oftewel ruim 2 maal de jaarlijkse inkomsten uit contributies. De gewenste financiële buffer van ruim 2 maal de jaarlijkse contributies is globaal in stand gebleven. De financiële positie van de studiekring Milieu is gezond en verdere vermindering van het eigen vermogen zou nog wel mogen. Met vriendelijke milieugroeten, Victor Brettschneider
voorstel Gezien bovenstaande en gezien de controle en goedkeuring door de kascontrolecommissie van het kasboek, de bescheiden, de balans en de resultaatrekening stel ik voor e.e.a. goed te keuren.
Bijlagen: - de resultaatrekening (met tevens begrotingen 2000 en 2001), - balans voor 1999. Deze bijlagen zijn te vinden op onze internetkalender bij de vergaderstukken voor 11 december
18
Nieuwsbrief Studiekring Milieu
BEGROTINGEN 2000 en 2001 Bij deze presenteer ik u de begrotingen van 2000 en 2001. Zie hiervoor de tabel met resultaatrekening van 1999 voor het financieel jaarverslag over 1999. Commentaar bij begroting 2000 Bij de vorig jaar reeds gepresenteerde en aangenomen begroting van 2000 heb ik vorig jaar rekening gehouden met de ontwikkelingen van de uitgaven en de ontwikkeling van het vermogen van de vereniging. We gaven in 1999 minder uit dan in de begroting was gedacht, zodat het besluit van de ALV om de contributie in 2000 niet te verhogen een terecht genomen besluit is. In 2000 zullen de kosten waarschijnlijk in dezelfde orde van grootte blijven. De begrote uitgaven zijn misschien aan de hoge kant.. Voor 2000 betekenen de gelijk gebleven inkomsten een begrote verlaging van ons vermogen (tot ongeveer 12 duizend gulden), hoewel dat misschien bij lagere uitgaven ook nog wel kan meevallen. Zie ook onderstaande figuur. Hierin is het (begrote) verloop van resultaat en vermogen te zien vanaf oprichting van de studiekring in 1993. Omdat we een vermogen hebben van bijna 2 maal de begrote inkomsten is een beetje verder interen op ons vermogen geen ramp. begroting 2001 Ik stel voor de contributies voor 2001 wederom niet te verhogen. Met gelijkblijvende hoogte van de contributies boeken we in 2001 weer een bescheiden negatief resultaat met de iets bijgestelde begrote uitgaveposten voor nieuwsbrieven en mailings. Ik verwacht dat de bevriezing van de hoogte van de contributie op het niveau van 1997 tot en met 2001 ons helpt om ons vermogen weer enigszins in proportie te krijgen voor een gezonde balans (met een vermogen van 1,5 tot 2 maal de jaarinkomsten). Tevens wil ik voorstellen om een actievere ledenwerfactie te houden onder de huidige studenten, eventueel met een gratis instapcontributie voor het eerste jaar.
jaargang 8, 2000/3
19
Voorstel Ik stel hierbij voor, gezien de ontwikkeling in de eerste 7 jaren van het vermogen van onze vereniging, de begrotingen voor 1999 en 2000, inclusief de verhoging van de hoogtes van de jaarlijkse bijdragen in 2000, goed te keuren. Hiermee verwacht ik dat ons vermogen voor de komende jaren op 1,5 tot 2 maal de jaarlijkse bijdragen wordt gehandhaafd. We moeten dan (in 2002) bezien of een bescheiden verhoging van de contributie op zijn plaats. Met groene groeten,
Victor Brettschneider, uw penningmeester! p.s. Het KLV kan in hun bestanden onze lidcategorie werkzoekenden en gepensioneerden niet onderscheiden. Mijn verzoek aan u mij te berichten als u onder deze categorie valt. Ik kan dan teveel betaalde contributie terugstorten op uw rekening (wel svp uw rekeningnummer vermelden!).
20
Nieuwsbrief Studiekring Milieu
Bestuursverandering bij Actief Slib 26-09-2000 Hallo SKM-ers, We hebben een tijd veel te weinig van ons laten horen, we weten het. Daarom nu een mailtje met uitleg. Aktief Slip is op het moment nogal wat veranderingen aan het ondergaan. Door de reorganisaties van de universiteit en de daarmee samenhangende terugval van het aantal milieuers zag het bestuur zich gedwongen over te gaan naar een vijfkoppig in plaats van een zeskoppig bestuur. Hierbij zijn ook wat functieverschuivingen opgetreden. Oorspronkelijk was het zo dat de Commissaris Commissies namens Aktief Slip meevergaderde met het bestuur van de SKM, met het oog op het uitwiselen van activiteiten. Mede door ons hebben we niet echt veel activiteiten kunnen uitwisselen. Bij onze eigen activiteiten is ook al erg weinig belangstelling onder onze eigen leden. Hierdoor is het dus waarschijnlijk niet echt nuttig om de verantwoordelijke voor activiteiten bij de SKM te laten komen. Daarom gaat in de nieuwe bestuursformatie, wat ons betreft, het volgende veranderen. De Commissaris Studie neemt voortaan namens Aktief Slip zitting in de SKM. Hiermee kunnen we de relatie tussen beide verenigingen wat professionaliseren, en die enkele activiteiten die we kunnen uitwisselen kunnen via deze persoon verlopen. Ook kan zo het contact met de SKM wat regelmatiger plaatsvinden, omdat het niet alleen maar per activiteit, maar continu is. De wijzigingen binnen Aktief Slip worden effectief per 26 september aanstaande, als onze bestuurswissel plaatsvindt. Op die datum verlaat ik het bestuur als Commissaris Commissies en zal Patrick Todd, de huidige en blijvende Commissaris Studie, mij dus opvolgen in het contact met de SKM. Namens Aktief Slip, Christian Nobel, Patrick Todd,
jaargang 8, 2000/3
21
email:
[email protected] http://www.benp.wau.nl/aktief_slip/homepage.html
22
Nieuwsbrief Studiekring Milieu
Ik geef mij op voor algemene ledenvergadering op 11 december a.s. Naam:
..................................................................................................
Organisatie, plaats:
..................................................................................................
Telefoon:
..................................................................................................
Ik ben 0 wel lid van de Studiekring Milieu 0 wordt hierbij lid van de Studiekring Milieu
COLOFON
Deze nieuwsbrief is een uitgave van de Studiekring Milieu van het KLV. De studiekring heeft als doel het vormen van een netwerk van hoger opgeleiden die werkzaam zijn in de milieusector, dat tevens als platform kan dienen ten behoeve van initiatieven rond onderzoek, beleid en maatschappelijke activiteiten. Daarnaast streeft de kring naar kennisuitwisseling tussen de Landbouwuniversiteit en de beroepspraktijk. De nieuwsbrief verschijnt drie à vier maal per jaar en wordt gestuurd aan de leden van de studiekring. Meer informatie over de studiekring is te vinden op internet http://WWW.KLV.NL Aanmelding voor het lidmaatschap en adreswijzigingen: Cis Doorman, bureau KLV,
[email protected] Redactie Nieuwsbrief Corine Quarles van Ufford, van Heemstraweg 66, 6645 KH Winssen. Tel. 0487-521228, email:
[email protected] en Titia de Mes
[email protected] kopij bij voorkeur aanleveren per email of op flop in Word of WP of op onze internetkalender:
http://www.internetagenda.com/agenda.cfm?CC=9200.
jaargang 8, 2000/3
23