Mantra 1 De onfeilbare Vedische wijsheid komt van Krishna tot ons via de erfopvolging, en is a.d.d. gevrijwaard van de menselijke onvolmaaktheden. Op die manier verkrijgen we tot in de detail kennis betreffende de volkomen volmaakte goddelijke voorzieningen. Mantra 1 beschrijft hoe de levende wezens hun volkomen zuiver bewustzijn kunnen herwinnen door te handelen in verbondenheid met Krishna. Zulke activiteit geschiedt in isavasya bewustzijn. Wanneer we deze gang van zaken belemmeren of zelfs verhinderen, is reactie onvermijdelijk.
1) Overzicht en samenvatting van de Aanroeping De aanroeping legde uit hoe de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods, evenals al Zijn energieën, volkomen en volmaakt zijn. Srila Prabhupada's commentaar is dat, “alle vormen van onvolkomenheid het gevolg zijn van beperkte kennis van het Volkomen Geheel.” o Vedische kennis is transcendentaal (apauruseya) en wordt overgeleverd via de opvolging van discipelen. Daarom overstijgt het de vier tekortkomingen. o De Isopanisad maakt deel uit van de Yajur Veda die gezagdragende kennis bevat betreffende eigendom. Acinthya-bhedabheda-tattva siddhanta: Krishna is de ondoorgrondelijke eenheid in de verscheidenheid. Dit is de Vedische slotconclusie, zoals ze aanvaard wordt door Gaudiya Vaisnavas, die stellen dat Krishna de eenheid is in de veelheid van de slechts kwalitatief aan Hem gelijke delen en gehelen; Hij de Godspersoon die het universum is, waar we slechts een deel van zijn (Bg 9.15). Impersonalisme: Impersonalist is een andere naam voor Mayavadi. Met deze naam worden alle aanhangers samengevat van de twee grote filosofische stromingen die we kennen als het impersonalisme, of sankarisme (dat de eenwording van de ziel met Brahman predikt) volgens welke het individuele levend wezen in alle opzichten gelijk is aan God (zonder kwaliteit - inclusief dus kwantiteit) en derhalve slechts één met Hem kan zijn, en het nihilisme (ook bekend als de filosofie van de volkomen leegte), dat verwant is met het boeddhisme (dat het bestaan van God ontkent). Beide strekkingen ontkennen de realiteit van de materiële energie, die volgens het enkel een illusie kan zijn. Hoofdzakelijk echter betitelt men met de term 'impersonalisme' degenen voor wie de Absolute Waarheid verstoken is van vorm, persoonlijkheid, intelligentie, zinnen enz., en die derhalve het bestaan van God als Allerhoogste Persoon afwijzen, of die denken dat de gedaante en activiteiten van de Opperheer onderworpen zijn aan de invloed van maya, de begoochelende materiële energie.
2) Para en apara prakriti Alles in deze wereld is een manifestatie van de energie van de Heer (Bg 7.4-5) (vergeleken met vuur en al het organische en anorganische met licht en warmte). o De Heer is volkomen volmaakt en dus kunnen de wetten van de materiël natuur geen vat op Hem uitoefenen. Hij blijft de uiteindelijke bestuurder, onderhouder en machthebber van alles. 1
o Uit onszelf kunnen we niets vervaardigen. Bij het bouwen van een huis maken we gebruik van allerlei grondstoffen - hout, zand, stenen, ijzer - die we niet zelf vervaardigden. Door ze met elkaar te combineren zijn we door onze arbeid enkel in staat om ze vorm te geven. Een arbeider kan niet beweren eigenaar te zijn van iets omwille van het feit hard gewerkt te hebben om het te vervaardigen. Eigendomsrecht Vermits de Heer de oorsprong is van alles, is Hij er tevens de eigenaar van (Bg 10.8). o Terwijl het levend wezen de grove en subtiele lagere energie (materie) voor eigen doeleinden gebruikt, vergeet de hogere energie (het levend wezen) haar werkelijke spirituele geest en intelligentie. Deze vergeetachtigheid is het gevolg van de begoochelende invloed van de materie, doch wanneer het levend wezen bevrijd raakt van de invloed van de illusionerende materiele energie, bereikt het het niveau dat mukti of bevrijding wordt genoemd. Onder invloed van de materiële illusie brengt het vals ego het tot de gedachte dat ‘Ik ben materie en alles wat ik op materieel gebied verworven heb is van mij’ (Bg 7.4-5) o Alle leerstellingen betreffende het verdelen van natuurlijke energie dienen rekening te houden met het eigendomsrecht van de Allerhoogste (Bg 5.29). Communisme en kapitalisme beweren allebei het beste systeem betreffende eigendomsrecht in pacht te hebben, zowel collectief als individueel, en daarom vechten ze als katten en honden omwille van zogenaamd eigendomsrecht. Omdat geen van beiden in staat is de Opperheer als de principiële eigenaar te aanvaarden, dienen ze echter beiden beschouwd te worden als dieven en a.d.d. onderhevig aan de wetten van karma. o Simply we should use as much as He has allotted to us. Then there is peace and prosperity, without any difficulty. Otherwise, you go on adjusting your material possessions and time will take away everything. When you die ... in due course of time, whatever possessions you have will be finished. That is stated in the Bhagavad-gita (10.34), mrtyu sarva-haras ca aham: “I am death” (Lezing SB 1.16.24 Los Angeles 74). o De jiva (individuele ziel) heeft de vrije keuze tussen een spiritueel of een materiëel lichaam (SB 3.26.8), doch eens de keuze gemaakt dienen de consequenties zonder meer aanvaard te worden (Bg 13.22). Deze 'wet van oorzaak en gevolg' is in Vedische literatuur gekend als de wet van karma, de werkwijze die de materiële natuur hanteert in het toebedelen van onze 'quota' met de daaruit voortvloeiende voorspoed en ellende (Bg inleiding). o Alle levende wezens hebben hun quotas. Een koe bijvoorbeeld produceert melk ten bate van andere levende wezens, want zelf hoeft de koe geen melk. Haar quota is gras. De wortel van alle problemen Zedelijk gedrag zonder isavasya bewustzijn is onzuiver en dus onderhevig aan karmische reacties. De wortel van alle problemen schuilt in ongehoorzaamheid: 'ik, mijn,' overheersen en exploiteren.
2
o Spiritual Communism - this understanding will lead to perfect communism. Communists think in terms of their own nations, but the spiritual communism instructed here is not only nationwide but universal. Nothing belongs to any nation or any individual person; everything belongs to the Supreme Lord, who is not a creation of our intelligence; rather, He has created us. This universal communism can solve all the problems of the world (SB 8.1.10). Wie kan er zondigen door de wetten van de natuur te overtreden? o Dieren? Neen – zij worden er voor 100% door gedomineerd, en krijgen daarom geen reacties op hun handelen. Vedische voorschiften zijn niet voor hen bestemd. Geef een antwoord op de volgende vraag: "Als alles aan Krishna toebehoort, mag ik dan zomaar andermans bezittingen gebruiken zonder er om te vragen?” Neen, natuurlijk niet, omdat dat deel van God's eigendom voorzien is om de noden van iemand anders te lenigen. Dit is dus een overtreding van God's wetten. o In de menselijke levensvorm zijn we wel in staat te zondigen Door meer te nemen dan het toebedeelde quota. Louter vegetarisme waakt er niet voor dat men geen natuurwetten overtreedt. Planten zijn ook geconditioneerde levende wezens (Bg 15.7). De toegewijden van de Heer worden van allerlei soorten zonden bevrijd, omdat ze voedsel eten dat eerst geofferd is, zoniet eet men uitsluitend zonde (Bg 3.13).
Mantra 2 Door zich te houden aan de goddelijke voorschriften kan men, zelfs in dit lichaam, volkomen geluk ervaren. Over het algemeen zijn levende wezens gebonden door hun karma, maar Krishna bewuste activiteiten zijn karma-vrij, en verheffen ons daarom tot op het spirituele niveau. De menselijke levensvorm biedt de mogelijkheid bovenuit het proces van zielsverhuizing (karma-bandhana) uit te stijgen. Toch is voorzichtigheid geboden, aangezien er drie soorten activiteiten bestaan die tot overeenkomstige resultaten leiden.
Definities Karma-bandhana: gebondenheid aan de vruchten van verrichte activiteiten, de oorzaak van het proces van zielsverhuizing Vikarma activiteiten waarbij iemand misbruik maakt van zijn/haar vrijheid (zinsgenot) Karma activiteiten overeenkomstig de Vedische voorschriften Akarma activiteiten die ons bevrijden van het proces van zielsverhuizing (Bg 3.9-16) Ook naiskarma genoemd Vikarma leidt tot drie soorten resultaten als gevolg van verrichte activiteiten—gewenste, ongewenste en gemengde. Maar degene die zich geleidelijk aan van de vruchten van zijn/haar 3
activiteiten onthecht, streeft vastberaden het juiste doel na (Bg 9.30). Op die manier kan men de kans benutten die enkel in de menselijke levensvorm geboden wordt om bevrijd te raken van het proces van zielsverhuizing. Het is een feit dat belichaamde wezens onmogelijk alle activiteiten kunnen opgeven. Wanneer individueel zinsgenot, gehechtheid aan de materiële wereld, streven naar welvaart, toewijding t.a.v. familieleden, vrienden en landgenoten collectief worden nagestreefd ontstaan de -ismen (altruisme, communisme, socialisme) die echter enkel waardevol zijn indien ze in relatie staan tot isavasya. Zoniet zakt men weer terug in de eindeloze kringloop van geboorte en dood (Bg 2.40).
De rol van Vedische voorschriften Karma-yoga versus zuivere toegewijde dienst (handelen in bovenzinnelijk bewustzijn). Het doel van voorschriften (Bg 3.9-16; 18.5-9) is om de autoriteit van de Allerhoogste Persoon te realiseren. Dit is absolute kennis. Voorschriften gelden in het 'tussenin-stadium', waar we ons nog niet echt op het niveau van zuivere toegewijde dienst bevinden doch waarin we evenmin louter met materiële zinsbevrediging begaan zijn. Een levenswijze waarin God centraal staat en die in toenemende mate materiële idealen en verlangens in verband brengt met de Allerhoogste Persoon staat iemand toe om geleidelijk aan de autoriteit van de Allerhoogste Persoon te realiseren.
Mantra 3 In tegenstelling tot mantra 2 toont mantra 3 het lot aan van diegenen die er niet in slagen de Allerhoogste Persoon als Absolute Eigenaar van alles te beschouwen en daardoor dus op een vikarmische manier handelen. Iemand die er niet in slaagt de Vedische voorschriften te volgen zal de wetten van de natuur overtreden met de gevolgen van dien: het afdwalen naar lagere levensvormen (ref. Bg 2.40). o Als het gevolg van karma kan een persoon evenzo geboren worden in een familie van welvarende kooplui als in een mierennest. Het is pas na duizenden geboortes dat de individuele ziel (de jiva) eindelijk de menselijke levensvorm bereikt (één kans op de 8,400,000 kansen)1, met de daarbij horende mogelijkheid te onsnappen aan de kringloop van geboorte en dood (samsara) door het proces van zelfrealisatie met succes te voltooien. Als de noden van de ziel verwaarloosd worden in het voordeel van het vervullen van materialistische verlangens, schiet men aan deze kans voorbij en verminderd men de kans om nogmaals in een menselijke levensvorm geboren te worden. o Wanneer we beseffen dat Brahma een leven leidt van honderd Brahma jaren (4,320,000,000 x 2 x 365 x 100), in andere woorden, 311,040,000,000,000 menselijke levensjaren, gevolgd door een Brahma eeuw waarin enkel pradhana (latente materie) bestaat, gevolgd door de regering van een volgende Brahma, wordt één (mensen)leven betekenisloos. Deze eindeloze kringloop van karma and samsara (activiteiten en wedergeboorte) in een saaie herhaling van geluk en ellende is het droeve lot der goddelozen.
1
De Padma Purana beschrijft hoe er 8,400,000 verschillende levenssoorten bestaan
4
o People in general do not know what comes after death. There are so many things after death, but there is no education. Therefore they are in darkness. If anyone does not know the value of life, then it is misused. In the sastra it is called atmaha, committing suicide. If we do not come to Krishna consciousness by getting this valuable human form of life, then certainly we are committing suicide. We are drinking poison knowingly (Lezing NOD New Vndavana 72).
Definities Asura Sura Atma-ha Jnana
Vijnana
de demonische aard (Bg 16) goddelijke natuur de doder van de ziel - diegene die de kans van de menselijke levensvorm niet benut om tot isavasya-bewustzijn te komen. kennis - materiële kennis volgt uit zintuiglijk waarnemen, bovenzinnelijke jnana onderscheidt materialisme van spiritualiteit, en volmaakte jnana is kennis betreffende het lichaam, de ziel en de Allerhoogste Persoon. de praktische toepassing van spirituele kennis
Mensen hebben een hogere levensstandaard dan dieren Katten en honden worden niet gearresteerd als ze door het rode licht of over privé-domein lopen. Mensen riskeren die kans wel, omdat de wetgeving voor hen en niet voor dieren bestemd is. Evenmin zijn Vedische voorschriften bestemd voor dieren. De menselijke levensvorm is bestemd als voertuig waarmee de nukkige ziel een zuiver bewustzijn kan bereiken. In tegenstelling tot de dierlijke levensvormen, die enkel in een overlevingsstrijd gewikkeld zijn, bezitten mensen de aangeboren voorziening om de aard van de werkelijkheid te kunnen onderzoeken. Iemand die deze plicht ontkent en louter handelt om het lichaam te voeden en ervan te genieten, gedraagt zich in wezen als een 'gepolijst dier'. Materialistische religie versus isavasya religie Materialistische religies beogen stoffelijke vooruitgang. Materialisten en personen in onwetendheid (tamas) beschouwen bewustzijn als het gevolg van bio-chemische combinaties en dus uitsluitend onderworpen aan materiële wetmatigheden. Personen in de geaardheden onwetendheid en hartstocht (tamas & rajas) besluiten dat enkel de menselijke levensvorm met rede begaafd is en een ziel 'heeft' waardoor andere verschijningsvomen minderwaardig zijn en dus zonder meer geëxpoiteerd mogen worden. Ze verwerpen de idee van vorige en volgende levens, hoewel ze niet in staat zijn een reden te geven voor het feit dat de één geboren wordt op de hoek van een straat in Calcutta, en de ander in een koninklijk paleis. Personen die gedomineerd worden door de geaardheid hartstocht (rajas) nemen aan dat alle levende wezens geconditioneerde zielen zijn, en ze begrijpen het principe van zielsverhuizing, hoewel ze verwerpen dat de ziel een zuivere, bovennatuurlijke positie heeft. Zij streven uitsluitend naar superieur materieel geluk. Diegenen die zich in de geaardheden hartstocht (rajas) en goedheid (sattva) bevinden, aanvaarden het principe van zielsverhuizing en geloven bovendien min of meer dat de jiva de materiële conditie kan overstijgen teneinde een zuivere spirituele betaansvorm te bereiken. Personen in de geaardheid goedheid (sattva) aanvaarden enkel onpersoonlijke Brahman realisatie als het uiteindelijke levensdoel. Degenen die de geaardheden weten te overstijgen (suddha-sattva) leren omgaan met de Allerhoogste Persoon (isavasya bewustzijn) en worden a.d.d. gekwalificeerd om terug te keren naar de spirituele wereld (DMT 6).
5