Leiden Sporen

  • Uploaded by: Internetredactie
  • 0
  • 0
  • April 2020
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Leiden Sporen as PDF for free.

More details

  • Words: 59,511
  • Pages: 20
CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 1 5 AU G U STU S 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Regio

SCHRIJVENDE LEZERS

Meeuwen doden mag niet maar heeft ook geen zin In het Leidsch Dagblad van zateradg 12 augustus stonden een paar artikelen over de ’meeuwenplaag’ in Leiden. Leiden is in last. Het is bijna onmogelijk de stad te verlossen (te ontzetten) van meeuwen. De maatregelen die de laatste jaren zijn uitgevoerd hadden slecht een marginaal effect. Daarom klinkt nu de oproep om de meeuwen te doden onder anderen door CDA-politici. Het afschieten van meeuwen biedt echter geen oplossing voor het probleem. In de omgeving van Leiden is een hele grote meeuwenpopulatie, dat zijn hoofdzakelijk mantelmeeuwen en zilvermeeuwen. Als er in Leiden vogels worden afgeschoten zullen andere uit de omgeving hun plaats innemen. ’Op de begrafenis van één afgeschoten vogel komen als het ware tien andere’. De meeuwen staan volgens de flora- en faunawet op de lijst van beschermde vogels. Ik verwacht niet dat de gemeente veel kans heeft op een ontheffing van die wet. In Nederland gaat het helemaal niet goed met de zilvermeeuwen en het aantal

Het emplacement achter station Herensingel in Leiden. Dit stukje spoor is nog lang na de sluiting van de Haarlemmermeerlijnen in gebruik geweest.

gaat zelfs achteruit. Hoe lastig ook, uit een oogpunt van bescherming moeten we misschien zelfs blij zijn met de Leidse populatie. Het enige wat iets helpt is te zorgen dat de meeuwen in de stad niet worden gevoerd. Helaas is ook dat slechts een marginale oplossing van het probleem. Vaak halen de vogels hun voer op grote afstand van hun nestelplaats. Daarnaast kan men zorgen dat er geen plaats is om een nest te bouwen. Dus kan men draden spannen op platte daken of andere voorzieningen aanleggen. Ook kan men zorgen dat alle nieuwe gebouwen geen platte daken meer hebben. Over dat laatste punt heeft er in april al een ingezonden stuk van mijn hand in het Leidsch Dagblad gestaan. Ik raad daarom de CDA-politici aan om met name dat punt maar naar voren te halen als zij de bestrijding van meeuwen in de stad willen aanpakken. Op jacht gaan met het geweer heeft geen enkele zin. R I N N Y E . KO O I , LEIDEN.

FOTO’S UIT ’DE HAARLEMMERMEERSPOORLIJNEN IN OUDE ANSICHTEN’

Serie over spoorlijn Hoofddorp-Leiden, de meest verliesgevende lijn van Europa

In het spoor van een verdwenen trein Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. De laatste ritten op de Haarlemmermeerlijn, tijdens de jaarwisseling van 1935 op 1936, gingen vrij stilletjes voorbij. In een enkele plaats, zoals Alphen aan den Rijn, was er een burgemeester langs gekomen om afscheid te nemen van ’Bello’, zoals het boemeltje in de volksmond heette. Maar in veel andere plaatsen vertrok de laatste trein zonder veel plichtplegingen. Er

speelden geen muziekkorpsen en er waren geen afscheidsredes. Als er al volk naar de perrons waren gekomen, waren het oud- en nieuwvierders die nog snel een van de laatste treinkaartjes probeerden te bemachtigen; als aandenken. De treinen bleven die avond echter leeg. De conducteur was vaak de enige passagier. De Haarlemmermeerlijnen verdwenen zeventig jaar geleden roemloos, als een schim in de nacht. Dit spoornet is eigenlijk een hopeloze financiële mislukking geweest. Vrijwel vanaf de allereerste rit in 1912, moet de beheerder, Hollandsche Electrische Spoorweg Maatschappij (HESM), er geld op toeleggen. De reizigersaantallen blijven

veel te laag, terwijl de kosten jaar in, jaar uit de pan uitrijzen. Het stuk tussen Hoofddorp en Leiden vestigt in zijn nadagen nog het twijfelachtige record om de meest verliesgevende lijn van Europa te zijn. De grootste prestatie van het spoornet is misschien wel dat het het nog 23 jaar heeft uitgehouden. En de behoefte aan een spoorlijn tussen Amsterdam en Leiden, dwars door de Haarlemmermeer, leek nog wel zo groot. Al in 1844, vijf jaar nadat de eerste trein door Nederland rijdt en op een moment dat de plas nog moet worden drooggemalen, komt er een plan op tafel voor een rechtstreekse verbinding tussen de beide steden. De Schiphollijn avant la lettre, op

Twee wachtende stoomlocomotieven bij station Herensingel.

Grijnzend keken ze me aan, de mannen op de veranda van het eerste strandhuisje bij Willy Zuid. ’Vriend Onno, jij daar?’, stamelde ik. ’Jazeker en het is hier in één woord geweldig. Ik heb voor volgend jaar ook al geboekt.’ ’En wij ook’, deden de andere mannen, Leidenaars ook, er nog een schep bovenop. Of ik nog van plan was een versnapering te gaan halen in het strandpaviljoen, wilden ze weten. ’Hoezo?’ ’Dat je niet schrikt als je daar je foto ziet hangen. Die gebruiken ze als dartboard.’ Lachen. Eerder deze zomer had ik in de krant de draak gestoken met het huizenrijtje op het Katwijkse strand. Na een paar uurtjes zon leek het me al niet meer te harden in die houten hokken langs de loopplank tussen de strandafgang en Willy Zuid. Broeinesten moesten het zijn

Visser

en prijzig bovendien. Dik 120 euro voor een slapeloze nacht. Vriend Onno en zijn Leidse buren lazen mijn stukje terwijl ze voor hun zomerpaleisjes aan de ochtendkoffie zaten. De kinderen rollebolden door het zand van een nog vrijwel leeg strand. Een lauw windje van zee woelde aangenaam door hun haren. En kijk, daar in de kalme branding dansten hun schitterende vrouwen. De mannen vonden dat er even voorbij de reddingspost een straatnaambordje moest komen: Laantje Zonder Zorgen. Toen sloeg er één het Leidsch Dagblad open en begon aan Visser in de Stad. ’Moet je horen wat hier staat.’ De krant ging rond en toen alle mannen het gelezen hadden, konden ze niet wachten tot ik mijn opwachting aan de kust naar Spanje was gegaan. Maar zou maken. Dat duurde even daar was ik dan, op de eerste aangezien ik net op vakantie

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

een moment dat Schiphol nog een punt was waar schepen vergingen. Na de droogmaking, als de polder een nagenoeg onbereikbaar oord blijkt, met veel te drassige en veel te smalle wegen, lanceert de Haarlemmermeerse burgemeester Amersfoordt een nieuw plan. Hij wil directe verbindingen tussen Amsterdam en Leiden langs Hoofddorp en Nieuw-Vennep. Het plan lijkt in 1864 veel kans te maken, het krijgt zelfs steun van de koning, maar het wordt door de minister van binnenlandse zaken om onduidelijke redenen het moeras ingewerkt. Vijfentwintig jaar later, rond 1889, komt de spoorlijn opnieuw om de hoek kijken. De Hollandsche Electrische Spoorweg Maatschappij wil de grote, witte vlek op de kaart tussen Amsterdam, Haarlem, Leiden en Utrecht opvullen met een wijdvertakt net. Hoewel dat in de jaren ’90 van de negentiende eeuw al min of meer zijn definitieve vorm krijgt, kan het door een lange reeks moeilijkheden pas rond 1912 worden geopend. Zelfs dan is een belangrijk deel van de lijnen nog niet klaar. Het duurt nog eens drie jaar voordat het hele net is aangelegd. De naam van dit spinnenweb aan treinverbindingen is Haarlemmermeerlijnen, hoewel ze ver buiten de polder uitwaaieren. Het spoor gaat naar Haarlem, maar heeft ook uitlopers naar Alphen aan den Rijn, Ter Aar, en zelfs Vinkeveen en Nieuwersluis. Er rijden louter stoomtreinen, hoewel de naam van de exploitant, Hollandsche Electrische Spoorweg Maatschappij, anders doet vermoeden. De HESM heeft echter al heel snel door dat elektrische aandrijving te duur is voor de lijnen. Waar de maatschappij niet op

in de

stad LDN202

stranddag sinds de grote hittegolf. ’We hebben je stukkie ge-

beknibbelt, zijn haar stations en spoorgebouwen. Langs de 110 kilometer van de Haarlemmermeerlijnen verrijzen niet minder dan 27 stationsgebouwen en 66 spoorhuizen. Bij zo ongeveer alle belangrijke overgangen en bruggen staan wachtershuizen, van waar uit het personeel de spoorbomen sluit en de brug ophaalt. Nabij de stations zijn spoorwoningen neergezet om het overige personeel te huisvesten. De toeloop op het spoor is de eerste paar weken stormachtig. De allereerste treinen trekken ongelooflijk veel bekijks en iedereen wil een ritje maken in dit wonder van techniek. De belangstelling zakt daarna echter snel in. De Haarlemmermeerlijnen blijken niet meer dan een lokaal boemeltje. Op sommige dagen, als er kermis is in Haarlem, of wanneer schaatsliefhebbers uit Amsterdam de dichtgevroren meren opzoeken, puilen de treinen uit, maar meestal is het aantal reizigers niet om over naar huis te schrijven. Als

Bronnen Voor de verhalen in deze serie zijn gegevens geput uit: ’Sporen door de Haarlemmermeer’ van G.A. Russer ’De Haarlemmermeerspoorlijnen in oude ansichten’ van A.W. de Jonge Archief Leidsch Dagblad/Haarlems Dagblad www.stationsweb.nl van W. Bramer ’De Spoorwegarchitectuur in Nederland’ van H. Romers ’Op de Rails’ I en II 1974 van de NVBS De Meer van Weleer’ van J. van Andel Gemeente-archief Haarlemmermeer Gemeentearchief Leiden Archief Stichting Oud-Alkemade Archief Cor Wies Archief Dick de Waal Malefijt De Hoofddorpsche Courant

lezen hoor. Hilarisch. Zelden iemand de plank zo mis zien slaan.’ Maar als de zon de boel hier aan het geselen is? ’Dan is het binnen prima uit te houden.’ Ook bij dertig plus? ’Juist bij dertig plus.’ Maar ’s nachts dan? Die hitte blijf toch zeker wel hangen? ’Heerlijk geslapen. Met de deuren open.’ En al die badgasten de hele dag voor je deur? ’Wen je aan. Gezellig soms en als je ze zat bent, trek je de gordijnen dicht.’ Maar die huisjes liggen toch verkeerd? Precies in de loop van de massa. Hadden ze niet aan de andere kant van Willy Zuid moeten liggen? ’Ze liggen prima zo. In een wip zit je op de boulevard. Hup de auto in en naar ’t werk. Ideaal.

in de jaren ’30 de crisis uitbreekt en bovendien de autobus opkomt, die veel frequenter rijdt, goedkoper is en een veel uitgebreider netwerk onderhoudt, is het snel gedaan met de trein. Op het laatste moment komen er nog wat reddingsacties, want de bevolking protesteert massaal tegen de sluiting. Een paar gemeenten biedt nog aan om de verliezen bij te passen. Ze trekken hun aanbod snel weer in als ze horen dat ze het voor die tijd astronomische bedrag van 700.000 gulden op tafel moeten leggen, voor één jaar. Per januari 1936, zeventig jaar geleden dus, worden de belangrijkste delen van de Haarlemmermeerlijnen opgeheven. Daaronder zijn de tracés tussen Haarlem en Hoofddorp, en tussen Hoofddorp en Leiden. Op sommige stukken houdt de trein nog een aantal jaren stand: in Leiden is er tot 1972 op een heel klein stukje goederenvervoer: de aansluiting tussen het emplacement Leiden-Heerensingel en station Leiden Centraal. Tussen Aalsmeer en Uithoorn houdt het goederen vervoer het zelfs een jaartje langer uit. Maar voor het overgrote deel van de lijnen valt in 1936 het doek. De trein verdwijnt in de mist, maar de resten van het spoor zijn, zeventig jaar na de opheffing, nog altijd terug te vinden in de regio. Soms nauwelijks herkenbaar, soms minuscuul of in een totaal onverwachte vorm, maar ze zijn er wel. De komende weken trekt het Leidsch Dagblad langs de lijn HoofddorpLeiden om die sporen in kaart te brengen.

Een zilvermeeuw boven Leiden.

FOTO FRANS ROOMER

Wie zijn na meeuwen aan de beurt, de bromfietsers? ’En God zag dat het goed was’ Toen zei God: ’Het water moet vol leven zijn, laat het krioelen van dieren! En boven de aarde, langs de hemelkoepel, moeten vogels vliegen’. God schiep de grote zeedieren en alles wat er maar in het water leeft: het krioelde van de dieren. Ook schiep hij de vogels. En God zag hoe mooi het was. God gaf hun zijn zegen en zei: ’Breng veel jongen voort, laat het van de zee vol leven zijn en het land vol vogels’. Het werd avond en het werd ochtend, de vijfde dag was voorbij. Genesis 1: 20-23. Flippo en Bleijie keken na de wanhopige telefoontjes van klagende meeuwenhaters eerst eens even op de kalender in de fractiekamer en toen naar elkaar. De verkiezingen komen er weer aan en we hebben wat

goed te maken in Leiden. Dan roepen we maar dat de meeuwen dood moeten, zullen ze hebben gedacht. Bovendien was de meeuw toch als verstekeling bij Noach aan boord geslopen. En CDA, komen hierna de kraaien aan de beurt, of de katten? Of toch de bromfietsers die een boel herrie maken en mensen ’s nachts wakker houden? Hou toch op en ga er eerst eens voor zorgen dat de vuilniszakken in een behoorlijke bak worden aangeboden, voordat jullie gaan aanzetten tot het vermoorden van deze prachtige beesten. En ik zie dat het nog lang niet goed is. H A R R E VA N D E R N AT, VO O R S C H OTE N .

UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1956, woensdag 15 augustus LEIDEN - Zes glaasjes citroenjenever had een koopman uit Leiden in Den Haag bij zijn jarige dochter gedronken. Hij was toen per trein naar huis gegaan. In Leiden aangekomen was hij echter nog niet erg helder, want per fiets was hij zigzaggend over de Steenstraat gereden tot hij werd aangehouden. ,,Ik dacht dat het nog wel kon. Het was koud en ik was aangeslagen", zei hij voor de Haagse Politierechter. Hij had nog een blanco strafregister. De Officier van Justitie had het idee, dat het niet veel meer zou voorkomen en vorderde f. 30,- boete of 15 dagen. Het werd tenslotte f. 10,- boete of vijf dagen.

WIM WEGMAN

Reacties: [email protected]

Je kunt gewoon doorwerken. Alleen ga je ’s avonds niet naar huis, maar op vakantie. Kost je geen vrije dagen. Mooier kun je ’t niet verzinnen.’ Dat jullie moeten doorwerken, begrijp ik. ’t Kost een paar centen hier. ’Schei nou toch uit man. Ga jij eens met je gezin een weekje naar Center Parcs.’ Naar Center Parcs? Daar ga ik nog niet heen als ze me geld toegeven. ’Precies. Dan zijn we er toch? En daarom hebben wij voor volgend jaar al weer gereserveerd. En die en die en die komen ook. Alle huisjes vol.’ Laantje Zonder Zorgen? De Leidse Straat zullen ze bedoelen. JA AP VISSER

www.visserindestad.nl

ANNO 1981, zaterdag 15 augustus ZOETERWOUDE - Onder grote belangstelling is gisteravond het eerste gedeelte van het Zoeterwouds wielerkampioenschap verreden. 73 Renners namen deel aan een tijdrit van 11,5 kilometer. Piet van Teylingen eindigde bij de heren als eerste in 16.43 minuten, gevolgd door Peter Berg in 16.55 minuten Kees Janmaat in 16.58 minuten. Bij de dames werd Marian de Jong eerste in 20.31 minuten. Nel Vink tweede in 20.34 minuten en Anneke de Jong derde in 20.35 minuten. FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 2 2 AU G U STU S 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Regio

SCHRIJVENDE LEZERS

Basis kerkenkruis ligt in Oegstgeest ’Kerkenkruis’ noemt Marc Laman in het Leidsch Dagblad van 29 juli jl. het kruis dat ontstaat als je enerzijds een lijn trekt van de Pieterskerk naar de Hooglandse Kerk en anderzijds van de Lodewijkskerk naar de Marekerk. Dat kruis is in 1638 ontstaan toen Jacob van Brouckhoven de Marekerk liet bouwen. Het raadhuis ligt op de kruising. Dat kan allemaal geen toeval zijn, zegt Laman, dat heeft Van Brouckhoven opzettelijk zo gedaan. Daar heeft hij een geheime boodschap mee willen overbrengen. Welke, dat is nog de vraag. In dit verband heb ik een nieuwtje voor Laman dat hij, naar ik aanneem, zal opvatten als nader bewijs voor het kerkenkruis. Als je namelijk de verticale balk van het kruis in noordelijke richting doortrekt, bereik je op een gegeven moment het terrein van kasteel Abtspoel in Oegstgeest. Dat nog uit de Middeleeuwen daterende kasteel was het zomerverblijf van de familie Van Brouckhoven. Als Jacob van Brouckhoven ’s zomers van het raadhuis naar huis ging, ging hij zonder twijfel via de Maredijk, zodat hij al vanaf de bouw elke keer langs zijn Marekerk kwam. Als de

Maredijk niet zo kronkelig was geweest, had hij op die manier precies de verticale balk van het kerkenkruis naar het noorden gevolgd. Om aan de voet van het kruis de geneugten van het landleven te genieten. Maar, om met Ingrid Moerman te spreken (LD 5-8-06), wat bewijzen we hier nu eigenlijk mee? Dat de basis van het Leidse Kerkenkruis in Abtspoel in Oegstgeest ligt? Daar zou nog wat voor te zeggen zijn als niet Abtspoel maar Kerkwerve de basis was, maar dan zou de Vrouwekerk weer node in het kruis worden gemist. Of dat Jacob van Brouckhoven voor een zo efficiënt mogelijk woon-werken woon-kerkverkeer de Marekerk liet bouwen op de rechte lijn van zijn werk naar zijn huis? Onzin, natuurlijk. Het enige dat hiermee wordt bewezen is dat als je, zoals Laman doet, toeval behandelt als opzet, je een heel mooi verhaal kunt houden. Er zijn nog veel wildere mogelijkheden dan de twee genoemde uit de mouw te schudden. Men leze Dan Brown er maar op na. F R E E K L U G T, O E G S T G E E S T.

Geen tijgerspin maar zebraspin in de krant Op veel plaatsen werd het spoor al vrij snel na de opheffing opgeruimd, zoals hier tussen Hoofddorp en Haarlem.

FOTO ARCHIEF COR WIES

Tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep herinnert niet veel meer aan de spoorlijn Hoofddorp-Leiden

Volle glorie en vage sporen in de polder Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar de tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 1: het spoor tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep.

bewaard gebleven. De omschrijving ’in hun volle glorie’ dringt zich hier echter wat minder op. Betonrot heeft de drie bouwwerken hevig verminkt. De doorgang door de Geniedijk valt, eerlijk gezegd, zelfs van ellende uit elkaar. Na het poortje en de resten van de brug, lijkt het even gedaan met concrete overblijfselen van de lijn. Bij het Kaj Munk college, achter de Geniedijk, is op de plek

SPOREN van het spoor weliswaar nog een olijk kunstwerk neergezet – een soort gestileerde spoortunnel – maar dat is een eerbetoon en niet iets waar de trein ook echt doorheen heeft getuft. Langs de Nieuwerkerkertocht, waar de lijn destijds door een kaal en leeg landschap reed, zijn

de afgelopen decennia de nieuwbouwwijken Pax, Bornholm, Toolenburg en Getsewoud verrezen. De spoordijk is al lang geleden afgegraven. Toch is de route van de trein, met wat fantasie, nog altijd terug te vinden. Lange reeksen achtertuintjes, een wandelpad en een ecologische oever

liggen precies op de plek waar de stoomtrein ooit reed. Wellicht is dat straks ook het geval in de nieuwe wijk Toolenbug-Zuid die binnenkort aan de rand van Hoofddorp verrijst. Jammer genoeg moest voor deze wijk uitgerekend het enige overgebleven haltehuisje in Hoofddorp hiervoor sneuvelen. De spoorwoning aan de Bennebroekerweg, die inmiddels ernstig was vervallen, is in juni van dit

Het begin van de lijn Hoofddorp-Leiden ziet er, wat overblijfselen betreft, veelbelovend uit. Het oude station Hoofddorp staat er in zijn volle glorie. Het is nu weliswaar gevuld met kleine appartementen, maar van buiten lijkt het onaangetast. En ook binnen zijn nog allerlei authentieke details terug te vinden, zoals het oude loket en een magnifieke, prachtig betegelde schouw. Ze zien er een beetje potsierlijk uit in de piepkleine woningen, dat wel, maar ze zijn bewaard gebleven. Een eindje verderop staat de woning van de wisselwachter, die tot 70 jaar geleden de wissels op het emplacement bediende. Het is een van de meest authentieke huisjes die nog langs het spoor staan. Behalve een aanbouwtje voor de keuken is alles in dit huis nog origineel, en puntgaaf. De weg waarlangs het station en de wisselwachterswoning staan, de Pabstlaan, is eigenlijk ook een restant van het spoor. De weg volgt exact het tracé van de trein, inclusief de voor het autoverkeer feitelijk veel te ruime bocht waarmee de lijn naar het zuiden afboog. Na de Pabstlaan, bij de Kruisweg, is het nog steeds niet gedaan met tastbare herinneringen. De betonnen doorgang door de Geniedijk en de twee bruggenhoofden bij het vaartje daarachter zijn eveneens

Het oude station Hoofddorp, van binnen verbouwd tot appartementencomplex, maar van buiten nog onaangetast.

Leiderdorp is gered. Jeff Gardeniers zal de uitgaven en inkomsten van de gemeente met elkaar in balans brengen. Dat geef ik u op een briefje. Ik ken Jeff uit een paar levens terug. Sindsdien heb ik ’m dan wel nooit meer gezien, het schijnt dat hij grotendeels dezelfde is gebleven: op het eerste gezicht losjes, maar uitgerust met een ijzeren discipline. In wezen een Pietje Precies tot en met drie cijfers achter de komma. Een vriendelijk hoofd waarop zich een dodelijk ernstige frons kan ontvouwen. Als wethouder van de financiën zal hij orde scheppen in de zakelijke chaos die Leiderdorp in last heeft gebracht. Begin jaren tachtig was Jeff Gardeniers het financiële brein van horecabaas Leo Kamphues, uitbater van onder meer de Koets-o-theek, voorloper van In Casa. De Koets was the place to be

voor rijpe tieners en dorstige twintigers met hormonale onrust. In de Koets was het drinken geblazen, dansen en versieren. De tent liep als een tierelier. Om een beetje grip op de opgewonden klandizie te houden, hadden Kamphues en Gardeniers er een besloten club van gemaakt. Je kwam er alleen in met een soort van studentenpasje, de fel begeerde Koetskaart. Met zo’n pasje was je iemand en op weg naar de Narmstraat, in het doolhofje achter de bioscopen aan de Steenstraat, klampten de leuke meisjes zich aan je vast. Per kaart lieten Kamphues en Gardeniers één introducé binnen en in de steegjes rond de Koets wemelde het van de lifters. Ook ik was aanvankelijk een lifter, maar ineens had ik een kaart en dat kwam door Jeff. Het ging zo. Als jonge stadsver-

jaar gesloopt. Na de Bennebroekerweg is het landschap enkele kilometers lang ouderwets leeg en weids. Zelfs met heel veel verbeeldingskracht is daar niets meer terug te zien van de Haarlemmermeerlijn. Dat geldt tot op zekere hoogte ook voor het stuk in Nieuw-Vennep waar het tracé onderdeel is geworden van bedrijventerrein Pionier. Hier en daar ligt er een straat of een strookje groen op de route van het spoor, maar dat lijkt meer toeval dan eerbetoon. Des te grappiger is het wandelbruggetje tussen het pad langs de Nieuwerkerkertocht en het bedrijventerrein achter de Kopstraat. Het ding bestaat voor de helft uit spoorbielzen. Zware houten balken die destijds onder een dubbelspoor moeten hebben gelegen. De gaten voor de bouten zitten er twee aan twee nog in. Erg stevig ogen de balken niet meer, wat het aannemelijker maakt dat dit originele Haarlemmermeerlijn-bielzen zijn. Hier en daar groeit er gras tussen het verweerde hout. Op sommige plaatsen beginnen de bielzen aan de zijkant al een beetje te verkruimelen. Een groot probleem zal het niet zijn, als het bruggetje het begeeft, want het wekt niet de indruk dat het een onmisbare schakel is tussen twee routes. Het is evenmin een sieraad voor het dorp. Om eerlijk te zijn, het oogt zelfs behoorlijk armoedig. Toch heeft dit plompe, lelijke, vervallen bruggetje wel wat. Het nodigt uit om er een paar keer overheen te lopen. Dichter bij de Haarlemmermeerlijn kan een mens immers bijna niet komen. WIM WEGMAN

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

Visser

in de

stad slaggever liep ik een dagje mee met de Leidse bierwacht. Die sjouwde van restaurant naar ca-

LDN202

fé om met een kritisch oog naar bierpompen te kijken en door leidingen te koekeloeren. Op

ARCHIEFFOTO UNITED PHOTOS BV

onze kroegentocht deden wij ook de Koets aan en terwijl ik bezig was om de tapcontroleur te interviewen werd er op de achterdeur geklopt. Het was een leverancier met een steekwagen. Daarop stonden een paar flinke jerrycans die naar de bar werden gereden. De leverancier dook op de sterke drankvoorraad, draaide de doppen van de jeneverflessen, zette er een trechter op en begon te schenken. Overal werd hetzelfde witte vocht ingeklokt, ongeacht welke merknaam er op de fles stond. De bierwacht zag de verbijstering op mijn gezicht en zei dat ik daar verder geen aandacht aan moest schenken. ’Zo gaat dat in de meeste horecagelegenheden’, verzekerde hij. ’ Maar dit is pure oplichting’, stamelde ik. ’ Welnee joh’, besloot de bierwacht, ’dit is efficiëntie.’

Reacties: [email protected]

Dat was Jeff Gardeniers van harte met de bierwacht eens. Namens de directie van de Koets kwam hij mij een voorlopige koetskaart overhandigen. En die kon tegen een definitieve worden omgezet als ik het verdachte bezoek van de leverancier onvermeld zou laten. Tikkeltje corrupt van Jeff. Maar ach, zo’n jeugdzonde gaan we de wethouder niet meer aanrekenen. Jeff zou iets dergelijks nu natuurlijk nooit meer doen. En ja, dat pasje heb ik geaccepteerd. Ik ging meteen door de knieën, maar uitsluitend, zo zei ik er bij, omdat een Koetskaart mij bij mijn werkzaamheden als stadsverslaggever wel eens van pas kon komen. Daar kon Jeff helemaal inkomen. JA AP VISSER

www.visserindestad.nl

door hem onverhoeds te be’Een tijgerspin in mijn tuin’, springen. Met een pincetje kan vertelt fotograaf Rob Bruijn in men hem zelfs een luisje aanhet Leidsch Dagblad van donbieden, alderdag 31 dus de Spinaugustus bij een foto nengids van van een J. Roberts, spin die een in het Nederlands vlieg heeft vertaald en gevangen. bewerkt Ik denk dat veel lezers door Leidede spin dinaar Aart rect herNoordam. kend hebDe tijgerben. Want spin is een de spin is soort die een soort sinds kort in die al van West-Nederoudsher land voorhier voorkomt. Ik komt, meen dat de meestal krant daar rondom het al eens aanhuis, en die Dit is wél een tijgerspin. FOTO KEES BLOKKER dacht aan van vroeg heeft bein het voorjaar tot in de herfst steed, met een kop als: ’Tijgerte vinden is. spin rukt op’. Ook deze soort Het is het zebraspinnetje, dat heeft een tweede naam: wespzich bovendien opvallend gespin. Het vrouwtje ervan ziet er draagt: hij maakt verre spronimmers uit als een wesp. Ze is gen, ook op muren en andere ongeveer drie maal zo groot als verticale vlakken. Hij loopt het mannetje, en is ongeveer 25 dwars als een kreeft of scheef maal zo zwaar! Haar prooi achteruit, als je een vinger voor vangt ze met een wielweb, net hem houdt. En hij lijkt je soms zoals onze bekendste spin: de grappig schuin aan te kijken. kruisspin. De geelzwarte wespHij heeft dan ook een tweede achtige tekening zal vogels en Nederlandse naam: harlekijn. andere spinneneters er vermoeDit geeft al aan hoe bekend hij delijk van weerhouden hem op bij velen is, want vroeger hadte eten, hoewel hij natuurlijk den de meeste spinnensoorten niet kan steken helemaal geen Nederlandse Overigens, de zebraspin is naam. niet veel groter dan een milliOverigens, er bestaan enkele meter of zes, terwijl de tijgerverwante soorten zebraspinnen. spinvrouw de vijftien millimeter haalt. Vermoedelijk toont de foto een huiszebraspin. Alle zebraspinnen behoren tot de springspinP E T E R VA N D E N B E R G , nen, die hun prooi bemachtigen N O O R D W I J K . UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1956, woensdag 22 augustus V O O R S C H O T E N - A.s zaterdag herdenkt de heer P. v.d. Zijde het feit dat hij een kwart eeuw in dienst is bij de heer Van Velzen. Al die jaren heeft de jubilaris – oorspronkelijk afkomstig uit Stompwijk – mensen, dieren en voertuigen bij ’De Knip’ over de Vliet gezet. En dat overzetten gebeurde in een onverstoorbaar kalm tempo. Een veelprater is Piet v.d. Zijde niet en als hij praat pleegt hij dat te doen in nog al gepeperde termen. Overigens heeft hij vele goed eigenschappen. Daar kan de familie Van Velzen, waar de vrijgezel van 73 jaar kind aan huis is, van meepraten. Want behalve dat hij de overzet-pont altijd onberispelijk heeft bediend, heeft hij onmiskenbare capaciteiten als huisknecht en verricht talloze karweitjes zoals koper- en schoenenpoetsen. Sinds jaar en dag wekt hij elke morgen de gehele familie. Zaterdagmiddag van half 5 tot 6 uur is er in ’De Knip’ gelegenheid om de krasse jubilaris te complimenteren, van welke gelegenheid velen – en niet alleen uit Voorschoten – ongetwijfeld gebruik zullen maken.

ANNO 1981, zaterdag 22 augustus leiderdorp - In de Hoofdstraat en de Eikenlaan is gisteren de jaarlijkse braderie gehouden. Ongeveer zestig winkeliers en enkele verenigingen namen deel. Het evenement mocht zich verheugen in een grote belangstelling. FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

Regio

LDN202

L D I N S DAG 2 9 AU G U STU S 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Mooi meegenomen, zo’n spoorhuis Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 2: het spoorhuis aan de Venneperweg 685 in Nieuw-Vennep.

De voormalige spoorwoning aan de Venneperweg 685 in Nieuw-Vennep.

FOTO UNITED PHOTOS/MARCO DE SWART

Jan Onos kreeg zijn spoorhuis nummer 17 begin jaren ’90 als een soort extraatje. Hij was samen met zijn broer op zoek naar een nieuwe plek voor hun garage annex plaatwerkerij. Op een gegeven moment stuitten ze op het spoorhuis aan de Venneperweg, langs de Nieuwerkerkertocht. ,,Op het terrein achter dat huis was meer dan voldoende plaats voor ons bedrijf. Het huis zelf, tja, dat was mooi meegenomen.’’ In 1992 trok Jan Onos erin – zijn broer bleef in Lisserbroek wonen – en een paar jaar later

zo veel te merken. Een brede weg, een busbaan, een flinke singel en een klein wandelparkje scheppen een afstand tot de overburen waar menig Randstedeling stinkend jaloers op zal zijn. De zware, smeedijzeren hekken om het huis houden passanten, mochten die het terrein al opwillen, bovendien moeiteloos buiten. Van het oude spoor, waarop de tuin is aangelegd, is vanzelfsprekend niets meer te zien. Toch dicteren de oude resten van de lijn de inrichting, zij het op een heel subtiele manier. ,,Die lindeboompjes daar hadden we aanvankelijk op een heel andere plek willen zetten. Maar daar kwamen we de grond niet in. Waarschijnlijk lagen daar nog bielzen, of zo. Er was in elk geval geen beginnen aan. Toen hebben we ze maar een paar meter verder gezet.’’

SPOREN knapte hij het huis op. ,,De vorige eigenaar had het weliswaar al stevig onder handen genomen. Het was flink uitgebreid, maar sommige onderdelen vond ik niet erg fraai. Hij had er bijvoorbeeld een dakkapel op gezet die absoluut niet bij de rest van het huis hoorde. Een lelijk rechttoe-rechtaan ding, een vierkante bak die er maar raar uitstak. Om het beeld wat mooier te maken, heb ik om die dakkapel een speciale goot aangebracht met dezelfde soort houten steunbalkjes die je ook vindt onder de dakgoot van het huis. Kijk: ik heb er een zelfde soort krul in laten maken. Dat lijkt toch sprekend, niet?’’ Ook bij andere onderdelen van zijn opknapbeurt in de jaren ’90 probeerde hij de oude uitstraling van het gebouw zo veel mogelijk terug te brengen of te behouden. ,,Ik vind dat ik het dak mooi heb aangepakt’’,

zegt Onos trots. ,,De oude pannen waren helemaal op. Overal waren kleine stukjes vanaf. Daar kon ik niet veel meer mee. Ik heb ze daarom allemaal vervangen, maar wel door dezelfde soort geglazuurde, glinsterende pannen. Dat hoort gewoon bij dit gebouw.’’ Ook binnen heeft Onos het huis aangepast aan de eisen van de tijd, al kon hij niet alles doen wat hij wilde. ,,Het is, naar onze smaak, een beetje onlogisch ingedeeld. Alles is toe gebouwd naar de haarden en de schoorsteen die midden in het huis staan. Ik had het graag helemaal opnieuw ingedeeld, maar die schoorsteen blijkt dan een enorme sta-in-de-weg.’’ Spoorhuis 17 is destijds gebouwd als een soort dienstwoning bij haltegebouw 18, enkele tientallen meters verderop aan de Venneperweg - dat trouwens ook nog steeds bestaat. Beide la-

gen ooit aan de rand van Nieuw-Vennep, een behoorlijk eind buiten de bebouwing. Dat is nu wel anders. De huizen zijn eerst ingehaald door bedrijventerrein de Pionier en vervolgens ruimschoots overvleugeld door de wijk Getsewoud. Onos heeft de nieuwbouw aan de andere kant van de Nieuwerkerkertocht met zeer gemengde gevoelens zien verrijzen. ,,Voordeel is dat je nu op een steenworp afstand een prima winkelcentrum heb gekregen’’, geeft hij toe. ,,Maar je uitzicht is weg. We hebben nu een groot donker gebouw tegenover ons staan. Volgens de architect komen daar de vormen van een boerderij in terug. Heb jij ooit zo’n boerderij gezien? En het is ook heel veel drukker hier in de buurt. Naar mijn idee te druk.’’ In zijn ruime, fraai aangelegde tuin is er van het rumoer van Getsewoud echter ook weer niet

WIM WEGMAN

Reacties: [email protected]

Kenneth Rijsdijk wil graag weer terug naar Mare aux Songes

Voor jaren werk aan dodo-expeditie De onderzoekers, die deze zomer een maand lang op het eiland Mauritius groeven naar resten van de uitgestorven dodo, zijn inmiddels lang en breed terug. Maar het echte werk moet nu beginnen, zegt expeditieleider Kenneth Rijsdijk, verbonden aan Naturalis en TNO. De internationale groep paleontologen, geologen, biologen, archeologen en palynologen heeft in een paar weken tijd voor vele maanden - misschien zelfs jaren - onderzoeksmateriaal uit de bodem van het vroegere moeras Mare aux Songes opgegraven: ruim 4000 monsters werden geregistreerd. Rijsdijk: ,,De expeditie heeft ons gebracht wat we hoopten en zelfs meer.’’ Het begon eigenlijk al met de eerste schep grond, die de graafmachine omhoog bracht. Daar stak pardoes het schild van een reuzenschildpad uit en te zien waren nog meer dierlijke resten. ,,We moesten gelijk beslissen dat we anders - voorzichtiger dan gepland - te werk zouden gaan. Nu moest elke schep, die de kraan maakte, met kleine troffeltjes en borsteltjes en gietertjes water worden ontleed’’, aldus Rijsdijk. Hij was wel wat gewend, na de eerste expeditie vorig jaar oktober waarbij hij en zijn collega Frans Bunnik per toeval op de bottenrijke laag in de bodem van Mare aux Songes stuitte. Maar toch, de nieuwe opgraving bracht onverwachte schatten naar boven. ,,Ik schrok er van, we haalden scheppen vol botten naar boven. Julian Hume, de paleontholoog in ons gezelschap, heb ik zien stuiteren.’’ De laatste, één van de bekendste dodo-experts ter wereld, is van mening dat Rijsdijk en Bunnik ,,goud hebben gevonden’’. Een beetje gevoelig lag de expeditie - gefinancierd door on-

Onderzoekers aan het werk bij de zeef.

In deze schep is de gelaagdheid van de bodem goed te zien.

Een gigantische hoeveelheid botten.

Kenneth Rijsdijk. der meer Naturalis - wèl. In een Mauritiaanse krant verscheen eerder dit jaar een cartoon: twee Hollanders die op het rennende skelet van een dodo jagen. ,,Jullie hebben mijn vlees al opgegeten, kunnen jullie mijn botten niet met rust laten?’’, moppert de dodo. Kenneth Rijsdijk: ,,Waar wij mee bezig zijn, is voor Mauriti-

ARCHIEFFOTO HIELCO KUIPERS

us van nationaal belang. We moesten heel voorzichtig zijn en het was belangrijk dat we nieuws over de expeditie mét de Mauritiaanse autoriteiten brachten. De expeditie is opgezet om Mauritiaans erfgoed in kaart te brengen en daarom hebben de Mauritianen het recht om het nieuws in eigen land naar buiten te brengen.’’

Er gingen op het eiland in de Indische Oceaan allerlei geruchten sinds in oktober vorig jaar de dodo onverwacht het pad kruiste van Rijsdijk en zijn collega Frans Bunnik. Zij waren op Mauritius op uitnodiging van de archeoloog Pieter Floore die al jaren onderzoek doet naar het leven, dat de Nederlanders in vroeger tijden leidden op het

Heupbeen, bovenbeen, onderbeen en voetbeen van de dodo.

Post van de politie. Altijd schrikken. Paniekerig denk ik achteruit. Ben ik ergens de fout ingegaan? Als ik te veel gas op de A4 heb gegeven, krijg ik doorgaans post van het justitieel incassobureau. Da’s balen, maar daar schrik ik verder niet van. Dat komt er van als je gehoor geeft aan dat stemmetje in je hoofd: ’t kan wel wat harder hoor. Maar post van de Politie Hollands Midden is eng. Heb ik iets op mijn geweten? Een brief met als aanhef: Geachte heer/mevrouw. Opluchting, het is zelfs maar de vraag of ze mij moeten hebben. ’Wij zijn op zoek naar gemotiveerde politievrijwilligers. Dit zijn mensen die in hun vrije tijd politiewerk uitvoeren. Dat doet u samen met beroepscollega’s...’ Ho, ho, ho eens even. Dat doet u. Ik doe helemaal niets. Agentje spelen, deed ik toen 5 was, 6 misschien, maar toen ik begon te voetballen was het over. Want toen werd de politie de vijand. Die joeg op je bal als je een partijtje aan het doen was

in de

stad

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

ben we verzameld. Soms individuele botten, andere keren weer verzamelingen botten, maar ook zakken met zaden en andere materialen’’, aldus Rijsdijk. ,,Uiteindelijk hebben we maar een klein plastic zakje vol materiaal mee terug genomen.’’ Gevonden werden onder andere de botten van de Hollandse duif, ook een uitgestorven vogel

Het eiland Mauritius met in het zuidoosten Mare aux Songes.

FOTO’S RANJITH JAYASENA

ken bij het dodo-project, en zo’n vijftig wetenschappers. ,,Ik vind het heel gaaf dat ik als fysisch geograaf zo veel disciplines bij elkaar heb kunnen brengen’’, zegt Rijsdijk. Het echte veldwerk zit er voorlopig voor hem niet meer in. ,,Tijdens de expeditie afgelopen zomer hield ik me ook vooral bezig met de logistiek. En waar ik me nu mee bezig houd is in de gaten houden wie zich met welk onderwerp bezig houdt en waar bepaalde onderzoeksmaterialen naar toe gaan. Verder ben ik druk met het werven van fondsen en de voorbereidingen voor het veldwerk volgend jaar. Het ziet er nu naar uit dat we nog een aantal jaren terug zullen gaan naar Mare aux Songes.’’ Wat dat betreft hebben de expeditieleden een prima gastheer gevonden in de vorm van de suikerrietplantage Mon Trésor et Mon Désert en directeur Christian Foo Kune. ,,Hij denkt aan de lange termijn, heeft ons enorm geholpen met allerlei middelen en is uitermate geïnteresseerd.’’ De eerste resultaten van de afgelopen expeditie worden in Oxford gepresenteerd, eind september. Naturalis krijgt komende winter een expositie met de topvondsten. A N N E T VA N A A R S E N

UIT DE ARCHIEVEN

Visser

in een Leiderdorps plantsoen. ’De juut jongens, wegwezen.’ Liep doorgaans goed af, totdat we een keer zo in ons spel opgingen dat we geen erg in de naderbij sluipende diender hadden. Bal pleite en nooit meer teruggezien. Van de weeromstuit hebben we toen met oud en

eiland. Rijsdijk en Bunnik deden grondboringen op het terrein van de suikerrietplantage Mon Trésor et Mon Désert op zoek naar fossiele stuifmeelresten. Twee dagen voordat ze weer naar Nederland vertrokken, stuitten ze eigenlijk puur toevallig op een ’massagraf’ met resten van reuzenschildpadden en dodo’s. ,,Daar gingen op Mauritius veel geruchten over, en ook over het feit dat we twee dagen na onze vondst van het eiland verdwenen’’, zegt Rijsdijk. De vervolgexpeditie deze zomer lag dus ’politiek’ gevoelig. ,,Dat hoort bij zo’n project en ik vind het eerlijk gezegd ook heel intrigerend.’’ De meeste vondsten die de onderzoekers uit de bodem haalden, zijn nog in Mauritius. ,,We konden de kennis van de archeologen goed gebruiken want zij hebben een feilloos registratiesysteem voor vondsten. Meer dan 4000 monsters heb-

Het schild van een reuzenschildpad steekt uit de aarde.

die een rood-wit-blauwe verentooi had. En ook de resten van de reuzenskink Didosaurus, een reuzenpapegaai, schilden van reuzenschildpadden en flink wat dodobotten. ,,We hebben dodobotten meegenomen voor DNA onderzoek en voor botonderzoek. We gaan kijken naar onder andere groeiringen’’, zegt Rijsdijk. Hij en zijn collega-onderzoekers discussiëren nog steeds over de vraag of er in Mare aux Songes een (natuur-)ramp verantwoordelijk is geweest voor een massagraf, of dat de dikke laag botten over een periode van vele jaren in de valei is terechtgekomen. Meer dan twintig wetenschappelijke instituten wereldwijd zijn er inmiddels betrok-

nieuw rotjes lopen gooien in de voortuin van de woning aan de Acacialaan waar de rijkspolitie kantoor hield. Daar ben ik nog eens verhoord vanwege het fabriceren én het ontsteken van een zelf verzonnen rookbom. Vijf sterretjes in een stukje pvc-buis, de

LDN202

ijzerdraadjes ombuigen zodat de boel een beetje bleef zitten en er dan van de andere kant een brandend sterretje insteken. Rookte als de neten. Het Leiderdorpse gezag maakte daar zo’n punt van dat het zelfs mijn verre van lichtzinnige moeder te gortig werd. Op hoge poten toog ze naar de Acacialaan om de vrijlating van haar 12-jarige rookopwekker te eisen. ’Na een gedegen opleiding worden politievrijwilligers ingezet om samen met beroepsfunctionarissen te surveilleren.’ Er moet dus ook nog voor naar school worden gegaan. Eerst een gedegen opleiding en daarna de straat op, in uniform, platte pet op de kop en dan fietsers met een haperend achterlicht bekeuren. Ook nog een blaffertje op zak misschien? Daarover zegt de brief niets. Wel dat de politie voor een bescheiden jaarlijkse uitkering en een kledingtoelage zorgt. Bescheiden? Een paar cadeaubonnen zeker? Toelage? Je moet dat uniform dus ook nog gedeelte-

lijk zelf betalen. Wat een armoe. Politievrijwilliger, dat zoiets bestaat. Wie krijg je zo gek? Of betreft het hier de nieuwerwetse benaming voor de reservepolitie? Dat rare fenomeen kende ik wel. Bij mijn weten was het nooit zo’n punt om dat korps op sterkte te houden. Genoeg mislukkingen van de politieacademie die er toch nog een beetje bij wilden horen. Maar kennelijk is de personele nood zo hoog opgelopen dat er nu in het wilde weg wordt geronseld. Ze zijn zelfs bij mij terecht gekomen. Maar ja, uit de aanhef bleek al dat ze geen idee hadden bij wie ze die brief in de bus stopten. Om reservejuut te kunnen worden, moet je tussen de 18 en 45 zijn. Met mijn 47 jaar maak ik niet eens kans en da’s maar goed ook. Voor alle betrokkenen. Er is in mijn jonge jaren nu eenmaal te veel gebeurd. JA AP VISSER

www.visserindestad.nl

ANNO 1956, woensdag 29 augustus LEIDEN - Zaterdag a.s. wordt in Leiden gecollecteerd voor de kankerbestrijding. Een doel dat, blijkens de ervaringen in het verleden, zeer velen sympathiek is. Gezien de goodwill van het Koningin Wilhelmina Fonds zal de hopelijk royale opbrengst zeker niet gedrukt worden door een onwil tot geven. Eerder zou het mogelijk zijn dat

een gebrek aan collectanten de opbrengst nadelig beïnvloedt. Het zou jammer zijn, indien vele gaven, waartoe de Leidenaren bereid zijn , ongegeven zouden blijven, doordat te weinigen als verzamelaars optraden. Het bestuur van het KWF doet een dringend beroep op allen, die gelegenheid tot collecteren hebben, om zich als collectant aan te melden bij de Geneeskundige Dienst aan de Nieuwe Mare. ANNO 1981, zaterdag 29 augustus WASSENAAR - D besturen van de St. Willibrordusparochie en de gemeente Wassenaar hebben nog steeds geen overeenstemming bereikt over een eventuele overname door de gemeente van het Jeroenhuis. Dat wordt sinds 1 januari 1980 beheerd en geëxploiteerd door de zakenman Ginter. Door diens investeringen was er afgelopen jaar een exploitatietekort. Voor 1 november hoop te gemeente de onderhandelingen af te ronden. FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 5 S E PTE M B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Modern authentiek naast een nieuwbouwwijk SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 3: het haltehuis aan de Venneperweg 683 in Nieuw-Vennep. Het haltegebouw aan de Venneperweg in Nieuw-Vennep is niet te missen. De witgeverfde gevel is vanuit het aangrenzende Getsewoud al van verre te zien. Hoog en fier steekt het huis uit boven de straat, als een soort poortgebouw voor het oude dorp. De woning heeft een mooie, bijna klassieke uitstraling. Zo heel anders dan de nieuwbouw in Getsewoud of de grauwe bedrijfsgebouwen van De Pionier er achter. Het enige dat het beeld een beetje ontsiert, zijn de levensgrote, op de noordelijke gevel geschilderde cijfers 1’ en 8’. Al maakt dat het gebouwtje op zichzelf wel weer tamelijk uniek. Alle spoorhuizen langs de Haarlemmermeerlijnen had-

Het voormalige haltehuis aan de Venneperweg 683. FOTO UNITED PHOTOS/MARCO DE SWART

den een nummer op de gevel, van 1’ (een woning naast het emplacement bij station Aalsmeer) tot 66a’ en 66b’ (een dubbele woning bij Nieuwveen). Er zijn er in Haarlem en Haarlemmermeer nog maar een paar die het nummer op de gevel hebben staan, en het huis aan de Venneperweg 683 is er een van. Eigenaar Marco Ciere is dol op dergelijke details. ,,We houden van dit soort gebouwen. We doen er ook alles aan om au-

thentieke dingen zo veel mogelijk terug te brengen. En als dat niet lukt, proberen we in elk geval de oude sfeer te benaderen.’’ Tijdens een rondgang door het huis laat Ciere zien wat zijn vrouw Bianca en hij daarmee bedoelen. De vloer in de hal bijvoorbeeld bestaat uit kleine zwarte en witte tegeltjes, in hetzelfde blokmotief die ook elders in oude spoorhuizen voorkomt. De tegeltjes zijn weliswaar groter en moderner dan de exem-

plaren die in 1912 in het cement werden gelegd, maar ze geven wel hetzelfde beeld. Waar kozijnen zijn vervangen, is hetzelfde brede formaat gebruikt dat in de spoorwoningen gebruikelijk was. De fraai bewerkte binnendeuren geven het idee dat daarachter, in de kamers, de jaren ’30 nog steeds een beetje voortduren. De hang naar authenticiteit uit zich ook in dingen die ze niét doen met het huis. ,,We hebben er bijvoorbeeld geen dakkapel opgezet. Je zou de zolder daardoor beter kunnen gebruiken, maar eerlijk gezegd vinden we het helemaal niet bij het huis passen. Ik heb gezien dat ze het bij andere spoorhuizen wel hebben gedaan en ik vind het resultaat niet altijd gelukkig.’’ Ciere bouwt voor een deel voort op het werk dat een van de vorige eigenaren in de jaren ’90 was begonnen. ,,Hij heeft een aantal dingen leuk gedaan. De plafonds bijvoorbeeld, heeft hij prachtig laten bewerken. Heel stijlvol. Ook de ramen heeft hij op een mooie manier laten vervangen. Die komen heel authentiek over. Het schijnt dat hij heeft geprobeerd om het gebouw op de monumentenlijst te krijgen. Dat is

weliswaar niet gelukt, maar het geeft wel aan dat hij gevoel had voor het karakter van dit huis. Tegelijkertijd waren er ook dingen die ons absoluut niet bevielen. Zeil op de vloer en een hypermoderne badkamer. Dat vonden we niet bij dit oude huis passen. Die hebben we ook onmiddellijk vervangen.’’ Tijdens het gesprek komt buurman Kees Arensman binnenvallen. Niet helemaal toevallig, want de ouders van Arensman kochten het oude haltehuis in 1957. Zelf heeft hij nog enige tijd op de bovenverdieping gewoond, die toen was ingericht als een aparte woning. Uiteindelijk is hij verhuisd naar een nieuwe woning die pal naast het spoorhuis is neergezet. De foto’s die hij heeft meegebracht, uit de jaren ’50, ’60 en ’70 tonen vooral een lege omgeving. Waar nu de drukte van Getsewoud overheerst, was destijds de tuin van Ome Mop’, zoals Arensman het toenmalige akkertje naast het spoorhuis noemt. ,,In de winter kon ik vanuit huis zien of de ijsbaan in Lisserbroek in gebruik was. Als de lichten daar aangingen, klom ik op mijn fiets en reed er naar toe. Dat kun je je nu niet meer voorstellen.’’

De foto’s van het interieur van toen maken duidelijk dat het authentieke aan de uitstraling van nu nogal betrekkelijk is. De huidige woonkamer zou in een Amsterdams herenhuis niet misstaan. In de jaren ’60 echter was diezelfde woonkamer een sober en eigenlijk piepklein hok. ,,Hier was vroeger de slaapkamer van mijn ouders’’, gebaart Arensman met zijn armen, terwijl hij in een hoek van de woonkamer staat. ,,En daar stond de haard met een brede schoorsteen. Dat is allemaal verdwenen. Mijn vader zou het huis niet meer terugkennen.’’ Arensman heeft de opheffing van de Haarlemmermeerlijnen niet meegemaakt, maar de resten van de lijn heeft hij nog wel gezien.,,Voor en naast het huis lag nog allemaal zand en grind van die lijn. Behoorlijke bergen, hoor. De lijn moest hier ooit omhoog, over de oude Vennepertocht. Vandaar dat het huis ook veel hoger ligt. De Vennepertocht is later gedempt, het meeste zand rond het huis is afgegraven. Nu zie je er niets meer van.’’ WIM WEGMAN

reacties: [email protected]

Leidse winkels en uitzendbureaus zijn volop op zoek naar personeel

Etalage als personeelsadvertentie Zelfs de meest onoplettende bezoeker van de Leidse binnenstad kan het nauwelijks ontgaan: de middenstand zit te springen om nieuw personeel. Overal hangen op de etalageruiten briefjes en postertjes waarop salesmedewerksters, assistent-storemanagers, verkoopsters en weekendhulpen worden gevraagd. Een wandeltochtje door het centrum van Leiden leidt tot de wetenschap dat Ziengs, Cool Cat, Vero Moda, Etos, Jeans Centre, Men at Work en Belcompany personeel zoeken. En dat is nog maar het begin! Het bordje op de ruit hangt er nog wel, maar ’we hebben net iemand aangenomen’, vertelt verkoopster Joyce van JVS Jeans in de Haarlemmerstraat, terwijl ze ondertussen toekijkt hoe haar nieuwe collega de kassa bedient. Haar baas is er vandaag niet, maar Joyce weet dat het lastig was om personeel te vinden. ,,We kregen wel heel veel reacties, maar dan waren het bijvoorbeeld mensen die niet full-time konden werken of mensen die niet geschikt waren.’’ JVS Jeans is lang niet de enige winkel op zoek naar personeel. Ook bij Esprit, een stukje verderop in de Haarlemmerstraat, hebben ze over reacties op hun advertentie voor een salesmedewerker niet te klagen. ,,De poster hangt er nu een week en we krijgen een heleboel reacties. We hebben meestal niet zo veel probemen om aan personeel te komen’’, vertelt een verkoopster terwijl ze klanten helpt. Waarom er juist nu zoveel personeel gezocht wordt, weten de verkoopsters bij Esprit niet. ,,Er stoppen in september wel vaak mensen als ze gaan studeren, maar je zet het het hele jaar door. Over een tijdje hebben we hier nog iemand nodig omdat een collega zwanger is. Het blijft een golfbeweging.’’ Net als bij JVS Jeans, heeft buurwinkel Etos het ook niet makkelijk om personeel te vinden. Al vier weken zijn ze op zoek naar een verkoper, maar pas deze week beginnen de reacties te komen. Toch denkt de bedrijfsleidster niet dat dat aan de vele andere advertenties ligt. ,,Etos wil graag vrij jong personeel.’’ Dat zou toch geen pro-

’Het was je reinste Loenatik’, sprak Theo Bakker en ik schoot onbedaarlijk in de lach. Geweldige vergelijking en helemaal waar. In de oude speelzaal van tafeltennisvereniging Scylla, op de hoek van de Korevaarstraat en de Cathrijnestraat, heerste een aangename gekte. Scylla was Loenatik, de fameuze kinderserie van de VPRO met de Majoor, Bep en dokter Doolittle als de prettig gestoorde bewoners van kliniek Zonnedael. Ik ben nooit lid geweest van Scylla, maar ik heb er jaren rondgehangen, in de ruïne van de Leidsche Coöperatieve Broodbakkerij en Verbruiksvereniging Vooruit. Je keek er je ogen uit. Nadat we elkaar toevallig bij een journalistieke klus waren tegengekomen, zat ik bij Theo Bakker in de auto. We hadden het over de reanimatie van topbasketbal in de stad en ineens

Regio

SCHRIJVENDE LEZERS

Palmolie stoken leidt tot uitsterven van diersoorten Het lijkt een oplossing voor het milieuprobleem om palmolie te verstoken en met die warmte elektriciteit op te wekken, zoals dat beschreven is in de krant van 29 augustus. Maar deze tegenwoordig in Leiderdorp gebruikte methode veroorzaakt zeer grote milieuschade en kan het uitsterven van diersoorten tot gevolg hebben. Om palmolie te verkrijgen moet je plantages van palmbomen hebben. Die maak je in de tropen door oerwoud plat te branden en palmbomen te planten. Juist in die oerwouden leven de orang-oetangs. Als deze unieke mensapen niet meer voldoende bos hebben, sterven ze uit. Nu reeds wordt er op grote schaal oerwoud gekapt om palmbomen te planten, bijvoorbeeld in Borneo. En de orangoetang is een bedreigde diersoort. Het is dus een schande om hier in Nederland palmolie te verstoken om ons energieprobleem op te lossen. Het is een illusie te denken dat de regenwouden niet opgeofferd worden als we hier palmolie gaan kopen om te verbranden. Wie gaat dat controleren? Komt er een stempeltje op de olie, dat die niet is verkregen door oerwoud te vernietigen? Wij beschikken over betere technologieën om energie op te wekken. Daaraan kleven soms ook problemen, maar die kunnen wij zelf oplossen zonder ver van ons bed het milieu te vernietigen en diersoorten uit te roeien. Bijvoorbeeld door de

Een jonge Orang-Oetang.

FOTO EPA

rookgassen van centrales, die met kolen of gas gestookt worden, te reinigen en het CO2 op te slaan onder de grond. Als we biomassa willen omzetten in energie moet dat op een milieutechnisch verantwoorde manier gebeuren. Daarbij moet de volledige keten van het verkrijgen van de grondstoffen voor de energie en het verwijderen van het afval beschouwd worden met alle neveneffecten. Dat is hier in het geval van palmolie niet gedaan. Palmolie verstoken is milieuonvriendelijk. Dus stoppen ermee. G.A. DE BOER, HAZERSWOU DE.

Eisen gemeente oorzaak van spandoek Nonnebrug Bij deze zou ik graag reageren op het artikel over het Rapenburgconcert getiteld ’Feestje zonder grote namen’, in het Leidsche Dagblad van 28 augustus. In dit artikel wordt gesproken over het spandoek op de Nonnebrug. Voor ons als organisatie is dit eveneens een doorn in het oog. De gemeente Leiden en met name mevrouw Marijke Teipe, heeft ons de afgelopen twee jaar opgedragen om het zicht van af de Nonnebrug ’onaantrekkelijk’ te maken. Vorig jaar was de reden dat de brandweer vrije doorgang moest hebben. Dit jaar werd ons twee weken voor het concert gemeld dat er, omdat er een bekende Nederlander op het Rapenburg woont, een vluchtroute via de Nonnebrug vrijgehouden moest worden. We hebben, in tegenstelling tot vorig jaar, geen hekwerken laten plaatsen maar gekozen voor een spandoek (kosten zo’n 600 euro). Vreemd is dat mevrouw Teipe zelf nog nooit op het Rapenburgconcert is komen kijken. Als ze die moeite had genomen, had ze geweten dat

alleen op zaterdagavond vanaf 22.00 uur de drukte dusdanig is dat het wellicht een probleem voor de doorstroming van verkeer zou kunnen zijn. Wat betreft de afwezigheid van grote namen. Dit is hoofdzakelijk een budgettaire kwestie. Ieder jaar moeten we met een zeer beperkt budget een breed voor iedereen aantrekkelijk programma neerzetten. Roby Lakatos is een grote naam, wat dat betreft lag het accent dit jaar dan ook op de zondagmiddag. Ian Parker is nog geen echte grote naam maar dat komt nog wel. Deborah J. Carter is een zeer gerespecteerd jazz-zangeres. Aan het niveau van de musici heeft het zeker niet gelegen. Ook de lokale bands hebben uitstekende concerten gegeven. Onze indruk is dat het Rapenburgconcert met uitzondering van de zaterdagmiddag, ook door het uitzonderlijke goede weer, goed bezocht is geweest en als zodanig succesvol te noemen is. WILLEM KIEWIET DE JONGE, LEIDEN.

UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1981, zaterdag 5 september L E I D E N - De Leidse hervormde hoogleraar in de theologie, H. Berkhof, heeft zijn ambt neergelegd. Gisteren gaf hij zijn laatste college in de Hooglandse kerk, met hetzelfde onderwerp als zijn openingscollege, 21 jaar geleden: ’God, voorwerp van wetenschap’. Toch blijken die colleges nogal van elkaar te verschillen. Berkhof: ,,Er zijn dingen die een bepaalde periode van je leven groot gedrukt staan, andere klein. En dat verandert wel eens."

Winkels en uitzendbureaus zijn volop op zoek naar personeel. Het gaat goed met de economie. Foto’s: Hielco Kuipers bleem hoeven zijn nu er net een nieuwe lichting studenten in Leiden is aangekomen? Wel dus. ,,We zijn namelijk op zoek naar iemand die iedere dag kan werken, dus veel studenten kunnen dat al niet omdat ze met colleges zitten. Bij onze vestiging op het station werken wel veel studenten, want dan kunnen ze ook ’s avonds werken.’’ Waarom zijn alle winkels toch tegelijkertijd op zoek naar personeel? ,,Dat is een moeilijke vraag. Het was me ook al opge-

vallen hoeveel postertjes je ziet hangen, maar ik zou niet weten hoe dat komt. Wij hebben een collega die langdurig ziek is en die we moeten vervangen’’, vertelt de bedrijfsleidster van de Etos. ,,Misschien dat bij andere winkels nu de vakantiemedewerkers stoppen en er weer gewoon personeel wordt aangetrokken? Bovendien is de vakantie voorbij en wordt het weer wat drukker’’, waagt ze een gok. Bij schoenenwinkel Nelson in

was het praatje Scylla, net als BS Leiden teruggekeerd in de hoogste landelijke divisie, maar dan in een compleet andere discipline. Basketbal is hip, vet en cool, een bezigheid voor blitse gasten en meiden en tafeltennis daarentegen is, ja wat is het eigenlijk? Een zenuwenspel waar je vlotte handen en voeten voor moet hebben, maar bovenal vliegensvlug moet kunnen denken. Het is een soort snelschaak in korte broek en met een houten plankje. De beste pingpongers, ontdekte ik in die kliniek aan de Cathrijnestraat, zijn lieden waar een paar steekjes aan los zitten. Vandaar Loenatik. Theo Bakker is al jaren ’s lands beste radioverslaggever in de sport en hij kan nog een behoorlijke stukje schrijven ook. Maar vroegers was hij een van die merkwaardige snuiters die Scylla tot zo’n schitterende club

Visser

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

de Donkersteeg is het veel duidelijker. De assistent filiaalmanager die ze daar zoeken, komt niet in het centrum te werken. Aan het eind van de maand opent er een nieuwe winkel in Leiden Zuidwest. Ook bij uitzendbureaus is er sprake van meer aanbod van banen. Saskia der Weduwen van Adecco aan het begin van de Haarlemmerstraat weet hoe het komt: ,,De economie trekt aan. Dat merk je altijd als eerste in de uitzendbranche. Bedrijven

durven dan weer wat risico te nemen en personeel aan te trekken’’, vertelt de branchmanager. Dat er in de rest van Leiden veel personeel wordt gezocht verbaast haar dan ook niet. ,,Wij merken al een aantal maanden dat het drukker wordt, meestal wordt het dan ook wat zichtbaarder.’’ Bovendien gaat het niet alleen om tijdelijke banen bij Adecco. Ook personeel voor vaste banen wordt gezocht. ,,De laatste jaren richten alle uit-

zendbureaus zich ook op werving en selectie voor bedrijven, daar zijn wij geen uitzondering in. En ook de vraag naar vast personeel trekt flink aan.’’ Het blijft dus nog wat onduidelijk waarom er zoveel advertenties hangen. Is het toeval of trekt de economie echt aan? Bij Adecco hebben ze in elk geval alle vertrouwen in het laatste. ,,We zien dat er in alle branches personeel wordt gevraagd. Behalve dan in de horeca, maar ja, het is het einde van de zomer.’’

komen in het precisiespel dat tafeltennis is. Verdienstelijk speler, Theo, maar als trainer zag hij het allemaal nog een stuk scherper. En wat mij vooral

aantrok, hij bleek een levenskunstenaar met uitstekende teksten. Er waren trouwens nog meer Bakkers bij Scylla, Gerard, Theo’s oudere broer, ook speler én trainer, zus Ria, bestuurslid, en ma Bakker, die altijd met een karrenvracht aan spullen kwam aanzetten als er om wat voor reden dan ook prijzen in natura verdeeld moesten worden. In de vervallen broodfabriek van de Coöp bood Scylla aan zonderling Leiden gelegenheid tot fysieke afmatting of tot oneindig niets doen in gezelschap van andere excentriekelingen. Dat gebeurde dan in de zithoek met z’n verschoten fauteuils en aftandse driezitter, mijn favoriete plek in die vrolijke inrichting. Op een dag nestelde zich daar een kereltje met de NRC. Theo Bakker, die jeugd aan het trainen was, zag hoe de 12-jarige zo

nu en dan opkeek uit de kwaliteitskrant. Verder niets. De nieuweling kwam vaker en toen Bakker hem toch maar eens vroeg wat hem bezielde, zei hij: ’Als ik genoeg heb gezien, kom ik spelen’. Twee jaar later mepte Sjoerd Meijer zo’n beetje de hele Nederlandse pingpongtop van tafel. In Theo’s auto herleeft de hoogtij van Scylla als crisis- én topssportcentrum midden in de stad, de plek waar je kon waarnemen hoe dicht genialiteit aan waanzin grenst. Zonde dat deze inrichting al weer zo lang is weggestopt ergens diep in Leiden Zuid-West. Terug in de eredivisie is mooi, terug in het hart van de stad zou nog veel mooier zijn.

in de

stad maakten. Zo kippig als een mol die aan zonlicht wordt blootgesteld, maar dankzij gewapend glas in zijn brilmontuur toch in staat om een heel eind mee te

LDN202

JA AP VISSER

www.visserindestad.nl

ANNO 1956, woensdag 5 september leiden - Max Tailleur, de man van het bekende Amsterdamse cabaret ’De Doofpot’, dat zich in korte tijd zulke een grote naam heeft verworven zal, voor het eerst sinds hij dat cabaret opende, een tournee door Nederland maken. Leiden is en van de weinige plaatsen die in deze tournee zijn opgenomen. Op vrijdagavond 14 september a.s. treedt hij met zijn ensemble, dat voorts bestaat uit Wisje Bouwmeester, de Engelse cabaretière Pauline Johnson en de pianist Jelle de Vries, in de Schouwburg op. FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 1 2 S E PTE M B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Met een boemel op ramkoers door Nieuw-Vennep SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 4: het baanvak station Nieuw-VennepVenneperweg. Het gebrek aan succes van de Haarlemmermeerlijnen heeft ook zijn goede kanten gehad. Door de tamelijk snelle opheffing van het spoor, hebben de Nederlandse Spoorwegen nooit de gelegenheid gehad om het rijke scala aan spoorwoningen op te ruimen. Wichor Bramer, beheerder van de website www.stationsweb.nl - waarop foto’s en gegevens staan van zo ongeveer alle spoorgebouwen die Nederland ooit heeft gekend - ziet het patroon vaker. ,,Veel van de oude spoorhuizen verliezen na verloop van tijd hun functie. Bij een spoorwegovergang, om maar wat te noemen, hoeft natuurlijk allang

Links het oude station van Nieuw-Vennep, kort voor of na de opheffing van de lijn. Op de voorgrond het Dr. Van Haeringenplantsoen. FOTO ARCHIEF COR WIES

geen spoorwegwachter meer te wonen. De Spoorwegen weten op een gegeven moment ook niet meer wat ze met die panden aanmoeten, en laten ze afbreken. Bij de Haarlemmermeerlijnen hebben ze daar nooit de tijd voor gehad. Die huizen gingen na de opheffing van het spoor in particuliere handen over, en die zorgen er meestal wel goed voor.’’ Als Bramers veronderstelling

ergens is bewaarheid, dan is het wel in Nieuw-Vennep. Van de zes spoorgebouwen die er ooit stonden - waarmee het dorp binnen het net van de Haarlemmermeerlijnen zo ongeveer het rijkst bedeeld moet zijn geweest - staan er nog altijd vijf overeind. In blakende welstand bovendien. Alleen het stationsgebouw is verdwenen, wat voor het dorpsbeeld absoluut een verlies is. Op

oude foto’s laat het station zich zien als een eenvoudig, maar smaakvol gebouw. Rond 1970 is het tegen de vlakte gegaan. Een verwijzing naar het roemruchte spoorverleden is er in dit kleine parkje niet te vinden. Niet dat dat nou per se noodzakelijk is, maar het zou toch aardig zijn. Vooral ook omdat de spoorlijn zelf vrijwel volledig uit het dorpsbeeld is verdwenen. Nieuw-Vennep mag dan barsten van de spoorgebouwen, een fatsoenlijk stukje spoordijk is er niet te zien. Of toch? Het is er hoe dan ook een flinke opgave om de exacte route van het spoor terug te vinden tussen de huidige bebouwing. Nieuw-Vennep heeft bijna nergens de route van de Haarlemmermeerlijn in de straten of de bebouwing laten terugkeren, zoals elders wel is gebeurd. De trein zou, als hij station NieuwVennep c.q. het Dr Van Haeringenplantsoen nu had verlaten, frontaal op een rijtje woningen knallen. Waar de trein er aan de achterkant weer zou uitkomen, is op het oog al helemaal niet te zeggen. Slechts met een oude stafkaart - waarop het spoor destijds is ingetekend - en een

moderne plattegrond in de hand, is ongeveer te zeggen waar de locomotief zich door de achtergevel zou boren. Ergens ter hoogte van de Boogaardstraat. Enkele tientallen meters zou de trein dit straatje volgen, om zich vervolgens op een blokje jaren ’60-woningen te storten, het gebouw van de scoutinggroep Kagiwepi, een deel van de lokalen van openbare montessorischool De Boog en een paar aangename villa’s, om uiteindelijk pál langs het spoorhuis aan de Eugenie Previnaireweg, de Ruiterstraat op te schieten. Met grote verwoestingen zou het daarna eventjes meevallen. De denkbeeldige locomotief zou slechts het gazon bij de bejaardenwoningen langs de Sikkelstraat en de achtertuinen van de huizen aan de Sportveldweg aan gort rijden, in elk geval niets dat niet met enig geschoffel en getimmer is te herstellen. Op zichzelf mooi, maar duidelijke aanwijzingen dat hier ook werkelijk een trein heeft gereden, zijn niet te vinden. Geen spoorslootje, geen stukje dijk, niets. Bij de Zichtweg, waar het spoor volgens de oude stafkaart langzaam naar de Nieuwerkerkertocht buigt, gaat het trou-

wens weer onherroepelijk mis als de trein nog zou hebben gereden natuurlijk. Ook hier zijn bovenop de lijn talloze, overigens opnieuw zeer aangename, huizen gebouwd. Met de Venneperweg in zicht lijkt deze speurtocht in een totale mislukking te eindigen, als vlakbij de Nieuwerkerkertocht de Haarlemmermeerlijn alsnog opduikt. Het spoor is hier te zien in de gedaante van een smal wandelparkje, dat precies de lijn volgt waarmee het spoor destijds richting Hoofddorp afboog. Een kromme sloot aan het begin, die de bocht heel mooi, en heel geleidelijk volgt, maakt wel duidelijk dat hier iets bijzonders aan de hand is. Want een kromme sloot, waar vind je die in Haarlemmermeer? Mocht er iemand twijfelen dat het spoor hier heeft gelegen, dan doemt aan het einde van het parkje, als de sloot weer een rechte lijn volgt, een tastbaarder bewijs op: de twee spoorhuizen aan de Venneperweg. Keurig achter elkaar, in het verlengde van het parkje, wachten ze op reizigers, die al zeventig jaar niet meer komen. WIM WEGMAN

Har Meijer, huismus tussen de Singels, stopt met zijn praktijk

’Ik heb een slechte rechterknie’ - ,,U ziet het goed. Meneer Meijer zit thuis met vrouw en kleinkind. Twee maandagen al.’’ Zo’n opmerking klinkt uit de mond van Har Meijer (66), dé huisarts van Leiden, verontrustend. Hij is ’geranium gereed’, zoals hij zelf in een afscheidsbrief aan zijn patiënten heeft geschreven. Waar heeft de dokter nu precies last van? LEI DER DOR P

Van alles. Leiderdorp is saai, het huis is leeg en het werk is verleden tijd. Niemand kan daar iets aan doen. Het is allemaal zijn eigen schuld. Aan de keukentafel zit hij behoorlijk te bokken. Zelfs de eerste cappuccino helpt hem niet over deze ochtenddepressie heen. Pas als zijn vrouw Mareen zegt dat de maestro in een nieuw ritme moet komen en vervolgens zijn kleinzoon pogingen doet om op zijn knie te kruipen, ziet hij de zin van het leven weer. ,,Ik stel mij aan. Ik ben natuurlijk een echte familieman.’’ De medische hangset voor de oren, die nu op tafel ligt, vormt het bewijs. ,,Dat is het enige wat ik heb gesloopt uit mijn spreekkamer. Voor de mogelijke oorontstekingen van mijn drie kleinkinderen, dan ben ik alle ellende voor als de ouders denken dat ze buikpijn hebben.’’ Scheidend huisarts Meijer beseft met deze opmerking dat hij zich al heeft overgegeven aan zijn nieuwe levensstijl. En eigenlijk heeft hij ook genoeg plannen om zijn tijd te vullen: een boek schrijven over de nonnen van Franciscanessen in het voormalige Elisabeth Ziekenhuis aan de Hooigracht, een bureau opzetten voor periodiek medische keuringen en professioneel zwetsen aan de lange zijde van de Leidse sportvelden. Dat laatste noemt hij echt het mooiste wat er is en het eerste heeft alles met liefde voor deze groep deugdzame vrouwen te maken. Van zijn vader, ooit geschiedenisleraar op het Bonaventura, heeft hij geleerd hoe je mooie verhalen kan vertellen. Door de Haagse dokter Jaapie Oliemans is hij op het spoor gezet om geneeskunde te studeren. ,,Deze man was geweldig voor zijn patiënten. Zonder air en met veel sociaal gevoel trad hij ze tegemoet.’’ ,,Zo wilde ik ook in Leiden opereren. Ik had alles mee om

Waar was ik vijf jaar terug op de elfde van de negende? Hier thuis voor de tv. Om een uur of drie ’s middags (Leidse tijd) zat ik met mijn hoogzwangere vrouw aan de thee. We deden een zappertje, zoals wij ons rondje langs de tvkanalen noemen, en flitsten eerst nog voorbij CNN. Toen kwam de reactie die zich normaliter alleen in cartoons en in grappig bedoelde films en theaterstukken voordoet. Mijn vrouw en ik theekransten nog een paar seconden door en pas een kanaal of drie verderop kwam de schok. Allejezus, wat was dát! Terug! Net op tijd om nummer twee naar binnen te zien vliegen. Doorgaans ben ik niet zo vlot van begrip, maar de ernst van dit spektakel drong onmiddellijk tot mij door. Hypochonder als ik ben, vermoedde ik dat het einde der tijden nabij was. Door het

Har Meijer als familieman. ,,Ik geniet nu elke vrijdag van vrouw en kleinkind. Geranium gereed heet dat in mijn jargon.’’ een echte huismus tussen de Singels te worden. Ik ben hier geboren en getogen, heb hier gestudeerd en mijn eerste echte praktijk zat in het souterrain onder het Pelikaanhof. Een echte stadspraktijk, hartstikke gezellig. Van dokter Kortmann, een begaafd arts met trefzekere diagnoses, leerde ik het vak. Verder waren wij tegenpolen van elkaar. ,,Ik ben laagdrempelig, ik hou van praten met iedereen, zit graag in het café en drink een biertje. Je hoeft mij niet uit te nodigen voor een etentje. Na een uur heb ik geen zin meer. In de kroeg of bij het voetballen kun je zomaar weggaan. Dat is mooi, want ik wil mijn vrijheid.’’ Dat was ook de reden dat hij samen met zijn vrouw in de ja-

ren ’70 een huis met praktijk aan de Stokroos kocht in de Merenwijk. Binnen de kortste tijd zat hij bomvol, bleef speciaal thuis voor de bevallingen in al die jonge Leidse gezinnen en was heel gelukkig. Hij reisde over de wereld als sportarts van het succesvolle basketbalteam van Parker Leiden, deed wat bij Lugdunum en UVS wat en kwam via een ommetje op de fiets ook nog terecht bij ASC, de enige voetbalclub van Oegstgeest. ,,Allemaal liefdewerk oud papier. Ik vind het een verplichting voor een arts om maatschappelijk bezig te zijn. Pas dan ontdek je de andere kant van het bestaan.’’ Nog gelukkiger werd hij van het door hem opgezette medisch centrum ’t Joppe een paar kilometer van

Amerikaanse luchtruim scheerden een nog onbekende aantal zoekgeraakte vliegtuigen, aanslag op het Pentagon, de eerste fikkende tweelingtoren kwam naar beneden, ik telde het bij elkaar op en stamelde dat de Derde Wereldoorlog was begonnen. Ik had het niet meer en belde met Meindert en Janet, vrienden die in New York hadden gewoond en met wie ik zes jaar voor de ineenstorting bovenop het World Trade Center had gestaan. Raar telefoongesprek. Aan beide kanten van de lijn heerste voornamelijk sprakeloosheid. Verder gingen er wat kreetjes van afschuw over en weer. Verbijstering en angst voerden de boventoon. Hoe zal het nu verder gaan? Geen idee, maar het zal nooit meer zijn zoals het was? Heeft de elfde van de negende

Visser

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

zijn toenmalige woning in de Merenwijk. Hij associeerde zich met de ’prachtartsen’ Kees en Marga van der Meer en kreeg daardoor meer vrije tijd en om zijn gedachten te ordenen, zijn verhalen te bundelen en zelfs te promoveren. En nu moet hij na 40 jaar uitgerangeerd aan een keukentafel verhalen over vroeger. En het wordt nog erger als hij onom-

wonden de reden van zijn stoppen vertelt. ,,Ik ben een rem op de modernisering. Het huisartsenvak op zich is tijdloos. Diagnoses veranderen niet, de therapie wel. En die therapie zit tegenwoordig in de computer. Als je F7 indrukt, krijg je de recepten waarvan minister Hoogervorst wil dat we die voorschrijven. Ik ben daar niet handig in. Ik kan niet tikken en tegelijkertijd praten over de computer heen. Tachtig procent van de patiënten heeft niets, wil alleen maar gerustgesteld worden. Heeft eerder een aai over de bol nodig, dan een verhaal in een computer. Ik heb al mijn kennis nog in mijn hoofd zitten. Dat is niet slim in deze tijd. Ik weet het. Ik merk het zelfs op de tennisclub. Als ik iets vraag over

het in zekere zin ook geworden, al likken de vlammen van deze wereldbrand (nog) niet aan mijn persoonlijke verworvenhe-

den. Cynischer ben ik geworden ten opzichte van iedereen die wat al te fanatiek een religie aanhangt. Mijn God is beter dan de jouwe, maar die van Bush is al net zo onverdraagzaam als die van de mohammedaanse martelaren. En ik schrik even als ik in mijn vliegtuig een strenge moslimgelovige herken. Achterdochtig, bevooroordeeld ben ik dus ook geworden. De elfde van de negende heeft nu niet bepaald een fijner mens van mij gemaakt. Op 11-09-2001 rommelde ik ’s avonds in een schoenendoos met New York-foto’s. Hoe vaak was ik in het WTC naar boven gesjeesd? Drie keer, vier keer? Ik vond ze niet mooi, de torens, maar ze fascineerden me wel. Vandaar die tientallen foto’s. Ik zag ze als het dubbele fallussymbool van het machtigste

Afscheidsreceptie Afscheid van Har Meijer: 19 september tussen 17.00 en 19.00 uur in de Hooglandse Kerk, Middelweg 2, Leiden.

in de

stad

mijn leven veranderd? Ja, die daverende klap op de kont van Manhattan heeft mij cynischer gemaakt, banger ook. WO III is

LDN202

FOTO HENK BOUWMAN

een oude knarrentoernooi, zeggen ze: ’Kijk maar op internet, meneer Meijer’. Daarom wil mijn vrouw dat ik een computercursus ga volgen in het buurthuis. Ga ik doen.’’ De moraal van dit verhaal: ,,Ik ben geen narrige oude man. Ik sta vernieuwingen niet in de weg. Die jonge artsen zijn even zo goed als ik, zo niet beter. Ik moet me overgeven en dat is een groot probleem. Ik heb een slechte rechterknie, maar ik laat me niet opereren. Ik heb nog geen vertrouwen in het resultaat. Ik ga rustig leven. Mijn eerste prioriteit - ’Een doodgewoon lijk’, het ware verhaal van de moord op een Leidse dokter nadert zijn voltooiing.’’

Regio

SCHRIJVENDE LEZERS

Dalkaartje relatief duur

. FOTO GPD/DAVID VAN DAM

Wie houdt nu wie voor de gek met dalkaartje? Mooie folder van Connexxion en artikel in de krant over het dalkaartje. Maar als dit gedaan wordt om het openbaar vervoer te stimuleren dan gaat er toch iets mis. Voorheen had men, zoals vermeld, voor 1 euro een retourtje. Dat was goedkoper dan reizen met een strippenkaart. Nu dus 1 euro voor een enkeltje

Stevenhof-centrum, of twee strippen. Een strippenkaart van 45 strippen kost 19,80 euro, twee strippen dus 88 eurocent voor een enkele reis naar het centrum. Wie houdt wie nu voor de gek? JAN CORBA, LEIDEN.

Buurtwerkmaatschappij terecht in opspraak In de artikelen over de Buurtwerkmaatschappij (BWM) van 5 en 6 september blijven enkele belangrijke aspecten onderbelicht. Ten eerste liet een inactief en nauwelijks bestaand bestuur van De Zijlbedrijven (DZB) de ingehuurde directeur zijn gang gaan, zodat zijn belangen en die van de BWM verstrengeld raakten. Dat gaat inderdaad zo ver dat ’vrijwilligers’, die voor een participatietraject bij de BWM zijn ondergebracht, op de boerderij van de directeur van de BWM klussen verrichtten en dus werden (worden?) ingezet ten gunste van zijn particuliere belangen. Dat zal zo echter niet in de offerte van de BWM staan. Toen dit bekend werd (begin juni) heeft de Cliëntenraad geëist dat de gemeente deze mensen zou terughalen. Dit is niet gebeurd. Er werden (worden?) volgens onze informatie op het privébezit trouwens ook BWMwerknemers tewerkgesteld voor wie de gemeente de loonkosten betaalt (voormalige zogenaamde ID’ers). Voor hen heeft de gemeente een morele verantwoordelijkheid. De Cliëntenraad SoZA heeft de gemeente vorig jaar al gealarmeerd, naar aanleiding van klachten over de BWM van deelnemers aan een stadswachtproject, die gratis door de stad moesten lopen, inadequate werkkleding kregen en - ondanks toezeggingen - niet aan een baan werden geholpen. Daarnaast voelden zij zich slecht behandeld door de BWM. Toen had men al kunnen vermoeden dat het daar niet goed liep. De kern van de kwestie zit minder in het beleid van de dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid (SOZA), maar meer in het feit dat wethouders en gemeenteraad de BWM jarenlang een soort speciale status hebben gegeven, zelfs die van

’voorkeursleverancier’, er kwetsbare mensen aan hebben overgeleverd of laten leveren, er veel geld naar toe hebben doen gaan in de vorm van onder meer loonkostensubsidies, garantiesubsidies (vorig jaar stopgezet) en ’huursubsidie’, zonder er toezicht op te houden. Zelfs een jaarverslag (als dat er al was) werd niet gelezen. Dat dit niet gebeurde heeft onder meer te maken met een gebrek aan belangstelling voor het onderwerp reïntegratie in vorige raadsperioden, waardoor zelfs een evaluatie van de aanbesteding van reïntegratietrajecten in 2003 van de agenda werd geschrapt, en niet meer terugkwam. Ambtenaren van SOZA werken in opdracht van een wethouder en boven hem staat de gemeenteraad. Als de kaders en richtlijnen ontoereikend zijn, en een wethouder te veel op afstand blijft, kan het gebeuren dat er onvoldoende wordt omgekeken naar bijstandsgerechtigden die aan een traject deelnemen en dat een BWM haar gang kan gaan. Een conclusie is dat in vorige raadsperioden gemeenteraad en college gefaald hebben. Een les is dat er toezicht moet zijn op instellingen waar mensen naartoe gaan voor wie de gemeente verantwoordelijk is. Het is goed dat het college nu een onderzoek laat instellen. Als hieruit blijkt dat de BWM kan voortbestaan, zullen er een andere directie en een echt bestuur moeten komen, een raad van toezicht met deskundige vertegenwoordigers van belanghebbenden en de gemeente en eventueel met externe deskundigen. En de BWM zal met een professionele en ervaren staf moeten werken. E. MEIJER, VOORZITTER CLIËNTEN R A AD SOZA LEIDEN

UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1956, woensdag 12 september L E I D E N - Zoals bekend zal op 27 september het gerestaureerde Waaggebouw wederom in gebruik genomen worden. Deze heropening valt gelijk met de herdenking van het 300-jarig bestaan van dit gebouw en het 60-jarig bestaan van de Markt- en Havendienst. Ter gelegenheid van dit drievoudig feest wordt ’s ochtends in de Burgerzaal een bijeenkomst gehouden, gevolgd door de heropening van de Waag.

SASKIA STOELI NGA

land op aarde. En nu was macho VS ontmand, zomaar, met twee onwaarschijnlijk brute uithalen van het moslimzwaard. De gruwelijke beelden van eerder die dag hadden de weeën opgewekt. Het rommelde in de schoot van mijn vrouw en ik deed schietgebedjes: alstublieft niet vandaag, niet op deze dag. Toen ik met mijn Twin Towerfoto’s in de weer was, keek ik uit het raam van mijn werkkamer en ik verbaasde mij over de doodgewone kalmte die de stad was binnengetrokken. Niks aan de hand in Leiden. Zou het zo blijven? De elfde van de negende zat er bijna op en mijn vrouw lag te slapen. De bevalling zou nog ruim twee weken op zich laten wachten. JA AP VISSER W W W.V I S S E R I N D E S TA D . N L

ANNO 1981, zaterdag 12 september leiden - Terwijl de Groenoordhallen al gonsden van de eerste bezoekers, opende Jan Wolfslag gisteren in het restaurant van de hallen de twintigste Leidato. Wolfslag , oud-voorzitter van het organiserend comité en mede-oprichter van deze huishoudbeurs, haalde onder de uitroep ’de Leidato hangt nooit de vuile was buiten’ een spandoek door de wringer met daarop ’20e Leidato geopend’. FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 1 9 S E PTE M B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Een verborgen, maar o zo bekend lusthof SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 5: de dubbele wachterswoning aan de Eugénie Prévinaireweg in Nieuw-Vennep. Wie niet weet dat ze er staat, kan de dubbele spoorwoning aan de Eugénie Prévinaireweg in Nieuw-Vennep onmogelijk vinden. Een dichte, hoge haag ontrekt het volledig aan het zicht. De twee smalle toegangen vallen ook al nauwelijks op. Slechts een groene brievenbus bij een van de openingen verraadt dat achter de haag gewoond wordt. Eenmaal achter het groen, lijkt de buitenwereld heel ver weg te zijn. De haag onttrekt het omringende Nieuw-Vennep aan het zicht en geluiden lijken er ook al nauwelijks door te

De uitgebouwde, voormalige dubbele spoorwoning aan de Prévinaireweg. FOTO UNITED PHOTOS/MARCO DE SWART dringen. Een rustig, weelderig lusthof is het, midden in een dichtbebouwd stuk dorp. Het witte huis aan het einde van het oprijlaantje past perfect bij de omgeving, al lijkt het door al zijn uitbouwtjes en erkertjes meer op een Gooise villa dan op een spoorhuis van de Haarlemmermeerlijnen. Slechts

hier en daar is nog een stukje te herkennen van de eenvoudige maar oerdegelijke bouwstijl waarin de woningen destijds zijn opgetrokken. Dat het om een spoorhuis ging, ontdekten de huidige bewoners, Gerrit en Marjan Witzel zelf trouwens ook pas later. Ze vinden het een aardige bij-

komstigheid, maar het is wat hen betreft niet het meest bijzondere aan de woning. Wat het pand volgens hen veel opmerkelijker maakt, is het feit dat Herbert Vissers er ooit heeft gewoond. De Nieuw-Vennepse industrieel – oprichter van de landbouwmachinefabriek Vicon – woonde er sinds de jaren ’50 met zijn elf kinderen. ,,Hij is een van de mensen die het huis geweldig heeft verbouwd. Hij heeft er voor die tijd revolutionaire dingen ingezet, zoals een Amerikaanse open keuken. Dat lijkt nu heel gewoon, maar destijds was dat nog nooit vertoond’’, zegt Gerrit Witzel. Door Vissers is het huis bij de oudere Vennepers heel bekend. ,,Toen we het net hadden gekocht en bezig waren het te verbouwen, kwamen heel veel mensen een kijkje nemen’’, zegt Marjan Witzel. ,,Ze waren jaren geleden wel eens binnen geweest en wilden het graag weer eens terugzien. Het was destijds, kregen wij het idee, een beetje een zoete inval hier. Die elf kinderen mochten altijd heel veel vriendjes meenemen, en ie-

dereen mocht mee-eten.’’ Gerrit Witzel: ,,Vissers was bovendien een heel sociale man. Mensen die het moeilijk hadden, konden altijd bij hem en zijn gezin terecht. Pas geleden kwam er een man langs die vertelde dat hij hier praktisch was opgevoed. Een vrouw, die ter gelegenheid van haar 80ste verjaardag een rondrit langs alle belangrijke plekken in haar leven had gekregen, liep hier door het huis alsof ze er gisteren nog was geweest. Ze wist precies hoe het er toen uitzag, tot en met het varkenskot in de tuin aan toe. Nog zoiets: iemand vertelde dat een vrouw die thuis geen plek meer had om kippen te houden, maar die dieren hard nodig had om aan wat extra eten te komen, door Vissers uit de brand werd geholpen. Ze mocht een kippenhok neerzetten in een hoekje van zijn tuin. Daar ging ze haar gang maar.’’ Hoewel latere eigenaren het spoorhuis nog verder onder handen hebben genomen, zijn een paar eigenaardigheden uit Vissers tijd nog steeds terug te zien. De trap van en naar de eer-

ste verdieping bijvoorbeeld. Marjan Witzel: ,,Die draait de verkeerde kant op. Hij komt uit bij een kleine zijkamer, terwijl het logischer zou zijn als de trap voor de deur van de woonkamer zou eindigen. Nu moet je telkens een stukje omlopen. Later begrepen we dat de woonkamer het domein was van de elf kinderen en dat Vissers en zijn vrouw voornamelijk in dat zijkamertje woonden. Op zich niet zo slecht bekeken van hem. Lekker rustig.’’ Hoewel de spoorwerkers die er ooit hebben gewoond nu waarschijnlijk in hun huizen zouden verdwalen, zijn de kenmerken van de twee woningen binnen eenvoudig te herkennen. Gerrit Witzel: ,,Het is enorm uitgebouwd en uitgebreid, maar de oervorm is nog steeds te zien. De dikke muren die gedeeltelijk door de woonkamer lopen, dat waren ooit de buitenmuren. Als je de rest wegdenkt, zie je dat het best kleine huisjes waren.’’ WIM WEGMAN

reacties: [email protected]

Regels zitten adequate hulpverlening in de weg

Uren wachten op een reddingsheli Als zaterdagavond een 38-jarige Leidenaar op een eilandje in de Kever (Kagerplassen) uit een boom valt en zichzelf lelijk bezeert, blijkt dat slechts het begin te zijn van een bizarre aaneenschakeling van ontwikkelingen. Waar een plaatselijke ambulancedienst en het ziekenhuis om de hoek voldoende lijken, worden noodgedwongen hulpverleners uit het hele land opgetrommeld en wordt het ongelukkige slachtoffer uiteindelijk bijna drie uur later op een brancard binnengedragen in het VU Medisch Centrum in Amsterdam. Met dank aan hulpverleners uit de Leidse regio, Amstelveen, Amsterdam en Den Helder, maar vooral aan trage politici en overheidsinstanties die maar geen besluit durven nemen over de inzet van de traumahelikopters. Volgens een politiewoordvoerder van Hollands Midden kwam er zaterdagavond om acht uur een melding binnen dat een volwassen man uit een boom gevallen was op een eilandje in de Kever. Hij bleek in een door kinderen gemaakte boomhut te willen klauteren, maar viel ver-

volgens vijf meter naar beneden. Toen de ziekenbroeders noodgedwongen per rubberbootje waren gearriveerd vreesden zij voor ernstig lichamelijk letsel en durfden hem niet te vervoeren. Er werd besloten dat een traumahelikopter moest worden ingeschakeld.

Een traumahelikopter landt bij het Leidse Van der Werffpark. Vanwege de milieuwetgeving mogen deze heli’s alleen overdag in actie komen. ARCHIEFFOTO HIELCO KUIPERS

Maar dat gaat zomaar niet in Nederland. Hoewel de daarvoor bedoelde helikopter van het VU Medisch Centrum 24 uur per dag startklaar staat, mag de piloot niet opstijgen omdat het al donker is. Voorschriften zijn voorschriften en terwijl er gevreesd wordt voor het leven van de Leidenaar, krijgen de hulpverleners te horen dat er geen sprake van kan zijn dat de heli het hoofdstedelijke luchtruim mag kiezen. Een woordvoerster van het ziekenhuis zegt daags na het voorval dat ze vanwege de privacy van de patiënt geen uitspraken mag doen over dit specifieke geval, maar dat het klopt dat vanwege de milieuwetgeving de traumahelikopter ’s avonds en ’s nachts niet mag vliegen. Wel laat ze weten dat er momenteel wordt gekeken naar een landelijke oplossing, wat zou betekenen dat er in plaats van traumaheli’s bij meerdere ziekenhuizen één helikopter dag en nacht klaar staat om vanuit een centraal punt in Nederland hulp te verlenen. Maar de ongelukkige Leidenaar op het eilandje had daar zaterdag niets aan. Bijna zes jaar nadat er Kamervragen over deze problematiek zijn geweest (naar aanleiding van de cafébrand in Volendam) is er dus niets veranderd. De Kustwacht wordt ingeschakeld en die doet een beroep op de enorme Search And Resque-helikopter (een offshore heli geschikt voor het vervoeren van 21 mensen) die gestationeerd is in Den Helder. Eigenlijk alleen getraind voor klusjes

het immers maar een kleine stap van de kerk naar de kroeg. Nou hoefde ik, de hemel zij dank, niet al te vaak bij Har op visite, maar ik heb nimmer met de pest in mijn lijf in zijn wachtkamer plaats genomen. ’Hallo, mooie riooljournalist’, was Hars vaste, luidkeelse begroeting. Waarop ik dan uitriep: ’Goeiedag, ouwe kwakzalver van me’. Zelfs de ergste patienten schoten er van in de lach. Dokter Meijer was nou niet bepaald een geruisloze vertrouwensman en dat werd hem hier en daar ook kwalijk genomen. Ik kreeg wel eens te horen dat mijn huisarts te veel op de voorgrond trad. ’Die dokter van jou die lult te veel en hij komt te vaak in de krant’, klonk het dan misprijzend. ’Ik hoor het al’, kwam ik er meteen overheen, ’dokter Meijer is niet jouw huisarts.’

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

FOTO ANP/EVERT-JAN DANIELS

Uitspraken Donner leggen zwakte democratie bloot De uitspraken van minister Donner over democratie en de sharia, in de krant van woensdag 13 september, leggen perfect de zwakke plek van een democratie bloot. Als een meerderheid tot een besluit komt, nadat alle vereiste democratische procedures zijn doorlopen, moet dat worden uitgevoerd. Ook al is dat in strijd met een rechtvaardige samenleving. Sterker, ook zonder sharia zijn er in Nederland wetten die nu niet bepaald de rechtvaardigheid bevorderen, maar ze

zijn wel democratisch tot stand gekomen. Er bestaat een wijdverbreid misverstand dat democratie een ideaal instrument is. De werkelijkheid is dat democratie slechts een model is dat we hanteren bij gebrek aan beter en waarvan we de tekortkomingen moeten accepteren. De meerderheid heeft het nu eenmaal niet altijd bij het juiste eind, hoe graag we dat ook zouden willen. F. J . G . A Z I E R , LEIDEN.

dertjes nu spelen? Want alle auto’s werden ook nog eens in de wijk achter ons gezet zodat de mensen ’gezellig’ de binnenstad in konden. Om over het milieu nog maar te zwijgen, met alle uitlaatgassen die wij als gezin moesten inademen. Autoloze zondag: nee, voor mij hoeft dat niet meer. Of beste gemeente, doe het dan goed. Zodat wij op de Zijlsingel er ook nog een leuke dag aan overhouden. V. V E R H O E V E N , LEIDEN.

Directie en niet leerling moet docent beoordelen

Dat helikopters tot veel in staat zijn bewijzen ze bij de jaarlijkse reddingsdemonstraties voor de kust van Katwijk. ARCHIEFFOTO FRANS ROOMER op zee maar er is geen andere mogelijkheid op het kleine binnenmeertje. Terwijl opgetrom-

ARCHIEFFOTO FRANS ROOMER

in de

stad LDN202

Minister Piet Hein Donner.

Een paar opmerkingen wil ik maken over de autoloze zondag in Leiden. Wat een fiasco! Ik ben woonachtig op de Zijlsingel en daar was het zondagmiddag bepaald geen autoloze zondag. Er heeft vanaf 14.30 uur een file gestaan die duurde tot ongeveer 18.00 uur in de avond. Het was op de autoloze zondag nog drukker dan op een ’gewone’ vrijdagmiddag. Als je dan zonodig een autoloze zondag wil invoeren, doe dat dan voor de hele gemeente. De binnenstad was autovrij, maar waar moesten mijn kin-

Visser

Har werd mijn huisarts omdat het mij beviel zoals hij omging met het geval Aart. Onze huisvriend was een schat van

SCHRIJVENDE LEZERS

Autoloze zondag was voor Zijlsingelbewoners fiasco

Een helikopter kan levensreddend zijn, maar de regeltjes zitten nog altijd een adequate hulpverlening in de weg.

Vanmiddag ga ik een biertje halen in de Hooglandse kerk. Echt. Vanwege zijn pensionering heeft mijn huisarts een paar tappies in het godshuis mogen neerzetten. Op strategische punten. Echt iets voor Har Meijer. Geen afscheidsreceptie in Eigenzorg, de Branderij of de Engelberthahoeve, maar in een kathedraal in het hart van de stad. Is hier sprake van heiligschennis, provoceert de dokter op zijn valreep gelovig Leiden? Welnee, Har wil er alleen maar mee zeggen dat ook de frivoliteit van het leven wordt gevoed door het spirituele. Loof de Heer en dank Hem voor het aangename bier. Gezondheid. H.A.M.M. Meijer, die zwik voorletters doet vermoeden dat Har van nogal katholieke komaf is. Dat maakt het nóg begrijpelijker dat de dokter wenst af te zwaaien tussen de kansel en het altaar. In zijn geloofscontreien is

Regio

een vent die echter permanent in geestesnood verkeerde wat zijn weerslag op het lichaam had: koppijn, maagklachten,

melde brandweermannen uit Amstelveen komen helpen en samen met de regionale hulpverleners proberen het eilandje bereikbaar te maken door afzetlinten en lichten te plaatsen, wacht het slachtoffer noodgedwongen en in onzekere toestand maar af wat er gaat gebeuren. Als rond tienen de gigantische heli ter plaatse is, kan de man eindelijk op weg naar het hospitaal. Terwijl volgens het LUMC in Leiden gewoon ruimte was voor de patiënt (’We hebben ook een helikopterplatform’) wordt er vreemd genoeg door de aanwezige hulpverleners besloten dat de patiënt alsnog naar het VU Medisch Centrum in Amsterdam moet wor-

den gebracht. Hoewel het ziekenhuis geen mededelingen wil doen, blijkt dat uren later het Amsterdamse luchtruim gelukkig wel geopend te zijn geweest voor de aanvliegende offshore helikopter. Dit verhaal krijgt toch nog een happy end want volgens de politie vallen de verwondingen van het slachtoffer mee. Hij blijkt enkele ribben gebroken te hebben en zal snel weer op de been zijn. Maar met de wankelmoedige wetgeving inzake de inzet van de ziekenhuisheli in het achterhoofd zou het de volgende keer zomaar erger kunnen aflopen.

foute bloeddruk en nog een hele riedel aan kwaaltjes. Aart was intelligent, maar kon daar niet zo bar veel mee omdat hij als de dood was voor van alles en nog wat. De somberte die door zijn hoofd spookte, had hij opgelopen in een zwaar gereformeerde jeugd. Er was hem simpelweg te veel hel en verdoemenis voorgehouden. Vrij hopeloos geval dus, zeker voor een huisarts bij wie hij de deur plat loopt. Want dat deed Aart, als hij er weer eens geen gat in zag, zijn toevlucht tot Har zoeken. Bij de dokter durfde hij zich bloot te geven, kleren uit en voor de draad met de hoofdbrekens. Bij mijn weten heeft Har hem altijd een willig oor gegeven, een hart onder de riem gestoken en iets voorgeschreven dat hem door zijn eenzame nachten hielp. Nooit is Aart onverrichter

zake huiswaarts gekeerd. Van elk bezoek aan de dokter knapte hij op. Ook al was het maar voor even. Har behandelde Aart met opvallend veel geduld en genegenheid. Ik kreeg er een warm gevoel van. ’Doe mij ook zo’n huisarts’, zei ik eens in Meijers bijzijn. ’Kom maar’, reageerde Har en sindsdien is hij mijn huisarts. Dat Aart ons ontviel, uiteindelijk deed een hartstilstand hem de nek om, heeft Har niet kunnen voorkomen. Maar de dokter die te veel lulde, heeft hem wel jarenlang enig houvast geboden terwijl hij met onvaste voeten door het leven wankelde. En zo’n dokter mag van mij het ambt gedag zeggen in een kerk, de Hooglandse.

DAN NY DRENTH

JA AP VISSER

www.visserindestad.nl

In het Leidsch Dagblad van vrijdag 8 september schrijft Fred Hoogendoorn in de rubriek ’Zwart/Wit’ een artikeltje onder de kop ’De leerling beslist mee’. Met 35 jaar ervaring als docent in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs heb ik er behoefte aan daarop te reageren. Er bestaat in onze taal een uitdrukking die luidt: ’Niet gehinderd door enige kennis van het onderwerp kan men er vrijuit over spreken’. Welnu, het verhaal van Hoogendoorn kan naar mijn mening worden afgedaan las lariekoek. Zijn mening over het door leerlingen laten oordelen over docenten, en dan met name over hun sociale vaardigheden, is mede een uitvloei-

sel van het slappe beleid van de huidige minister van onderwijs en velen van haar voorgangers. Een tweede uitdrukking in dit kader luidt: ’Inspraak zonder inzicht leidt tot uitspraak zonder uitzicht’. Als Hoogendoorn zijn zin krijgt, beleven we het straks dat een klas tegen de docent zegt: ’U mag blij zijn dat u ons mag lesgeven en als u zich niet aanpast, schrijven wij u de deur uit’. Het oordeel over een docent dient vooral te blijven waar het is en hoort, namelijk bij het bevoegd gezag, dus de directie van de school. M . VA N M E D D O , VO O R S C H OTE N .

UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1956, woensdag 19 september VOORSCHOTEN - In opdracht van het Ministerie van Landbouw wordt een film vervaardigd over brandbestrijding, brandveiligheid en voorlichting, speciaal bestemd voor de boerenbevolking. De Voorschotense vrijwillige brandweer is uitgenodigd ook een rol in de film te vervullen. Vanmorgen werden in het dorp opnamen gemaakt van de oude wijze van brandmelding, waarbij de brandweerlieden op fietsen en lopende aan kwamen snellen naar de wagen. Vanmiddag werden opnamen gemaakt bij de Wassenaarse boerderij ’Bellestijn’, daar enige tijd geleden een soortgelijke boerderij tot op de grond afbrandde. Men heeft een brandbestrijding gereconstrueerd, waarbij de Voorschotense brandweer een belangrijke rol speelde.

ANNO 1981, zaterdag 19 september LEIDEN - De hoofdtechnici Strokap en Zaal uit het Academisch Ziekenhuis Leiden vertrekken in november naar Paramaribo om medischtechnische apparatuur die een dezer weken al wordt overgevlogen, in het Diaconessenhuis aldaar te installeren. ,,De nood daar is hoog", vindt Strokap, ,,alles is oud en krakkemikkig.’’ Zaal: ,,En de SLM vliegt alles over tegen kostprijs, dus alleen de brandstofkosten." FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 2 6 S E PTE M B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

De bevroren tijd aan de Hoofdvaart SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 6: de brugwachterwoning aan de Hoofdvaart in Nieuw-Vennep. Slechts van een paar stations langs de Haarlemmermeerlijnen is de naam van de architect bekend. Wie de talloze andere huizen heeft ontworpen, is niet duidelijk. Het is zelfs niet bekend of het één architect is geweest, of dat het er verschillende zijn geweest. Hoe dan ook, ze hebben een knap staaltje werk afgeleverd. De uiteenlopende huizen, haltegebouwen en stationnetjes zijn ongelooflijk goed herkenbaar. Wie er ooit één heeft gezien, herkent de andere bij wijze van spreken in één oogopslag. Zo is het dus ook met het spoorhuis aan de HoofdwegWestzijde in Nieuw-Vennep, pal achter het voetgangersbruggetje

De voormalige brugwachterwoning bij de Hoofdvaart in Nieuw-Vennep. Foto: United Photos/Marco de Swart over de Hoofdvaart. ’t Haventje heet het, wat op zichzelf een ietwat malle naam is voor een brugwachtershuisje midden in de polder. ,,Eerlijk gezegd heb ik geen idee waarom het zo is genoemd’’, zegt bewoner Harm Kattenberg. ,,Maar we vonden het wel grappig, dus we laten die naam maar aan de gevel hangen.’’ Kattenberg is nu een paar jaar

eigenaar van het pand en apetrots op zijn brugwachterwoning. ,,Dit is zo’n mooi, zo’n schitterend huis. We hadden het al jaren op het oog en toen het te koop kwam, was het gauw geregeld. Dit is ons droomhuis. Ja hoor, dan kan je rustig zeggen.’’ Kattenberg kent de brugwachterwoning al minstens 35 jaar. ,,In 1970 werkte ik bij een

timmerbedrijf hier in NieuwVennep. De vader van mijn toenmalige baas woonde hier. Tussen de middag ging ik er vaak lunchen. Ik dacht toen nog niet: dít wil ik later hebben. Maar ik vond het al wel meteen een erg mooi huis. De oude spoorhuizen hebben een bepaalde sfeer, een bepaalde uitstraling die mij wel aanspreekt.’’ Het huis is flink gemoderniseerd. ,,Er zit nu bijvoorbeeld een badkamer in, om een kleinigheidje te noemen. Daar deden ze in 1912 nog niet aan’’, zegt Kattenberg lachend. Toch zijn de sfeer, een groot deel van de inrichting en tal van oude details van de brugwachterwoning bewaard gebleven. Van de hardgranieten dorpels en het ingenieuze katrolsysteem waarmee het zijraam kan worden opengedraaid, tot de authentieke bijna manshoge voorraadkelder. ,,Wat aan dit huis onmiddellijk opvalt, is hoe stevig het is gebouwd. Dikke muren, zware kozijnen. Het is al die jaren goed onderhouden hoor, maar er zit nog altijd geen scheurtje in. Terwijl het toch niet is onderheid.’’ Dat er überhaupt een brugwachterhuis langs de Hoofd-

vaart staat, is opmerkelijk genoeg te danken aan het toenmalige Ministerie van Oorlog. De spoorwoning had weliswaar een zeer vredelievende bedoeling: namelijk het huisvesten van de man die de ophaalbrug over de Hoofdvaart moest open- en weer dichtdraaien. Maar dat zo’n soort brug er kwam, met brugwachter dus en met brugwachtershuisje, was het werk van de militaire autoriteiten. Voor het Hoofdvaart had het eigenlijk veel meer voor de hand gelegen om een iets hogere vaste brug te bouwen. Veel en omvangrijk scheepvaartverkeer heeft de vaart immers nooit gekend. Het Ministerie van Oorlog wilde echter geen spoordijken en -bruggen hoger dan 60 centimeter in het gebied voor de Geniedijk dat in geval van oorlogsdreiging onder water moest worden gezet. Als daar dan droge plekken overbleven, had de hele operatie geen zin. Kattenberg bewaart een foto uit de jaren ’30 waarop het kleine ophaalbruggetje is te zien, net op het moment dat er een stoomloc overheen rijdt. Het huis ziet er nog vrijwel hetzelfde uit als op die foto. Kattenberg: ,,Er is een kleine erker aangebouwd. En o ja, de kleine

Regio

SCHRIJVENDE LEZERS

vensterruitjes van toen zijn vervangen door grote ramen. Maar verder is alles aan de buitenkant nog vrijwel authentiek.’’ Het heeft zelfs nog, als een van de weinige spoorhuizen, de originele kale gevel, met grijsbruine bakstenen. De meeste andere huizen zijn door de eigenaren inmiddels witgeverfd - of witgepleisterd. Het gebouwtje blijkt bínnen opmerkelijk veel groter dan het van buiten oogt. ,,Het zit ontzettend efficiënt in elkaar’’, zegt Kattenberg. ,,Er is nauwelijks verloren ruimte. Het heeft wel toch gevolg dat de trap naar boven uiterst steil en smal is, maar goed dat is een kwestie van wennen.’’ Ondanks de soberheid en efficiëntie waarmee het is gebouwd, is er volgens Kattenberg destijds niet beknibbeld op de kwaliteit. Volgens hem is dat bijvoorbeeld goed te zien aan het houtwerk, boven op zolder. ,,Dat is een van mijn favoriete onderdelen van dit huis. Het is zo mooi gedaan. Zo stevig en zo mooi afgewerkt: dat zie je niet meer in een moderne woning.’’

Antoni Gaudí.

FOTO GPD

Gaudí kwam onder zo’n leuk trammetje

WIM WEGMAN

Reageren? [email protected]

Clare Wesselius schrijft boek over Sofie die dezelfde spierziekte heeft als zij

Een kopje zon schenkt troost Clare Wesselius beschrijft in haar boek ’Ik heb je niet gedroomd’ hoe een spierziekte in het leven van een opgroeiende vrouw inbreekt. Net als de hoofdpersoon heeft ook Clare over de wereld gereisd, heeft zij een gezin en maakt zij muziek. En net als de hoofdpersoon leidt de Leidse aan de spierziekte dystrofia musculorum progressiva (dmp). Dit voorjaar werd het boek in de reeks ’Mijn eigen Bruna boek’ opgenomen.

Na uw rubriek Schrijvende Lezers is vast ’Cocktail’ van mevrouw Gilissen het meest in trek in uw dagblad. Jammer dat zij jubelt en fluitketelt over een fietsfeest in Barcelona, de stad van Antoni Gaudí, maar onvermeld laat hoe deze 80 jaar geleden jammerlijk is omgekomen. Zo’n leuk trammetje - sommige provinciale en lokale bestuurders zien dat graag terug in de Breestraat in

plaats van in de Lakenhalcollectie ’Niet gebouwd in Leiden’ reed over hem heen. Mijn vader leerde me: met twee woorden spreken. Twee woorden, denkend aan Gaudí : no pasarãn.* LEO MEIJER, LEIDEN.

* Strijdkreet: Zij zullen er niet doorkomen! - red.

De pastorie en de rechter

,,Als in boeken personages gehandicapt of ziek zijn, dan zijn dat meestal maar randfiguren. Deze mensen worden dan afgeschilderd als zielig, of treurig.’’ Clare Wesselius, bijna zestig jaar oud, zit aan de eettafel en drinkt limonade met een rietje. Voorzichtig schuift zij het glas naar zich toe, neemt een slok en praat dan verder. Energiek, met een twinkeling in haar ogen.

Van vlees en bloed ,,Ik wilde dit beeld breken. Ik wilde een boek schrijven waarin de hoofdpersoon gehandicapt is en tegelijkertijd liefheeft, fantaseert, kortom: iemand van vlees en bloed die een mooi leven leidt. Mensen kunnen vaak niet geloven dat het leven voor iemand die gehandicapt is ook leuk kan zijn, en dat is jammer.’’ ’Ik heb je niet gedroomd’ vertelt het verhaal van Sofie van Zanten. Zij groeit op in een typisch jaren vijftig-gezin in een dorpje in de Haarlemmermeer. Het frêle meisje valt op doordat het ’zo uitdagend loopt’. Haar spierpijn wordt door haar ouders genegeerd, of afgedaan als aanstellerij, totdat Sofie in een boek over anatomie bladert en vaststelt dat zij aan dystrofie leidt. Het duurt een lange tijd voordat zij deze ontdekking aan haar omgeving vertelt. ,,Dmp kun je enigszins vergelijken met de spierziekte Duchenne.

Het is een mildere variant, maar het woord ’progressief’ geeft wel aan dat de ziekte zich steeds meer in je lichaam manifesteert’’, aldus Clare, die sinds

Levensstroom. Dat het rode gevaarte dat langs de A4 werd opgetrokken geen aanwinst voor het Meubelplein betrof, begreep ik ook wel. Maar tot de krant van zaterdag had ik geen idee wat er achter dit opvallende bouwwerk stak. Een religieus circus dus. Langs de rijksweg door Leiderdorp zorgt voorganger Jan Zijlstra op de dag des Heeren voor spektakel, wonderbaarlijke genezingen. De krant stond er zaterdag uitgebreid bij stil, driekwart pagina lang. De firma Levensstroom werd van verschillende kanten belicht. Goed werk, informatief vooral, zonder vooringenomenheid. Aan de lezer om te oordelen. Nou, dat heb ik gedaan. Mijn vrouw vroeg zich aan de ontbijttafel af, waar ik me op de vroege zaterdagmorgen zo druk om maakte. Om een Leiderdorpse Tita-tovenaar-dominee die kreupe-

len tot loopwonderen kan bidden, antwoordde ik en schoof haar de krant toe. Van mijn gematigd gereformeerde jeugd is mij bijgebleven dat het niet zo erg is om anders te geloven dan binnen onze kerkelijke stroming de bedoeling was. Zelfs het verketteren van de muzelman met zijn voorkeur voor de profeet Mohammed had geen pas. Die moslims geloofden tenminste in iets wat toch aardig in de buurt van onze soms toornige God kwam. Mijn ouders maakten niet zo’n punt van andersdenkenden. Alleen die lawaaimakers van de pinksterkerk met hun aanstellerige goocheltrucs, daar hadden ze het niet zo op. Voor een dominee die van de kansel komt om de helende Jezus Christus te spelen, hadden ze geen goed woord over. En kijk nu toch eens. Op een steenworp afstand

Clare Wesselius: ,,Mensen kunnen vaak niet geloven dat het leven voor iemand die gehandicapt is ook leuk kan zijn.’’

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

enkele jaren in een rolstoel zit. Een leraar Nederlands, Reinier Berends, is een van de weinige mensen in Sofie’s omgeving die haar begrijpt. Vanuit zijn perspectief wordt commentaar gegeven op het leven van het meisje. Hij ziet hoe het worstelt met het grote geheim dat het met zich meedraagt, en hoeveel moeite het Sofie kost haar leeftijdsgenoten bij te benen. Tegelijkertijd valt de jonge leraar op zijn leerlinge. Jaren later komen de twee elkaar tegen in Ierland en ontstaat er een korte romance. Clare Wesselius laat de handeling beginnen als Berends op

een dag, zo’n twintig jaar nadat hij Sofie voor het eerst ontmoette, de gedichtenbundel ’A cup of sun’ in zijn boekenkast vindt. Hij wil het boekje teruggeven aan het meisje dat het hem ooit leende, gaat naar Sofie op zoek en beetje bij beetje keert zij terug in zijn herinneringen.

een verhaal over mijn tante. Zij was communiste en emigreerde in de jaren vijftig naar Amerika. Dit boek gaat toevallig over mijn ziekte, maar het is absoluut niet het geval dat ik alleen maar daarover wil schrijven.’’

,,Het boek is gedeeltelijk autobiografisch. Ik had een grote zwak voor die leraar, en hij ook voor mij. In werkelijkheid gaf hij een ander vak, ik heb de reele omstandigheden zoveel mogelijk geprobeerd om te vormen.’’ Sofie speelt klarinet, Clare blokfluit. Speelt zij nog

zak geklopt van Zijlstra’s beminde volgelingen. Eéntiende van hun inkomen vordert de dominee van zijn goedgelovige zieltjes die voor hun dure geld

zondag aan zondag mogen figureren in swingende gebedsdiensten in de rode kathedraal aan de snelweg. Dat zich in de 21ste eeuw nog hele volksstammen op een hiernamaals met geneugten verheugen waar de mens zich in zijn aardse bestaan verre van moet houden, kan ik ergens wel begrijpen. In Taliban-streken is het immers nog volop middeleeuwen. Maar dat er bij ons, in het hoog ontwikkelde vrije westen, een kolossale kerk vol stroomt met bedevaarders die in de schijnbewegingen van een zelfverklaarde geneesheer trappen, is ronduit verbijsterend. Jomanda is eng, maar Jan Zijlstra nog vele malen griezeliger. Want de pinksterwonderdokter verwijst bij een handoplegging zonder het gewenste resultaat lafjes naar zijn God. Kunnen we Jomanda’s mislukkingen het

medium zelf aanrekenen, Zijlstra wast zijn handen in onschuld. De kreupele die, na zich tot hem te hebben gewend, vast is blijven zitten in zijn rolstoel te verheffen, moet bij zichzelf te rade. Bid ik wil hard genoeg? Acht miljoen euro. Wat een zondegeld. Daar had alle ellende die een Leidse pinkstergemeente in Kenia aanrichtte mee verzacht kunnen worden. De Grote Opdrachtgemeente heette dat misdadige clubje dat een spoor van narigheid door donker Afrika trok. Uitdagend heeft broeder Zijlstra zijn poenerige façade naar de A4 gericht. Levensstroom. Ik vermoed dat mijn ouders zich al een paar keer in hun graf hebben omgedraaid.

Mozart

Visser

in de

stad van het graf van mijn ouders is het acht miljoen euro kostende sprookjespaleis van zo’n pinkstergoeroe verrezen. Acht miljoen waarvan vier stuks uit de

LDN202

FOTO DICK HOGEWONING

steeds Mozart, net als in het boek? ,,Nee, ik kan de klanken niet meer zo zuiver krijgen’’, zegt Clare. En daarna lachend: ,,De laatste jaren voer ik Ierse smartlappen op met mijn buurvrouw. Ik op de fluit, zij zingend achter de piano, dat is ontzettend leuk.’’ Het boekje ’A cup of sun’ of ’een kopje zon’, bestaat wel echt. ,,Ik blader er soms eens in, de gedichten geven mij altijd troost’’, aldus Clare. Inmiddels werkt Clare aan een volgend boek. Zij wijst naar de serre waar tussen veel planten een computer staat. ,,Ik vind het heerlijk om te schrijven. Nu doe ik recherche voor

LI N DA VERMEU LEN

’Ik heb je niet gedroomd’ werd uitgegeven in de reeks ’’Mijn eigen Bruna boek’’. De Leidse Clare Wesselius won vijf jaar geleden met een eerdere versie de schrijfwedstrijd ’De pen als lotgenoot’. Van het prijzengeld maakte zij een reis naar de Verenigde Staten. ’Ik heb je niet gedroomd’ is te koop bij Bruna (Stevenshof) en te bestellen bij de boekhandel á 17,50 euro.

JA AP VISSER

www.visserindestad.nl

Paul Verhoeven had zich geen mooier script kunnen wensen. De Herstelden en de PKN in Katwijk zijn er samen niet uitgekomen. Tweeënhalf jaar heeft men driftig gezocht in de bijbel. Beide partijen hebben tal van artikelen gevonden waaruit blijkt dat zij gelijk hebben, en niet die anderen. Om de impasse te doorbreken wordt besloten om de zaak voor te leggen aan de wereldlijke rechter. Eigenlijk zijn ze erop tegen, maar goed, (geld)nood breekt nu eenmaal ook Christelijke wetten. De rechtszaal stroomt langzaam vol, beide partijen laten zich vergezellen door fanatieke aanhangers en andere belangstellenden. Gespannen wacht men op de komst van de rechter. Hopelijk is het er één in de lijn van de Heilige Schrift. De deur gaat open, een schok van ontzetting gaat door de zaal. Verbijsterd staren de aanwezigen naar de rechter die plaatsneemt achter de tafel. Geen oude, grijze en wijze man, maar een vrouw en nog wel zonder hoed! Maar goed, ook dit is in de lijn van de Schrift, de beker moet nu eenmaal helemaal leeggedronken worden, tot en met de laatste druppel! Als eerste krijgt eiser het woord. De rechter laat langzaam haar ogen door de zaal gaan en bestudeert de aanwezigen. Onwillekeurig dwalen haar gedachten af naar het schilderij ’De Aardappeleters’ van Vincent van Gogh. Had hij nog maar geleefd dan had hij hier een prachtig schilderij van kunnen maken! Zij probeert zich vervolgens voor te

stellen wat deze mensen beweegt. Het komt haar allemaal heel bekend voor. Opeens schiet het haar te binnen en moet zij denken aan de ouderlingen uit ’Een vlucht regenwulpen’ van Maarten ’t Hart. Ondertussen is gedaagde aan het verweer begonnen. Weer dwalen haar gedachten af. Gisteravond heeft zij nog eens goed nagedacht wat zij met deze zaak aan moet. Het leek haar gepast dat ook zij de Bijbel erop na zou slaan. De tijd begon echter te dringen dus heeft zij de Bijbel opengeslagen, op een volstrekt willekeurige plaats. Het was de geschiedenis over Jezus en de kleine kindertjes. Het deed haar denken aan de tijd dat ze zelf nog kind was. Hoe vaak had zij haar moeder niet horen zeggen ’eerlijk zullen we alles delen’. Nadat beide partijen hun zegje hebben gedaan neemt de rechter het woord. In niet mis te verstane bewoordingen spreekt zij hen vermanend toe en stuurt ze met een opdracht naar huis. Ze krijgen drie weken de tijd om tot een oplossing te komen. Als duwtje in de goede richting voegt zij er nog bits aan toe: ’En als jullie het niet weten, dan weet ik het wel!’. De meeste mensen houden van een film met een happy end. Later in de Hemel komen partijen elkaar weer tegen. Terugkijkend op deze affaire kunnen zij er, met z’n allen, hartelijk om lachen. J . VA N D E R P L A S , K AT W I J K A A N Z E E .

UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1956, woensdag 26 september LEIDEN - Te Johannesburg in Zuid Afrika is het waarnemingsstation gevestigd van de Leidse Sterrenwacht. Aangezien de omstandigheden daar voor het verrichten van goede waarnemingen snel slechter zijn geworden is besloten het station naar Hartebeestpoortdam te verhuizen. De Zuidafrikaanse regering stelt de grond beschikbaar en zorgt bovendien voor de bouw van een woonhuis en een gebouw voor de kijkers met de daarbij behorende ruimten. De kosten van de verplaatsing worden geraamd op 100.000 gulden. Van dit bedrag komt 60.000 gulden voor rekening van het Leidse Sterrenwachtfondsen het Leidse Kerkhovenfonds. In zijn begroting voor 1957 stelt minister Cals voor, dat het Rijk in de kosten van verplaatsing zal bijdragen door de gebruikelijke jaarlijkse subsidie van 15.000 gulden voor één jaar met 40.000 gulden te verhogen.

ANNO 1981, zaterdag 26 september LEIDEN - Burgemeester Goekoop overhandigde gistermiddag de laatste sleutel van een complex woningen aan het Looierplein e.o. (Herengracht/Zijlsingelgebied) aan het echtpaar De Jeu. Het complex wordt beheerd door de stichting Nieuw Groenhoven en er wonen ongeveer 140 bejaarden en 50 gezinnen. FOTO: ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 3 O KTO B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Alleen maar langzaam, langzaam en oud SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 7: het baanvak Nieuw-Vennep - Sloterweg-Zuid (Rijnlanderweg). Een verrassing kan de opheffing van de Haarlemmermeerlijnen in 1935 niet zijn geweest. Een verslaggever van het Avondblad schreef op 12 augustus 1932 een ietwat poëtisch, maar weinig vleiend stuk. ,,Door de frissche, groene weilanden, langs de akkers waarop in de brandende zon de oogsters het graan hoog optasten, over kanalen met ruischende populieren, rijdt luid kleppend een treintje. Een kleine locomotief, die traag rookwolkjes uitblaast, trekt de wagentjes, alsof het al 100 jaar zo rijdt. Om de stille stations heeft de klimop ranken gelegd. Alles is alleen maar langzaam, langzaam en oud’’. Waarna de verslaggever bijna verbijsterd vaststelt dat deze voorwereldlijke verschijning nog maar 20 jaar oud is. Oud of niet, vlak voor de opheffing is er nog hevig actie gevoerd voor het spoor. Vooral het bedrijfsleven roerde zich flink. In 1912, voordat de lijn in gebruik werd genomen, zagen de

Het oude station van Nieuw-Vennep. winkeliers de trein nog met angst en beven komen. Ze waren bang dat hun klanten het spoor zouden gebruiken om hun geld elders uit te geven. In 1935 vreesden ze vooral het omgekeerde: zonder spoor zou hun klandizie van elders, én die van het spoorpersoneel zelf, wegvallen. Op vrijdag 13 september 1935 hielden vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in De Beurs in Hoofddorp een drukbezochte actievergadering, waarbij ze een

FOTO ARCHIEF COR WIES

commissie benoemden die moest pleiten voor het in standhouden van de Haarlemmermeerlijnen. Op zichzelf getuigt het van lef om op zo’n dag te vergaderen, maar hoe dan ook: het werk van de commissie bleef vruchteloos. Alle acties en al het geweeklaag ten spijt verdwenen de Haarlemmermeerlijnen roemloos. De meeste baanvakken werden snel daarna, vaak al in de loop van 1936, opgeruimd. Het stuk waar dat het grondigst is

gebeurd, is dat tussen NieuwVennep en Sloterweg-Zuid (nu Rijnlanderweg). Van het oude spoor is daar bijna, met de nadruk op bijna, niets meer terug te vinden. Nu is de omgeving er ook niet naar om nog iets van het tracé in stand te houden. Het spoor liep hier destijds, achterlangs het buurtschap ’t Kabel, dwars door akkers. Het is de boeren niet kwalijk te nemen dat ze de grond snel bij hun land trokken. Zo’n strookje van 20 meter breed ploegt niet echt

lekker. Toen later Sportpark Oosterdreef in Nieuw-Vennep werd aangelegd, was er evenmin aanleiding om het spoor materieel te gedenken. Het zou een apart gezicht zijn geweest, een spoordijk die dwars door voetbalvelden loopt, maar het vergt van de sporters wel erg veel historisch besef om dit ten volle te kunnen waarderen. De Haarlemmermeerlijn komt in Nieuw-Vennep pas weer een beetje tevoorschijn bij

de Nachtschadestraat, het Spaanse Ruiterpad en de Madeliefstraat, waar de weg het oude spoor lijkt te volgen - al is het natuurlijk heel goed mogelijk dat de stedenbouwkundigen de oude kavelsloot hebben aangehouden, die ook ongeveer op die plek liep. Veel stelt de comeback trouwens niet voor, want het spoor wordt al na enkele tientallen meters lelijk onderbroken door een huizenblok en het gebouwtje van petanquevereniging De Spaanse Ruiter. Toch is niet alles van dit stuk spoor in de mist der tijden verdwenen. Bij de Hoofdvaart is iets bijzonders te zien: een van de weinige overgebleven bruggen van de Haarlemmermeerlijnen. Althans, de pijlers ervan. De ophaalbrug zelf is lang geleden vervangen door een eenvoudig voetgangersbruggetje, waardoor het een merkwaardig ogend samenraapsel is geworden. Het ranke brugdek rust op de zware, brede stenen pijlers, als een gazelle met olifantspoten. Na het bijbehorende brugwachtershuisje - het enige andere onderdeel van de lijn dat nog intact is - verdwijnt het spoor onder een appartementencomplex en allerlei andere nieuwbouw. Het eindpunt van dit baanvak, station Nieuw-Vennep, is ook allang aan de vergetelheid prijsgegeven. Het is rond 1970 gesloopt. WIM WEGMAN

Reacties: [email protected]

De geschiedenis van hutspot

Van volksvoedsel tot feestmaaltijd Hoe eet u uw hutspot? Er zijn in Leiden twee hutspotscholen. De ene maakt ’m als eenpansgerecht. Daarbij worden de groenten gekookt in het kookvocht van het vlees, meestal klapstuk. De tweede school bereidt de groenten en het vlees (vaak riblap) apart. Deze laatste methode heeft het inmiddels gewonnen van de ouderwetse, tijdrovende hutspot op basis van gekookt vlees. Ook bij de traditionele hutspotmaaltijd bij de Pieterskerk is dat het geval.

voedsel worden. Uien en peen kunnen wel, al at men toen gele wortelen en pastinaken in plaats van de nu gebruikte oranje winterpeen. De pastinaak of pinksternakel is een wit, zoetig en iets droger familielid van de winterwortel. Ze zijn vanaf de herfst hier en daar op de Leidse markt te vinden.

Ontwikkeling

Dat er aardappels in de koperen ketel zaten is uitgesloten. Deze Zuid-Amerikaanse knollen waren toen net bekend in Europa, en werden pas na 1800 volks-

Hutspotrecepten hebben sinds Joppensz. een hele ontwikkeling doorgemaakt. Tot 1700 verstaat men in Hollandse kookboeken onder ’Spaanse hutspot’ stoofschotels van vlees met kruiden. Recepten voor onze vertrouwde peen en uien hutspot duiken pas veel later op. In het kookboek ’Nieuwe Vaderlandsche Kookkunst’ uit 1797 staat een voor onze tijd herkenbaar recept voor ’huspot’: gele wortelen, veel gebakken uien, en naar keuze, gekookte aardappelen. Hutspot met gekookt vlees stamt dus uit de tijd van voor het fornuis. Het is een traditionele manier van vlees bereiden, die niet meer zo in de moderne smaak valt. En, eerlijk is eerlijk, vlees gekookt in water of bouillon geeft een minder volle smaak, dan gebraden of gestoofd vlees met jus. De recepten voor hutspot laten nog een belangrijke verandering zien. Met een afnemende populariteit van de aardappel, ontpiepert de hutspot. In 1874 zat bijvoorbeeld bij de uitdeling van hutspot aan Leidse armlastigen per portie 800 gram aardappel op 300 gram wortelen, tegenwoordig is de verhouding vaak één op één. Zo verandert ook in onze tijd geleidelijk de samenstelling van de traditionele feestmaaltijd. Daarom bij dit artikel twee recepten: een terug in de tijd en een, snel en makkelijk, voor het tempo van vandaag.

Als het eind september nog wat nazomert, komt Drie Oktober ons stralend tegemoet. Fluitend maakt de stad zich op voor het feest zonder weerga. Zaterdagochtend verpoosde ik aangenaam op het terras van Huis De Bijlen terwijl in de Morsstraat en op de Eerste Binnenvestgracht zaken in gereedheid werden gebracht voor Leidens Ontzet. De koelwagen van een visboer, uit Moerdijk nota bene, hield halt op het plein en kratten met ingevroren waar werden naar De Bijlen gesjouwd. Bij de Morspoort kwam een gevaarte de hoek om dat helemaal uit de hoofdstad was komen rollen. Partyservice Amsterdam las ik. De oplegger met een biertent op wieltjes aan boord was kennelijk voor café Rembrandt bedoeld. De uitbater van wat de stamkroeg van de schilder was die bij ons thuis de buitenboel heeft gedaan,

kwam breed gebarend aanzetten en wenkte de oplegger. Maar de chauffeur van het gevaarte moest op zijn beurt wachten. De visboer uit Moerdijk was nog niet klaar met sjouwen. Feestelijke bedrijvigheid al met al op deze stralende zaterdagmorgen. Voorpret om Drie Oktober was vroeger vooral spioneren op Het Land. Als de kermis zich daar, op het braak liggende Schuttersveld, begon op te richten, monsterde je de attracties en calculeerde je de mogelijkheden aan de hand van de voor Leidens Ontzet gespaarde centen. Als je nou drie keer ging knallen in de botsautootjes, bleef er dan voldoende over voor wat zweefpret, een suikerspin en die kaneelstok, te nuttigen op de fiets naar huis? De Drie Oktober van mijn

Wat Cornelis Joppensz proefde in de vroege ochtend van de derde oktober 1574 is giswerk. In de eerste plaats was hutspot eeuwenlang de naam van een bereidingswijze en niet zozeer een vast gerecht. Vierhonderd jaar geleden werd vrijwel al het warme eten bij de gewone arbeiders in een ketel boven een open vuur bereid. Men at alle dagen doorstoofde eenpansmaaltijden, natte ketelkost, kortom: hutspot. Een Engelsman die in 1592 op doorreis was in de Lage Landen schreef in zijn aantekeningen dat men hier de gewoonte had ’om kleine stukken vlees met wortelen in aarden potten te koken en dit gerecht, gedurende de gehele week voor iedere maaltijd opnieuw op te warmen, met toevoeging van enige verse voorraad.’ Dit voedsel werd ’hutspot’ genoemd. Ook in Spanje had men een dergelijk gerecht: olipodrigo. Wellicht hadden de Spaanse soldaten op de Schans van Lammen er met Hollandse ingrediënten een variant op gemaakt.

Pastinaken

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

Hutspot rustiek (4-5 personen) Ingrediënten: 500 gram wortelen, 500 gram pastinaken, kilo aardappels, 300 gram uien, kilo klapstuk, liter runderbouillon (uit pot of van een blokje), laurierblaadje, peper en zout. Bereiding: Braad de klapstuk aan in een flinke klont roomboter, en voeg de bouillon toe. Laat met de laurier twee tot drie uur stoven. Voeg de gesneden ingrediënten toe en laat ze drie kwartier meekoken. Giet het vocht af in een kom, en snij het vlees in blokjes. Stamp de groenten niet tot moes, en meng het vlees erdoor. Voeg naar believen extra kooknat toe, en maak af met peper en zout.

Uittenbogaard wist van publicatie Witte Weekblad In het Leidsch Dagblad van 29 september wordt melding gemaakt dat het huis Marthijn Uittenbogaard voorzitter van ’pedopartij’ PNVD, onder politiebewaking staat. Als oorzaak wordt een artikel in het Witte Weekblad, dat zijn adres prominent op de voorpagina zette, gegeven. Op zaterdag mag Uittenbogaard nog eens uitgebreid zijn zegje doen, waarbij het woord ’riooljournalistiek’ niet wordt geschuwd. Dat gaat me één brug te ver. Immers: voor het gemak is Uittenbogaard in de waanzin van het moment kennelijk vergeten te vertellen dat de beginselen van de journalistiek op hem zijn toegepast. Hij werd gekend in de teneur van het artikel en wíst dat er een foto van zijn huis bij zou komen. Sterker nog: even was er sprake dat hij daar zelf op zou gaan. Na een korte overweging besloot hij daar toch maar van af te zien. Bovendien werden passages uit het artikel door hem ingezien en goedgekeurd. Dat Uittenbogaard zich in het Leidsch Dagblad laat citeren dat het allemaal zo vreselijk is dat ’iedereen zonder nee/nee-sticker’ nu weet waar hij woont, is dus voor mij een raadsel. Het bevestigt alleen dat de website van de PNVD niet onder een bedwelmende populariteit gebukt gaat: zijn adres is daar immers al maanden op te zien. Zijn uitspraak dat zelfs ’shocklog’ geenstijl.nl niet zo ver gaat, bleek al een ongelukkige verwijzing. De populaire website plaatste op

vrijdagavond het Witte Weekblad-artikel met het indirecte advies rotte eieren en tomaten over de politiebusjes te gooien. Zover zouden wij nooit gaan. Wij maken verhalen over wat er leeft in een buurt en daar is dit juist een heel goed voorbeeld van. De uitspraken van Uittenbogaard ervaar ik dan ook als buitengewoon tendentieus. Ik vraag me ook af in hoeverre hij er daadwerkelijk mee zit, omdat hij op zijn website in positieve zin naar enkele alinea’s verwijst. Vanzelfsprekend hoop ik niet dat Uittenbogaard slachtoffer wordt van geweld, simpelweg omdat het iedereen vrij staat in perversiteiten te denken en het aan de rechter is de strafmaat van daadwerkelijk strafbare handelingen – voor zover bekend niet van toepassing op de voorzitter – te bepalen. Vind ik. Het standpunt dat mensen vrij moeten zijn om te discrimineren, is dat opzicht een veel gevaarlijkere. En dat is nota bene een strofe uit de speerpuntenlijst van de PNVD. Niet zeuren en niet uithuilen bij het Leidsch Dagblad dus, Marthijn. Gedraag je als een man en interpreteer het artikel zoals het is bedoeld: het creëren van een beginpunt voor iets meer begrip in de wijk. Voor jouw standpunten ten opzichte van die van je buurtgenoten. Maar zeker ook vice versa. PAT R I C K R A V E N S B E R G E N , F R E E L A N C E J O U R N A L I S T, LEIDEN.

niet te vergelijken zijn. Als hij gaat ontdekken wie Jezus is en wat Hij allemaal voor de mensheid heeft gedaan en nog steeds doet; dan krijg je een andere taal en dan weet je dat het evangelie een kracht Gods is tot behoud van een ieder die gelooft. En in de wereld van geloof gebeuren er wonderen en tekenen. Dan ben je alleen maar dankbaar dat wij zo’n fantastische God hebben, die door wonderen en tekenen de mensheid wil bereiken. Visser in stad, ga goed vissen en werp je hengel uit naar Gods wereld. Het zal jouw wereld gaan veranderen en dan weet je ook dat wonderen vandaag de dag de wereld nog niet uit zijn. Ik wens je een goede vangst. JAN LIGTEN BERG, LEIDEN.

UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1956, dinsdag 2 oktober

Aardappelen, peen en uien zijn tegenwoordig de voornaamste ingrediënten van hutspot. FOTO HIELCO KUIPERS

in de

stad LDN202

Marthijn Uittenbogaard, voorzitter van ’pedopartij’ PNVD. FOTO REUTERS

Een visser in de stad. Hij vist of gist naar dingen en komt dan tot een conclusie. Soms begrijpt hij dingen niet en kan er met zijn verstand niet bij. Dan kan het niet anders of je geeft dan in je onbegrip een mening zonder kennis van zaken. Zo ook met zijn reactie op een artikel over de Levensstroomgemeente. Vissers taal, zoals ’rode gevaarte’, ’circus’, ’tita-tovernaardominee’, ’graf’, ’Taliban-streken’, ’griezelig’, ’poenerig’ vraagt om een reactie. Jammer dat hij door onbegrip alles in het negatieve c.q. het toverachtige probeert te plaatsen. Zoals men de boom aan zijn vruchten kent; zo kent men de columnist aan zijn woordgebruik. Helaas strekt dit woordgebruik niet tot zijn eer. Verder doet hij de waarheid geweld aan, door andere zaken erbij te halen die

Visser

jeugd is teruggekeerd nu mijn kinderen in de greep van dezelfde opwinding zijn. Veertig jaar

SCHRIJVENDE LEZERS

’Visser in de stad’, werp je hengel uit naar Gods wereld

Hutspot modern (4-5 personen) Ingrediënten: 1 kilo hutspotpakket, kilo geschilde aardappels, 750 gram shoarmareepjes, 150 gram ontbijtspekblokjes, tomatenketchup, half blok kippenbouillon. Bereiding: Kook de gesneden wortelen met de aardappels minstens twintig minuten. Houd de uien apart en bak ze ondertussen met de spekblokjes zacht, maar niet bruin. Voeg drie eetlepels tomatenketchup toe, en laat een minuutje meebakken. Blus af met een half glas water en voeg het bouillonblok toe. Laat het geheel enkele minuten doorkoken tot een dikke uienspeksaus. Giet de groenten af, stamp ze en meng met de saus erdoor. Maak af met gemalen peper en eventueel zout. Bak vervolgens op hoog vuur de shoarmareepjes, die op het bord over de hutspot worden gestrooid.

Regio

verder, maar in wezen is alles bij het oude gebleven. Hutspot, taptoe, optocht, kermis. De tra-

ditie is zo diep in de Leidse grond geworteld dat de viering van het ontzet tot in de eeuwigheid zal voortduren. Het weer is gekanteld. Herfstwinden verjagen de hardnekkige zomer. Het wordt een donkere drie oktober waarop ik in alle vroegte de stad zal verlaten voor een begrafenis in de vriendenkring. De kinderen hebben we uitbesteed, ogenschijnlijk heeft onze somberte hun voorpret niet al te zeer gedrukt. De oudsten begrijpen het, zeggen ze, dat hun vader en moeder vandaag niet mee gaan feesten. Ze is verbijsterend jong gestorven, het prachtmens van wie we zo meteen afscheid nemen. Twee jaar terug kwam ze uit Nijmegen naar Leiden om nog eens ouderwets Drie Oktober te vieren. De volgende ochtend zwaaiden we haar uit, ze

was brak maar in opperbeste stemming. Vanwege het geslaagde doorzakken waar het in haar middelbare schoolstad op uit was gedraaid. Hoe zal het zijn straks, bij de uitvaart? Komt er een moment waarop mijn gedachten afdwalen naar Leiden? En hoe zal het zijn als ik uiteindelijk weer in de stad terugkeer. Komt dan de aandrang om nog even heel erg mee te gaan doen? Of juist helemaal niet? Bang om in een volkomen verkeerde film terecht te komen. Ik zie wel. Eerst de kinderen maar weer eens bijeen zien te krijgen. Misschien zijn hun opwindende Drie Oktoberverhalen wel genoeg Leidens Ontzet, voor een keer. JA AP VISSER

www.visserindestad.nl

Wanneer hedenavond de Taptoe door de Leidse straten trekt, zal daarin een vaandel worden meegevoerd, dat men nog nooit eerder in deze stoet heeft aangetroffen. Het is het vaandel van het Veteranen Legioen Nederland, een organisatie van oud-strijders, voornamelijk in Indië en Korea, dat speciaal voor deze gelegenheid van Amsterdam naar hier wordt overgebracht en dat zal worden gedragen door een vaandelwacht, bestaande uit dragers van de Militaire Willemsorde. In verband met de hoge kwalificatie van deze onderscheiding, waaraan eerbewijzen dienen te worden gebracht, is aan deze groep, welke ook een drumband omvat, een plaats ingeruimd nabij de kop van de stoet.

ANNO 1981, zaterdag 3 oktober LEIDEN - Terwijl de zon aarzelende pogingen deed om door te breken, begon vanochtend in Leiden het traditionele 3-octoberfeest. In het Van der Werfpark werd vanochtend onder leiding van dirigent Herman de Wolff en begeleiding van muziekvereniging Concordia koraalmuziek gezongen. Leiden staat op zijn kop. De feestelijkheden zullen tot diep in de nacht duren. FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 1 0 O KTO B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Voor altijd verliefd op spoorhuis 21 SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 8: het spoorhuis aan de Rijnlanderweg in Nieuw-Vennep. Op een heldere winteravond, in januari 1982, liep Jos de Guijtenaere met zijn gezin de oprijlaan van de oude wachterwoning aan de Rijnlanderweg op. ,,Je moet je voorstellen’’, beschrijft hij 24 jaar later, ,,het was volle maan en die scheen prachtig op de dennenbomen langs het laantje. Er lag overal een dun laagje rijp. Het was zo idyllisch. We waren op slag verliefd op dit huis. We hebben nog even naar binnen gekeken – het stond toen al leeg – en besloten ter plekke: ja, dit is het.’’ De verliefdheid op spoorhuis 21 is daarna niet meer overgegaan, hoewel het uiterlijk van de woning in de afgelopen decennia tamelijk ingrijpend is veranderd. ,,Er stond aan de noordkant een armetierig houten bijgebouwtje, een soort schuurtje met een piepkleine douche erin. Dat hebben we afgebroken en vervangen door een groot stenen bijgebouw.’’

Het voormalige spoorhuis aan de Rijnlanderweg. Ook in het oorspronkelijke huis is het interieur stevig onder handen genomen. ,,Het was allemaal wat hokkerig. Een piepklein keukentje, een heel smal halletje en boven vrij kleine kamertjes. Door de uitbouw naast het huis hebben we de bovenverdieping ook kunnen vergroten. Het is allemaal aanzienlijk ruimer nu.’’

FOTO UNITED PHOTOS/ROB HENDRIKS

Het comfort in het huis is volgens De Guijtenaere sinds 1982 ook met sprongen vooruit gegaan. ,,In 1982 was er nog geen aardgas. We verwarmden alles met stookolie. Dat is sowieso al duurder, maar doordat het huis zo lek was als een mandje, werd het helemaal een kostbare geschiedenis. Er is geen spouwmuur, alles was en-

kel glas en het dak was niet geïsoleerd. Als er in de winter de wind er flink opstond, was het huis gewoon niet warm te krijgen. Ik geloof dat er per jaar 4000 gulden aan olie doorheen ging. Een enorm bedrag toen. Nu nog trouwens.’’ Er kwam dubbel glas, dakisolatie én aardgas. Zelfs de aanvoer van elektriciteit werd ge-

moderniseerd. ,,Toen we er net kwamen wonen, hingen de elektriciteitsleidingen nog aan palen langs de weg. Die gaan nu gelukkig gewoon door de grond. Maar een van die palen heb ik nog bewaard. Hij doet nu dienst als wasrek.’’ Nabij die paal is trouwens een van de weinige tastbare herinneringen aan de Haarlemmermeerlijnen te vinden: het grind op een betonnen vijver en een stenen barbecue. ,,De boer hierachter haalt op het tracé van die lijn nog geregeld zware grind naar boven dat vroeger op de spoordijk lag. Dat gooide hij vervolgens allemaal op een hoopje. Samen met de kinderen hebben we dat een keer verwerkt in die vijver en barbecue. Dat ziet er wel geinig uit.’’ De Guijtenaere vindt het trouwens opmerkelijk hoe de lijn bij tijd en wijle nog steeds opduikt in het veld. ,,Het is nu te nat, maar als het droger is, zie je het spoor nog steeds door het land lopen. Het is wat vlekkeriger dan de rest van de grond. Grappig, wat mensen maken verdwijnt nooit helemaal.’’ De akkers om het huis zorgen voor een prachtig, weids uitzicht. ,,We horen vaak: jullie wonen op het mooiste plekje van Haarlemmermeer. En daar zijn we het wel mee eens, hahaha. Het ís hier ook geweldig. Onze kinderen hebben zich, toen ze jong waren, helemaal kunnen uitleven. Hutten bou-

SCHRIJVENDE LEZERS

wen, kabelbanen maken, het kon hier allemaal. Een nadeel is wel dat je altijd twee auto’s moest hebben, anders komen je vrouw of jij nergens. En we moesten de kinderen overal en altijd brengen, bij alles wat ze deden. Na schooltijd was mijn vrouw een soort persoonlijke vervoersdienst voor hen. Maar goed, het was het allemaal waard. Ik heb nooit iemand horen klagen.’’ Ook bij anderen leven de goede herinneringen aan spoorhuis 21 voort. ,,Er zijn geregeld mensen langs geweest die het huis wilden bekijken’’, zegt De Guijtenaere. ,,Die bleken er vroeger te hebben gewoond of er vaak te hebben gespeeld. Een van de kleinkinderen van een oude bewoonster, een vrouw die ooit naar Canada is geëmigreerd en nu ver in de negentig is, kwamen hier foto’s maken om naar haar toe te mailen. Ze vonden het fantastisch dat ze nog een keer konden rondkijken. En ook leden van het gezin dat hier ooit woonde – een stel met dertien kinderen – komen af en toe nog langs. Of ze het niet enorm vinden veranderd? Ja en nee. We hebben het nodige verbouwd, maar veel dingen zijn nog steeds hetzelfde. Het karakter van spoorhuis 21 is gebleven.’’ WIM WEGMAN

Reacties: [email protected]

’Ik wist niet eens meer waar ik woonde’ Deze week had ik bijna ruzie met mijn schoonzus Petra. Ze wilde een slok uit mijn glas nemen om te proeven. Hysterisch gilde ik ’NEE! AFBLIJVEN’ en trok het glas uit haar handen. Bang dat ik ook maar één slok tekort kom. Het bovenstaande is een citaat uit ’Help, ik (ver)zuip’ van Meggie de Jong. ,,Als je dit boek gelezen hebt, raak je nooit meer een druppel alcohol aan.’’ De schrijfster lacht terwijl ze het zegt en neemt nog een slok van haar kop koffie. Haar boek ligt voor haar op de keukentafel van haar riante woning in Ter Aar. Het is het verslag van haar alcoholisme en de strijd die ze heeft gevoerd om niet meer te drinken. Toen het afgelopen zaterdag, op haar 42ste verjaardag, in de winkels lag, was De Jong precies twee jaar nuchter. ,,Ik begon te drinken toen ik dertig was. Daarvoor dronk ik alleen bij gelegenheden, zoals verjaardagen en kerst, maar ook toen dronk ik al geen twee glaasjes. Ik vond dan wel dat de fles ook meteen leeg moest, dat heeft er altijd wel ingezeten. Ik heb me ook al vrij vaak afgevraagd of ik alcoholist was, maar ik wist gewoon de definitie niet. En die draait vooral om het maat kunnen houden, dat kunnen alcoholisten niet. Niet drinken is makkelijker dan twee glaasjes drinken en dan stoppen.’’ Je hebt er tien jaar over gedaan om actie te ondernemen tegen je alcoholverslaving. Wat was de druppel voor jou? ,,Alcoholisme wordt steeds erger. Je hebt steeds meer drank nodig en dus krijgt je lichaam steeds minder tijd om te herstellen. Op een gegeven moment merkte ik dat ik steeds vaker blackouts kreeg. Dan wist ik echt niet meer wat ik gedaan had en dat is doodeng. Op een gegeven moment wist ik niet eens meer waar ik woonde. Het probleem is alleen dat je je vooral zorgen maakt op dat soort momenten, maar dan ben je bezopen. Dan ga je dus niet naar informatie over alcoholisme zoeken. Je kan dan nauwelijks www intikken.’’ Uiteindelijk kom je toch bij een instelling gespecialiseerd in verslavingszorg terecht, maar wel een particuliere instelling. Waarom dat?

Alle begrip natuurlijk, bij mijn vrienden, dat ik vanwege een begrafenis in de vriendenkring niet mee ging drieoktoberen. ’Je plaats zal leeg blijven’, sprak Thomas plechtig en ik vond het heel mooi klinken. Ik ben er niet helemáál zeker van, maar volgens mij wilde hij er mee zeggen dat niemand mijn plaats zou komen innemen. Thomas woont in Iran en daar hebben ze van dit soort fraaie, ietwat eigenaardige gezegden. Als ’t hem ook maar even lukt, is hij van de partij op 3 oktober, vriend Thomas. Zijn vrouw Newsha trouwens ook. Die danst met Leidens Ontzet frank en vrij de horlepiep als het zo uit komt. Haar Nederlands is nog niet om over naar huis te schrijven, maar als het om de meedeiners gaat, is ze tekstvaster dan ik. Newsha is fotografe en zat deze 3 oktober vast in Los Angeles. Thomas zou

Regio

De jaarlijkse herdenking op de erebegraafplaats in roermond. ARCHIEFOTO ANP/CYNTHIA BOLL

Nieuw geschiedenisboek is een gemiste kans In het journaal van 23 september werd aandacht besteed aan het feit dat er nieuwe geschiedenisboeken gebruikt gaan worden. Wat mij het meest stoort aan deze boeken, is dat belangrijke informatie voor onze jeugd wordt weggelaten. Als voorbeeld werd door een geschiedenisdocente gesteld, dat over ons koloniale verleden in het Nederlands-Indië wel Atjeh wordt genoemd, maar over de periode 1945-1960, NederlandsIndië en Nieuw-Guinea, bijna niets. En waarom niet? Volgens de docente omdat dit nog te gevoelig ligt. Politiek? Voor mij dus echt onvoorstelbaar. Er zijn daar zeker in de periode ’45-’50 meer dan honderdduizend soldaten geweest, waarvan er meer dan zesduizend omgekomen zijn. In Roermond is er nu een erebegraafplaats (heel erg mooi), waar jaarlijks in september een herdenking plaatsvindt, die door meer dan tienduizend oud-militairen wordt bezocht. Zelf ben ik van 1947 tot 1950 in Indonesië geweest en dan vooral op Sumatra en het Tobameer, vlakbij een gebied waar een grote vulkanische ramp plaatsvond. Met schepen, zoals de Zuiderkruis/Indrapoera werden wij naar Nederlands-Indië gebracht. De vaartijd bedroeg ongeveer een maand. We gingen daarheen omdat het in die tijd (vlak na de Tweede wereld-

oorlog) normaal was, enkele studenten uitgezonderd. Dat gebied hoorde gewoon bij Nederland. Natuurlijk lag dit politiek wel gevoelig, maar niet in de mate die er nu aan wordt toegekend. Nu komt mijn kritiek op de nieuwe geschiedenisboeken. Nooit heb ik op school gelezen dat Soekarno in Leiden heeft gestudeerd en dat hij, vanwege zijn strijd voor meer vrijheid voor zijn volk, jaren heeft vastgezeten in Nederlands-Indië . Eenmaal weer thuis in Nederland, eind april 1950, voelde ik mij voor gek gehouden en las daarom alles over de politieke achtergrond van deze kwestie. En dat is helaas heel veel. Maar van mij zult u nooit één verkeerd woord over die tijd horen, dat is te gemakkelijk praten. Ik ben wel van mening dat je juist in een democratie ook zaken moet benoemen die minder mooi waren, hoewel die wel door de politieke meerderheid in een zijkamertje werden geregeld. Nooit zal ik dat besluit aanvechten, maar wel dat er geen openheid was over het verleden van Nederlands-Indië. Vandaar ook mijn grote belangstelling voor dit nieuwe geschiedenisboek. In mijn ogen een gemiste kans. P. J . VA N N I E U W P O O R T, HILLEGOM.

De dagen van de VOC lijken weer terug te zijn

Meggie de Jong: ,,Als je zomaar ineens stopt kun je daar ook aan doodgaan.’’ ,,Omdat het nauwelijks mogelijk is om binnen de reguliere verslavingszorg in Nederland geholpen te worden. Daar krijg je rustig te horen dat je op een wachtlijst van negen maanden komt. Maar dat moet helemaal niet! Als je eenmaal de stap zet om van de drank af te willen, dan moet je meteen geholpen kunnen worden. Negen maanden later is het misschien al te laat. Bij een particuliere organisatie als Cascade betaal je misschien wel veel meer, maar alcoholisme is een ziekte. Als jij kanker hebt en de dokter zegt tegen je: ’we kunnen u wel behandelen, maar die behandeling zit nog niet in het zieken-

de vierde naar haar toe vliegen en toen hij woensdag op Schiphol stond, belde hij. Om te zeggen dat hij, mede namens de anderen, nog een cadeautje bij me op de stoep had gezet. Vanwege mijn gemiste Drie Oktober. Bij de voordeur trof ik een gloednieuwe vuilniszak. Hij zat barstenvol, maar was nog maar net in gebruik. Dat kon je zien én ruiken. Raar trouwens dat die zakken zo’n sterke geur van nieuwigheid hebben. Ik haalde hem in huis en ontdeed ’m behoedzaam van zijn driedubbele knoop. Ik wist meteen hoe laat het was. Wat een meur. Ik heb het hele zaakje meteen buiten in de container gekieperd. Eén grote bende van besmeurde patatbakjes, shoarmarestanten, lege bierblikjes, broodkorsten bevlekt met allerhande kleuren saus, druiventrossen zonder

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

fonds’ dan ga je toch ook alles doen om dat te kunnen betalen? Ik kon het als zelfstandig ondernemer gelukkig betalen, maar anders had ik zeker geleend, gebedeld, alles om die behandeling te kunnen betalen.’’ Je hebt een week in een kliniek in Duitsland gezeten. Is dat niet vrij kort? ,,Ja, normaal blijf je een week of vier. Ik heb alleen de ontgifting gedaan, dat is heel belangrijk. Als je zomaar ineens stopt kun je daar ook aan doodgaan. Maar we hadden net drie jonge katjes waarvan de moeder was doodgereden en ik kon ze niet lang alleen laten. Dus ben ik in

MARNIX HEIJBOER

mijn maag was het op slag Drie Oktober, het gevoel van de achtbaan met te veel bier en haring

in je mik. Lachen jongens. Maar het duurde toch even voordat ik het kon. Aan de optocht heb ik niets gemist, maakte ik uit de ingezonden brieven in de krant op. Armoedig zooitje moet het geweest zijn. Ik was er al bang voor. Dagelijks kom ik over de Burggravenlaan en daar zet de stoet zich op 3 oktober in beweging. Om er niet meteen een bende van te maken, staan op het het asfalt de opstelplekken voor de praalwagens gekalkt: wagen 1, 2, enzovoorts. Maar bij wagen 13 hield het op. Slecht voorteken vond ik. En van die dertien attracties bood een aantal slechts plat vermaak, las ik. Swingende paardenstaarten in de laadbak van een onversierde vrachtwagen. Volksverlakkerij. Net als dat tramreferendum dat ons in het vooruitzicht is gesteld. Als we de provinciale

in de

stad

druiven en een paar vissenkoppen op de koop toe. Ik had meteen gegeten en gedronken. In

LDN202

FOTO HENK BOUWMAN

Nederland met veel begeleiding verdergegaan met afkicken.’’ Waarom was de behandeling eigenlijk in Duitsland en niet gewoon in Nederland? ,,Cascade werkt alleen maar met buitenlandse klinieken. Er is in Nederland te weinig expertise. Ik ken iemand die in Nederland is behandeld en dan zeiden ze na een maand of twee: ’Het gaat nu zo goed, je mag best wel weer proberen een of twee glaasjes alcohol te drinken’. Dat werkt niet! Het gaat er juist om dat je geen maat kunt houden, het is alles of niets. Tegen een diabeet zeg je toch ook niet dat ie het best weer een maandje zonder insuline mag

Visser

Soms vraag ik me af of vreemdelingen nog wel als mensen worden gezien. Katten lijken het hier beter te hebben getroffen dan vreemdelingen (zie het bericht ’Bond behartigt belangen katten’ in het Leidsch Dagblad van 4 oktober op Rita Verdonk. dezelfde pagina als dat over Verdonk ’Toch quotum voor oppakken illegalen’). Er wordt zelfs een bonus gezet op een bepaald aantal illegalen als de politie erin slaagt ze binnen een jaar uitgezet te krijgen. Voor het behandelen van psychisch zieke illegalen is geen geld. Dat geld is nodig om rij-

proberen? Daar kan ik heel kwaad om worden!’’ Nu sta je twee jaar droog en ligt je boek in de winkel. Hoe ziet je toekomst eruit? ,,Ik wil voorlichting gaan geven. Op scholen, aan artsen, bij de politie. Alcoholisme is een onderschat probleem, waar veel te weinig mensen mee om kunnen gaan. Alcohol is een harddrug, maar ja, het is sociaal geaccepteerd. En ik wil alcoholisten gaan helpen met afkicken, ik ben nu een opleiding aan het volgen bij Cascade.’’

ken te spekken. Ja, inderdaad, de dagen van de VOC lijken terug te zijn, de tijd dat omwille van handelsbelangen, lees omwille van de eigen portemonnee, mensen werden vermoord of FOTO ANP tot slaven gemaakt. Het is de hoogste tijd dat paal en perk wordt gesteld aan het inhumane beleid van de huidige regering en dat ’links’ zich verenigt om ’rechts’ eens een flinke les te lezen. G . VA N S C H I E , LEIDEN.

UIT DE ARCHIEVEN ANNNO 1956, woensdag 10 oktober

Waar te koop Meggie de Jong’s boek Help, ik (ver)zuip is sinds zaterdag voor €12,50 in boekwinkels verkrijgbaar. Uitgeverij: Top in de Regio, ISBN 90-811114-1-8. Voor meer informatie over Alcoholisme en hoe er tegen te vechten, zie ook de website www.helpikverzuip.eu

PvdA-politicus Huls mogen geloven, doen wij in de besluitvorming voor spek en bonen mee. De Rijn Gouwe Lijn komt er, en ook nog dwars door de krappe Breestraat. De politiek en ambtenarij hebben dat al lang bedisseld, aldus Huls. Wat hem betreft kunnen wij bij een referendum in de lente van 2007 hooguit bepalen in welke kleur dat monster straks de binnenstad onveilig komt maken. Dat zullen we dan nog wel eens zien. Behalve vriend Huls bij de Statenverkiezingen in maart de rekening voor zijn neerbuigendheid presenteren, zullen wij ook die tram een krachtig halt toeroepen. Want in één ding zijn wij hier in Leiden namelijk erg bedreven. In het ontzetten van de stad. JA AP VISSER, W W W.V I S S E R I N D E S TA D . N L

L E I D E N - De Wosuna (Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Suriname en de Ned. Antillen), onder welks auspiciën zich regelmatig wetenschappelijke werkers naar overzeese rijksdelen begeven, heeft voor de nabije toekomst o.a. zijn bijstand verleend bij de uitzending van dr. L.B. Holthuis, conservator aan het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie alhier. Dr. Holthuis vertrekt op 25 oktober met de K.N.S.M. van Amsterdam naar Curaçao, om aldaar en op de andere eilanden der Ned. Antillen gedurende ongeveer 5 maanden een studie te maken van garnalen, kreeften en krabben (decapoda, stomatopoda) en er een verzameling van te maken. Deze uitzending geschiedt onder de wetenschappelijke auspiciën van het Caribische Marien- Biologische instituut (Carmabi) te Willemstad.

ANNO 1981, zaterdag 10 oktober LEIDEN -Staatssecretaris Deetman gaf gisteren het startsein voor het Kort Middelbaar Beroepsonderwijs (KMBO), een onderwijsexperiment voor jongeren van 16 tot 19 jaar, waaraan 22 scholen in Nederland deelnemen. Leerlingen van de Christelijk Technische School aan de Vijf Meilaan zijn kort tevoren nog bezig met bloemschikken. FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 1 7 O KTO B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Nog altijd loopt het spoor door de klei SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 9: het baanvak Sloterweg-Zuid (Rijnlanderweg)-Leimuiden. Soms zie je dingen alleen als je weet waarnáár je moet kijken. Het deel van de Haarlemmermeerlijn tussen Leimuiden/Leimuiderbrug en Nieuw-Vennep lijkt ter hoogte van Burgerveen te zijn verdwenen in de polderklei zonder - sorry voor de woordspeling - een spoor achter te laten. De rails bogen hier af van hun route langs de ringdijk (het tracé wat nu de Weteringweg is) om vervolgens dwars door de akkers naar Nieuw-Vennep te gaan. Maar zelfs met een

Het voormalige station Leimuiden. FOTO UIT ’HAARLEMMERMEERSPOORLIJNEN IN OUDE ANSICHTEN’

oude landkaart in de hand, waar de Haarlemmermeerlijn met een nette, rode inktlijn is ingetekend, is nauwelijks meer te achterhalen waar het spoor precies afboog. Het liep ergens langs een kavelsloot, maar de afgelopen 70 jaar zijn er een

paar sloten verdwenen, waardoor de oriëntatie ernstig wordt bemoeilijkt. De eigenaar van de landerijen, Simon Munsterman van boerderij St. Jozef’s hoeve, brengt snel duidelijkheid. ,,Die oude spoorlijn? Ja, die ken ik

wel. Die liep hierachter’’, zegt hij met een weids armgebaar. Munsterman is graag bereid om een klein rondleidinkje te geven over het tracé. Hij beent door zijn schuur, langs de gestalde landbouwmachines, naar de kale akkers achter zijn boerderij. ,,Kijk hier, langs deze sloot liep hij’’, zegt hij. ,,Rechtdoor naar Nieuw-Vennep. Als je goed kijkt, zie je ook waar. De grond is daar net even wat lichter.’’ En inderdaad, pas nu valt die iets lichtere strook grond op die zich op de vlekkerige akker langzaam naar de kavelsloot buigt. ,,Hij ligt ook iets hoger’’, zegt Munsterman. ,,Een heel klein verschil, maar het is wel te zien.’’ Gek genoeg valt ook die verhoging pas nu op. ,,Als er koren op het land staat is het spoor nog beter te zien’’, weet Munsterman. ,,De grond is net even wat armer dan de rest. Ik weet niet waardoor het komt, maar ik moet altijd bijmesten. Desondanks groeit

het graan er ietsje langzamer. Je ziet die baan dan precies zo lopen.’’ Een leuke bezichtingsmethode, die nu even niet is te gebruiken. De akker ligt een jaartje braak. Munsterman vindt de historische bijzonderheid van een spoor op zijn land wel grappig, maar verder is hij niet erg gelukkig met de restanten van de lijn. ,,We halen nog altijd stenen boven die ooit tussen de rails hebben gelegen. Soms zulke brokken’’, zegt hij, terwijl hij zijn handen tien, vijftien centimeter uit elkaar houdt. ,,Ik weet niet hoe die lui de spoorlijn destijds hebben opgeruimd, maar volgens mij hebben ze hun werk niet goed gedaan. Ik krijg soms het idee dat ze het fijne grind onderin de greppel hebben gegooid, en de grote brokken er vervolgens bovenop. Terwijl dat natuurlijk precies andersom moet. Of het is zich op de een of andere manier aan het verplaatsen in de bodem, dat kan ook. Het is in elk geval geen pretje, die stenen.’’

De keien zijn niet de enige lastige overblijfselen van de Haarlemmermeerlijnen. ,,Nee, de grote spijkers die we af en toe bovenhalen zijn zijn zo mogelijk nog vervelender. Als we aardappels rooien, laten die de machines vastlopen.’’ Later vist hij uit een hoopje afval bij zijn schuur zo’n spijker op: een zwaarverroest, priemvormig stuk metaal van een centimeter of vijftien. ,,Wie weet hoeveel er van die dingen er nog in de grond zitten’’, zegt hij, terwijl hij gebaart in de richting van halteplaats Sloterweg-Zuid, dat in de verte net nog is te zien, aan de andere kant van de A4, achter een akker net zo groot als die van Munsterman. Hij wil de spijker weer op de afvalhoop gooien, maar bedenkt zich kennelijk. Hij bekijkt het door aangekoekte modder en roest misvormde stuk ijzer en geeft het dan weg. ,,Hier, een souvenir.’’ WIM WEGMAN

Reacties: [email protected]

Daklozen vegen Leidse straten schoon

’Wie ver heen is, gaat niet mee’ Groepjes daklozen die een paar uur per dag de Leidse straten van zwerfvuil ontdoen. Het is niet zomaar een baantje. Het is een manier om structuur aan te brengen in je bestaan. Vandaag heeft Rob geluk: hij mag de bak. Een heel gesleep, maar het levert dan ook een euro méér op dan de gebruikelijke € 7,50. Dat geld is natuurlijk handig – een mens moet leven, maar meedoen met de veegploeg heeft nog een voordeel. Van twaalf tot kwart over twee heb je wat te doen. En dat brengt ritme in je dag, vindt Rob. Met zijn rimpelloze huid en witte lach lijkt de Surinaams-hindoestaanse Leidenaar veel jonger dan zijn 55 jaar. Zou je hem onder andere omstandigheden tegenkomen, dan zou je niet denken dat hij de afgelopen nacht in het slaaphuis voor daklozen heeft doorgebracht. Maar dat heeft hij wel – en heel veel nachten ervoor. Rob is een van de vijfhonderd daklozen die Leiden telt. En dat is hij al zo’n jaar of tien, sinds hij vrijkwam na een jaar in de gevangenis. Drugshandel.

Speuren Zoals elke werkdag heeft een groepje daklozen zich rond 12.00 uur ’s middags verzameld op de Leidse Boommarkt. Sommigen in de zekerheid, anderen in de hoop dat ze vandaag mee kunnen met de veegploeg. Want elke dag dat je je op tijd meldt verdien je een punt. En wie de meeste punten heeft mag mee – tot de drie ploegen van zes personen vol zijn. Natuurlijk zit Rob erbij. Hij staat hoog op de puntenlijst. Pas als de groepen al lang zijn ingedeeld verschijnt Sergio. Te laat. Teleurgesteld druipt hij af. Morgen maar weer proberen. Oranje hessen worden uitgedeeld aan de achttien gelukkigen. Rob pakt een vuilnisbak op wielen en een grijper. Voor de anderen ligt er een grijper en een ring met handvat klaar. Om die ring past precies een vuilniszak. Ook de drie begeleiders – één voor elke ploeg – hullen zich in het oranje en pakken een grijper en ring. Alleen het ’Coach’ op hun rug verraadt het verschil. Rob is bij Olaf ingedeeld. Haagweg en omstreken is vandaag hun werkgebied. Geroutineerd verspreidt de ploeg zich over de stoep, aan weerszijden van de weg. Fietsers manoeuvreren om de plotseling overstekende mannen heen. Allemaal speuren ze driftig naar zwerfvuil. Ook Olaf. Met zijn grijper

We zijn dus weer aan het basketballen. Donderdagavond ben ik even wezen kijken en het werd een feest van herkenning. Net als 25 jaar terug kondigde zich het blitse spektakel met decibellen aan. Een dreunende beat knalde door de golfplaten wandjes van de Vijf Meihal. Op het geluid af. Her en der op de Boshuizerlaan neergekwakte fietsen en, net als vroeger ook, twee dienders voor de deur van het basketbaltempeltje. Volle bak. Dat een kwarteeuw lang niemand van die zakenlieden met een te dikke portemonnee op het idee is gekomen om wat fiscaal aftrekbaar sponsorgeld in het Leidse basketbal te stoppen. De sportieve armoe in deze stad is zo schrijnend dat alleen al de inschrijving van een eredivisieploegje een volle Vijf Meihal oplevert. Er was nog geen

Een van de veegploegen van Stichting De Binnenvest in actie. ,,We krijgen bijna alleen maar positieve reacties.’’ mikt hij een oude sok in de bak. ,,Schone sokken nodig, Robbie?’’ Helemaal vooraan stoeien John en Fardi om een leeg drinkpakje. Een blauwe Ford rijdt langs. De bestuurder opent zijn raampje: ,,Goed werk jongens!’’ Ze hebben eer in hun werk, vertelt Olaf. Ze krijgen waardering. Het is een eerste stap.

Bedelen Met alleen regelmatig en op tijd te komen ben je er niet, heeft coördinator Ronald de Vos eerder op de dag uitgelegd. Om mee te mogen met de veegploeg moet je ook toonbaar zijn en je normaal gedragen. Maar hoe reeel is dat? Uit onderzoek van het Trimbos-instituut blijkt dat drie op de vijf Leidse daklozen kampen met een drugs- of alcoholverslaving. ,,Een aantal heeft al het nodige gebruikt voor ze hier komen’’, beaamt Ronald. ,,Maar we eisen dat iedereen redelijk helder verschijnt. Wie te ver heen is, gaat niet mee. En wie tijdens het werk drank of drugs gebruikt, die wordt een dag geschorst.’’ De leden van de veegploeg hebben allemaal een contract getekend, waarin ze beloven de gedragsregels tijdens het werk na te leven. Niet

bal door de Leidse basket gevlogen of we zaten er al weer. Een beetje onwennig even, maar al snel weer vertrouwd. Wat hielp was dat we als het ware nog steeds in dezelfde huiskamer zaten. De gammele zooi van toen is de gammele zooi van nu. Sjofele boel, maar wel gezellig. Het duurde even eer ik in de smiezen had wie de onzen waren. En ik niet alleen. Maar dat kwam ook omdat we op de tribune aanvankelijk meer oog voor elkaar hadden dan voor de mannen op het plankier. Nou ja mannen. Het zal wel met de sprong in de tijd hebben te maken, maar ik dacht even dat er bij wijze van voorafje nog een jeugdwedstrijd aan de gang was. Tegen mannen als Vic Bartolome en zelfs de kleine Mitch Plaat keken we vroeger toch geweldig op.

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

actief bedelen, geen verbaal of fysiek geweld. En wie zich er niet aan houdt mag één of meer dagen niet mee. Dankzij de veegploeg schuift het echte drank- en drugsgebruik een paar uur op. Daardoor gaan mensen uiteindelijk minder gebruiken. Ronald heeft al veel leden van de veegploeg in positieve zin zien veranderen. Een aantal slaapt niet meer in het slaaphuis, zoals Rob, maar in het sociaal pension, waar je een eigen kamer hebt. En er zijn er die begonnen zijn met een afkickprogramma. Over een tijdje kunnen ze misschien doorstromen naar een begeleid-wonenproject. De veegploeg passeert een middelbare school. Peter moet naar de wc en verdwijnt het schoolgebouw in. De anderen wachten. Dan gaat de bel. Scholieren druppelen naar buiten en stappen op hun fiets. ,,Heb je misschien een sjekkie voor me?’’ probeert Cor. ,,Sorry, ik heb er maar eentje’’, zegt de jongen. Bij de tweede lukt het wel. ,,Ik kan twee dingen goed’’, zegt Cor, terwijl hij de begeerde Marlboro aansteekt. ,,De veegploeg én bietsen. Liefst op het station. Zo geef ik mensen ook nog het gevoel dat ze iets goeds

doen - gewoon met sigaretten en euro’s.’’ ,,Maar niet onder het vegen!’’, schalt Olaf. Ze lachen. Peter komt weer tevoorschijn en de ploeg gaat verder. De bak van Rob begint aardig vol te worden. Leiden is niet de eerste stad met een veegploeg. Dat was

in de

stad LDN202

SCHRIJVENDE LEZERS

PvdD-lijsttrekker Marianne Thieme.

FOTO ANP/VINCENT JANNINK

Hoog tijd dat dieren een stem krijgen in de Kamer Wat goed dat het Leidsch Dagblad aandacht heeft geschonken aan de PvdD (Partij voor de Dieren). Daar kan lijsttrekker en voorzitter Marianne Thieme heel gelukkig mee zijn. Dat er een grondwet moet komen voor de rechten van het dier, daar ben ik het voor honderd procent mee eens. Dat had allang moeten gebeuren. Misschien worden er dan eindelijk eens veel zwaardere straffen opgelegd tegen dierenbeulen en -mishandelaars. Nu het welhaast zeker is dat de PvdD meerdere zetels gaat halen – althans volgens de voorspellingen – kunnen ze nog meer bereiken voor het welzijn van de dieren. Want er gebeurt nogal wat met onze weerloze dieren. Er zijn 40.000 gevallen van ernstige dierenmishandeling per jaar. Dus het wordt de hoogste tijd dat de PvdD ook een stem krijgt in de Tweede Kamer.

We roepen schande als er weer duizenden jonge zeehondjes in Canada met een pikhaak in hun kop worden gedood en levend gevild. We schreeuwen moord en brand over de stierengevechten in Spanje en de honden in Korea, die opgehangen worden want dan is het vlees lekkerder. Terecht al die protesten. Maar wat gebeurt er in ons eigen land aan martelpraktijken? Wat te denken van de pijnlijke dierproeven, de dieren in de bio-industrie, het zonder verdoving castreren van biggetjes. En niet te vergeten het ritueel slachten, ook zonder verdoving. En dat een van uw lezers schrijft dat mensen die voor dieren opkomen fanatici en niet beschaafd zouden zijn... het zij dan maar zo. M . C .T H . VA N D E N B E R G , LEIDEN.

Caravanstalling verbieden is ondoordachte regelzucht Sinds jaren zijn er in de Haarlemmermeer mensen die de soms grote nutteloze ruimtes achter hun huis of boerderij ten nutte maken door er caravans te stallen. Waarschijnlijk heeft een overijverige muggenzifter een regeltje gevonden waarmee hij of zij zich ’belangrijk’ kan maken door genoemde stallingen te doen sluiten. Waar niemand ooit last had van deze stallingen, en caravanners een plek voor hun caravan vinden, wordt nu de zo gehate regelzucht van de overheden als pestmiddel gebruikt tegen de burgers. Men beseft niet dat daarmee meer dan honderd caravans hun stal-

ling verliezen. De overblijvende zogenaamde ’bonafide’ stalling en caravanbedrijven kunnen de weggeregelde caravans niet bergen, met als gevolg dat deze honderden caravans nergens meer zijn te stallen. Maar zover heeft de ambtenarij nog niet gedacht. Dus, jongens en meisjes op het gemeentehuis, eerst alles overdenken en dan pas handelen. De overheid streeft naar minder regelgeving maar daar doet Haarlemmermeer kennelijk niet aan mee. W. S C H O O N , N I E U W - V E N N E P.

Het zoet van Balkenende en Zalm vind ik vrij zuur

A N N E - M A R G O T VA N E I J C K

(De deelnemers aan de veegploeg heten in werkelijkheid anders.)

Mijn AOW gaat met 48 euro per jaar omhoog en de zorgpremie met maar liefst 122 euro. Ik reken me suf en kom maar niet aan de 1 procent meer te beste-

den. Zuurder kunnen ze het zoet niet maken. H. L ANGEVELD, H O O F D D O R P.

Vegen met vallen en opstaan De veegploeg van stichting De Binnenvest, die zich inzet voor maatschappelijke opvang, begon in juni 2003. Langdurig dak- en thuislozen gingen drie keer per week in fel oranje hesjes de vuile plekken in het centrum te lijf voor 5 euro per schoonmaakbeurt. Met behoud van uitkering, omdat het vrijwilligerswerk is. Al na een maand waren de bezems niet aan te slepen. Kandidaten stonden in de rij. Maar eind 2004 kwam de klad in de veegploegen, althans in de organisatie daarvan. ’Vaste’ vegers die zich meldden, moesten weer afdruipen omdat De Binnenvest vanwege personele problemen niet in staat was het veegproject adequaat te begeleiden, tot grote teleurstelling van een aantal vegers. Meer ploegen vertrokken niet dan wel omdat begeleiders ziek of overspannen waren of zouden worden bedreigd. Personeel aannemen van buiten gebeurde niet omdat sollicitaties intern werden gehouden. Dak- en thuislozen die zich regelmatig al

Visser

Maar in het begin van Leiden - Zwolle zaten we dus vooral naar elkaar te koekeloeren. Blikken van herkenning, ge-

ARCHIEFFOTO HIELCO KUIPERS

Rotterdam. Ze zijn er nog een dagje gaan kijken voor ze in Leiden begonnen, in 2003, maar toen was Ronald er nog geen coordinator. In Rotterdam is het een particulier initiatief, hier is het een project van Stichting De Binnenvest. Helemaal in het begin waren

vooral de winkeliers erg wantrouwend. Ze kenden een aantal van de daklozen al langer – maar van minder nobele activiteiten dan het schoonhouden van de straat. Nu ze de ploeg elke werkdag door de straten zien trekken, en ze met eigen ogen zien hoe netjes de straten worden, nu hebben ze dat beeld wel bijgesteld. Vandaag de dag krijgt Ronald bijna alleen maar positieve reacties. Daarom is hij nu contacten aan het leggen om ook andere klussen aan te pakken. Onderhoud van speeltuinen, groen bijhouden voor woningcorporaties. Met werkwillige daklozen kun je meer kanten op. Rob blijft voorlopig gewoon de veegploeg doen. Een echte baan zit er nu niet in. Hij zou wel meer vastigheid willen, maar op een of andere manier lukt het hem niet om meer grip op zijn leven te krijgen. Dat jaar in de gevangenis was fataal voor zijn gezin, weet hij nu. Zijn vrouw kon de zelfstandigheid niet aan en vluchtte in de armen van een ander. En met Rob ging het toen helemaal mis. De kinderen zijn nu 15, 17 en 20 en wonen bij hun moeder in Brabant. Ze zijn gek op hem en hij ziet ze nog, maar het is moeilijk. Zeker de oudste – een dochter – moet maar niet te vaak komen. Dat wordt altijd huilen. Voor allebei. Het is bijna kwart over een. ,,Pauze jongens’’, zegt Olaf. ,,Wie wil er sambal op z’n Turkse pizza?’’

Regio

zwaai. Zit jij er dan ook weer juh? Verbijsterend om te zien hoe sommigen van ons te grazen waren genomen door de

straatveger aanmeldden, baalden van de situatie. Niet alleen werd de animo steeds minder, het niet vegen betekende ook geen extraatje. En wat voor sommigen ook meespeelde: een imagoverbetering voor de doelgroep. ,,Je hoort alleen maar negatieve verhalen over alcoholisten en drugsgebruikers terwijl er genoeg daklozen zijn die het vegen als dagbesteding leuk vinden. Ik heb het zelf ook gedaan en heb in de stad nog nooit één negatieve reactie van de mensen gehad’’, aldus één van de vaste vegers, Dennis Loogman Diezelfde Loogman begon een handtekeningenactie om de ploegen nieuw leven in te blazen. Met succes, want De Binnenvest heeft zich de kritiek aangetrokken en extra personeel in dienst genomen waardoor elke veegploeg een coach krijgt. Momenteel gaan er vijf keer in de week drie ploegen per dag de straat op. De vergoeding is inmiddels 7,50 euro per veegbeurt. ERIC-JAN BEREN DSEN

tand des tijds. Net zo verbijsterend hoe anderen er in 25 jaar tijd alleen maar op vooruit waren gegaan. Afijn, toen we elkaar allemaal weer zo’n beetje hadden weten te plaatsen, verlegden we onze aandacht naar de speelvloer. Die ligt er trouwens schitterend bij. Niet alles is dus bij het oude gebleven. Qua vloer zijn we er na al die jaren gigantisch op vooruit gegaan. Geen wirwar van lijnen meer waaruit Bartolome en Plaat maar die van hun eigen sport moesten zien te pikken. Nee, onze jongens van nu worden niet afgeleid door de strepen van handballers, volleyballers en badmintonners. Zijn hebben hun eigen strijdperk met in het midden, heel kek, het logo van de sponsor. Zorg en Zekerheid. Daar hebben we toch een beetje een pro-

bleem. Het bekt niet als we willen scanderen. Zorreg en Zekerheid, probeerde een enkeling toen het spannend werd. Het kwam er aarzelend uit, en behoorlijk Leids, dat wel. Maar het werd niet overgenomen. Leide, Leide, ging beter, maar het bleef behelpen. Ik heb er na donderdagavond een beetje over doorgedacht, maar het ZZ van de sponsor biedt toch mogelijkheden. ZZ Top. Gimme all your lovin’, uit de Parker-tijd nota bene. Geen mooiere opkomst dan op het denderende intro van deze wereldhit. Doen we ZZ & De Maskers er bij voor de time-outs: ’Ik heb geen zin om op te staan. Met m’n blote voeten op het kouwe zeil, ik heb geen zin om op te staan.’ JA AP VISSER

www.visserindestad.nl

UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1956, woensdag 17 oktober VOORSCHOTEN - De heer J. Dominicus uit Alkmaar heeft gisteravond in het ’Eigen Huis’ een groot en aandachtig gehoor gehad op de eerste jongerenavond in het seizoen. De lezing over Vrijmetselarij heeft ongetwijfeld veel onbegrip en bakerpraatjes de wereld uitgeholpen en tevens voor zover mogelijk, een inzicht gegeven over het werk en doel van de Vrijmetselarij. Spreker wees op de opgang die de Vrijmetselarij op het ogenblik maakt in ons land en liet zien aan de hand van het ritueel dat de vrijmetselarij vooral voor hen, die geen godsdienst hebben, veel kan betekenen. Hij wees ook op de fellere wijze van optreden in de zuidelijke landen tegenover de meer gematigder loges in onze streken en vertelde over de invloed die de loge meerdere malen heeft gehad in de gang van zaken in de laatste twee eeuwen. Er zijn gruwelijke daden gesteld, vooral in de zuidelijke landen, toch treft men onder de Vrijmetselaars vele hoogstaande mensen. Wij kunnen dan ook, zei de heer Dominicus de dwaling verfoeien en toch als christenmensen de vrijmetselaar liefhebben. Een goede kennis van het geloof en een goede ontwikkeling zullen altijd de beste afweerwapens zijn. Tot slot van de avond werd een interessante serie lichtbeelden vertoond.

ANNO 1981, zaterdag 17 oktober OEGSTGEEST - Gisteren is het gerenoveerde raadhuis van Oegstgeest officieel geopend. Op de foto wordt door burgemeester Scheenstra (links) het drieluik geopend, aangeboden door architect Snieder, waarop drie voor het raadhuis belangrijke data staan vermeld met de namen van het gemeentebestuur op die momenten. FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 2 4 O KTO B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

De geliefdste brug van het spoor SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 10: het baanvak Leimuiden-Oude Wetering. Het was een simpele route destijds tussen Leimuiderbrug en Oude Wetering. Het spoor liep van station Leimuiden (dat dus niet in Leimuiden, maar in Haarlemmermeer lag) over een spoor pal onder de Ringdijk, stak bij het huidige Weteringbrug de Ringvaart over naar het pal daarachter gelegen station Oude Wetering. Het was een stukje van niks dat liep door een toen – en nu – vrij dunbevolkt gebied. Met de vaststelling dat beide stations snel na de opheffing van het spoor zijn gesloopt en dat het spoor zelf is bestraat en omgedoopt tot Weteringweg, zijn de belangrijkste wapenfeiten eigenlijk wel verteld. Op de brug na. Want dat is een heel bijzondere. Het is namelijk een van de meest gelief-

Een luchtfoto van de opengedraaide brug bij Oude Wetering. Links van het midden station Oude Wetering met privaatgebouw. Aan de andere kant van de Ringvaart de, inmiddels ook gesloopte, brugwachterswoning. FOTO ARCHIEF STICHTING OUD ALKEMADE de, meest gekoesterde, meest gewenste bruggen in het hele Haarlemmermeertracé. Als bouwwerk stelde de spoorbrug niet veel voor. Het was een stevige, maar vrij sober uitgevoerde draaibrug. Hij viel compleet in het niet bij de spoorbrug naar Aalsmeer of bij Alphen aan den Rijn, die veel hoger en langer waren. Qua technisch vernuft waren er in de Haarlemmermeerlijnen ook wel mooiere staaltjes te vinden, zoals de schuin uitgevoerde hef-

brug bij de Amsterdamse vaart in Haarlem. Meer nog dan die andere bruggen, werd de brug bij Oude Wetering door de bevolking onmiddellijk innig in de armen gesloten. Dank zij de brug werden de dorpen en buurtschappen aan weerszijden van de Ringvaart uit hun isolement verlost. De bevolking keer er zelfs zo naar uit dat ze de H.E.S.M. al in 1906 werd gevraagd dat, als er een brug kwam, daar ook meteen een rij-

baan en voetpad aangehangen konden worden. Het verzoek werd niet ingewilligd, want de H.E.S.M. zag al die voetgangers, fietsers en automobilisten natuurlijk veel liever de trein pakken. De innigste uitingen van liefde kwamen 30 jaar later, toen de spoorlijn was opgeheven. Het vrachtverkeer in en rond Alkemade nam door het wegvallen van de goederentreinen enorm toe. Op de wegen en de gewone verkeersbruggen werd het daardoor zo druk, dat de gemeente Alkemade de verkeersveiligheid in het gedrang zag komen. Ze verbood vrachtwagens boven een bepaald gewicht om nog langer van de wegen en bruggen gebruik te maken. Directeur A.O. Rijsdijk van Veevoederfabriek Muskator uit Oude Wetering – die wel wat vrachten te verstouwen had – nam daarop een opmerkelijke stap. Hij schreef de koningin een brief waarin hij verzocht of zijn vrachtwagens van de brug gebruik mochten maken. Hare majesteit zal wellicht een goed woordje voor hem hebben gedaan, want de NS – die de boedel van de Haarlemmermeerlijnen beheerden – hadden er absoluut geen bezwaar tegen. Aangemoedigd door dit succes stuurde hij een tweede verzoek, met de vraag of álle verkeer

over de brug kon. Ook dat vonden de NS best. Voorwaarde was wel dat de exploitatie van de brug werd overgenomen en dat het brugdek zo werd gemaakt dat er met wat simpele aanpassingen nog steeds een trein over kon rijden. De afbraak van het spoor leverde natuurlijk nogal wat overtollige bielzen en spoorstaven op, en die konden toch het handigst per trein via de nog resterende rails worden afgevoerd. Rijsdijk organiseerde een inzameling onder bedrijven en burgers en haalde in vrij korte tijd 1500 gulden op. Dat was een aanzienlijk bedrag in die tijd, en bijna genoeg om de brug twee jaar van te laten draaien. De kosten, inclusief de salariskosten van twee brugwachters, werden geschat op 2500 gulden. De gemeente Alkemade wilde het verschil wel bijpassen, maar keek ook meteen naar de buren aan de andere kant van de Ringvaart. Burgemeester en wethouders merkten op dat heel veel mensen uit Haarlemmermeer hadden bijgedragen aan de inzameling voor de exploitatiekosten. Mooi van ze, maar dat betekende uiteraard dat ze in de polder kennelijk ook grote behoefte hadden aan de brug. Kortom: de gemeente Haarlemmermeer moest ook meebeta-

SCHRIJVENDE LEZERS

len. Haarlemmermeer wilde dat wel, na enig wikken en wegen, maar stelde wel als eis dat ze inspraak hadden bij het benoemen van de brugwachters. Dat gebeurde dan ook. De ene brugwachter kwam uit Oude Wetering, en andere uit de polder. Later nam de provincie het beheer van de brug over, want inmiddels was er een provinciale weg op het tracé van het spoor gepland, en weer wat later namen de Duitsers de brug onder hun hoede. In april 1945, in een poging om de Geallieerden te dwarsbomen, bliezen ze de pijlers op. Het leek even het einde van de brug, want de overheid voelde er veel voor om het zo maar te laten. Weer kwam de bevolking en het bedrijfsleven in het geweer, niet met inzamelingen deze keer, maar met protestbrieven. Het pleit was snel beslecht. In 1949 ging de nieuwe verkeersbrug open. Veertig jaar later is hij nog een keer aangepast. Niet op verzoek van de bevolking, maar van scheepsbouwer Van Lent, die een grotere doorvaartbreedte wenste. Hij kreeg zijn zin, maar de kosten voor de operatie, 1 miljoen gulden, moest hij wel zelf betalen. WIM WEGMAN

Reacties: [email protected]

Problemen met vergunningen, uitkeringen of onwillende instanties? De Kafka Brigade helpt!

Ten strijde tegen de bureaucratie De Kafka Brigade krijgt alom lof toegezwaaid. De groep, genoemd naar schrijver Franz Kafka, trok op kleine schaal ten strijde tegen de bureaucratie maar is nu ook omarmd door Atzo Nicolaï, de minister die verantwoordelijk is voor bestuurlijke vernieuwing. Hij vroeg de groep, waarin medewerkers van de Leidse Universiteit een belangrijke rol spelen, of ze mee wilde werken aan het overheidsproject ’Last van de overheid’. Ironisch genoeg zijn het nu juist vaak de overheidsinstanties waar de Kafka Brigade zijn pijlen op gericht had. Hebben zij hun ziel aan de duivel verkocht? Jorrit de Jong (30) vindt van niet. De directeur van het Centre for Government Studies (CGS) van de Campus Den Haag op de Universiteit Leiden is niet

bang dat zijn groep nu voorzichtiger te werk zal gaan, omdat degene die in het beklaagdenbankje zit, nu ook indirect zijn salaris betaalt: ,,De over-

Voorbeelden uit de praktijk De Kafka Brigade geeft in verband met de privacybescherming van hun cliënten nooit namen en details maar toch willen wij u twee praktijkgevallen niet onthouden. Een man die zijn hele leven in een snackbar heeft gewerkt, heeft eindelijk genoeg gespaard om een eigen broodjeszaak te beginnen. Als hij bij de gemeente aanklopt voor een vestigingsvergunning wordt hem verteld dat hij allereerst ingeschreven moet staan bij de Kamer van Koophandel (KvK). Maar de KvK wil wel even een huurcontract zien voordat ze hem inschrijven. Hij vindt een leuk pand maar voordat hij een huurcontract tekent, wil hij weten of daar een dergelijke zaak in gevestigd mag worden en of er de noodzakelijke verbouwingen mogen gebeuren. Daar zijn bepaalde gebruikers- en bouwvergunningen voor nodig. Die kunnen echter alleen worden aangevraagd met een uitreksel van de gemeente en een inschrijving van de KvK. Het kringetje is weer rond want daar had hij nu in den beginne juist een huurcontract voor nodig. Anderhalf jaar (!) later heeft de man inmiddels wel allerlei andere noodzakelijke vergunningen gehaald (Keuringsdienst van waren, milieu, brandveiligheid), ten einde raad om de cirkel te doorbreken het huurcontract getekend en de zaak zelfs ingericht, maar hij mocht nog steeds niet openen. De Kafka Brigade kwam te hulp en riep alle betrokken ambtenaren van de diverse instanties bij elkaar in de nog te openen broodjeszaak. Nu kwam er wel vaart in want binnen een maand was eindelijk alles geregeld. (Reactie Jorrit de Jong: ,,Dat was een succesje met een wrange nasmaak. Cynisch genoeg was de man inmiddels door al zijn spaargeld heen en heeft hij de zaak nooit kunnen openen.’’) Een ander schrijnend voorbeeld is het verhaal van een man die bij het loket van het gemeentehuis de boel dreigde kort en klein te slaan. De drugsverslaafde psychiatrische patiënt bleek al vijf jaar zonder resultaat van instantie naar instantie te zijn gesleept (in totaal waren er 45 instanties bij betrokken waaronder GG&GD, CWI, Leger des Heils, gemeente en politie). Zo werd hij niet toegelaten in een afkickprogramma omdat hij een psychiatrisch verleden had, maar werd hij weer niet opgenomen in een psychiatrische inrichting, omdat hij niet afgekickt was. De zaak loopt nog. Inderdaad, Kafka had het niet beter kunnen verzinnen.

Te koop/te huur, staat op het bord dat aan de gevel van het Luxor Theater is gespijkerd. Treurig, zo’n uitnodiging aan het projectontwikkelgespuis om maar weer eens wat Leidse cultuurhistorie te verruïneren. Ik heb eens op de site van de betreffende bedrijfsmakelaar gekeken. Voor twee miljoen euro valt het Luxor te bemachtigen, te huur is het roemruchte theater aan de Stationsweg voor 150.000 euro, per jaar. Hier heb ik voor de eerste keer Ben Hur gezien, Winnetou en Shaterhand in de Dodenvallei, of een titel van soortgelijke strekking, en ik herinner mij een James Bond, althans, dat ik aansloot in een rij die tot de hoek met de Rijnsburger Singel liep. Voor de geïnteresseerde ligt 625 vierkante meter gereed die geknipt is voor hoogwaardige horeca, aldus de makelaar. Wat dat precies is, hoogwaardige horeca,

weet ik niet, maar het zal wel in de buurt van een grand café komen. Als het Luxor geen theater meer mag zijn, zal mij het verder jeuken wat er in komt, zolang de gedachtenis aan Jayne Mansfield maar levend wordt gehouden. Jayne Mansfield? Jazeker. Van Pieter C. Rosier, de fameuze kunstredacteur van het Leidsch Dagblad, weet ik dat de spectaculaire seksbom op sensationele wijze in het Luxor Theater is opgedoken. En dat de joekels van Mansfield een enorme oploop op de Stationsweg teweeg brachten. Het was even zoeken, maar ik heb de krant met het ooggetuigenverslag van de wonderbaarlijke diva-verschijning gevonden. Het was zondagavond 13 oktober 1957 dat Mansfield zich liet bewonderen vóór het witte doek van het Luxor Theater. Directeur Uges had hemel en aar-

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

heid heeft alleen maar baat bij onze kritische inbreng. Wij maken een analyse van het probleem en dat ligt vaak niet bij een ambtenaar, maar komt bijvoorbeeld omdat er meerdere departementen langs elkaar heen werken. Dat proberen we inzichtelijk te maken voor onze opdrachtgever.’’ De Jong is senior onderzoeker bij de Brigade en één van de grondleggers. ,,Het idee voor de Brigade is mede gekomen doordat ik samen met Noor Huijboom een boek heb geschreven (’Belgen doen het beter’) over dit onderwerp. In België was er een meneer Vincent van Quickenborne en die was staatssecretaris van administratieve vereenvoudiging en hij inspireerde ons enorm’’, vertelt de Jong enthousiast. De tijdgeest in Nederland was hun buitengewoon goed gezind want de ergernissen van de gewone burger over de regelgeving stapelt zich al jaren op. Het succes van de reclamespot van het meisje dat haar paarse krokodil zonder papieren invullen niet terugkrijgt – ’Maar hij staat dáár!’ – is hier een goed voorbeeld van. En dus trokken de Jong en zijn collega’s het land in om gefrustreerde burgers bij te staan. Problemen met het verkrijgen van vergunningen, uitkeringen of onwillende instanties? De Kafka Brigade gaat met u mee! De Jong weerlegt dat zijn Brigade wel heel erg veel lijkt op het voormalige tv-breekijzer Pieter Storms. ,,Storms begon gelijk ruzie te maken aan het loket en dat doen we dus niet. Zij zijn het probleem vaak niet. Zij willen wel helpen, maar mogen of kunnen niet. We geloven niet dat ambtenaren bewust doen aan burgertje pesten. Wij luisteren naar hun argumenten en zoeken gezamenlijk naar de oplossing met hun baas of andere instanties die erbij betrokken zijn. Wij schromen niet om de minister in te schakelen en die wil ons ook bijstaan waar nodig is.’’ Dat geluk had de hoofdrolspeler in de Kafka-roman niet. Josef K. zit jarenlang vast in de bureaucratie van een nachtmerrieachtige rechtzaak waarvan

ARCHIEFFOTO HIELCO KUIPERS

Rond Bevrijdingsplein zijn oplossingen blijven liggen Zonder berichtgeving vooraf, werden we plotseling gedwongen om in de parkeerkelder aan de Vijf Meilaan te parkeren. Het parkeerterrein was met hekken afgesloten. Omdat ik bedacht dat ik mijn volle winkelwagentje in de auto moest overladen en niet wist hoe beneden te komen, parkeerde ik daarom maar in de straat achter de winkels. Toen ik na enige dagen weer in het winkelcentrum moest zijn belde ik Albert Heijn. Die zou toch moeten weten hoe zijn klanten moeten handelen. Niet dus! Na veel vragen kwam ik erachter dat links van de ingang van de parkeerkelder een liftje moest zijn. Dit was te bereiken over rijplaten. Elke aanduiding daarvan ontbrak - zoek het zelf maar uit! Volgens mij moet er een bord komen op de hoek bij het reisbureau waarop staat (met pijl): ’Lift parkeerkelder links om de hoek’. En graag ook een aanduiding op de toegangsdeur, in de gevel aan de Vijf Meilaan.

Het Leiderdorpse gemeenteraadslid Hugo Langenberg is van plan voor te stellen om de subsidie voor godsdienstonderwijs op de openbare school te schrappen (LD 17 oktober). Hij wil zo geld vrijmaken voor het gymnastiekonderwijs. Dat is een onzalig plan. Op de eerste plaats is het veel te weinig: de subsidie aan de Leiderdorpse PKN-gemeente bedraagt slechts een paar duizend euro, en voor het gymnastiekonderwijs is veel meer nodig. Maar belangrijker is dat ook zijn onderbouwing niet klopt. Langenberg vindt dat de subsidie in strijd is met de scheiding van staat en kerk. Maar daarmee heeft de subsidie niets te maken. Deze scheiding betekent namelijk dat de overheid zich niet mag bemoeien met de inrichting van de kerk; we hebben dan ook geen staatskerk in Nederland, anders dan bijvoorbeeld in Engeland. Maar er is geen bezwaar tegen subsidieverlening aan kerken, zeker niet als dat bestemd is voor de inkoop van diensten door het onderwijs. Tweederde van de gemeenten in Nederland is dezelfde mening toegedaan.

De Leidsch Dagblad schreef al over de uitgang van de parkeerkelder aan de Kuiper Rietbergenstraat. Boven aan de hellingbaan willen de automobilisten graag een beetje gas geven om horizontaal boven te komen. Direct daarna moet echter hevig op het rempedaal worden getrapt, anders heb je een fiets of een auto te pakken. De gemeente Leiden had deze situatie vóór de opening gereed moeten maken. En dan nog wat. Voor invaliden zijn slechts twee parkeerplaatsen aanwezig, bij de apotheek. Het komt regelmatig voor dat gehandicapten met een taxi gehaald worden bij de AH. Maar of de taxi daar kan komen is twijfelachtig. Ik heb er begrip voor dat in deze overgangsfase concessies gedaan moeten worden. Maar men heeft hier diverse goede oplossingen laten liggen. Succes parkeerplanners! G. DE JONG, LEIDEN.

Het gaat in feite ook niet om godsdienstonderwijs (al wordt het vak vaak zo genoemd), maar om levensbeschouwelijk vormingsonderwijs. Verreweg de meeste ouders stellen daar prijs op, en ook de landelijke Vereniging voor Openbaar Onderwijs steunt dit. Maar misschien wordt Langenberg toch op zijn wenken bediend. Deze week is namelijk met grote meerderheid (inclusief de liberale VVD) een motie in de Tweede Kamer aangenomen. In deze motie wordt aan de minister gevraagd om met een landelijke bijdrageregeling te komen. Kennelijk vindt de Tweede Kamer het ook belangrijk dat leerlingen in het basisonderwijs kennisnemen van de verschillende religieuze stromingen in Nederland en de wereld. En kennelijk vindt de Tweede Kamer ook dat de subsidieverlening niet in strijd is met de scheiding van staat en kerk. Als de motie wordt uitgevoerd, kan Leiderdorp dus een paar duizend euro elders in het onderwijs besteden. JAN STEVERS, L E I D E R D O R P.

UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1956, woensdag 24 oktober Jorrit de Jong: ,,We geloven niet dat ambtenaren bewust doen aan burgertje pesten. Wij luisteren naar hun argumenten en zoeken gezamenlijk naar de oplossing.’’ FOTO HIELCO KUIPERS hij niet eens weet waarvoor hij eigenlijk is aangeklaagd. De doodstraf ligt in het verschiet en Josef pleegt uiteindelijk ten einde raad zelfmoord. Een indrukwekkende roman, vindt ook de Jong. En op kleinere schaal heel herkenbaar voor mensen. Wie heeft niet eens in een overheidsgebouw rondge-

doold om uiteindelijk bij het verkeerde loket te staan en weer weggestuurd te worden? En wie is er niet eens vele malen doorverbonden voordat hij uiteindelijk de juiste persoon aan de lijn had, die vervolgens geen antwoord had op zijn vraag? De Kafka Brigade werkt tegen betaling in opdracht, maar bur-

richtte het Leidsch Dagblad de volgende dag. ’Een duizendkoppige opdringerige menigte bleek door vijf of zes dienaren van de heilige Hermandad niet in bedwang te houden. Er zijn

rake, ja bijzonder harde klappen met de gummistokken uitgedeeld’. Toch nog maar eens met de oude Rosier gebeld. ’Jayne Mansfield?’ Er is duidelijk opwinding aan de andere kant van de lijn waarneembaar. Het duurt even voordat de kunstredacteur in ruste zichzelf weer in de hand heeft en zijn verhaal kan doen. Rosier was in 1957 leerling-journalist en spoedde zich op zijn Mobylette van de Lorentzkade, waar hij een kamer huurde, naar de Stationsweg. Achterop zijn toenmalige verloofde. ’Eenmaal door het ongelooflijke gedrang in het theater aanbeland, speet het mij wel dat ik haar had meegenomen.’ Rosier herinnert zich dat hij bijkans zijn ogen verzwikte op Mansfields weelderige vormen. Zo ook de jongeman uit het publiek die tot ergernis van zijn hooggeblondeerde verke-

in de

stad LDN202

De nieuwe parkeerkelder onder de Luifelbaan.

Geld godsdienstonderwijs naar gym: onzalig plan

Visser

de bewogen om de Hollywoodster, die een dagje Nederland deed tijdens een Europese promotietoer, in levende lijve in zijn bioscoop te vertonen. ’Veldslag op Stationsweg’, be-

Regio

gers kunnen via de website (www.lastvandeoverheid.nl) ook hun problemen kosteloos onder de aandacht brengen. De Brigade selecteert dan een aantal zaken waar ze – betaald door de overheid – mee aan de slag gaan. DAN NY DRENTH

ring begerige blikken in Mansfields majestueuze decolleté wierp. ’Ineens schalde het door de foyer: ’Ben je nou verdomme met mij uit of met dat dellerige kreng?’ Hoongelach viel haar ten deel.’ Rosier stond 49 jaar terug aan het begin van zijn loopbaan in de journalistiek. ’Maar het is altijd een hoogtepunt gebleven en als ik die roemruchte avond in herinnering roep, bezorgt mij dat een warm gevoel.’ Eerder die zondag verrichtte Mansfield op het Rotterdamse Kasteel de aftrap bij de voetbalwedstrijd Sparta - DOS. Op de tribune de 12-jarige Jules Deelder die er later over zou schrijven dat hij met eigen ogen had kunnen constateren dat er van de roemruchte borstomvang van miss Mansfield geen centimeter was gelogen. JA AP VISSER

De Kring Rijnland van de Broederschap van oud-padvinders, die van de gedachte uitgaat: ’eens een padvinder, altijd een padvinder’, is in drie jaar uitgegroeid tot een hechte gemeenschap. De vergaderingen van deze kring zijn druk bezocht en kenmerken zich door een grote mate van gezelligheid. Zo ook de kringbijeenkomst welke gisteravond in de recreatiezaal van Ergon Electric werd gehouden. Na een inleidend woord van de voorzitter, de heer H. van Deijl, hield de heer J. Donkers een causerie over ’Folklore’. Spreker nam de aanwezigen in gedachten mee naar de oude Germanen, om bij hen de oorsprong van vele folkloristische gewoonten te ontdekken. Voorts trok de heer Donkers een parallel tussen de kerkelijke en de wereldlijke folklore, welke door de verboden van overheid en keren op de achtergrond is geraakt, maar in sommige streken van ons land nog wordt gehandhaafd.

ANNO 1981, zaterdag 24 oktober LEIDEN - De Groenoordhallen in Leiden waren gisteravond bijna te klein voor de aanwezige Haarlemmermeerders, toen al snel bleek dat het daar door de NCRV opgenomen stedenspel een overwinning voor hun plaatsgenoten zou gaan opleveren. De Haarlemmermeerders haalden bijna twee keer zoveel punten als hun tegenstanders uit Rhenen. FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 3 1 O KTO B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Regio

Een zwierig dwaalspoor van een zwalkende kaartenmaker SPOREN

Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 11: Oude Wetering-Roelofarendsveen. Het tracé van de oude Haarlemmermeerlijn is na Weteringbrug, aan de zuidelijke rand van Haarlemmermeer, ongelooflijk eenvoudig te volgen. Zeker voor een automobilist. Hij hoeft na de brug over de Ringvaart alleen maar rechtdoor te rijden, de provinciale weg N445 op, en voila!... Vele

Het oude station Oude Wetering. kilometers lang volgt de auto vrijwel exact het oude spoor

FOTO ARCHIEF STICHTING OUD ALKEMADE

door Oude Wetering, Roelofarendsveen en al die andere

dorpen in de gemeente Alkemade. Een voetganger heeft het wat lastiger, want op de N445 is slechts plek voor auto’s. In Oude Wetering is de lijn met wat improvisatie echter nog heel goed na te lopen. Aan de voet van het metershoge dijklichaam ligt namelijk een eenvoudig pad, min of meer evenwijdig aan de weg annex spoordijk. Het is geen onaangenaam weggetje, hoewel het drukke verkeer op de N445 niet is te negeren. De gemeente Alkemade heeft er een soort miniatuur wandelbosje omheen geplant, een weelderig begroeide groenstrook die iets van het geluid en veel van het zicht op de langsrazende auto’s wegneemt. Een gezellig rommelig bosje is het wel, waarin een rijtje, op het oog tamelijk nutteloze betonpalen niet eens zo heel erg opvallen. Ze zijn zo verweerd dat het aannemelijk lijkt dat de stoomwolken van de Haarlemmer-

meerlijn er nog tussen gehangen hebben. De bosschages maken al na een paar honderd meter plaats voor een gewone weg in een gewone woonwijk. De Watergang heet het hier, wat eigenlijk natuurlijk gewoon de Spoorsloot’ zou moeten zijn. Even verderop, voorbij de zijstraat de Botter, gebeurt er iets vreemds met de weg. Of met de historische kaart uit 1903, waar het spoor negen jaar later met een dunne rode lijn op is ingetekend. Terwijl de N445 een vrij scherpe bocht naar het westen maakt, tuft het spoor op de oude kaart nog enkele honderden meters rechtdoor. Ze maakt volgens de landkaart een veel ruimere bocht en nadert het Braassemer meer tot op enkele tientallen meters. Pas op de plek waar ooit station Roelof Arendsveen stond – nu een rotonde in de Stationsstraat - sluiten de lijn op de oude kaart en de huidige N445 weer op elkaar aan.

Het opmerkelijke is dat exact op de plek waar volgens de landkaart het spoor heeft gelopen, in het moderne Roelofarendsveen iets is terug te vinden dat vrijwel precies dezelfde vorm heeft. Na winkelcentrum De Meerkreuk duikt er langs de Europaweg een serie speel- en grasveldjes op die mooi met het de lijn op de spoorkaart meebuigt. Het denkbeeldige spoor wordt onderbroken door een wijkje met sfeervolle houten huizen, maar trek de lijn in gedachten door en hij komt vrijwel precies uit op de Stationsstraat-rotonde. Kortom, de conclusie dat de N445 destijds iets is verplaatst en in Roelofarendsveen afwijkt van de oude spoorlijn, ligt voor de hand. Het is een mooie theorie, waar echter drie problemen mee zijn. Ten eerste heeft de kaartenmaker een stukje terug, in Weteringbrug, een bocht ook al veel te zwierig ingetekend. Ten tweede ziet het dijklichaam van

de N445, dat hoog boven de rest van het dorp uittorent, er ongeschonden uit. Daarbij lijkt het ook tamelijk zinloos om de dijk af te graven en een paar honderd meter verderop weer net zo hoog op te werpen. En tot slot kan niemand zich herinneren dat de provinciale weg ooit is verlegd. Gerard van der Meer van de Stichting Oud Alkemade is heel stellig: ,,De N445 volgt exact de route van het spoor. Geen twijfel over mogelijk.’’ Een korte speurtocht naar andere kaarten van de Haarlemmermeerlijn lost het raadsel eenvoudig op. Degene die de lijn heeft getrokken op de kaart uit 1903 had verkeerde gegevens of een iets te losse pols. Hoe dan ook, zijn bochtenwerk tussen Weteringbrug en Roelofarendsveen deugt niet. Dick de Waal Malefijt, eigenaar van een van de exactere kaarten, kan ook precies aangeven waarom de spoorlijn nooit in de buurt van het Braassemer meer gelopen

kan hebben. ,,In de wegenbouw noemen ze dergelijk terrein zwaar water’. Dat is blubber. Daar leg je geen spoordijk aan, die zakt onmiddellijk weg.’’ Vreemd genoeg heeft de kaartenmaker alleen in en rond Roelofarendsveen last van een te zwierige hand. Elders klopt zijn spoor tot op de millimeter. Dat de groenstroken en speelveldjes op de niet bestaande spoorlijn’ blijken te liggen, is toeval. Of nou ja, toeval: ze liggen precies in het midden van het wijkje dat na de oorlog is ontstaan tussen de opgeheven spoorlijn-N445 en de dijk langs het Braassemer meer. De Haarlemmermeerlijn hielp dus een beetje mee aan de vormgeving, maar minder dan de zwalkende kaartenmaker zijn publiek een kleine eeuw geleden wijs heeft willen maken. WIM WEGMAN

Reacties: [email protected]

De benodigdheden voor de croftybom.

’Hoe stom kun je zijn?’ Giel Beelen maakte zijn eigen Croftybom en vele tientallen jongeren experimenteren er ook op los: de resultaten zijn gefilmd op internet terug te vinden. Maar foto’s van het fenomeen zijn er nauwelijks. Dus besloot het Leidsch Dagblad zelf een Croftybom te maken. We kochten alle ingrediënten, verzamelden plastic flesjes en schaften een veiligheidsbril en stevige rubberen werkhandschoenen aan. Een aardige collega was bereid de bommetjes te maken. Een beetje gespannen en bang was hij wel, bij het eerste exemplaar. Dat bleek: door de stress verzuimde hij de dop goed op de fles te draaien. Er kwam veel witte rook en het bommetje heeft bijna een kwartier liggen sissen, maar ploffen deed hij niet. Daarna was de angst voorbij en was er volgens de amateur-scheikundige alleen nog sprake van sensatiezucht. Vier bommen maakte hij vervolgens en knallen deden ze allemaal. Maar proefondervindelijk weten we nu: het is linke soep. Het is niet te voorspellen wanneer de knal komt. Sommige flesjes gingen heel snel, andere deden er lang over om tot ontploffing te komen. En zo wordt de kans groot dat er iemand te dicht in de buurt is, als de bom barst. De opgeloste gootsteenontstopper is een extreem bijtende stof: je wilt het niet op je kleren of je huid krijgen en al helemaal niet in je ogen. ,,Ik steek zelf liever een rotje af’’, zegt Wim Biemans, scheikundedocent op het Bonaventura College. Hij heeft de nieuwe rage besproken met zijn leerlingen. ,,Ze zijn er niet zelf over begonnen maar ik heb het aan de orde gesteld: hoe stom moet je zijn om zoiets te doen.’’ De Croftybom is gebaseerd op het scheikundige principe van oxidatie, in dit geval van propjes aluminiumfolie die aan de bom worden toegevoegd. Die oxidatie wordt versneld door de reactie met de base natronloog, hoofdbestanddeel in chemische gootsteenontstoppers. De formule luidt als volgt: 2Al(s) + 6NaOH(aq) geeft 3H2(g) + 2Na3AlO3 (aq)

In een half gevulde fles wordt een flinke hoeveelheid gootsteenontstopper gestrooid.

De druk bouwt op, de knal volgt nu snel.

Het effect van de croftybom: een onvoorspelbare explosie. FOTO’S DICK HOGEWONING

Croftybom is bloedlink Op het platteland wordt nog wel eens carbid in een melkbus tot ontploffing gebracht. Maar de rage om colaflessen als een fontein te laten spuiten wanneer er mentos of aspirine aan wordt toegevoegd, is al weer achter de rug. Het officieuze ’record’ staat op een ruim 5 meter hoge fontein. Momenteel is een explosief van gootsteenontstopper populair, de zogenaamde croftybombs, genoemd naar een soort gootsteenontstopper die natriumhydroxide bevat en bij drogisterij Kruidvat wordt verkocht. Overigens is een soortgelijk goedje bij de Etos te koop onder de naam Fifax. Op internet wemelt het van de recepten om met simpele keukenchemicaliën bommen te maken. Als huls dienen flessen, tennisballen of pvc-buizen. De sites geven niet alleen nauwkeurige instructies voor het maken van de explosieven, ze tonen ook het resultaat: opgeblazen afvalbakken of wegsmelten-

de stukken asfalt. Inmiddels zijn door croftybommen al gewonden gevallen en lijkt het explosief een rage te worden. Dat heeft de directie van de drogisterijketen Kruidvat doen besluiten haar personeel te adviseren geen gootsteenontstopper te verkopen aan minderjarigen. Ook het

Centraal Bureau Levensmiddelen heeft inmiddels de bij haar aangesloten supermarkten hierop geattendeerd. Ondertussen blijven de filmpjes op internet binnenstromen, uit alle delen van het land waarop te zien is hoe een croftybom ontploft. Verschillende politiekorpsen in het land kregen er afgelopen weekeinde mee te maken. In Tilburg werden drie mannen gearresteerd nadat ze een bom van gootsteenontstopper naar een fietsster hadden gegooid. De 25-jarige vrouw is niet gewond geraakt. Het drietal wordt vervolgd voor poging tot zware mishandeling en openlijke geweldpleging. Ze hadden in totaal vijf bommen

gefabriceerd. Een dertienjarige jongen in Hengelo gooide ook een bom waarbij niemand gewond raakte. De knul kreeg een bekeuring en moet zich melden bij Bureau Halt. In Doetinchem was een surveillerende agent net op tijd om zo’n croftybom van een groepje minderjarige jongens te onderscheppen. Hij zag vijf knapen van veertien en vijftien jaar oud bezig zo’n bom te maken. In Hollands Midden valt het aantal meldingen mee, laat een woordvoerder weten. ,,We kennen één geval, in Gouda.’’ De internetrage om thuis te experimenteren met chemicalien is vol met risico’s. Explosieven als de croftybom zijn bij-

zonder gevaarlijk omdat er bij de vorming warmte vrijkomt die zonder aanleiding tot ontploffing kan komen. Het is onmogelijk te voorspellen wanneer het explosief uiteen spat. Dit kan onmiddellijk zijn of na enige tijd. Dit is weer afhankelijk van de verhouding gebruikte grondstoffen, de zuiverheid van de gebruikte stoffen, de weerstand van de container of fles tegen de druk en de manier waarop de stoffen met elkaar in contact worden gebracht. Een woordvoerder van Hollands Midden kan zich nog wel herinneren dat een scheikundeleraar zijn leerlingen het één en ander had verteld over chemi-

sche reacties. ,,Daarna bleken er jongeren te zijn die van pvc, een spuitbus en een gasaansteker een wapen hadden gemaakt waarmee je aardappelen en mandarijnen 150 meter kon wegschieten. Dat was zo populair dat de pvc-pijpen bij de Praxis waren uitverkocht. Die wapens zijn toen in beslag genomen.’’ Door internet hebben jongeren echter geen scheikundeleraar meer nodig. Middels de computer kunnen zijn nu dingen zelf opzoeken die ze eerder aan hun docent moesten vragen. Met alle, mogelijk, gevaarlijke gevolgen van dien. ERIC-JAN BEREN DSEN

V I S S E R I N D E STA D Weergaloze plek toch, het wijngebied van Noordman langs de Rijn. Een oase van rust tussen de houtloods langs de Haagweg en de Churchillbrug. Ik hang er graag rond, proef de aangename sfeer en soms ook een mij nog onbekende wijn, keuvel wat over rood en wit, of over rosé en ga met een paar knappe flessen weer op huis aan. Dit geliefde stukje Rijnoever gaat op de schop. Ik hou m’n hart vast. De situatieschets in de krant van zaterdag was onheilspellend. Schreeuwend dure woningbouw in diverse varianten, één, twee en drie onder één kap villa’s en ook nog van die onvermijdelijke appartemententorens, verzamelgebouwen voor yuppen zeg maar. Verscholen in dit kakwijkje ligt straks de nieuwe wijnhandel van Noordman. Aan de voet van De Hees-

terboom, die fenomenale houtzaagmolen. Dat gelukkig weer wel. Twintig jaar terug ontdekte ik Noordman in een Haags restaurant. De witte wijn die bij de verschillende gangen met vis werd geschonken, was een voltreffer, smaakvol, maar zonder poespas. Bij het vereffenen van de rekening wist ik de eigenaar de herkomst van zijn uitmuntende Luxemburgse Rivaner te ontfutselen. ’Die haal ik in Leiden, bij Noordman’, deed hij in het geheel niet geheimzinnig. ’En weet je dat je daar ook gewoon als particulier terechtkunt?’ Nee, dat wist ik niet. Sindsdien struin ik op gezette tijden rond in die royale wijnschuur. De kinderen komen er ook graag. Om te ruiken, zeggen ze. En om te kijken, naar die eindeloze flessenrijen en robuuste houten vaten.

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

Eén heeft het zelfs al voor elkaar weten te kletsen dat hij er ooit als hulpje aan de slag kan. ’Als ik later groter ben, mag ik bij de wijnboer flessen vullen en de kurk er in slaan.’ We zullen zien.

Dit is een zeer heftige reactie, vanwege de vorming van een grote hoeveelheid waterstofgas. Het flesje is vanzelfsprekend niet tot in de oneindigheid rekbaar dus als de druk te groot wordt, volgt een harde knal. De scheikundige reactie is er overigens één van de exotherme soort: er komt een grote hoeveelheid warmte vrij. Het water in de fles wordt omgezet in stoom en die stoom vermengd zich met resten natroonloog. Zo ontstaan hete, bijtende nevels die ernstige schade kunnen veroorzaken aan huid, ogen en ook aan (bij inademing) luchtwegen. ,,Het gevaar zit hem in die gootsteenontstopper’’, zegt Biemans. ,,Dat is gevaarlijk spul. Als je het in je gezicht krijgt, verlies je het licht in je ogen.’’ En dan zit er nog een ander link element aan dergelijke experimenten. Het gevormde waterstofgas (H2) is extreem brandgevaarlijk. Een kleine vonk is genoeg om het gas een explosieve reactie te laten aangaan met de zuurstof in de lucht. Met de experimenten in de tuin van het Leidsch Dagblad is het allemaal goed afgelopen. Niemand raakte gewond. Maar dat is waarschijnlijk meer geluk dan wijsheid. Wim Biemans heeft gelijk: je kunt beter een rotje afsteken. A N N E T VA N A A R S E N

Wat er overblijft na een explosie.

UIT DE ARCHIEVEN Toen ik zaterdagmiddag weer eens de fout maakte om met de auto de Morsweg af te gaan, kwam ik midden op de Rijnzichtbrug muurvast te staan. Ik herinnerde mij het krantenstuk over het Noordmanterrein van die ochtend en liet mijn blik over het brede water de stad uit dwalen. Zo ontdekte ik wat voor rijk geschakeerde bende het daar eigenlijk op beide oevers is. Haveloze werkende-jongerenflats, luxe appartementen, naargeestige rijtjeshuizen, vrijstaande paleisjes, fantasieloze kantoren en rommelige bedrijfspanden, lelijk en mooi wisselen elkaar langs de Rijn in hoog tempo af. Eindelijk aanbeland op de kruising met de Haagweg besloot ik rechtsaf te slaan en de oeverbebouwing vanuit het andere perspectief te bekijken. Op de Churchillbrug kwam ik

LDN202

tot de sombere vaststelling dat, afgezien van De Heesterbom natuurlijk, het pittoreske bij Noordman vooral binnen zit. Zo fraai is de aanblik van het opnieuw te ontwikkelen project nu ook weer niet. Eigenlijk doet het er dus niet toe wat ze met mijn geliefde reepje Rijnkant gaan uitvreten, bedacht ik me. Want wat ze er ook zullen neerzetten, het zal moeiteloos worden opgenomen in die kakofonie van opstallen tussen wal en stad. Zo stond ik nogal oeverloos te mijmeren. Totdat het begon te regenen, en te schemeren, en ik me realiseerde dat we thuis vis zouden gaan eten. En volgens mij waren we de door de witte wijn heen. JA AP VISSER

www.visserindesport.nl

ANNO 1956, dinsdag 30 oktober L E I D E N - ’Voor wat hoort wat’. Van deze gedachte was de commissie van de Sociiëtet Minerva vervuld, toen zij gisteravond in de sociëteit als gastvrouwe optrad. Gasten waren ditmaal de commandant van de brandweer, de heer S. W. Hagedoorn en het brandweerpersoneel dat in de vroege zondagochtend van 21 oktober het gebouw, waar op drie verschillende verdiepingen brand was uitgebroken, voor een totale ver-

nietiging wist te bewaren. Tijdens een genoeglijk borreluur sprak het bestuur zijn dank uit voor het voortreffelijk en snel optreden van de brandweer,die daarbij getoond heeft volkomen voor haar taak berekend te zijn. Men zocht het deze avond in een zeer originele vorm: de brandweer, zo redeneerde de Sociëtietscommissie, moest men op een ’fikkie’ onthalen want naders is zijn niet in haar element. Welnu, het fikkie was er en daarmede ook een feestdronk en een sfeer van grote hartelijkheid.

ANNO 1981, zaterdag 31 oktober zoeterwoude - Het verkeerslawaai van de Hoge Rijndijk is voor de bewoners van Stadhouderslaan en Rhijnvreugd erger dan de overlast van de nabijgelegen Rijksweg 4. Het aanbrengen van een geluidswerend scherm bij de rijksweg heeft daarom geen noemenswaardige verbetering tot gevolg. Dit concluderen burgemeester en wethouders van Zoeterwoude uit onderzoeken naar geluidsoverlast die zijn gedaan door een akoestisch adviesbureau . FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 7 N OVE M B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Het behouden spoorhuis in Roelofarendsveen SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 12: het spoorhuis aan de Narcisstraat in Roelofarendsveen. Op de eenvoudige vraag: ’Heeft u veel aan het huis verbouwd?’ heeft Hans Kloosterman een even eenvoudig antwoord: ,,Alles.’’ Vervolgens wacht hij eventjes en voegt er dan aan toe: ,,En ik heb ook alles zélf gedaan. Met hulp van mijn vrouw, mijn vrienden en mijn kinderen soms. Maar het meeste deed ik zelf. Ik ben wel handig. Ik moest ook wel, want anders was het niet te betalen.’’ Het resultaat van het werk van Hans en zijn vrouw Liesbeth Kloosterman is niet te missen in Roelofarendsveen. Het helwitte spoorhuis is een blikvanger aan de Narcisstraat. ,,Mensen weten ook onmiddellijk waar je woont’’, zegt Hans Kloosterman. ,,U woont in het spoorhuis? Ja, dat kennen ze

Het voormalige spoorhuis in Roelofarendsveen. hier allemaal wel.’’ Het had echter weinig gescheeld of het spoorgebouw was gesloopt. In Noord-Holland zijn aardig wat spoorwoningen langs de lijn Hoofddorp-Leiden bewaard gebleven. Langs het Zuid-Hollandse deel is de spoorwoning in Roelofarendsveen de enige overlevende. Zo’n zestien jaar geleden wilde de gemeente Alkemade – de eigenaar van spoorwoning 24 – ook dit gebouwtje tegen de vlakte gooien. Kloosterman: ,,Dat de ge-

FOTO HIELCO KUIPERS

meente daaraan dacht, was niet zo vreemd. Dit huis was toen compleet uitgewoond en hopeloos vervallen. Volgens mij was er sinds de bouw in 1910 niets meer aan gedaan. Er was niets in dit huis, werkelijk níets. Geen elektriciteit, geen gas. Er was zelfs geen normaal toilet. Je moest op zo’n ouderwetse poepdoos gaan zitten. Er was wel water, ja. Eén kraantje in de keuken. Dat was alles.’’ De Stichting Oud Alkemade wilde niet dat ook dit spoorgebouwtje verloren ging – alleen

al in deze gemeente zijn sinds 1936 drie stationgebouwen en twee spoorwoningen tegen de vlakte gegaan. De stichting stelde voor om het aan haar over te doen, waarna ze het zou ombouwen tot museum. ,,Maar ook dat bleek veel te duur’’, zegt Kloosterman. ,,Bovendien bleek het te klein. Maar de actie van Oud Alkemade overtuigde de gemeente wel om het gebouwtje toch maar te sparen.’’ Spoorwoning 24 ging in 1990 de verkoop. De Kloostermannen deden het op twee na hoogste bod. Toen de bieders boven hen om uiteenlopende redenen afvielen, konden ze aan de slag. Hans Kloosterman: ,,We hebben alles eruit gesloopt. Alleen de buitenmuren zijn blijven staan. Dat was ook de voorwaarde die de gemeente stelde – het uiterlijk mocht niet worden veranderd. Maar binnen hebben we feitelijk de hele boel van de grond af aan opnieuw opgebouwd.’’ Omdat Kloosterman alles zelf deed, heeft de verbouwing uiteindelijk twee jaar geduurd. ,,Ik ben elke avond en elk weekeinde aan het klussen geweest. Ik kwam gemiddeld zo tegen half vijf uit mijn werk. Dan gaf ik de kinderen een aai over hun bol, schoof mijn eten naar binnen, en ging tot half tien, tien uur ’s

avonds aan het werk. Dag in, dag uit.’’ Liesbeth Kloosterman: ,,Behalve tweede kerstdag, dan nam je vrij.’’ ,,Dat is waar, ja. Maar verder heb ik geen dag overgeslagen. Of ik dat niet vervelend vond? Eerlijk gezegd, niet. Ik vind klussen heel leuk. Dat moet ook wel, anders hou je dit niet vol. Eén keer heb ik wel een inzinking gehad, toen er een paar dingen tegen zaten bij het storten van de vloer. Op dat moment dacht ik voor het eerst: waar ben ik aan begonnen? Maar ook dat ging weer voorbij. O ja, ik heb nog een heupoperatie gehad in die periode. Maar zodra ik weer een beetje op de been was, ging ik weer aan de slag. Met krukken en al.’’ Kloosterman haalt vier vuistdikke fotoboeken tevoorschijn waarin hij het werk minutieus heeft vastgelegd. Plaatje voor plaatje verandert het huis van een tamelijk verrot ogend krot in een kaalgeslagen bouwplaats, en vervolgens stukje bij beetje naar de fraaie stadsvilla die het nu is. ,,Ik denk dat we er goed in zijn geslaagd om alles zo veel mogelijk in de oude stijl te laten. De vensters hebben, om maar wat te noemen, nog steeds die kleine ruitjes. We hebben er een aanbouw aan gemaakt, want we hadden echt meer ruimte nodig, maar die heeft

precies dezelfde vorm, dezelfde verhoudingen en dezelfde materialen als de rest van het huis. Ik denk dat de meeste mensen niet eens zien dat het een aanbouw is.’’ Kloostermans inspanningen werden door de Alkemadese gemeenschap gewaardeerd. De opening van zijn huis, in september 1992, werd verricht door een wethouder. Het jaar daarop kregen hij en zijn vrouw de Oud-Alkemade prijs voor de restauratie van het spoorpand. De jaren daarna is hij echter gewoon doorgegaan met klussen, zij het in een wat lager tempo. ,,We hebben het dak vervangen, uiteraard door hetzelfde soort glimmende pannen, en we hebben een garage gebouwd. Ook precies in dezelfde stijl als het huis. Dit jaar wil ik het vochtprobleem rond het huis definitief onder controle krijgen. Dat was in het begin heel erg. Het is nu een stuk beter, maar ik wil het helemaal weg hebben. Dat gaat me lukken. Verder heb ik niet zo veel plannen meer. Wat ik doe, is gewoon, normaal onderhoud. Het is een prachtig huis nu, en dat willen we graag zo houden.’’ WIM WEGMAN

Reacties: [email protected]

Leidse ondernemer wacht al maanden op bouwvergunning

Van Berge Henegouwen wil 100 worden Ondernemer Jacques van Berge Henegouwen (55), eigenaar van de gelijknamige winkel in consumentenelektronica aan de Aalmarkt, is bijzonder teleurgesteld in de gemeente Leiden. Hij moet van de gemeente weg van de Aalmarkt, heeft het pand Lange Mare 106 gekocht waarin hij na een verbouwing een nieuwe winkel wil openen, maar wacht daarvoor al maanden op een bouwvergunning van diezelfde gemeente. Een geplande verhuizing deze maand vanaf de Aalmarkt naar de Lange Mare gaat dan ook niet door. ,,En dat terwijl er in augustus dit jaar een ambtenaar van Bouwen en Wonen in de winkel was met de vraag of ik zo snel mogelijk wilde vertrekken. Door mijn pand kon dan namelijk een tijdelijke nooduitgang voor de Waalse Kerk en het Leids Vrijetijds Centrum aan de Breestraat worden aangelegd en vervolgens kon dan de Aalmarkt-school worden gesloopt. Maar diezelfde gemeentelijke afdeling geeft nog steeds geen bouwvergunning voor mijn nieuwe winkelpand af. En ik weet niet waarom.’’ Van Berge Henegouwen is eigenlijk al vanaf 1976 bezig met de gemeente over eventuele verhuizing. In dat jaar werd namelijk het Van Nellegebouw aan de Aalmarkt gesloopt en is Leiden bezig met allerlei prestigieuze plannen voor niet alleen het Van Nelle-terrein maar de hele Aalmarkt. Concrete uitwerkingen waren er echter niet. ,,Totdat de gemeente aan het eind van de jaren negentig de druk ging opvoeren om mij hier weg te krijgen in het kader van het Aalmarkt-project’’, aldus Van Berge Henegouwen. ,,Er werd gedreigd met onteigening van mijn panden Aalmarkt 4, 12, 14, 15 en 16 en voorkeursrecht. Dat

Jacques van Berge Henegouwen met zijn zoon Koen. betekent dat ik de panden dan niet aan derden kan verkopen. Uiteindelijk heb ik in 1999 een firma ingehuurd die namens mij met de gemeente heeft onderhandeld over de verkoop van die panden. In juni 2001 was die verkoop aan Leiden rond en huurde ik op mijn beurt de panden van de gemeente, behalve nummer 4 waarin de Stripshop zit. Ook werden er afspraken gemaakt over verplaatsing

FOTO HIELCO KUIPERS

van het bedrijf en een schadeloosstelling.’’ Vervolgens kocht de gemeente Breestraat 19, ook wel bekend als jongerencentrum ’t Stathuys. ,,Het was de bedoeling dat mijn zaak daar naar toe zou verhuizen’’, aldus Van Berge Henegouwen. ,,Beneden de winkel, boven appartementen. Ik zou de begane grond huren of kopen. Ik ben er met architect en aannemer geweest en er

zijn bouwtekeningen en schetsen gemaakt. Maar het is een rijksmonument en je mag er niet zo maar slopen. Bovendien zat er asbest in dat is verwijderd maar het schoot allemaal niet op.’’ Begin 2006 kwam de gemeente ineens met sloopplannen voor de Aalmarkt. ,,Toen was ook duidelijk dat de Breestraat 19 nooit op tijd klaar zou zijn en ben ik samen met de ge-

VVD’er Frederik Zevenbergen: ’Een schandalige zaak’ Volgens een woordvoerster van de gemeente krijgt Van Berge Henegouwen zijn vergunning ’zeer waarschijnlijk’ volgende week. VVD-raadslid Frederik Zevenbergen vindt het een schandalige zaak hoe Van Berge Henegouwen door de gemeente wordt behandeld. ,,Hoe kan je nou zo omgaan met een van je partners in de stad? Ik

Hoe zou het met die stumpers van de Stadsgehoorzaal zijn? Die moeten zo onderhand toch dood gaan van de najaarskou. Laatst stond er een foto van ze in de krant. Zaten ze op kantoor in dikke jassen lacherig over hun paperassen gebogen. Buiten was het dik twintig graden en binnen in het gesubsidieerde cultuurpaleis deden de ambtenaren alsof ze het afstierven. Raar toneelstukje. In de hoek van het kantoor zag ik nog zo’n propellerventilator staan. Om de hitte te verdrijven. In het uitlegstukje bij de foto las ik dat die aanstellerige ambtenaren al tijden met de jassen aan zaten te werken. Dat kwam door de verbouwing van de Stadsgehoorzaal die maar geen aanvang wilde nemen. Ik begreep er geen snars van, maar had wel in de gaten dat ik met die foto in de maling werd genomen. ’Vreemde

vind het echt heel raar dat een hardwerkende ondernemer moet gaan bedelen om een vergunning daar waar wethouders actief krakers en illegale gebruikers van panden tegemoet komen met de aanvraag van vergunningen. Het signaal dat de gemeente hiermee afgeeft, is echt verkeerd.’’’’

mensen heb je toch’, merkte een brievenschrijver in de krant op. En vreemd dat de krant met ze meedoet, dacht ik er bij. Of was die foto juist bedoeld om de idiote koukleumers voor schut te zetten? Waar ik met de pet ook niet bij kan, is het linkse groenbeleid in Leiden. Vier ton voor aanplant buiten de stad, hilarisch bestuur van een wethouder van, hoe is het mogelijk, GroenLinks. Maar dat het nog dwazer kan, heeft het rekenwonder van de Leidse SP aangetoond. Zonder er bij in de lach te schieten, zoals die acteurs van de Stadsgehoorzaal, stelde wethouder Keur voor om het gapende gat in de begroting van zwembad De Zijl vol te storten met de verhoogde contributie van de Leidse sporter. Dat zo’n socialistische duitendief niet

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

Zevenbergen hoopt van harte dat Van Berge Henegouwen de 100 haalt. ,,Maar het lijkt of de Aalmarkt-plannen aan het stagneren zijn. Ik vraag me echt af of dit college nog wel gecommitteerd is aan de plannen rondom Aalmarkt, of dat dit het zoveelste raadsbesluit uit de vorige periode is dat nu de nek wordt omgedraaid.’’

Visser

in de

stad

onmiddellijk van de grote Marijnissen op z’n flikker heeft gekregen.

LDN202

De waanzin ten top trof ik zaterdag op de voorpagina aan. Noordwijk gaat met de kerst-

meente naar alternatieve locaties gaan kijken’’, zegt Van Berge Henegouwen. ,,In het bestand van de gemeente bleken geen winkelpanden te zitten. Toen ben ik zelf naar commerciele panden gaan kijken en kwam zo terecht bij de Lange Mare 106 waar het Plastichuis tot eind 2004 in was gevestigd. Het pand stond al twee jaar te koop omdat de vraagprijs in mijn ogen veel te hoog was. Uiteindelijk heb ik het gekocht in april 2006. De planning was om in november van de Aalmarkt naar de Lange Mare te verhuizen zodat we daar in december konden draaien in de drukke tijd voor Kerstmis op een toplocatie.’’ De architect van Van Berge Henegouwen diende bij de gemeentelijke afdeling Bouwen en Wonen op 2 juli de bouwaanvraag in. ,,Voor aanpassing van de gevel en verbouwing van het

man in zee en de kerken doen ook mee. Als de Sint volgende maand de aftocht blaast, toveren ze in Noordwijk diens Amerikaanse tegenhanger uit de lucht. Het gaat ze kennelijk te goed daar aan de goudkust. Vandaar die gestoorde behoefte aan nog zo’n geldverslindende goed heiligman. Noordwijk krijgt het aanzicht van een wenskaart en zal op alle mogelijke manieren worden opgetuigd. Kunstsneeuw, engelenhaar, klatergoud en flikkerlicht. Het lijkt me om gillend gek van te worden. Blij dat ik er niet woon. Ongelooflijk dat ook de kerken zich lenen voor deze middenstandsstunt. Als straks kindervriend nummer twee uit de hemel neerdaalt, worden in Noordwijk de kerkklokken geluid. Niet bij wijze van onheil-

pand’’, aldus de ondernemer. ,,Binnen twee weken was de aanvraag door de welstandscommissie, de ARK en dat schijnt redelijk uniek te zijn, heb ik begrepen. We dachten dus na de bouwvakvakantie aan de slag te kunnen met de verbouwing. Maar op dit moment is er nog steeds géén bouwvergunning. Ook niet na 20 telefoontjes en e-mails. En waarom? Ik weet het echt niet.’’ Bijkomend probleem is dat Van Berge Henegouwen een overeenkomst van huurbeëindiging per 31 december 2006 heeft afgesloten met de gemeente. ,,Daarin staan afspraken over verplaatsing van het bedrijf en een schadeloosstelling’’, aldus van Berge Henegouwen. ,,Inmiddels is 75 procent van dat bedrag betaald en de rest zou uiterlijk 31 december 2006 worden overgemaakt. Maar omdat de bouwvergunning uitblijft, kan ik nooit meer voor eind van dit jaar verhuizen. De aannemer heeft 14 weken nodig voor de verbouwing aan de Lange Mare, dan moet de winkel nog worden ingericht gevolgd door de verhuizing. De planning is nu rond maart 2007 over te gaan. Dat betekent wel dat ik die resterende 25 procent schadeloosstelling kan mislopen.’’ Dus heeft Van Berge Henegouwen het bedrijf dat namens hem met de gemeente over de verkoop van de panden aan de Aalmarkt heeft onderhandeld maar weer in de arm genomen. Dat bedrijf heeft de gemeente inmiddels een brief geschreven maar ook daar is nog geen antwoord op gekomen. De winkeleigenaar geeft toe talloze slapeloze nachten te hebben. ,,Ik heb er nachten van wakker gelegen. Die verhuizing spookte constant door mijn hoofd. Ik ben 55 en normaal gesproken zou ik met de gemeente hebben gesproken over bedrijfsbeëindiging en niet over verblijfsverplaatsing. Maar de firma Van Berge Henegouwen is in 1919 aan de Aalmarkt begonnen en wil graag de 100 jaar halen in deze stad. Mijn zoon Koen is nu 21, heeft de goede opleidingen en papieren en wil als vierde generatie graag verder in de zaak. Voor hem doe ik het.’’

SCHRIJVENDE LEZERS

Balkenende op bezoek bij Bush in maart 2004.

FOTO REUTERS/JASON REED

Is Balkenende soms in de leer gegaan bij Bush? Afgelopen zomer genoot de Amerikaanse president George Bush weer van een lange vakantie op zijn buitenverblijf ’Camp David’. Die vakanties worden ook gebruikt om vooruit te kijken. Wat komt er op ons af en hoe kunnen we daarop inspelen? Toe ik op tv Bush bij zijn truck zag staan, vroeg ik mij af of de verkiezingen in het kleine Nederland daarbij een punt van bespreking zouden zijn. Waarom? Omdat Nederland door zijn aanwezigheid in Afghanistan een buitenproportionele bijdrage aan zijn ’War on terror’ levert en een grote fan is van de Amerikaanse Joint Strike Fighter (JSF), het gevechtsvliegtuig van de toekomst. Voortzet-

ting van het huidige kabinet Balkenende zou derhalve wel buitengewoon plezierig zijn. Zou Bush bijvoorbeeld tegen zijn mensen hebben gezegd: ’Vertel hem (Balkenende) hoe ík president ben gebleven. Profileer je als fatsoenlijke, gelovige familieman en zaai twijfel over de integriteit van je belangrijkste tegenstander’. Nee, dacht ik, zo gaat dat vast niet. Of toch wel? Sedert deze week twijfel ik. Balkenende – zie het Leidsch Dagblad van 30 oktober – beschuldigde opponent Bos bij het eerste de beste lijsttrekkersdebat van gedraai en oneerlijkheid. JAN TOLSM A, LEIDEN.

Niets mis met visolie én met service van NatuFit Op 30 oktober 2006 publiceerde het Leidsch Dagblad (op de pagina Ombudsman en op de internetsite) het artikel ’Visolie zorgt bijna voor hartkloppingen’. Gesuggereerd wordt dat de heer Lim, wonende in Leiden, een klant van NatuFit, bijna hartkloppingen zou krijgen van de visoliecapsules van NatuFit en dat het moeilijk zou zijn een zending stop te zetten. Wij reageren hier graag op. Dat visolie (Omega-3) goed is voor de gezondheid en dat je daar juist géén hartkloppingen van krijgt, denkt niet alleen NatuFit. Ook de Gezondheidsraad, de Hartstichting en het Voedingscentrum bijvoorbeeld adviseren allen regelmatige consumptie van verse, vette vis, vanwege de gezonde werking van Omega-3, onder andere op hart- en bloedvaten. Dit geldt voor iedereen, maar zeker ook voor ouderen. Het is ons niet duidelijk waarom de heer Lim problemen had met annuleren. Het stopzetten van een zending is uiterst gemakkelijk en klantvriendelijk: de klant is hierin volledig vrij. Tot zeven dagen voor elke zending kunnen klanten van NatuFit doorgeven geen nieuwe zendingen meer te willen ontvangen. Dit kan 24 uur per dag, 7 dagen per week via internet. NatuFit heeft eveneens een gratis 0800 telefoonnummer. Op werkdagen tussen 9 en 17 uur zitten hier onze vriendelijke medewerkers klaar en 24 uur per dag, 7 dagen per

Ook de Gezondheidsraad, de Hartstichting en het Voedingscentrum adviseren regelmatige consumptie van verse, vette vis. FOTO AP/SIMON PRICE

week staat op dit telefoonnummer onze zelf-servicelijn open. Het gratis 0800 nummer is zeer goed bereikbaar en kent niet of nauwelijks wachttijden. Zoals u terecht opmerkt doet NatuFit echter niet kinderachtig. Wij hebben klanttevredenheid hoog in het vaandel staan en hebben de vraag van de heer Lim snel en vriendelijk opgelost. ROB ERT CORN ELISSE, ( D I R E C T E U R N AT U F I T N E D E R L A N D ) , HAARLEM.

UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1956, woensdag 7 november LEIDEN - Het bestuur van de Chr. Zangvereniging Ex Animo heeft besloten het kerkconcert van 20 november a.s. in de Remonstrantse Kerk, waar o.a. uitgevoerd zal worden de Mis in C Dur K.V. 115 van W.A. Mozart, voor gemengd koor en orgel in (1e uitvoering in Leiden) en een werk van dirigent Hermna de Wolff, voor gemengd koor en fluit en orgel, gegeven zal worden voor ’Hulp aan Hongarije’. Solisten op deze avond zijn: mevrouw Annie Blankenstein-Offenberg, orgel, en Jan Goudswaard (fluit).

ERIC-JAN BEREN DSEN

stijding (hoed u voor de harige verleider met zijn welvaartspens), maar uit vreugde om deze wonderbaarlijke verschijning. Het schijnt dat de kerken een deal met de middenstand hebben gesloten zodat ze tijdens het dorpsfeest hun blijde kerstboodschap mogen uitdragen. Om te laten zien dat ze het in Noordwijk menens is, heeft het dorp een acteur ingehuurd die zich op de voorgrond moet dringen als ’s lands officiële kerstman. Het zou me niet eens meer verbazen als de kerken straks met een levensecht kindeke Jezus voor de dag komen. Wat bezielt ze daar in Noordwijk in hemelsnaam?

Regio

ANNO 1981, vrijdag 6 november

JA AP VISSER

LEIDERDORP - Een brand, gisteravond, heeft gisteravond in het jeugdhonk ’de oude crèche’ ernstige schade aangericht. De oorzaak wordt gezocht in een uit de hand gelopen fik van een paar spelende jongetjes.

www.visserindestad.nl

FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 1 4 N OVE M B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Regio

De gouden lijntjes van het goederenvervoer SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 13: de spooroplos Roelofarendsveen. Tijdens de feestelijke opening van de Haarlemmermeerlijnen versierden de Snijbloemen Exporteurs Vereeniging uit Aalsmeer vijf rijtuigen met rode geraniums, lila lathyrus, scabiosa en rode en witte rozen. Dat was niet voor niets natuurlijk. De tuinders in een wijde omtrek om Haarlemmermeer verwachtten door de komst van de trein gouden tijden. Hun handel, die tot dan toe over soms gebrekkige wegen of per schuit vervoerd moest worden naar de stations in Haarlem, Leiden of Alphen, raasde nu met 30 kilometer per uur direct naar de grote steden en daar vandaan naar het bui-

De spooroplos in Roelofarendsveen. tenland. De bloementelers in Haarlemmermeer en Aalsmeer zagen de markten voor hun bederfelijke waar opeens enorm uitbreiden.

FOTO UIT DE HAARLEMMERMEERSPOORLIJNEN IN OUDE ANSICHTEN

Ook de tuindersverenigingen in Roelofarendsveen waren buitengewoon blij met de trein. In het jaar voor de opening van het spoor exporteerden ze voor

1700 ton aan peulvruchten naar Duitsland en voor 6000 ton aan komkommers en augurken. Dat kon straks allemaal zo het spoor op. De tuinders namen ook zelf

via de trein goederen af. De kolen voor hun kassen werden in de winter bijvoorbeeld per spoor aangevoerd, zeker als het scheepvaartverkeer door strenge vorst eruit lag. Om een goede aan- en afvoer van groenten en bloemen mogelijk te maken, waren in Aalsmeer en Roelofarendsveen speciale loswallen gemaakt. Tuinders konden daar met hun schuiten aanmeren en hun spullen direct in goederenwagons overladen. In Aalsmeer liep een van de sporen langs de zijkant van het station door, via een kade zo de Kleine Poel in. De rails zijn inmiddels verdwenen, maar de kade ligt er nog steeds. Een handig parkeerterrein is het nu voor de jachtclub die aan de kop van de kade is aangemeerd. In Roelofarendsveen ligt de loskade er ook nog, al kost het een beetje moeite om hem in het straatbeeld te ontdekken. Het spoortje – in de volksmond de ’spooroplos’ genaamd – liep destijds achter station Roelof Arendsveen met een boog naar de vaart langs de Langeweg. Het belangrijkste ijkpunt, het

station, is verdwenen. De rotonde die ervoor in de plaats is gekomen, biedt echter ook een aardig startpunt. Het eerste stukje van de spooroplos loopt exact over wat nu de Stationstraat heet. De bocht die het spoortje vervolgens naar het water maakte, is nu afgesloten en ingericht als parkeerplaats. De verhoging van het voormalige spoordijkje is echter nog wel te zien. Na die parkeerplaats gaat het spoortje verder als een smalle weg langs het water. Voorstraat heet het hier nu. Het laadspoor was zo’n succes, dat de Kamer van Koophandel, de gemeente Alkemade en tuindersverenigingen en middenstandsverenigingen in 1935 wanhopige pogingen deden om de Haarlemmermeerlijnen open te houden. Liefst het hele spoor en als dat niet kon, dan in elk geval het deel tussen Roelofarendsveen en Leiden. Als het personenvervoer zou verdwijnen, zou dat vervelend en ongemakkelijk zijn. Het verdwijnen van het goederenvervoer betekende volgens hen een regelrechte ramp. De Kamer van Koophandel

werd in stelling gebracht, die overigens nog wel berekende dat het goederenvervoer het alleen niet zou redden. Personenvervoer was nodig om de zaak nog een beetje rendabel te maken. Zo lang er bussen reden, was van enige winstgevendheid van het spoor sowieso geen sprake. De gemeente Alkemade, de R.K. tuindersvereniging St. Benedictus en de R.K. middenstandsvereniging St. Maarten vonden het allemaal best. Dan moest de bus maar verdwijnen, schreven ze in juli 1935. Alles beter dan de teloorgang van het goederenvervoer. Hun pleidooien haalden niets uit. Enkele dagen daarvoor had de directie van de NS met een hartverscheurend kil briefje een verzoek om een gesprek over de opheffing van de Haarlemmermeerlijnen resoluut van de hand gewezen. De opheffing van de lijnen was door de minister goedgekeurd, schreef de NS-directie. ’Wij wenschen daar niet op terug te komen. Eene bespreking kan in deze omstandigheden o.i. thans geen nut hebben’. Daar konden de telers het mee doen. Vijf maanden

werd de hele lijn tussen Hoofddorp en Leiden gestaakt, personenvervoer én goederenvervoer. Hun collega’s elders hadden meer geluk. Het lijntje tussen Hoofddorp en Aalsmeer bleef voor het goederenvervoer open tot 1943, terwijl een deel van de lijn, tussen Aalsmeer en station Aalsmeerderweg, zelfs tot 1953 bleef rijden. Dat het lijntje gestaakt werd had trouwens weinig met de opbrengst van het goederenvervoer te maken, maar meer met de staat van de brug naar Aalsmeer. Die bleek bij een inspectie zo slecht, dat ze met onmiddellijke ingang buiten bedrijf werd gesteld. Op andere delen van de Haarlemmermeerlijnen, tussen Amstelveen en Amsterdam bijvoorbeeld, maar ook tussen LeidenHeerensingel en Leiden Centraal en Amstelveen Uithoorn ging het goederenvervoer zelfs tot 1972 door. Recordhouder is het kleine lijntje UithoornNieuwersluis, dat pas op 1 juni 1986 dichtging. WIM WEGMAN

Reacties: [email protected]

Fenna Vergeer (SP) houdt er na zeven jaar provincie en vierenhalf jaar Tweede Kamer (tijdelijk) mee op

’Ik kan nog zat doen, achter de schermen’ Na zeven jaar voor de Socialistische Partij in de Provinciale Staten en vierenhalf jaar in de Tweede Kamer, stopt Fenna Vergeer als volksvertegenwoordiger. Ze wordt morgen zestig en wil even meer tijd voor echtgenoot Cor, de jarenlange voorman van de SP in de Leidse gemeenteraad, haar twee zoons, de familie, vrienden en hobby’s. ,,Fysiek en sociaal waren de laatste jaren zwaar. Ik heb nog een oude moeder, ze wordt 87 en ik wil haar toch graag wat vaker zien.’’ De SP staat op winst in de peilingen, vind je het niet jammer dat je stopt? ,,Wat is stoppen? Ik kan nog zat doen, achter de schermen. Buitenparlementair werk. Misschien een coachende rol voor de nieuwe Kamerleden En over een paar jaar zie ik wel weer: terug in de Provinciale Staten, een plekje in de Eerste Kamer. Of misschien toch weer Tweede Kamer? Remi Poppe zat van 1994 tot 2002 in de Tweede Kamer, ging met pensioen en staat nu weer als nummer 19 op de lijst.’’ Is het bestaan als Tweede Kamerlid je zwaar gevallen? ,,Het is mooi werk, maar het zijn lange dagen. Tachtig uur per week en dan heb ik nog het geluk dat ik in Leiden woon. Ik kan gewoon naar huis na een lange dag vergaderen in Den Haag. Er zijn drie vaste vergaderdagen in de Tweede Kamer. De andere twee dagen is het een kwestie van het land in gaan, mensen spreken, heel veel mensen spreken want volksvertegenwoordiger kan je niet zijn als je de hele tijd achter je bureau zit. Ik had de afgelopen jaren onder andere onderwijs, integratie en media in mijn portefeuille. Ik moet in mijn eentje doen waar de PvdA zes mensen voor heeft. Soms heb je het idee dat je – noodgedwongen – dingen moet laten liggen. Maar ik vind niettemin dat ik betrekkelijk weinig dingen heb laten schieten.’’ Hoe is het om met Jan Marijnissen te werken? ,,Boeiend. Hij is heel erg gedreven, een bewogen man, die goed weet wat er in het land leeft. En hij jaagt ons voortdurend op. Hij vraagt het uiterste van zijn medefractieleden. Nee, hij is niet dictatoriaal in de zin dat hij inhoudelijk bepaalt wat de SP-standpunten zijn. Die verantwoordelijkheid hebben we zelf en in het fractie-overleg wisselen we daarover van ge-

rière wilt maken in het onderwijs, moet je de klas uit, achter een bureau gaan zitten en met papieren gaan schuiven. Dat verschijnsel heb ik in de Tweede Kamer keer op keer voor het voetlicht proberen te brengen. Wat ik heb bereikt? Er is nu oog voor, iedereen praat erover.’’

Fenna Vergeer

De meest spannende tijd in de politiek? ,,Dat was de Ceteco-affaire, toen ik nog Provinciaal Statenlid was. De provincie was aan het bankieren gegaan en had zo een groot bedrag aan gemeenschapsgeld verloren. Uiteindelijk moesten de commissaris van de koningin, mevrouw Leemhuis, en drie gedeputeerden er om aftreden. Ik heb me enorm vastgebeten in dat dossier en voor de SP was het een groot succes. Op het moment dat het bekend werd dat de provincie geld kwijt was, riep Leemhuis alle fractievoorzitters bij elkaar in een poging om de affaire onder de pet te houden. Ze zei dat we met zijn allen de provincie waren en dat we de schade moesten beperken. We kregen papieren met cijfertjes voor ons neus, die we even mochten bekijken en dan werden ze weer weggehaald. Ik dacht: wat krijgen we nou? Ik ben er vanaf het begin heel eerlijk en open over geweest. Ik heb gezegd, dat ik er met iedereen over ging praten. Een typisch voorbeeld van hoe je niet met gemeenschapsgeld om mag gaan. Door de Ceteco-affaire is er een nieuwe wet gekomen op het omgaan met overheidsgelden.’’

Fenna Vergeer-Mudde werd op 15 november 1946 in Appingedam geboren. Ze studeerde Engels en Duits aan de Leidse Universiteit, werkte vervolgens als docente op middelbare scholen en gaf les in Nederlands als tweede taal aan hoger opgeleide migranten in Den Haag. Tijdens een liftvakantie door Tunsesië, Algerije en Marokko in 1970, vroegen Fenna en haar aanstaande echtgenoot Cor Vergeer, elkaar ten huwelijk. Het echtpaar kreeg een tweeling in 1976. In de politiek was Fenna Vergeer als vroeg actief. In 1972 was ze één van de medeoprichters van de SP, in 1995 werd ze gekozen in de Provinciale Staten van Zuid-Holland en in mei 2002 kwam ze als volksvertegenwoordiger in de Tweede Kamer.

dachten. Waar Jan Marijnissen vooral sturend in is, is het tempo. Hij ziet voortdurend nieuwe dingen die moeten worden aangepakt, niet volgende week maar het liefst gisteren. Daar zou ik hem soms voor achter het behang willen plakken maar ik bewonder hem er ook om.’’ Fenna Vergeer. ,,Verdonk, de minister van het wapengekletter, heeft met haar wetsvoorstel voor inburgering heel veel verpest: zoveel dwang en drang.’’ Op de SP-site staat in een stukje over Fenna Vergeer dat echtgenoot Cor gemengde gevoelens had bij je kandidatuur vierenhalf jaar geleden voor de Tweede Kamer. Waarom? ,,Hij ging het zelf net rustiger aan doen, hij stopte met de gemeenteraad. En uitgerekend op dat moment maakte ik de sprong van de Provinciale Staten naar de Tweede Kamer. Dat was even slikken voor hem.. Hij wist namelijk hoe druk het voor me ging worden. Toen de SP in 1994 in de Tweede Kamer kwam, werd hij fractiemedewerker van Remi Poppe. Hoe hij

reageerde toen ik over stoppen begon? Hij zei: ’Fijn’.’’ Waarom moeten mensen straks op de SP stemmen? ,,Als je PvdA stemt, krijg je het CDA erbij. Als je SP of GroenLinks stemt, zijn er kansen op een links kabinet en dat zou goed zijn voor Nederland. Na de Tweede Wereldoorlog hebben we heel veel combinatiekabinetten gehad: PvdA en CDA of PvdA en VVD. Vlees noch Viskabinetten. Het is duidelijk dat er in Nederland twee stromin-

gen zijn en CDA en VVD zitten veel dichter bij elkaar dan bijvoorbeeld PvdA en CDA. De SP zit nog maar twaalf jaar in de Kamer – sommige mensen denken dat dat al veel langer is – en in die tijd heeft de partij zich ontwikkeld van een tegenpartij tot een volwassen partij met eigen initiatieven. De SP wil regeringsverantwoordelijkheid.’’ Onderwijs ligt je na aan het hart? ,,Ik kom uit het onderwijs. De laatste tien jaar voordat ik in de Tweede Kamer kwam, gaf ik in-

burgeringscursussen aan het Mondriaan, een ROC in Den Haag. In mijn groepen zaten vooral hoger opgeleide asielzoekers en mensen die met een Nederlander waren getrouwd. Verdonk, de minister van het wapengekletter, heeft met haar wetsvoorstel voor inburgering heel veel verpest: zoveel dwang en drang. Ze is juridisch teruggefloten maar de schade is al geleden: de praktijk zoals die was, is om zeep geholpen. Dat is een ander verhaal, maar inderdaad: onderwijs vind ik ontzettend

belangrijk. Het erge is dat de afgelopen jaren het vak van leraar enorm is gedegradeerd. Vakbevoegdheid is in de onderbouw niet meer nodig en bij het ’nieuwe leren’ bestaat een les uit een grote groep zelfstandig werkende leerlingen met een lol-leraar, een leraar op loopafstand. Hij is gedegradeerd tot activiteitenbegeleider. Dat is treurig.’’ Niet iedereen kan lesgeven ,,Precies. Het is een combinatie van gezag hebben omdat je deskundig bent én geaccepteerd

FOTO HIELCO KUIPERS

worden als opvoeder. Daar moet je heel wat voor in huis hebben. In Nederland gaat het op veel punten mis. De scholen zijn elk autonoom en krijgen één pot geld waar ze alles uit moeten betalen. De leraar is een kostenpost geworden en de scholen willen goedkoop, goedkoop. Vandaar dat een bevoegdheid niet meer nodig is, dat een wiskundeleraar ook Nederlands mag geven en dat het helemaal fout zit met de status van het vak, de waardering en de werkdruk. Daar komt bij: als je car-

Wat ga je doen met zo veel vrije tijd, straks? ,,Cor en ik hebben reisplannen. We zijn – behalve een liftvakantie als student in 1970, in Noord-Afrika – nog nooit buiten Europa geweest en we willen nog wel eens wat van de wereld zien. Ik moet er trouwens erg aan wennen om zo te denken. Normaal ben ik minstens de helft van de vakanties ook nog bezig met de SP. Na de Tweede Kamerverkiezingen ga ik eerst lekker bijkomen en aan mezelf denken. Maar daarna zie ik me toch weer werkzaamheden doen binnen de SP.’’ A N N E T VA N A A R S E N

UIT DE ARCHIEVEN Ik zag licht branden in het Kruithuisje toen ik vrijdagmiddag over de Jan van Houtkade fietste. Toch even wezen kijken. Fascinerend gebouwtje daar aan het water van de Singel. De deur stond op een kier, ik duwde ’m wat verder open en riep ouderwets naar binnen: vollek. ’Ja, kom verder’, klonk het tot mijn verrassing van boven. Ik klauterde de trap op en bevond mij ineens in een keurige kantoorruimte. Een vriendelijk heerschap keek mij lachend aan. Zag zeker de verbazing op mijn gezicht. ’Wat doet u hier nou?’ Ik had meteen in de gaten dat het niet zo’n snuggere vraag was. ’Kantoor houden zo te zien, maar hoe en wat als ik vragen mag.’ Dat mocht. Tom de Veer was zijn naam, van Connect International, een stichting in goedertierenheid ten bate van ontwikkelingslanden. De Veer huurt het Kruithuisje van de gemeente en heeft de deur op een kier gezet voor pottenkijkers zoals ik. Dat velen mijn voorbeeld mogen volgen, hopen ze bij Connect. Da’s

Visser

in de

stad

leuk voor het Kruithuisje, zei De Veer, en misschien profijtelijk voor de stichting. Alles wat daar aan geld binnen komt, gaat naar de tropen. Afgezien dan van een bescheiden salaris voor de directeur. Mooie man, De Veer, een ware idealist. Studeerde tropische

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

landbouw in Wageningen, werkte in donker Afrika en kon het daarna niet meer over zijn hart verkrijgen om hier een schaamteloos inhalig leven te leiden. Vandaar Connect, dat in de Derde Wereld scholen bouwt en voor drinkwater zorgt. Onder meer.

LDN202

Zwaar onder de indruk keerde ik huiswaarts. ’Jij raadt nooit waar ik zojuist binnen ben geweest’, zei ik tegen mijn vrouw. Ze kwam niet eens in de buurt. ’Café ’t Houtje’, zei ik. ’Hoe is het mogelijk’, klonk het onder de indruk. Café ’t Houtje? Jazeker. Dat zit zo. Jaren terug had ik met mijn voetbalmaten een wild plan: met z’n allen een café beginnen. Ik geloof dat we de man zo’n 10.000 gulden moesten inleggen en dan zouden we al een heel eind komen. Er is uiteindelijk niet echt werk van gemaakt, maar ik weet nog dat ik een vurig pleidooi heb gehouden voor aanschaf dan wel huur van dat knappe middeleeuwse bolwerkje aan de Jan van Houtkade. Sindsdien heet het Kruithuisje bij ons thuis ’t Houtje, café ’t Houtje. In plaats van een dorstig voetbalelftal heeft nu het goede doel zijn intrek genomen in de historische bunker. Prima zaak natuurlijk. In plaats van huur te

vragen, zou de gemeente stichting Connect gratis onderdak moeten bieden. De Veer wil het monumentale karakter van zijn kantoor gaan benadrukken. Hij heeft al een knoert van een boekenkist op de kop weten te tikken. Zo een waarmee Hugo de Groot ooit zijn vrijheid herwon. De Veer wil meer meubilair dat past in het eeuwenoude decor van ’t Kruithuisje. Ik zie hier een schone taak weggelegd voor de gemeente en de gemeentelijke musea. Connect verdient hun hulp bij de inkleding van het monument. De Veer vertelde me ook nog dat hij heel voorzichtig aan een horeca-achtige bijzaak van het Kruithuisje denkt. Dat je er straks een wijntje uit een derde wereldland kunt drinken. Lijkt me schitterend. Borrelen voor het goede doel. Wordt het toch een beetje ’t Houtje. JA AP VISSER

www.visserindestad.nl

ANNO 1956, dinsdag 13 november LEIDEN - De raadsleden, de heren mr. J.M. Drijber en H.W.J.W.J. Kortmann, hebben het volgende voorstel bij de Raad ingediend: Overwegende dat op de Rijnsburgerweg een gevaarlijke verkeerssituatie bestaat, omdat de uit de zijstraten van rechts komende motorvoertuigen meestal geen voorrang verkrijgen van het motorverkeer op de Rijnsburgerweg, daar vele bestuurders blijkbaar menen, dat laatstgenoemde een voorrangsweg is, stellen voor dat de kruisingen van de Rijnsburgerweg met diens zijwegen tot voorrangskruisingen te verklarenzoals in Oegstgeest reeds is geschied - zodat het doorgaand verkeer op de Rijnsburgerweg voorrang heeft.

ANNO 1981, vrijdag 13 november WARMOND - De Warmondse vereniging ’Kommunikatie’ zit met de handen in het haar. De gemeente vraagt f. 5000, - extra huur voor het clubhuis, waarschijnlijk omdat de vereniging vorig jaar een batig saldo van f. 5000, begrootte. Maar dat geld is nodig om aan het nieuwe seizoen te beginnen. Voorzitter Van der Meer en secretaresse Van Egmond vrezen nu dat liquidatie van de vereniging noodzakelijk zal zijn. FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 2 1 N OVE M B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Overspoeld door auto’s naar de laatste Fransche Brug SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 14: het baanvak Roelofarendsveen-Fransche Brug. De Narcisstraat, het eerste stuk na het spoorhuis van Roelofarendsveen, ziet er uit als een kalm en vredig laantje. Een dubbele rij bomen aan de ene kant en kleine, vrijstaande huizen met veel groen aan de andere. De woningen hebben zo’n typische uitstraling van huizen uit het midden van de vorige eeuw. Niet te klein, niet te groot, niet te luxueus, niet te armetierig. Het zijn degelijke woningen met van die typische seniorenvoortuintjes: veel zwarte aarde, grondig gewied en geschoffeld, waar her en der bloeiende planten en een enkele buxus staan. De Narcisstraat is een bedaarde straat, voor wie het geluid achter de bomen kan negeren. Daar, op het voormalige tracé van de Haarlemmermeerlijnen, raast het verkeer over de provinciale weg N445.

De brug bij halteplaats Fransche Brug. Auto’s domineren dit deel van het dorp, maar dat wordt pas echt duidelijk als enkele honderden meters verderop de Narcisstraat en de bomenrij eindigt. Van alle kanten zoeven wagens voorbij. Over de N445, vanuit het noorden en het zuiden vanaf bedrijventerrein De Lasso, en in de verte, op de A4

FOTO UIT DE HAARLEMMERMEERSPOORLIJNEN IN OUDE ANSICHTEN

en op de parallelbaan langs de rijksweg. Verwijzingen naar het oude stoomtreintje, dat hier ooit eenzaam door een leeg weids landschap tingelde, zijn er niet. Twee rood-wit geschilderde tonnen met een rood-wit geverfde dwarsbalk op de kop van de Narcisstraat, doen in de verte

nog denken aan een overweg. Naderbij gekomen, blijken ze slechts een grasstrook af te schermen waarin een groot gat is ontstaan. Er is ondergronds kennelijk iets ingestort, waardoor een stuk gras van een meter in het vierkant is weggezakt. In het gapende gat is iets te zien wat wel wat weg heeft van ge-

wassen grindtegels. In elk geval niet iets met het vlakke rechttoe-rechtaan beton dat voor de Haarlemmermeerlijnen is gebruikt. De Lasso, niet lelijker dan het gemiddelde bedrijventerrein, maar zeker ook niet mooier, toont aan dat auto’s auto’s aantrekken. Op het kruispunt Alkemadelaan - Pastoor Onelplein zitten maar liefst vier autobedrijven, en een klein stukje verderop, aan de andere kant van de A4 nog een. De gefiguurzaagde Dick-Brunafiguurtjes op het rijtje kinderdagverblijven tegenover de autobedrijven, vallen eigenlijk wel erg uit de toon. Schattig, maar zijn autoemblemen niet veel herkenbaarder voor de peuters? Een stukje verderop, waar het spoor ooit naar het zuidwesten afboog, naar een halteplaats onder Nieuwe Wetering, heeft het autogeweld in nog grotere hevigheid toegeslagen. Van de halteplaats - die de ietwat idyllisch klinkende naam Fransche Brug had - is niets, maar dan ook werkelijk niets meer terug te vinden. Niet dat de halte veel om het lijf had. Op oude foto´s is een eenvoudige abri langs een hoge spoordijk te zien, pal voor een viaduct over een pad richting Nieuwe Wetering. Er is nu nog steeds een weggetje naar dit dorp: een smal, recentelijk geasfalteerd fietspad. Het zou een klein wonder

zijn als dat nog op precies dezelfde plek ligt als het paadje van toen, want de hele omgeving is bedolven onder de rijksweg A4 met al zijn uitbreidingen, en onder een kluwen van rotondes, bermen en ventwegen. Zelfs de kleinste herinnering aan het spoor weggevaagd. Zelfs de plek waarnaar het verwijst, de brug over de vaart langs het Westeinde, is totaal verdwenen. Sterker nog: de vaart ligt er niet eens meer. Zo´n honderd meter voor de A4 is het water afgedamd en gedempt. De naam Fransche Brug leeft nog wel voort. Ze staat, met authentieke s´ che´, op de gevel van een voormalig café. Nog wel, tenminste. Het oude café oogt verwaarloosd en bouwvallig. Ernaast staat een groot bord van een project-ontwikkelaar dat voorbijgangers oproept zich nú in te schrijven voor het project Fransche Brug’ waar straks acht verrassende’ woningen verrijzen. Een getekende impressie op het bord laat zien hoe het buurtje eruit komt te zien. Eigentijds en niet onaardig. Maar het café is in geen velden of wegen te bekennen. Ook die Fransche Brug lijkt zijn langste tijd wel gehad te hebben.

Regio

SCHRIJVENDE LEZERS

Alle knikkebollers zouden van de weg af moeten In de krant van de afgelopen week las ik de column van Dick van der Plas. Ik ben nogal geschrokken van het gemak waarmee de heer Van der Plas om gaat met ’knikkebollen achter het stuur’. Hij durft zelfs te beweren dat niet iedereen - en daar bedoelt hij andere knikkebollers mee - zo verstandig is om met 80 km per uur tegen een weerloos verkeersbord te rijden. Nou vraag ik me op de eerste plaats af, wat er zo verstandig aan is om tegen een verkeersbord te rijden, ook al zou dit bord zich wel zou kunnen weren en op de tweede plaats vraag ik me af of de heer Van der Plas niet een beetje overdrijft met zijn 80 km per uur, want mijns inziens had hij deze column dan niet meer kunnen schrijven.

Al moet Van der Plas erg lachen om zijn ’knikkebollende ervaringen’ en maant hij andere knikkebollers tot voorzichtigheid, ik vind het absoluut niet om te lachen en vind dat alle knikkebollers van de weg af zouden moeten en de ernst moeten inzien van dit ’ongemak’. Verzekeringen zouden eens een onderzoek hierna in moeten stellen want het probleem lijkt ernstig te worden onderschat. Ik raad de heer Van der Plas ernstig aan om een chauffeur in dienst te nemen of zich voortaan op de fiets voort te bewegen. Een haaruittrekkende bijrijder zou ook kunnen maar naar verluidt zal deze functie er één zijn van zeer korte duur. BEB ROUWEN, H E E R H U G O WA A R D .

WIM WEGMAN

reacties: [email protected]

’Perron nul is de enige plek waar je kan zitten zonder een boete te krijgen’

Verslaafden willen niet weg

De voedselbank in Alphen an den Rijn.

Zoeken naar de oorzaak achter voedselbanken

De Leidse gemeenteraad heeft het college de opdracht gegeven om ’perron nul’, verzamelplek van verslaafden en daklozen bij het station, voor het eind van het jaar te ontruimen. ,,Je kunt mensen daar niet als beesten laten rondzwerven en je kunt zo’n gebruikersplek niet tolereren’’, vatte GroenLinkser Jos Posthuma de mening van de raad samen. De politiek rept over extra opvangplekken maar de opening van het nieuwe opvangcentrum op het Nuonterrein laat nog een jaar op zich wachten. De bezoekers van perron nul hebben er weinig vertrouwen in en wensen de politieke bemoeienis, die hen ten deel valt, niet. Tegen de achtermuur liggen vlak naast het chemisch toilet een paar matrasjes. Roy zit op grond bij de resten van een dosis crack. Reza brabbelt wat voor zich uit, bijna onverstaanbaar. Een donker kijkende man maakt een wegwerpgebaar als bij de vraag wat hij er van vindt dat perron nul voor het eind van het jaar wordt ’leeg geveegd’. Hij draait het gezelschap demonstratief de rug toe. ,,Belachelijk’’, zegt Tanny (47), terwijl ze de Joop Walenkamptunnel in schiet, op weg naar haar werkterrein. ,,Dit is de enige plek waar je kan zitten zonder een boete te krijgen. Ik wil helemaal geen boetes.’’ Ze verblijft regelmatig op perron nul. ,,Anders moet ik ergens gaan liggen waar ze seks willen hebben in ruil voor een slaapplaats’’, zegt ze. ,,In het slaaphuis is bijna geen plek voor vrouwen, dus dat schiet niet op. Uit portieken word je weggestuurd of erger, krijg je ook nog eens een boete.’’ ,,Eigenlijk geen tijd’’, zegt Tanny. Ze is onrustig, er moet gescoord worden want de roes is voorbij. Ze heeft geld nodig en daarna vooral drugs. ,,Ik ben dakloos en verslaafd en ik hoor bij de inboedel van perron nul. Meestal slaap ik hier.’’ Momenteel loop ze moeilijk. ,,Een ontsteking, trombose’’, mompelt ze. ,,Ik heb net een paar dagen binnen gezeten vanwege dat been. Maar nu ben ik weer buiten.’’ Ja, natuurlijk wil ze graag

ARCHIEFFOTO MARK LAMERS

Bij de debatten noemt men meestal alleen het woord voedselbank en dan wel in verband met armoede. Bijna nooit spreekt men over de oorzaken waardoor de voedselbanken zijn ontstaan en welk beleid men zou kunnen voeren om dit te voorkomen. Dit stoort me hevig. Ik herinner mij een artikeltje uit deze krant over de gemeente Alphen aan den Rijn, die een beleid hebben uitgestippeld om op den duur de voedselbank te laten verdwijnen. En dat is de reden, waarom ik dit stukje wil schrijven. Ik wil heel graag, dat de mensen het eens van een andere kant gaan bekijken. Zoals in alle gemeenten zijn er schitterende regelingen voor jong en oud als mensen niet kunnen rondkomen van hun inkomen. In Alphen is een folder in de maak om mensen met een minimuminkomen te informeren over de opnieuw uitgebreide voorwaarden en mogelijkheden voor financiële ondersteu-

ning en ook in verschillende gevallen voor mensen boven het minimumniveau met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006. Ik zou het willen vergelijken met andere landen, of daar ook zulke goede regelingen zijn. Dit betekent echter niet dat voedselbanken gaan verdwijnen.. Een persoonlijke benadering, nagaan hoe het komt, dat mensen in de problemen zijn geraakt en begeleiding, was de kern van het artikeltje, dat ik in deze krant las over de gemeente Alphen aan den Rijn. Schuldhulpsanering en een cursus: rondkomen met inkomen zijn daar een paar voorbeelden van. Persoonlijk denk ik ook, dat deze wijze van handelen, de enige weg is. Misschien moet deze visie, dit beleid, meer naar buiten gebracht worden, zodat er niet nog meer voedselbanken nodig zijn. MARGREET ZANDBERGEN, ZOETERWOUDE.

Blanco stem serieus nemen

De troosteloosheid van perron nul. een ander leven, maar ze kan zich er niet toe zetten. ,,Ik kom er niet aan toe, ik heb er geen kracht voor.’’ Met een stralende lach: ,,Eigenlijk zoek ik iemand die van me houdt.’’ Het leven op perron nul omschrijft ze als ,,heel erg saai’’. Maar dat er voor het eind van het jaar een eind wordt gemaakt aan de gedoogplek, ziet ze niet zitten. ,,De goeden moeten hier onder de kwaden lijden.’’ Dat laatste klopt wel: de rechtbank behandelde afgelopen jaren behoorlijk wat rechtzaken tegen met name dealers

FOTO HENK BOUWMAN

die gebruikers mishandelden en terroriseerden. Vrijdag nog moesten twee Leidenaars voor komen, die te boek staan als de ’plaag van perron nul’. Bij de ingang van Leiden Centraal staat René Meijers de Vagebond te verkopen. ,,Kijk, dat ben ik’’, wijst hij op een plaatje in het blad. ,,Ervaringsdeskundige.’’Veel stadsgenoten zullen hem kennen in combinatie met zijn onafscheidelijke hond Fles, een Rottweiler met vriendelijk karakter. Maar Fles is overleden en nu staat René er alleen voor. Bij perron nul, zegt hij, komt

hij praktisch nooit. ,,Logisch dat ze het willen opdoeken, perron nul is mensonterend. Het is er vies, de mensen gedragen zich asociaal, ze proberen elkaar allemaal te benadelen. En er is vaak sprake van bedreigingen en berovingen.’’ Dat is overigens niet direct de reden dat René de ruimte onder het spoor naar Alphen aan den Rijn op dit moment mijdt. ,,Ik sta voor veertien dagen genoteerd, ik moet een straf uitzitten. En ik ben binnenkort jarig en dan wil ik wél buiten zijn.’’ Bij perron nul vraagt de politie

vaak om identiteitpapieren, aldus René. De verslaafden in Leiden hebben behoefte aan een gebruikersruimte, vindt Meijers. Hij wijst naar de kantoorgebouwen van de universiteit tegenover het station. ,,Daar is zat plek, er staat meer dan genoeg leeg. Maar in Leiden willen ze ons niet echt helpen’’, moppert hij. Hij zegt gevraagd te zijn voor het heroïneproject waar de gemeente Leiden onlangs geld voor heeft uitgetrokken. ,,Maar ik doe het niet, ze willen ons zeker dood hebben’’, zegt René.

,,Die heroïne, die ze gaan verstrekken, is zo zuiver... Daar heb ik hooguit één gram per week van nodig. En ik begrijp dat je er methadon bij moet gebruiken. Dat is troep, dat doe ik dus al jaren niet meer.’’ ,,Kom je nou’’, zegt Tanny tegen René. Even later zijn de twee de stad in, naar een adresje waar ze kunnen scoren. Roy had nog niet gehoord over het besluit van de gemeenteraad. ,,We zijn vaak hier. Waar moeten we dan naar toe? Op andere plaatsen worden we ook weggejaagd’’, zegt hij.

Ik heb vernomen dat blanco stemmen als ongeldig worden gezien (Leidsch Dagblad van 17 november). Wordt het niet eens tijd dat dit verandert? Blanco stemmen moeten ook serieus genomen worden. Een blanco stem laat zien dat je de verkiezingen wel belangrijk vindt, maar dat je niet op één bepaalde partij wilt

of kunt stemmen. Bijvoorbeeld omdat je onvoldoende informatie heeft gekregen over de standpunten van de partijen. Natuurlijk is een blanco stem slechter dan een stem op één partij, maar nog altijd beter dan woensdag thuisblijven. F. J . G . A Z I E R , LEIDEN.

UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1956, woensdag 21 november Vele bewoners van de Professorenwijk zullen het betreuren, dat sedert enige dagen een begin is gemaakt met de ’sloping’ van het aardige paadje, dat zich door een brede groenstrook slingerde van de Zoeterwoudse Singel naar de Kamerlingh Onneslaan. In andere vorm zal dit

pad (het Philosophenpad) terugkeren, doch het l´andelijke´ zal er dan geheel af zijn. Vooral zij, die dagelijks van en naar hun werk van dit pad gebruik maakten, zullen de verandering in het stadsbeeld daar met gemengde gevoelens gadeslaan. Een woord van hulde aan de plantsoendienst voor het al deze jaren ’gebodene’ mag hier niet ontbreken.

V I S S E R I N D E STA D M’n zwembadroute gaat er aan. Onheilspellend nieuws in de krant: Langebrug en Turfmarkt afgesloten. Daar ben ik mooi klaar mee. Dat wordt fietsen met twee kinderen van de Lammenschansweg naar de Wassenaarseweg. Bij knap weer niet zo’n punt, maar als het hoost, zoals jongstleden donderdag, is het behoorlijk afzien. Dan pakken wij maar al te graag de auto. Maar dat is straks dus geen optie meer. PvdA, SP, Groen Links en de Christen Unie zitten ons in de weg. De collegepartijen gooien de boel op slot. Ooit hadden we een stadsbestuur dat werkte aan een verkeerscir-

culatieplan. Nu zitten we met een college dat zich beijvert voor verkeersstagnatie. Ik kan mezelf wel voor de kop slaan, ik heb namelijk SP gestemd. Wat een misrekening. Straks is de Oostvlietpolder bedrijventerrein, dendert de Rijn Gouw Lijn door de binnenstad en is het autoluwe centrum omgeven door één grote, walmende file. De zwemles zit in mijn portefeuille en dat betekent dat ik de oudste twee donderdags om zes uur in het bassin van het Rijnlands Revalidatie Centrum moet hebben liggen. Tuurlijk, tuurlijk, ze kunnen ook in het Vijf Meibad gaan lessen, dat is tien

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

keer dichterbij, maar daar hebben wij onze bekomst van. Eén kind heb ik een tijdlang elke zaterdagochtend met vaste hand die haveloze zwemfabriek binnen gedreven, maar het schoot voor geen meter op. Na een half jaar bibberend toekijken terwijl een ongetwijfeld goedwillende, maar niet al te overtuigende juf met de ergste dwarsliggers in gevecht was, zat onze oudste nóg in badje één. En elke zaterdagochtend was het wakker worden met pijn in de buik van de ellendige zwemles die haar te wachten stond. Nee, dan het RRC waar de meesters en juffen, vakluit, niet meer dan vier

kinderen tegelijk onder handen nemen. Kost een paar centen meer, maar het schiet te minste op. Dus

LDN202

dat extra lesgeld verdient zichzelf automatisch terug. Bovendien, kind én ouder lopen er geen trauma op. We gaan er fluitend heen en komen er fluitend vandaan. Het autoklokje gaf 17.31 uur aan toen we donderdag van huis weg reden. Ik zou zeggen: stap even in, dan laat ik u de route zien. Lammenschansweg richting centrum, bij de stoplichten linksaf, Jan van Houtkade afrijden, rechtsaf de Doezastraat in, bruggetje over, rechts, links, de Langebrug tot aan het Rapenburg, rechtsaf de Prinsessekade op, Turfmarkt, Nieuwe Beestenmarkt, voor molen De Valk naar

rechts, linksaf op de Molenwerf, brug over richting Rijnsburgerweg, en dan ter hoogte van de Kagerstraat op driekwart van de rotonde de Wassenaarseweg op. Het binnenstadsverkeer was donderdag een chaos, maar om 17.47 uur stapten wij uit de auto. Inderdaad, fluitend. Het is de enige route die je met de auto sneller aflegt dan met de fiets. Maar nu hebben de collegepartijen zich ten doel hebben gesteld om verkeer dwars door de binnenstand totaal onmogelijk te maken. Vandaar een knip in de Turfmarkt en een knip in de Langebrug. Een knip er in, dat klinkt als castratie en

zo voelt het ook. Ik weet het, ik weet het, mijn verkeerscirculatiefrustratie is een behoorlijk luxeprobleem. Helemaal mee eens. En eigenlijk ben ik ook best voor een binnenstad met zo min mogelijk auto’s. Maar, maar, maar. Het verkeer historisch Leiden uitjagen, de files in, op de Morsweg, Hooigracht, Churchillaan en Lammenschansweg, om maar een paar zijstraten te noemen, is je reinste struisvogelpolitiek. Ons verkeersprobleem bevindt zich namelijk niet ín de binnenstad, maar er om heen. Jaap Visser www.visserindestad.nl

ANNO 1981, zaterdag 21 november LEIDEN - ,,Plantsoenen zijn een vitamine", zegt G. Gaastra (63), scheidend hoofd van de afdeling plantsoenen van de gemeente Leiden. Hij is tevreden over de hoeveelheid groen waarover Leiden kan beschikken, vergeleken met andere middelgrote steden. ,,Alleen, iets meer variatie zou kunnen." FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 2 8 N OVE M B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

De trein flitst straks weer over de Haarlemmermeerlijn SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 15: het baanvak Fransche Brug-Rijpwetering. De route van de Haarlemmermeerlijn, tussen de rand van Haarlemmermeer en Leiden zo goed bewaard gebleven onder de provinciale weg N445, is voorbij Roelofarendsveen eventjes niet meer met de auto te volgen. Het spoor leeft er nog wel voort, maar wie het wil narijden, moet nog een jaartje of wat geduld hebben. Het ligt namelijk over een lengte van een kleine kilometer precies onder de spoordijk van de Hoge Snelheids Lijn (HSL). De HSL verlaat Haarlemmer-

Het voormalige station Rijpwetering. FOTO UIT ’DE HAARLEMMERMEERSPOORLIJNEN IN OUDE ANSICHTEN’

meer bij het buurtschap Vredeburg en duikt via een eigen aquaduct op in Zuid-Holland tussen Nieuwe Wetering en Roelofarendsveen. Een klein stukje verderop, bij wat tot 1936 de halteplaats Fransche Brug was, volgt de HSL een eindje dezelfde route als het oude boe-

meltje. Dat maakt het op zichzelf wel een bijzondere plek. Het is straks weer het enige stukje van het tracé van de Haarlemmermeerlijnen dat nog in gebruik is voor reguliere treindienst, al zijn de kale rails waar de stoomtrein destijds over reed niet te vergelijken

met het hightech spoor van de HSL. Wie het straks wil meemaken, zal bovendien goed moeten opletten. Waar de oude stoomlocomotief vroeger hevig moest trekken en sleuren om zijn wagons de helling naar de hoge spoordijk bij Fransche Brug op te krijgen, flitst de Thalys straks in een paar seconden voorbij. De A4 en de HSL gaan samen nog een tijdje in ongeveer dezelfde lijn door - tot de Hoge Snelheids Lijn zich iets voor Leiderdorp over de rijksweg slingert en zijn tunnel onder het Groene Hart induikt. De Haarlemmermeerlijn buigt echter op een plek die in de volksmond ’de Zoutkeet’ heet – precies tussen Rijpwetering en het Braassemermeer in – tamelijk scherp naar het westen. Hier neemt de provinciale weg N445 het oude spoor weer onder zijn hoede. De omgeving verandert na die bocht onmiddellijk. De A4 en HSL verdwijnen snel uit zicht en het autoverkeer lijkt opeens veel minder dominant.

Het landschap is opeens ook wat dromeriger: wat weiden, een hoger gelegen vaart en heel veel bomen. De afslag naar Rijpwetering komt, te midden van al die schoonheid, vervolgens nog bijna als een verrassing. Onder aan de afrit naar het dorp, op de plek waar nu een provinciale carpoolplek ligt, stond ooit station Rijpwetering. Het gebouw had veel weg van station Nieuw-Vennep, station Oude Wetering, station Leimuiden en station Roelof Arendsveen. Het was een stationstype waar kennelijk geen zegen op rustte, want al deze gebouwen zijn betrekkelijk snel na de opheffing van de lijn verdwenen. Bij station Rijpwetering ging dat met behoorlijk veel geweld gepaard, weet overbuurman Henk Castelijn zich nog te herinneren. Het gebouw werd in een paar stappen met springstof opgeblazen. ,,Ik was een jochie van 4 of 5 jaar. Het moet dus 67, 68 jaar geleden zijn, maar ik weet het nog goed. Bij ons op het erf lagen van die grote brok-

ken steen, door de ontploffing tientallen meters weggeslingerd.’’ Het spoorhuis dat bij het station stond, heeft het iets langer volgehouden. Inmiddels is het ook verdwenen, legt zoon Leon Castelijn uit. ,,Het is een jaar of vijftien geleden gesloopt om plaats te maken voor een nieuw huis. Het was ook niet veel meer, toen.’’ Ondanks alles zijn er ook in Rijpwetering nog tastbare herinneringen aan het spoor te vinden. Leon Castelijn vist ze met enige regelmaat uit de sloot tussen de provinciale weg en zijn boerderij annex Groene Hart Landwinkel. ,,Als we de sloot uitbaggeren, komen er vaak grote briketten steenkool naar boven. Soms tien, twintig centimeter groot. Kennelijk verloren bij het bijvullen. We vinden ze steeds minder, maar er zullen er ongetwijfeld nog wel een paar liggen.’’ WIM WEGMAN

Reacties: [email protected]

’Lid worden van een leeskring leeft heel erg’

Leeskringen zijn ideaal voor lezers die graag discussiëren over alle indrukken die een uitgelezen boek heeft achtergelaten. De leden spreken onderling af welk boek ze gaan lezen en bespreken het daarna. Ze kunnen via de bibliotheek leeskoffers bestellen of zelf boeken regelen. Volgens bibliothecaris Joke Koetsier van de bibliotheek in Leiderdorp lezen de kringen meestal literaire boeken. ,,Zoals de boeken van Anna Enquist. De laatste tijd is ’De Engelenmaker’ van Stefan Brijs erg populair.’’ In dat boek zorgt een merkwaardige dokter met zijn drieling voor veel geroddel onder de dorpsbewoners. ,,Ze lezen vaak boeken waarin je voor of tegen iets kunt zijn, of verhalen met veel thema’s waarover de meningen uiteen kunnen lopen.’’ De bibliotheken in Leiden en Leiderdorp proberen door het

verspreiden van een vragenlijst te peilen hoeveel mensen interesse hebben in een leeskring. ,,Tot nu toe hebben we zo’n honderd enquêtes teruggekregen van Leidenaars en Leiderdorpers’’, zegt Capel. ,,Binnenkort kijken we hoeveel we precies hebben ontvangen. Ook moet uit de enquête duidelijk worden waar behoefte aan is. Een virtuele kring bijvoorbeeld, of een vaste ruimte in de bibliotheek.’’ Capel denkt dat het gratis uitdelen van het boek ’Dubbelspel’ de populariteit van leeskringen een boost heeft gegeven. Alle bibliotheekleden kregen ’Dubbelspel’ tijdens de nationale campagne ’Nederland Leest’, van 19 oktober tot en met 16 november. De bedoeling van de campagne was dat heel Nederland over hetzelfde boek zou praten. Dubbelspel is daar erg geschikt voor. Het is veel the-

Diks van der Linden.

FOTO HENK BOUWMAN

Diks van der Linden (75) is van de vijftien leden de enige man in zijn leeskring. ,,Ik denk dat mannen over het algemeen minder lezen dan vrouwen. In de bibliotheek zie je altijd vrouwen boeken lenen. Ik denk dat ik als man anders tegen verhalen aankijk. Wanneer je leest, verplaats je je in een bepaald persoon. Ik zou verwachten dat een man zich dan eerder identificeert met een man en en vrouw met een vrouw. De leeskring waar ik deel van uitmaak heet Boekenboom 1 en is opgericht door de protestantse kerk in Leiderdorp. We lezen Nederlandse literatuur die op dat moment in de focus staat, zoals nu een boek over IJmuiden in de Eerste Wereldoorlog. Daarna discussiëren we of het boek goed is geschreven en over het plot en de achtergrond van het verhaal. Laatst hadden we het er bijvoorbeeld over of wij als nazaten schuldig zijn aan de slavenhandel die de Hollanders dreven. Ik heb altijd veel gelezen. Voor mijn werk heb ik vrij lang gevaren en had dan vijf-, zeshonderd boeken bij me. Lezen was leuk tijdverdrijf. Wat moet je anders op een schip? Mijn favoriete boek is de bijbel. Het heeft me door vele moeilijke tijden heen geholpen.’’

’De rode knop, meneer, u moet op de rode knop drukken.’ Nou ben ik wel vaker zwevende kiezer geweest, maar vorige week was het wel heel erg. Zelfs in het stemhokje stond ik nog te zweven. Eerder dit jaar, bij de gemeenteraadsverkiezingen, wilde het ook al niet vlotten met mijn besluitvorming. De keer daarvoor had ik in de stad op de persoon gestemd en niet op de partij, want dat leek mij bij lokale verkiezingen wel verdedigbaar, dat je het partijprogramma minder zwaar laat wegen dan hoe iemand zich in de gemeenteraad manifesteert. Zo kon het gebeuren dat mijn stem toen naar de ChristenUnie ging, omdat ik de stellige indruk had dat Filip van As er in de Leidse raad met kop en schouders bovenuit stak. Maar om nou twee keer achter

elkaar ChristenUnie te stemmen. Dus raadpleegde ik op de ochtend van 7 maart 2006 de stemwijzer en die stelde mij voor de keus ChristenUnie of SP. Maar toen ik de volgende ochtend in de krant las voor welke monsteroverwinning mijn stem mede had gezorgd, begon ik ’m te knijpen. Zou de SP wel over voldoende kader beschikken voor een lokale machtsovername? Nee dus. De LPF-taferelen in de Leidse raad bezorgden mij schaamblosjes op de wangen. Ook voor de novemberverkiezingen heb ik mijn politieke toevlucht tot de stemwijzer gezocht, want ik zag de bui al hangen. Als Wouter Bos in opperste verwarring draaikontte ik van PvdA naar GroenLinks naar SP. Maar de stemwijzer deed exact hetzelfde, de ene

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

ma’s rijk, waaronder verraad, liefde en de politiek. In de roman wordt het leven weergegeven van vier Antilliaanse dominospelers en hun vrouwen op Curaçao. Momenteel hebben de bibliotheken van Leiden en Leiderdorp elk een kleine vijftien kringen in hun eigen gemeente geteld. In de Duin- en Bollenstreek zijn tussen de vijf en tien clubs die via hun bibliotheek aan boeken komen. Vermoedelijk zijn er nog meer in de regio, maar hebben zij zich niet bij de bibliotheken gemeld. Capel denkt dat er de behoefte is om meer leeskringen te starten. ,,In januari of februari organiseren we een leeskringavond, als daar genoeg belangstelling voor is. Veel mensen willen graag een leeskring opzetten, maar weten niet hoe. Op die avond willen we tips geven en kijken welke stijlen in trek zijn, zoals poëzie of Nederlandse of Scandinavische literatuur. We bieden de gelegenheid voor geïnteresseerden om elkaar te ontmoeten en workshops te volgen.’’ Die workshops moeten antwoord geven op vragen als:

’hoe zet je een leeskring op?’ en: ’hoe kies je romans?’ Ook bibliothecaris Joke Koetsier van de bibliotheek in Leiderdorp ’merkt dat het ’heel erg leeft’ om lid te willen worden van een leeskring’. Ze denkt dat het aantal kringen groeit. ,,Ik heb het idee dat steeds meer leeskoffers worden uitgeleend. Bij het bijhouden van de bestaande clubs zag ik ook dat een paar niet zo lang geleden zijn begonnen.’’ Het gezamenlijk lezen blijkt steeds mee jongeren aan te trekken. ,,De leden van Leidse leeskringen zijn van alle leeftijden’’, weet Capel. ,,Laatst kwamen hier nog twee meiden van de middelbare school die een club wilden oprichten voor 16- en 17jarigen.’’ De Leiderdorpse kringen zijn volgens Koetsier ’heel gevarieerd’. ,,Wel gaat het meestal om vrouwen. Ik heb tot nu toe maar één club gezien waar ook een man lid van is.’’ De bibliotheken van Lisse en Noordwijk daarentegen merken dat het nog altijd vooral om ouderen gaat. Volgens Nel Warnders van de bibliotheek in Lisse krijgen leeskringen vooral on-

Richelle Akodi (links) en Devika Raghoenath.

FOTO HIELCO KUIPERS

Richelle Akodi (18) richtte samen met Devika Raghoenath een kring op waar ook jongeren zich voor aanmeldden. ,,We zijn net begonnen ons eerste boek te lezen, ’Dubbelspel’. We hebben het groepje net opgericht. Tot nu toe bestaat het uit zes mensen, vooral jongeren van mijn leeftijd. Binnenkort houden we dus de eerste boekbespreking. Als het een hit wordt, doen we het misschien vaker. Het wordt een Antilliaanse avond met Antilliaanse hapjes en een optreden van een rapper. Ook spelen we een dominospel. Dat spel centraal staat in het boek. Verder gaan we discussiëren over de thema’s in het boek. Door dit verhaal heb ik bijvoorbeeld een nogal slecht beeld gekregen van Curaçao. Er komen allemaal hoeren in het boek voor. Iedereen gaat erin vreemd. Ik vraag me af hoe de anderen daar over denken. Ik heb weinig tijd om te lezen, maar vind het wel leuk. Mijn favoriete boek is ’Ik was twaalf en fietste naar school’ van Sabine Dardenne. Zij was gevangen genomen door Marc Dutroux. Ik lees graag waargebeurde verhalen, vond het interessant om haar kant van het verhaal te lezen. Maar ik houd ook erg van romans.’’

Visser

in de

stad keer deelde die me mij de PvdA in, de volgende keer (terwijl ik voor mijn gevoel niet anders antwoordde) moest ik het bij

LDN202

GroenLinks zoeken en dan weer bij de SP. Ik besloot mijn eigen politieke denktank maar eens bijeen te

SCHRIJVENDE LEZERS

Geert Wilders bejubelt met een paar aanhangers het verkiezingsresultaat. FOTO ANP/ROBERT VOS

Dommeriken in Alkemade stemmen op Geert Wilders Wat een domme mensen wonen bij ons in de gemeente Alkemade. 484 Stemmen heeft Geert Wilders op 22 november vergaard in onze gemeente. In dorpen waar nauwelijks mensen van allochtone afkomst wonen. Enkele jaren geleden hebben

we al een schandaal meegemaakt, toen een familie van Iraakse afkomst Roelofarendsveen is uitgejaagd. En nu dit. Ik begrijp het echt niet meer! DIRK HOOGENBOOM, R O E LO FA R E N D SV E E N .

Regionale samenwerking dupeert heel veel ouderen

Samen lezen, ja gezellig Het stoffige imago van leeskringen is aan het veranderen. Waren het voorheen vooral clubjes van dames van boven de 50, de laatste tijd zijn leeskringen ook populair onder jongeren. ,,Ik denk dat we er de komende tijd steeds meer zullen zien’’, zegt hoofd evenementen en communicatie Linda Capel van de Openbare Bibliotheek Leiden & Leiderdorp.

Regio

De leeskring wordt steeds populairder. der senioren de laatste tijd meer bekendheid. ,,Zij zijn toch op zoek naar dingen die ze samen kunnen doen.’’ Bibliothecaris Gerda van Duijvenvoorde van

FOTO GPD/ FRANS NIKKELS

de Noordwijkse bibliotheek verwacht ook een groei van leeskringen. MELISSA SONG LOONG

Juliette Reitsema.

FOTO HENK BOUWMAN

Juliette Reitsema (39) begon dit jaar een leeskring met vijf anderen. ,,We hebben elkaar bij het doen van vrijwilligerswerk ontmoet en toen is het idee geopperd om een kring te beginnen. Iedereen bracht één of meerdere boeken naar voren en daar hebben we een lijstje van gemaakt. Daarop gaven we aan welke boeken onze voorkeur hadden. Meestal lezen we romans. ’Knielen op een bed violen’ van Jan Siebelink of ’De vliegeraar’ van Khaled Hosseini bijvoorbeeld. We bedenken zelf welke boeken ons interessant lijken en soms komen we via horen zeggen op een idee. Mijn favoriete boek? Het is moeilijk om een keuze te maken, maar ’Het huis van de moskee’ vond ik erg mooi. Tijdens discussies kom je meer over bepaalde onderwerpen te weten. Toen we het over het boek van Siebelink hadden, ben ik veel meer te weten te komen over bloemkassen. Ook blijf ik op deze manier op de hoogte van leuke boeken. Ik vind het soms moeilijk om aan nieuwe boeken te komen. Ook denk ik dat ik als lid van een kring geconcentreerder lees, omdat ik het achteraf moet bespreken. Ik let beter op de inhoud en schrijfwijze.’’

roepen. Met z’n vieren zaten we in De Bijlen aan de bar, de politieke verslaggever van Trouw, de ambtenaar op het ministerie van justitie, het tikkeltje militante PvdA-lid en ik. Wij vrienden discussieerden er zo fanatiek op los dat de gesprekken om ons heen stilvielen en iedereen gespannen mee ging zitten luisteren. Nieuwsgierig naar waar het op uit zou draaien. Op de PvdA. Want over één ding was mijn denktank het eens: wie van Balkenende af wil, moet tactisch stemmen en dat wil in dit geval zeggen: PvdA. Want met GroenLinks en de SP loop je toch de kans dat links te zeer verbrokkelt. Een sterke PvdA biedt de grootste garantie op een andere premier dan die kraak noch smaak moralist die al weer dik vier jaar onze dienst uitmaakt.

Maar ja, Bos. Als je al gaat lopen huilebalken om een paar schimpscheuten van Balkenende dan kun je dus geen greintje tegenwind verdragen. Vandaar dat ik in het stemlokaal toch weer flink stond te zweven. De PvdA, dat wel, liever geen Bos, maar wie dan wel? ’De rode knop, meneer.’ ’Ja, ik weet het, maar ik ben zo’n zwevende kiezer dat ik nu nog sta te twijfelen.’ ’Kan wel zijn, meneer, maar u moet nu toch echt de rode knop indrukken.’ Nou daar ging ze dan, de nummer 4 van de PvdA, Jet Bussemaker. Waarom? Omdat mijn vader vroeger zo’n aardige collega had die Bussemaker heette. Dat krijg je dan. JA AP VISSER

www.visserindestad.nl

Tijdens een commissievergadering van 9 november waren alle politieke partijen in Noordwijk van mening dat de uitsluiting van Groot Hoogwaak voor het verlenen van huishoudelijke taken in het kader van de WMO ongewenst is. Alle acht fracties vinden dat het college van B en W alles in het werk moet stellen om Groot Hoogwaak alsnog te selecteren voor deze zorgtaken in Noordwijk. Zeker nu blijkt dat Groot Hoogwaak goedkoper is dan de wel voor deze taken geselecteerde organisaties én, anders dan de wel geselecteerde instellingen, als enige in het bezit is van het in de zorg zeer begeerde HKZ kwaliteitscertificaat, waarmee de kwaliteit van de zorg en de organisatie niet ter discussie gesteld kan worden. Van de zijde van Groot Hoogwaak is voorgesteld om niet te tornen aan de selectie van de drie niet in Noordwijk gevestigde organisaties, maar Groot Hoogwaak als vierde partij toe te voegen aan het lijstje van organisaties die in het kader van de WMO zorgtaken mogen verrichten in Noordwijk. Het Noordwijkse college zegt zich gebonden te voelen aan de in de regio afgesproken procedures en zich niet in te kunnen zetten voor deze optie. Waarom honoreert het college niet het raadsbreed gedragen verzoek om Groot Hoogwaak alsnog te selecteren? Voor het inkopen van de huishoudelijke taken in het kader van de WMO is een aanbestedingsprocedure volgens de richtlijnen van de Europese Commissie verplicht. Die procedure wordt door de twaalf bij Holland Rijnland aangesloten gemeenten als zó ingewikkeld beschouwd, dat zij besluiten dat gezamenlijk te laten doen door een deskundig bureau. Uit het eindadvies van het NIC (het geselecteerde inkoopbureau) en de gedelegeerde ambtenaren blijkt dat zowel met de strekking van de wet als met de raadsbreed – en Tweede Kamerbreed – geuite wens om, als dat maar enigszins kan, goede aandacht te geven aan lokale structuren en lokale organisa-

ties, de vloer wordt aangeveegd. Tot overmaat van ramp blijkt dat de gemeenteraad door akkoord te gaan met de opzet van de procedure zichzelf volledig buitenspel heeft gezet. B en W raden de raadsleden zelfs aan om zich niet bezig te houden met deze kwestie, omdat daarmee regionale belangen kunnen worden geschaad. Intergemeentelijke samenwerking is prachtig en ongetwijfeld noodzakelijk, maar moet niet leiden tot het afstaan van bevoegdheden aan een lichaam dat geen democratische legitimatie kent. En al helemaal niet als blijkt dat deze bevoegdheid in feite is gedelegeerd aan een inkoopbureau met een expertise waarop in de praktijk nog wel wat valt af te dingen. Uit de bij de aanbesteding van de huishoudelijke hulp in het kader van de WMO gevolgde procedure moeten de gemeenten lering trekken. Belangrijkste les is: sta niet je eigen bevoegdheid af, zonder dat je weet welke gevolgen dit kan hebben. Een tweede les is dat regionale afspraken pas tot uitvoering mogen worden gebracht nadat de consequenties van deze afspraak in hun volle omvang door de lokale politici in meerderheid zijn goedgekeurd en pas nadat een reguliere mogelijkheid voor inspraak voor betrokken partijen is gegeven. Een derde les is dat, individuele gemeenten bij regionale aanbestedingsprocedures zich het recht moeten voorbehouden om op details een eigen koers te varen als sprake is van zwaarwegende lokale argumenten. Het kan toch niet zo zijn dat een uitstekend draaiende zorginstelling die tientallen jaren tot volle tevredenheid van vele honderden ouderen, en met de hulp van honderden vrijwilligers, inhoud heeft gegeven aan de ouderenzorg in Noordwijk ernstig gedupeerd wordt in haar ontwikkeling door een administratieve dwaling van een uitbestedende regionale dienst zonder dat lokale politici hierop kunnen ingrijpen? C E E S VA N D U I J N , NOORDWIJ K.

UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1956, woensdag 28 november WARMOND - De aanbiedingsbrief bij de gemeentebegroting van Warmond, welke in de raadsvergadering van december behandeld zal worden, geeft een uitgebreide toelichting. De huidige fase van de conjunctuur, die wordt gekenmerkt door een steeds verdere stijging van lonen en prijzen, heeft niet nagelaten de financiële positie van de gemeente ongunstig te beïnvloeden. Geconcludeerd moet worden dat de normale uitkeringen uit het Gemeentefonds te kort schieten.

ANNO 1981, zaterdag 28 november LEIDEN - Litteris Sacrum speelde gisteravond in de Leidse Schouwburg twee zeer uiteenlopende toneelstukken: één Chinees en één Spaans. Het toneelgezelschap kweet zich met verve van een moeilijk opgave. Op de foto een scène uit het Chinese toneelstuk. FOTO ARCHIEF LD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 5 D E C E M B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Van de lijn langs niets naar nergens rest weinig SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering16: het baanvak Rijpwetering-Leiden Herensingel. Het blijkt dus geen briljant idee om in de berm van de N445 bij Rijpwetering op zoek te gaan naar resten van de oude Haarlemmermeerlijn. Althans, niet vlak na een regenbui. Door het hoge natte gras is de spijkerbroek na twee stappen tot ver over de knie doorweekt. Een paar passen verder beginnen de schoenen doordringende soppende geluiden voort te brengen. En de stad is nog zo ver. Op de meeste plaatsen zijn de oude Haarlemmermeerlijnen tamelijk comfortabel te volgen. Er is altijd wel ergens een fietsof voetpad in de buurt, als dat er al niet direct bovenop ligt. Op het grootste deel van de N445 is het echter afzien. De provincie Zuid-Holland heeft vlak na de opheffing van de lijn een tweebaansweg op de spoordijk aangelegd. Logisch, want het blijft, hoe je het ook wendt

De Haarlemmermeerlijn rijdt over de oude spoorbrug over De Zijl bij Leiderdorp. FOTO REGIONAAL ARCHIEF LEIDEN of keert, een mooie verbinding tussen Haarlemmermeer en Leiden. Voor een fatsoenlijk fietspad was echter geen ruimte. En vooral ook geen geld. Wie de Haarlemmermeerlijn bij Rijpwetering wil volgen, zal dus óf de auto in moeten – maar met 80 kilometer per uur is het bestuderen van details een tamelijk hachelijke zaak – óf zal de berm in moeten springen, om zich vervolgens al soppend naar Leiden te begeven. Het is echter geen tochtje dat wandelclubs, of wie dan ook, in hun programma moeten opnemen. De berm is steil, vaak glibberig en soms belachelijk smal.

Het drukke verkeer op de N445 scheurt bovendien akelig dichtbij langs. Wie de oude spoordijk wil bestuderen, kan beter met zijn auto stoppen op een van de parkeerplaatsen, die om de paar honderd meter zijn aangelegd langs de provinciale weg. Het loont op zichzelf de moeite om daar een beetje rond te kijken, want dit stukje van het oude tracé loopt door een fantastisch landschap. De A4 zorgt in de verte weliswaar voor wat horizonvervuiling, maar voor de rest zien de polders eruit zoals Hollandse polders er al eeuwenlang uitgezien moeten hebben. Groen en weids, met

talloze kleine houtwallen en zwermen watermolens. Een handvol kerktorens prikken als punaises kleine dorpjes aan de horizon vast. In de oude spoorsloot bloeien prachtige waterplanten en de geluiden van de weidevogels laten zich zelfs door het passerende verkeer niet verdringen. Daar in de berm van de Haarlemmermeerlijn wordt echter ook wel duidelijk waarom de lijn tussen Hoofddorp en Leiden ooit tot de meest verliesgevende van Europa behoorde. Rijpwetering mag de geboorteplaats zijn van Joop Zoetemelk, het is en het was een klein dorp.

Net als alle andere dorpjes in de buurt. De lijn ging van niets langs nergens. Hoewel de spoordijk vrijwel onaangetast is, is er van de oude spoorbruggen niets meer terug te vinden. De typische bruggenhoofden, meters brede blokken, zijn allemaal vervangen door massieve verkeersbruggen. Misschien dat de bruggenhoofden er nog zijn, verzwolgen door vele tonnen beton, maar er is in elk geval niets van te zien. Toch zijn ook in de verlaten polder nog altijd subtiele resten van het spoor terug te vinden. Tussen Leiden en Rijpwetering, ergens bij hectometerpaal 4,4, staat een stevig hek langs een toegangspaadje. De staanders van dat hek zijn gemaakt van, inderdaad, spoorbielzen. Ze zijn na 70 jaar in de regen hevig verweerd. De gaten voor de spoorspijkers en de inkeping voor de rails zijn echter nog duidelijk te zien. Ook op andere plekken, verderop langs de route en verder in het veld, blijken tal van bielzen een tweede leven als hek te hebben gevonden. Met de gaafheid van het tracé is het bij de grens tussen Rijpwetering en Leiderdorp ineens helemaal afgelopen. Leiderdorp heeft er, vlakbij de plek waar ooit spoorhuis 27 stond, een rotonde opgesmeten. En een paar honderd meter nog een. Met het mooie landschap is het hier trouwens ook wel gedaan, want aan een kant van de weg is de

nieuwbouwwijk Leyhof verrezen. Midden op de tweede rotonde staat een in beton uitgevoerd beeld van een boer met zijn trekker, koeien en melkbus. Een leuk eerbetoon aan de agrariërs die moesten opkrassen voor de nieuwbouwwijk. Voor de volledigheid had er natuurlijk nog een stoomtreintje bij gekund – de beelden staan immers midden op de oude spoorbaan – maar Leiderdorp heeft ervoor gekozen de Haarlemmermeerlijn op een andere manier te eren. Sinds 2005 heet het stuk van de provinciale weg die door Leiderdorp loopt namelijk de Oude Spoorbaan. Op de straatnaamborden legt de gemeente de mensen die niet zo thuis zijn in de spoorweggeschiedenis met een enkel regeltje uit welke baan ze bedoelt: ’Spoorlijn Leiden - Haarlemmermeer (1912-1935)’. Het is trouwens niet de enige verwijzing naar het spoorverleden van dit tracé. De appartementenflat die vlak voor de brug over de Zijl verrijst gaat ’De Locomotief’ heten. Zelfs in het ontwerp komt het terug. Volgens de projectontwikkelaar is het net alsof De Locomotief een serie kleine gebouwen naar de brug trekt. Het blijft maar voortleven, dat spoor. WIM WEGMAN

Reacties: [email protected]

Jaarlijks doen zo’n twintig politiemensen in Hollands Midden een beroep op sociaal fonds

’Geldnood agenten niet overdrijven’ vervolg van voorpagina

Op het sociaal fonds van de politie Hollands Midden wordt gemiddeld twintig keer per jaar een beroep gedaan. Het fonds is bedoeld om politiemensen met financiële problemen in deze regio te ondersteunen. Iedere agent draagt één euro per maand af aan het fonds en de korpsleiding schenkt jaarlijks een bedrag. Dat zegt commissaris Gideon Huijsse. Hij is voorzitter van het sociaal fonds. Gideon Huijsse reageert daarmee op verhalen die onlangs in de media verschenen dat landelijk mogelijk duizenden agenten in geldnood zitten. Dat zou het gevaar van corruptie vergroten. Precieze aantallen weet niemand maar politievakbond ANPV schat dat 5 procent van de agenten kampt met loonbeslag. Als loonbeslag wordt gelegd, gaat dat bericht naar de districtschef en wordt de agent er op aangesproken. Het zou niet alleen om jonge mensen gaan maar om een dwarsdoorsnee van de beroepsgroep. Volgens Huijsse doen maandelijks één tot twee agenten een beroep op het sociaal fonds Hollands Midden. ,,Jaarlijks zijn dat er rond de twintig en op een totaal personeelsbestand van rond de tweeduizend is dat dus één procent.’’ Het fonds bestaat sinds de samensmelting van rijkspolitie en gemeentepolitie in 1992/’93. ,,Collega’s kunnen op allerlei manieren in financiële problemen komen’’, weet Huijsse. ,,Ze kunnen zelf ziek worden, net als een kind of een ander familielid, maar er kan ook sprake zijn van onbeheersbare schulden door een partner die rare dingen doet of een echtscheiding. Na onderzoek proberen wij die collega’s dan te helpen.’’ Gideon Huijsse ziet de afgelopen jaren wel dat politiemensen sneller de weg naar het sociaal fonds weten te vinden. ,,We zien wel een stijging van de aanvragen. Het hebben van schulden is meer bespreekbaar geworden. Kijk, problemen

Ergerlijk heerschap toch, die Harry Mulisch. De aanblik van deze zelfingenomen ontdekker van de hemel is voor mij onverdraaglijk. Het dédain van de man, dat neerkijken op het volk, het voetballende volk vooral. Fijne foto’s waren dat, die zaterdag zo verrassend het sportkatern openden. Wie hadden we daar, midden in dat stuntelige voetbalspel in de tuin van Oud-Poelgeest? Warempel, de zelfverklaarde voetbalhater Mulisch, zij het in lange broek, dat dan weer wel. Vraag hem of hij ooit heeft gevoetbald en de schrijver des vaderlands zal zijn riante neus in de lucht steken. Hij zal bezweren zich nooit en te nimmer ook maar in de buurt van het lederen monster te hebben opgehouden. Wat zal hij zich te kijk gezet voelen, op een voetbalpagina in een krant godbetert. Zijn Stenen bruidsbed heb ik gelezen omdat het van school

De politie voerde twee jaar geleden actie tegen de afbraak van de sociale zekerheid. rond een belastingaangifte bespreek je nog wel met collega’s maar als de deurwaarder op de stoep staat, is dat heel wat anders. Als er bij ons een aanvraag binnenkomt, doen we altijd eerst zelf intern onderzoek bij de betreffende collega. Vervolgens kunnen er diverse mogelijkheden worden aangedragen. Er kan een regeling via de gemeente komen, er kan externe begeleiding komen door een schuldsaneringbureau, het soci-

moest en later, ik geef het toe, ben ik in één ruk door De Aanslag gegaan. Maar inmiddels weiger ik al jaren om nog een boek van de geniale narcissus ter hand te nemen. Volgens mijn lezende vrienden tref ik met die Mulisch-boycot vooral mijzelf, maar ik volhard halsstarrig. Kortzichtig? ’t Zal best, maar ik hoef zijn naam maar te lezen en dat verwaande hoofd verschijnt op mijn netvlies. Dan Jan Wolkers, jaloezie opwekkende macho, meesterlijk schrijver, én voetballiefhebber van heb ik jou daar. Schaterlachen om een voetbalstuk, het overkomt mij zelden en nooit zo onbedaarlijk als de eerste keer dat ik De knieën van Jacquet las, in de derde aflevering van Hard Gras, april 1995. Wolkers over het heimelijke straatvoetbal uit zijn gereformeerde jeugd te Oegstgeest: ’Als Jezus Christus gevoet-

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

aal fonds kan een schenking doen of een renteloze lening verstrekken. Die lening moet maandelijks worden afgelost en binnen drie jaar het hele bedrag. Gaat een collega binnen die periode weg, dan moet het hele bedrag in één keer worden terugbetaald.’’ Huijsse wenst niet naar het salaris van de politiemensen te wijzen als de bron van alle kwaad. ,,We hangen niet onder aan de salarisladder, al zou een

stukje meer waardering voor het werk geen kwaad kunnen. Financieel en niet financieel. Voor iedereen is de euro keihard aangekomen net als het nieuwe ziektekostenstelsel, maar daar hebben natuurlijk niet alleen politiemensen last van.’’ Een paar voorbeelden van de salarissen: een surveillant begint met 1428 euro bruto per maand (maximaal 2157). De meeste politiemedewerkers, of ze nou rechercheur zijn of

hoofdagent, blijven steken in schaal 8 (varieert van 1949 bruto tot 2960 bruto). Een ander voorbeeld. De politie had een van de beste verzekeringen voor ziektekosten in Nederland, maar veel agenten zijn er door het nieuwe stelsel fors op achteruit gegaan. Vooral onder 45-plussers vallen harde klappen. Waar agenten voor kinderen boven de 18 voorheen slechts een paar tientjes hoefden bij te betalen, moeten ze nu

straat achter een kaalgetrapt tennisballetje aan het vuur uit mijn sloffen te lopen. En dat vuur is niet alleen figuurlijk bedoeld, want in de crisistijd voor

de oorlog had je ijzeren zoolbeslag onder je schoenen, zodat je verwoede aanvalsdrift vaak door een regen van vonken om je enkels begeleid werd.’ En wéér schiet ik in de lach om deze aanzet tot een ongekend geestige bijdrage aan het literaire voetbaltijdschrift. Toen zij een jaar of veertien waren, hadden Wolkers en kornuiten het straatvoetbal zo’n beetje afgezworen. ’Waarschijnlijk omdat als we er nog langer mee doorgegaan zouden zijn, we allemaal in het krankzinnigengesticht Endegeest of in een invalidenwagentje terecht zouden zijn gekomen.’ De jongensbende schooierde voortaan rond op het pittoreske terrein van ASC, midden tussen de huizen. ’Als de tweede helft begon, gingen we achter het doel van ASC zitten, want hun keeper Jacquet was het bewonderde middelpunt van een hele schaar

Visser

in de

stad

bald had, al was het maar in het tweede van Bethlehem geweest of desnoods bij de sabbatmiddagamateurs dan was het mij nooit verboden geweest om op

LDN202

ARCHIEFFOTO HENK BOUWMAN

vele malen meer neertellen. ,,Het is voor politiemensen met studerende kinderen soms moeilijk om ze aan allerlei activiteiten te kunnen laten meedoen’’, erkent Huijsse. Veel agenten krikken hun loon op door langer te gaan werken, bijvoorbeeld van 36 naar 38 uur, of met onregelmatigheidstoeslagen. Zodra ze dagwerk doen, raken ze dat weer kwijt. Toch is meer nachtdiensten draaien om daardoor een hoger inkomen te krijgen, niet altijd de juiste oplossing, meent Huijsse. ,,Sociaal leven is ook belangrijk. Onregelmatig werk moet je thuis ook kunnen verkopen. Het is een afweging tussen inkomen en sociale contacten. Ik kom wel collega’s tegen die alles al hebben geprobeerd om van hun schuld af te komen tot nevenfuncties aan toe. Maar een politieagent mag niet zomaar een bijbaan hebben. Daarvoor moet er toestemming zijn van de korpsleiding. De baan moet integer zijn, voldoen aan de Arbeidstijdenwet en er mag geen belangenverstrengeling zijn. Een agent mag niet ’s nachts buschauffeur zijn om maar eens een voorbeeld te noemen om dan overdag weer zogenaamd fit politieman te zijn. Dat kan niet. Bovendien mag het aanzien van het ambt geen schade oplopen. Portier zijn van een discotheek waar in drugs wordt gehandeld is voor politiemensen natuurlijk uit den boze.’’ Er kleeft voor de politieorganisatie nog een nadeel aan het feit als veel agenten onregelmatige diensten willen draaien. ,,Dan zou je overdag gaten in de diensten kunnen krijgen. Daarom proberen we de uitstroom van agenten die naar het bedrijfsleven vertrekken vanwege niet alleen het leuke, maar ook vanwege het geld tegen te gaan. Zelf ben ik 40 jaar bij de politie en ik vind het nog steeds één van de mooiste beroepen die er zijn. Ja, we zien een lichte stijging van de aanvragen bij het sociaal fonds maar we moeten de zaak ook niet overdrijven.’’

Regio

SCHRIJVENDE LEZERS

Neppérus nog niet zo gek lang tegen Rijnlandroute Met verbazing lazen wij in de LD-editie van 13 november het artikel onder de kop: ’Neppérus ook in Tweede Kamer tegen Rijnlandroute’. Hierin schrijft de krant dat mevrouw Neppérus, fractievoorzitter van de VVD in Voorschoten, heeft laten weten, dat zij zich ook vanuit de Tweede Kamer zal verzetten tegen de Rijnlandroute die gepland wordt door Voorschoten. Wij zijn erg blij, dat zij onlangs ook heeft ingezien dat deze weg er niet moet komen. Tot zover zijn wij tevreden. Maar vervolgens staat er dat de VVD zich al langere tijd sterk kant tegen de aanleg van de Rijnlandroute. Dit is niet waar. Nog in februari, tijdens de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen, pleitte mevrouw Neppérus in Leiden voor de versnelde aanleg van deze weg. De VVD heeft ook altijd kritiek gehad op het wél consequente standpunt van GroenLinks dat noodzaak van de weg niet inziet. In het voorjaar nog heeft zij de fractie van GroenLinks verweten de eenheid in de gemeenteraad te verstoren door zich als collegepartij nog steeds uit te spreken tegen de aanleg van deze weg. Het Leidsch Dagblad heeft hierover uitvoerig bericht. De VVD, die oppositiepartij is, heeft ook op 1 juni gestemd tégen het coalitiepogramma, waarin de zin stond: ’Indien de noodzaak van de Rijnlandroute wordt aangetoond...’. Met deze zin hebben de coalitiepartijen in Voorschoten afstand genomen van de noodzakelijkheidsaanname. Pas sinds twee weken heeft de VVD zich achter ons

Helma Neppérus. ARCHIEFFOTO HIELCO KUIPERS

standpunt geschaard. Zij heeft hiermee bijgedragen aan het door ons zo lang gewenste unanieme verzet tegen de Rijnlandroute. Dit juichen wij uiteraard van harte toe, maar wij protesteren tegen de suggestie dat zij het voortouw heeft genomen in het verzet tegen de Rijnlandroute. Daarbij staat in een folder van haar campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen, dat de VVD heeft weten te bereiken dat de gemeenteraad van Voorschoten unaniem heeft gevraagd nog eens te kijken naar de noodzaak van de weg. Dit is een verdraaiing van de feiten en neigt naar kiezersbedrog. Denkt de VVD werkelijk dat de bewoners van Voorschoten geen geheugen hebben? L E O M A AT, M O N I Q U E L A M E R S E N WA L R A V E N K O S T E R ( G L ) , VO O R S C H OTE N .

Er is te weinig aandacht voor energiezuinig koelen Na het lezen van het artikel ’Energieverbruik thuis kan stukken minder’ in het LD van 11 november kon ik de neiging in de pen te klimmen niet weerstaan. In het artikel beweert André Thomsen, scheidend hoogleraar ’woningbeheer en -verbetering’ aan de TU van Delft, dat het particulier energieverbruik na moderne warmte-isolatietechnieken met 75 procent kan worden teruggebracht. Binnenkort zou een onderzoek daartoe starten. Leuk om te lezen dat er een hoogleraar ’woningbeheer en -verbetering’ bestaat. Jammer alleen dat de heer Thomsen mijns inziens zeker twee kansen heeft laten liggen. De eenzijdige aandacht voor zeer zuinig stoken lijkt ’wedden op het verkeerde paard’ (verwachten ze Siberische winters?) en kan averechts werken. Vooral in van gewone warmte-isolatie voorziene woningen is het leefklimaat in enigszins warme zomers al te warm. Door de isolatie koelt het binnen, tijdens zomernachten nauwelijks af, waardoor de temperatuur langdurig op een onaangenaam hoog niveau blijft. Ramen open houdt in: geluid-, stank, en insectenoverlast en inbrekers. Het

gebruik van energievretende airconditioning zal wellicht enorm gaan stijgen. Voeg daarbij het (’s zomers dus nadelige) effect van de beoogde sterkere warmte-isolatie én de voorspelde warmere zomers. Onderzoekers kunnen daarom beter hun aandacht richten op energiezuinig koelen. Woningen zouden standaard effectieve zonwering moeten hebben. Pas dán kan verdere energiebesparing en verhoging van wooncomfort worden bereikt. Met al die aandacht voor warmte-isolatie hoor je nooit iets over die andere comfortverhogende isolatie: geluidsisolatie. De betonnen klankkasten die appartementen altijd zijn, ontberen elke merkbare vorm van contact-geluidsisolatie. Bijvoorbeeld de gewoonste huishoudelijke activiteiten veroorzaken al merkbaar geluid in meerdere buurwoningen. Overlast ligt op de loer, veelal zonder dat de veroorzakers dit beseffen. Deze aspecten van wooncomfort lijken wel bewust te worden genegeerd. Deze aanpakken, zou tot enorme woningverbetering leiden. R. WITBOL, ZOETERWOUDE.

UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1956, woensdag 5 december LEIDEN - Morgen gaat voor het echtpaar J. Calkhoven- van Stralen, wonende in de Langestraat 39 de gouden bruidstijd in, terwijl op 19 december de trouwdag valt. De bruidegom – thans 82 jaar – stond reeds op jeugdige leeftijd in de toenmalige Leidse Katoenfabriek achter het weefgetouw. Dertien jaar is hij hier werkzaam geweest om hierna nog 22 jaar in dezelfde functie elders in de stad zijn krachten aan het productieproces te geven. Daarna is hij nog drie jaar als hulpvakarbeider (steenklopper) te werk gesteld op de stadstimmerwerf. Uit dit huwelijk werden 12 kinderen geboren, van wie er thans nog 10 in leven zijn. De verdere nakomelingenschap bestaat uit 14 kleinkideren die zich met de kinderen verheugen in dit a.s. gouden feest van bruid en bruidegom.

ERIC-JAN BEREN DSEN

jongens.’ De knieën van Jacquet na de wedstrijd, Wolkers kan ze uittekenen. ’Roodgeschaafd van het onverschrokken duiken over het harde korte gras naar de aanstormende bal met begeleider.’ De weemoed overvalt je bij het lezen van De knieën van Jacquet. ASC heeft het nog, dat heerlijk ouderwetse veld achter de De Kempenaerstraat, maar het vertrek is aangekondigd. Ook de club van Wolkers verkast naar een winderige polder. Op de dure grond die de knieën van Jacquet ontvelde, komen huizen. Zou er nog een plekje overblijven voor de herinnering aan een eeuwigheid voetbal midden in Oegstgeest, een plekje voor een bescheiden kunstwerk, liefst een onvervalste Wolkers? JAAP VISSER WWW.VISSERINDESTAD.NL

ANNO 1981, zaterdag 5 december LEIDEN - Bijna 50 % van de leerlingen van het middelbaar economisch en administratief onderwijs (m.e.a.o.) verlaat de school zonder diploma. Coördinator Van Beek van de MAVO-afdeling van de Agnes Scholengemeenschap vertelt dat MAVO-leerlingen ook op andere beroepsgerichte opleidingen afhaken. ,,Het verschil tussen het algemeen vormend onderwijs en het beroepsonderwijs is te groot’, zegt hij. FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 1 2 D E C E M B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Welkom op emplacement Leiden-Herensingel SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 17: het emplacement Herensingel Zo veel oplettendheid is er niet voor nodig om te zien dat er in het buurtje tussen de Kooilaan en het Noorderkwartier in Leiden iets bijzonders aan de hand is. De rode jaren ’70-huizen wijken nogal al van de laat-negentiende/vroeg twintigste-eeuwse woningen van het Noorderkwartier. De bebouwing strekt zich strekt zich bovendien uit over een smalle strook grond van enkele honderden meters lang en slechts enkele tientallen meters breed. Dit is duidelijk iets wat er heel veel later tussen is gepropt. Wat daarvoor op die strook grond werd uitgevoerd, is ook vrij eenvoudig te achterhalen. Een blik op enkele straatnaamborden is eigenlijk genoeg. Bielsenstraat heet het hier, en Bufferkade en Seinpaalstraat. En laten we de Spoorlaan niet vergeten. Tastbare aanwijzingen zijn er ook, al beperken die zich tot een trapje vervaardigd uit bielzen en enkele in een gevel gemetselde tegels met geglazuurde kindertekeningen van stoomtreinen. Hoe dan ook: welkom op het voormalige emplacement van Leiden-Herensingel. Dit station en alles wat er omheen stond getuigde ooit van de grote ambities van de H.E.S.M. Kosten noch

Station Herensingel kort na de opening in 1912. FOTO UIT ’DE HAARLEMMERMEERSPOORLIJNEN IN OUDE ANSICHTEN’

moeite werden gespaard door de spoorwegmaatschappij. Ze bouwde bijvoorbeeld bij de Zijlpoort een nieuwe, beweegbare brug. De vaste brug – die er nota bene nog maar net tien jaar lag – blokkeerde het scheepvaartverkeer naar de loswal bij het station. Het rangeerterrein was groot. Het was voorzien van een forse goederenloods en deed wat omvang en voorzieningen betrof niet heel veel onder voor de grote knooppunten Hoofddorp en Aalsmeer. En het stationsgebouw was een van de sieraden van de Haarlemmermeerlijnen. Het was een van de

drie grote stations die langs de lijnen verschenen en had wat uiterlijk betreft wel iets weg van het – iets grotere Haarlemmermeerstation in Amsterdam. Het was een ruim, fraai gebouw, groot genoeg om op de eerste verdieping zelfs twee woningen te herbergen: het verblijf voor de stationchef en voor zijn souschef. Desondanks, ondanks al deze investeringen, was het personenvervoer uiteindelijk om te huilen. In de topjaren vertrokken er uit Leiden zo´n 40.000 reizigers per jaar, waarmee het al een van de stillere stati-

ons was. In Uithoorn bijvoorbeeld stapten er toen al 50 procent meer reizigers op de trein, en in Amsterdam zeker zes keer zo veel. In het dramatische laatste jaar 1935, toen het personenvervoer op een groot deel van de lijnen werd opgeheven, namen in Leiden Herensingel slechts 4800 mensen per jaar de trein – gemiddeld iets meer dan 13 per dag – terwijl Aalsmeer er toen nog zeker 60.000 per jaar telde. De Haarlemmermeerlijnen waren voor de Leidenaars kennelijk geen aantrekkelijk vervoermiddel. Als ze naar een van de buurtdorpen wilden, waren de bussen – die in de jaren ’30 sterk opkwamen – veel voor de hand liggender. Ze reden vaker op een veel uitgebreider net. En steden als Haarlem en Amsterdam konden Leidenaars makkelijker met het hoofdspoor bereiken dan met het door de polder slingerende boemeltje. Alleen naar Hoofddorp en Nieuw-Vennep was het een aantrekkelijke verbinding, maar die dorpen stelden in die tijd nog nauwelijks iets voor. Na de opheffing van het personenvervoer floreerde het emplacement nog enkele decennia dankzij de overslag van goederen – maar daarover meer in een latere aflevering. Met station Herensingel ging het echter langzaam bergafwaarts. Het overleefde weliswaar een bombardement van de Engelsen in december 1944. De Duitsers gebruikten het emplacement om V2-raketten te lossen, die vanaf station Leiden per spoor waren aangevoerd. In een poging om dit gevaar uit te schakelen probeerden Engelsen zowel station Leiden als station Herensingel plat te gooien. De aanvallen mislukten volkomen. Bij station Leiden troffen de vliegers vooral de

stationsbuurt en de bommen voor station Herensingel kwamen in de Sophiastraat terecht. Volgens overlevering zagen de vliegers de toren van de St. Josephkerk aan voor het karakteristieke torentje dat boven station Herensingel stond. Desondanks kon het stationsgebouw zijn noodlot niet ontlopen. Het kreeg weliswaar andere bestemmingen, zo zat er tot 1965 de elektro-apparatenfabriek’ Helaf in. Toen die verhuisde naar de Noord-Oostpolder, besloot de gemeente het te slopen. Station Herensingel stond volgens Leiden namelijk lelijk in de weg. Als het weg was, kon het verkeer langs Herensingel en Kooilaan beter doorstromen. Uiteindelijk zou het nog vijf jaar duren voordat Leiden zijn besluit uitvoerde. Station Herensingel was toen al hevig vervallen. Waar bij station Aalsmeer een burgemeester een paar jaar later persoonlijk de slopers tegenhield, werden ze in Leiden geen strobreed in de weg gelegd. Tamelijk droog beschrijft het Leidsch Dagblad op 12 maart 1970 hoe het torentje van het door architect K.P.C. de Bazel ontworpen gebouw met touwen omvergetrokken wordt. Krakend kwam het naar beneden, waarna het als een raket met de punt naar beneden landde’, meldde de verslaggever. Op de plek van wat nu hoogstwaarschijnlijk een rijksmonument zou zijn geweest, werd in 1970 tijdelijk een parkeerplaats aangelegd. Twee jaar later sloot ook het emplacement, en was de weg vrij voor een klein nieuw wijkje. WIM WEGMAN

Reacties: [email protected]

Gedragsbioloog Hans Slabbekoor immer gefascineerd door de koolmees

Een toontje hoger om te overleven Wat blijft het toch een fascinerend vogeltje, de koolmees. Dat vindt in ieder geval de Leidse gedragsbioloog Hans Slabbekoorn, die met collega Ardie den Boer-Visser vorige week een nieuw stukje baanbrekend onderzoek publiceerde in het wetenschappelijke blad ’Current Biology’. De titel: ’Cities change the songs of birds’ (Steden veranderen het lied van de vogels). De belangrijkste conclusie is dat de koolmees zich perfect heeft aangepast aan het leven in gebieden waar de verstedelijking toeneemt. Het toenemende lawaai in de steden is voor sommige vogelsoorten die zich niet kunnen aanpassen funest. Stadsherrie overstemt namelijk hun gezang dat belangrijk is

voor het vinden van een vrouwtje en het verdedigen van het territorium. De koolmees heeft dit probleem opgelost door in de steden een toontje hoger te zingen om hoorbaar te blijven voor soortgenoten. In 2003 schreef Slabbekoorn, werkzaam aan de Leidse universiteit, na onder-

zoek in Leiden en Leiderdorp al dat koolmezen in de stad hogere geluiden maken dan op het platteland. Inmiddels is hij erachter dat dit niet kenmerkend is voor de koolmezen in de Leidse regio. Na het maken van opnames van koolmezengezang in tien Europese steden en tien nabij gelegen bossen, constateerde Slabbekoorn ook tien keer dat de vogel door heel Europa zijn liedjes in toonhoogte aanpast aan het omgevingslawaai. ,,Een of twee afwijkingen in dit patroon waren niet vreemd ge-

FOTO HIELCO KUIPERS

Rotterdam, Londen, Praag en zelfs onder de Eifeltoren van Parijs. ,,Hoe dat gaat? Gewoon, opnameapparatuur in de auto gooien, fiets achterin en op pad. Vooral Londen en Parijs heb ik meerdere malen doorkruist, daar waren de koolmezen lastig te vinden. En door het vele lawaai was het erg moeilijk om goede opnames te maken, zelfs met de richtmicrofoon.’’ Daarna was het vanaf 2004 tijd om alle gegevens te analyseren. ,,Ik heb zeker 5000 opnames uit de tien steden en bossen beluisterd en ingevoerd in de computer’’, vertelt Den BoerVisser. Een computerprogramma zette de geschikte opnames vervolgens om in zogeheten sonogrammen, grafieken waarin de geluidsfrequenties, de registers van het gezang duidelijk te zien zijn, zodat het grote vergelijken kan beginnen. Het was een hele klus, maar zeker geen vervelende voor haar. ,,Voorheen hoorde ik de koolmees wel overal, maar ik kon eigenlijk geen verschillen tussen de zang onderscheiden. Nu valt me inderdaad op hoe lawaai invloed heeft op het gezang in de buurt.’’ Of Slabbekoorn het gezang nu in en om Rotterdam, Londen, Parijs of Kopenhagen registreerde, in tien gevallen openbaarden zich dezelfde verschillen tussen hoog en laag. ,,De liedjes die je op die plekken hoort verschillen steeds, al zijn er wel gemeenschappelijke structuren te ontdekken. In Rotterdam hoorde ik een wel heel opvallend liedje met maar liefst zestien noten. Dat is heel bijzonder, die koolmees heeft waarschijnlijk iets overgenomen van de pimpelmees.’’ Het mag duidelijk zijn dat Slabbekoorn nog lang niet klaar is met de koolmees. En daarmee zijn studenten ook niet. Een van hen, Padu Franco, is afgelopen voorjaar alweer bezig geweest met een vervolg op het Europese onderzoek. Hiervoor hanteerde hij 25 territoria in

kerstman is binnengehaald om de gastvrijheid te benadrukken die de bollenbadplaats van oudsher kenmerkt. Gastvrijheid? Ik herinner me golven van

ruitenwisserterreur gericht tegen auto’s met een Duits kenteken. En hoe zat het ook al weer met die uitgeprocedeerde asielzoekers die in Noordwijk onderdak hadden gevonden? Zijn die niet al lang en breed en zonder slag of stoot prijsgegeven aan Verdonks uitzetbrigade? Gastvrij? Jazeker, voor wie zich een poot wil laten uitdraaien. ’t Zal mij verder een zorg zijn, maar De Lange moet nou niet proberen om die hele commerciële opzet te verpakken in een verlichte boodschap. Volgens de wethouder wordt de kerstman asiel verleend met instemming van de kerken. Goedgelovig Noordwijk heeft het heidense schepsel met zijn overgewicht in genade aangenomen en een plekje in de kerststal aangeboden, te midden van de wijzen uit het oosten. Geloof je het zelf, wethouder? Opblaaspoppen, versoepelde sluitingstijden en een knuffe-

weest’’, zegt hij. ,,En inmiddels is in Noord-Amerika hetzelfde onderzoek gedaan. Met dezelfde resultaten.’’ De wereldwijde media zijn wederom massaal op die resultaten gedoken. Tijdens een gesprek met de gedragsbioloog hangt zelfs de BBC aan de telefoon. Voor het Europese onderzoek naar het gezang van de koolmees bezocht Slabbekoorn in de maand april van 2002 en 2003 tien Europese steden en evenveel bossen vlak in de buurt. Daar maakt hij opnames van het gefluit van de vogel. In

Hans Slabbekoorn en Ardie den Boer-Visser op pad met de richtmicrofoon om koolmeesgezang te registreren.

Afgezien van een batterij opblaaspoppen bleek er niks veranderd aan het Noordwijkse straatbeeld. Kerstdorp aan zee? De groeten, het was er zondag net zo’n duffe bedoening als altijd buiten het badseizoen. Nou ja, er was wat meer volk op de been, maar dat kwam omdat de winkels wagenwijd open stonden. Zoals ik hier vorige maand al opmerkte, dat hele kerstmangedoe in de speeltuin van de VVD’ers Harry Groen en Leendert de Lange is een ordinaire ondernemersstunt, bedoeld om de middenstand nog wat te spekken. Teneinde de Noordwijkse metamorfose met eigen ogen te aanschouwen, stelde ik zondag een gezinsuitje naar de kust voor. Nog een geluk dat ik de kinderen niet had verlekkerd met een blijde kerstboodschap, want ze zouden zich zwaar bedrogen hebben gevoeld. In het eerste het beste tuincentrum hangt meer kerstsfeer dan in het opblaaspoppen-

dorp aan zee. Treurig verschijnsel toch, die reusachtige kerstvariant van het aloude hulpmiddel voor de seksueel gefrustreerde medemens. De plastic kerstman moet Noordwijk aan zijn gerief helpen. Een levend exemplaar kwam zaterdagavond ter hoogte van Huis ter Duin uit de duisternis gegleden. Een kabelbaantje bezorgde het zwaarlijvige welvaartssymbool op aarde. Het speeltje van Groen & De Lange begon meteen als een wilde om zich heen te knuffelen. Ik geloof dat de burgemeester en zijn wethouder de kerstman voor vier weken hebben vastgelegd, maar het zou me niet verbazen als de al te opdringerige kindervriend al ver voor oud en nieuw de duinen in is gejaagd. Omdat tweeënhalve week sinterklaasdrukte te kort is om hun verkooplust te bevredigen, liggen de Noordwijkers in aanbidding aan de voeten van de

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

Visser

in de

stad kerstman. Als ik wethouder De Lange moet geloven, schuilt er geen inhaligheid achter de winkeliersactie. De middenstand laat zijn hart spreken en de

LDN202

Een koolmees. Oegstgeest, vastgesteld tot en met de Leidse Hout. Door opnames uit heel Europa af te spelen in de territoria, vond hij uit dat de Oegstgeestse koolmezen vrij eenvoudig nieuwe liedjes oppikken, al na enkele dagen. De dieren passen hun repertoire eenvoudig aan op hun buren. ,,Ze reproduceren niet meteen exacte kopieën’’, vertelt Slabbekoorn. ,,Maar na een paar dagen hoor je al duidelijk dat ze bepaalde patronen imiteren van die liedjes die ze nog nooit gehoord kunnen hebben. Ze passen zich aan op hun buren. Ook opvallend: ze leren niet een onbeperkt aantal liedjes. Ze kennen vier tot negen liedjes, die ze wel kunnen inruilen voor nieuwe deuntjes. Of het brein niet meer aankan, weten we nog niet. Feit is wel dat een groot repertoire aantrekkelijk is voor vrouwtjes.’’ Hoe het precies komt dat stadse koolmezen hoger zingen, is voer voor nog meer onderzoek. Slabbekoorn gaat er graag mee aan de slag. ,,Op den duur zal er volgens mij echt sprake zijn van ’soort zoekt soort’ in stad en bos. Dan zoeken de stadsvrouwtjes stadsmannetjes en bosvrouwtjes bosmannetjes.’’

Regio

SCHRIJVENDE LEZERS

’Maak het voor fietsers en voetgangers veiliger om de Churchilllaan over te steken’. ARCHIEFFOTO HENK BOUWMAN

Huls en Wienen willen geld steken in een hoop ellende Het verkeer moet om de stad heen. Daarom moet de Churchilllaan worden afgesloten of versmald. Dat is althans het advies van gedeputeerde Huls en burgemeester Wienen van Katwijk. Zo stond het zaterdag 2 december in het Leidsch Dagblad. Begrijpen Huls en Wienen het nou niet of misleiden ze de kluit opzettelijk?! Het overgrote merendeel van alle verkeer in en om Leiden moet in Leiden zijn en/of komt daarvandaan. Daarom wordt de Churchilllaan ook niet ontlast als je de RijnlandRoute aanlegt. Dat blijkt uit alle studies naar de RijnlandRoute. Ook na aanleg van de RijnlandRoute blijft het op de Churchilllaan veel te lawaaiïg en de lucht blijft er verontreinigd. En dan kun je het verkeer wel de RijnlandRoute opdwingen door de Churchilllaan af te sluiten, maar dan zal het autoverkeer andere wegen vinden om toch de stad in te komen. Daarmee verplaats je het probleem dus alleen maar. Dan scheep je de inwoners van de Stevenshof en Noord-Hofland en ook de bewoners langs de afslagen van de RijnlandRoute naar de stad alleen maar met meer ellende op. Het wordt daar dan wel een stuk onveiliger en je lost er verder niets mee op. Tot nu toe hebben de voorstanders van de RijnlandRoute geen enkele aandacht besteed aan de vraag of Leiden al dat autoverkeer wel aankan. Daarom hebben ze ook geen enkele aandacht besteed aan de mogelijkheden het autoverkeer (in de spits) te beperken. Verder hebben ze ook geen enkele aandacht besteed aan de mogelijkheden het openbaar vervoer en de fiets te bevorderen. Volgens de studies naar de RijnlandRoute zal in 2020 maar 15 procent

van alle verplaatsingen met het openbaar vervoer en de fiets plaatsvinden. Dat is absurd weinig en zal een stad als Leiden zeker ontwrichten. Leuk voor Leiden. Laten Huls en Wienen er liever voor zorgen, dat de Churchilllaan nu al veiliger en leefbaarder wordt. Wij hebben het rijk, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Leiden al meer dan een jaar geleden concrete voorstellen gedaan om de leefbaarheid, de veiligheid en de doorstroming daar te bevorderen. Doe de Lammebrug bijvoorbeeld in de spits niet meer open, want daar creëer je alleen maar files mee (dat is pas écht ’autootje pesten’). Maak het (bijvoorbeeld bij de Vijf Meilaan) voor fietsers en voetgangers veiliger om de Churchilllaan over te steken. Handhaaf de maximumsnelheid en zorg voor geluidarm asfalt (zoab) op de Churchilllaan. Zorg ervoor dat het verkeer op het Lammeschansplein en de Lammebrug meer rijstroken de stad uit krijgt. Die maatregelen zullen sowieso genomen moeten worden, of je de RijnlandRoute nu aanlegt of niet. Er is bovendien ook haast mee; je kunt mensen niet in de ellende laten zitten totdat de RijnlandRoute wordt aangelegd. Dat kan immers nog wel tien jaar of nog langer duren en dan lost die nieuwe weg de problemen op de Churchilllaan toch niet op. Een hoop geld steken in een hoop ellende; dat is het toekomstbeeld waar Huls en Wienen op afkoersen en daar moeten we zeker niet naar toe. EVERT MEELIS, WIM TER KEURS, S T I C H T I N G B E H O U D S TA D , N AT U U R EN L AN DSCHAP RIJ N L AN D, I.O. LEIDEN.

UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1956, woensdag 12 december L E I D E N - Zoals reeds bij de behanddling van de Leidse Gemeentebegroting voor 1957 was medegedeeld, maakt de steeds verdergaande stijging van de kosten het thans noodzaklijk, dat met ingang van 1 januari 1957 de tarieven van gas en electriciteit in Leiden en in de buitengemeenten, waarvan het gas en de electrische energie door Leiden en gros worden geleverd, omhoog gaan. Voor electriciteit (tarief I ) stijgen de prijzen met 3 cent en voor het oppervlaktetarief met ½ cent per kWh plus 10 à 15 % vastrechtbedrag. Voor gas bedraagt de stijging ½ tot 1 cent per kubieke meter.

JORIS RIETBROEK

lende acteur in kerstverpakking. Meer is het niet, die kouwe kerstdrukte aan de kust. Het beloofde Anton Pieck-decor hebben we zondag nergens kunnen ontdekken. Trouwens, evenmin een spoor van de kerstman. Maar die lag misschien nog bij te komen van een wat al te ruige zaterdagavond. Groen & De Lange hebben de kerstman namelijk ook als vredesapostel ingehuurd. Hopelijk is hij een beetje adequaat verzekerd, deze als goed heiligman vermomde toneelspeler. Op uitgaansavonden schijnt hij namelijk De Grent op te moeten. Om vrede en verdraagzaamheid te prediken onder de uitgaande jongeren. Als die van zijn wonderbaarlijke verschijning nou maar geen zin in wat feestelijk geweld krijgen. JA AP VISSER

www.visserindestad.nl

ANNO 1981, zaterdag 12 december. oegstgeest - Turnster Miriam van Cleef heeft zich op 15-jarige leeftijd al neergelegd bij het gegeven, dat in haar sport de eerste viool altijd door de landen van achter de Muur bespeeld zal worden. Van Cleef: ,,Voor de turnsters uit het Oostblok is alles van de wieg tot het graf geregeld.’’ FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L D I N S DAG 1 9 D E C E M B E R 2 0 0 6

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Een aaibaar spoor langs de Leidse Herensingel SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering18: de laatste rails. De loswal langs de Herensingel in Leiden was niet een van de fraaiste plekjes in de stad. Op foto’s in het Leidse Gemeentearchief lijkt er een permanente grauwsluier te hangen rond dit stukje spoor. In zwart-wit ziet de wereld er natuurlijk sowieso al wat minder fleurig uit, maar hier oogt alles oud, versleten en aftands. Op een foto uit 1930, gemaakt van een uitgestorven Herensingel na een regenbui, vliegt het industrieel verval je zo ongeveer naar de keel. Het wegdek is een aangestampte grindweg vol kuilen en blubber. De laadbak van een open goederenwagon wacht achter een hoog hek met prikkeldraad op vervoer. De hijskraan van de loswal hangt werkeloos op half zeven. Wie

Het spoor langs de loswal, gezien vanaf de Herensingel. FOTO REGIONAAL ARCHIEF LEIDEN

niet beter weet, zou denken dat de boel toen op het punt stond onttakeld te worden. Het zijn bedrieglijke beelden, want de Haarlemmermeerlijnen waren toen nog vol in bedrijf. Dit stukje spoor zou zelfs nog tot in de jaren ’60 druk gebruikt worden, onder meer voor het overladen van kolen en het lossen van boomstammen voor een houtzagerij op Waardei-

land. Pas in de jaren ’70 – 35 jaar nadat het personenvervoer op deze lijn de geest had gegeven – kwam er hevig de klad in het goederenvervoer. In 1972 werd de hele boel opgebroken, zo melden de geschiedschrijvers. Nu, weer zo’n 35 jaar later, is de Herensingel hevig veranderd, en tegelijkertijd opvallend hetzelfde. Het grind op het

wegdek is vervangen door asfalt en telt aanzienlijk minder kuilen. De huizen langs de singel kijken nu niet meer uit op een hek, maar op een rijtje niet onaardige woonboten. Waar de loswal lag en de hijskraan stond is nu een tegelpad met een hoop groen erlangs. Kortom, de aftands ogende spullen zijn weg. Maar wie langs de Herensingel wandelt, blijft de grauwe sfeer van toen ervaren. Vlak voor het einde van het tegelpad, als de zoektocht naar tastbare overblijfselen tamelijk zinloos begint te lijken, duikt er opeens iets op uit het uitbundig groeiende groen: een stootblok. Het is een roestig ding, vervaardigd uit aan elkaar geschroefde spoorstaven met een grote biels er op gemonteerd. Onder het stootblok liggen twee, zo mogelijk nóg roestiger, rails in het klinkerpad. Ze lopen beide aan de voor- en achterkant van de buffer een paar meter door, hoewel een van de twee al vrij snel verdwijnt in een nogal uit zijn krachten gegroeide heester. Voor wie al anderhalf jaar lang de resten van de Haarlemmermeerlijnen nawandelt, en daarbij geen centimeter rails heeft teruggevonden, is de neiging om de spoorstaven eventjes aan te raken nauwelijks te

onderdrukken. Maar dan onmiddellijk slaat de twijfel toe. Is dit wel origineel spul? Heeft de gemeente, om de boel een beetje historisch op te fleuren, niet achteraf wat ijzerwerk uit een Belgische kolenmijn laten aanrukken? Staan we hier niet een of ander Limburgs smalspoor te koesteren? De inscripties op rails in het stootblok zien er weliswaar bemoedigend uit. Op een van de staven is het jaartal 1898 te zien, op een ander zelfs 1897. De rails zijn dus in elk geval van voor 1912, het jaar dat de lijnen werden aangelegd. Maar toch. In het archief van het Leidsch Dagblad zit welgeteld één bericht over het stootblok: een artikeltje uit 1996 waarin wordt gemeld dat het tijdens een opknapbeurt van de Herensingel in een tuin is gevonden en dat het nu als aandenken aan het spoor bij de Zijlpoort is gezet. Later komt er nog een informatiebord bij waarop de historische betekenis van het spoor wordt uitgelegd, belooft de krant. Of het de originele spullen zijn, meldt het bericht echter niet en over de rails wordt al helemaal niets gezegd. Hans Verlint, kenner van het Herensingelspoor, kan zich ech-

ter niet anders herinneren dan dat op deze plek altijd een stootblok heeft gestaan. ,,Dit is toch ook niet iets wat je in je tuin zet, toch?’’, zegt hij later, terwijl hij met zijn hand op het loodzware ding slaat. Of het stootblok uit zijn herinnering dít stootblok was, vervaardigd uit en staand op de authentieke rails, kan ook hij niet met zekerheid zeggen. ,,Ik neem bijna aan van wel. Het zijn oude spoorstaven, dat is wel duidelijk. Maar een garantie kan ik niet geven.’’ Bert van den Ham, woordvoerder van de gemeente Leiden, kan die zekerheid na een kleine rondgang langs deskundigen wél geven. ,,Het zijn de originele rails van de Haarlemmermeerspoorlijnen en het is het originele stootblok.’’ Het feit dat ze een van de weinige overgebleven delen van het spoor in deze regio in ere houden, hangen ze in Leiden echter niet aan de grote klok. Van den Ham weet namelijk niets van het tien jaar geleden toegezegde informatiebord. ,,Er zijn geen plannen om daar iets neer te zetten.’’ WIM WEGMAN

Reacties: [email protected]

Vijftig jaar Leidse opleiding in de taal van het hart van Europa

Waarom Duits? Daarom Duits!

Freya Steffelaar-Moulijn, gepensioneerd docente Duits: ,,In 1956 was ik een van de drie studenten die Duits in Leiden studeerden. Een heerlijke tijd, waar ik graag naar terugkijk.’’

Hannah Witteveen, studente Duits: ,,In de hortus staat een ginkgoboom uit 1785. Goethe heeft de ginkgo biloba in een gedicht vereeuwigd, voor mij hoort deze boom echt bij Duits.’’ FOTO’S HENK BOUWMAN

De Duitsers kunnen het zelf nog nauwelijks geloven, maar zij behoren wereldwijd tot de landen met het beste imago. Recent onderzoek wees uit dat Duitsland mondiaal op groot respect kan rekenen. Duitsland zit in de lift. Door de val van de muur is het land opgeschoven naar het hart van Europa, wat bijvoorbeeld aan de populariteit van Berlijn goed te merken is. Sinds enige tijd neemt de belangstelling voor de studie Duits in Nederland dan ook toe. In deze positieve sfeer viert de opleiding Duits in Leiden dit jaar haar vijftigste verjaardag.

landen bezoeken en in contact komen met mensen van andere nationaliteiten vind ik belangrijk. Als lerares ben ik veelvuldig op studiereis gegaan met mijn leerlingen. Niet alleen maar in Vaals het drielandenpunt bezoeken, maar echt met de leerlingen de grens over gaan. Zo was ik verscheidene malen in West- en Oost-Berlijn op studiereis.’’ Drie studenten schreven zich in 1956 in. Tegenwoordig telt de instroom zo’n achttien studenten per jaar. In de jaren zeventig vierde Duits hoogtij, toen het vak gemiddeld honderd aanmeldingen per jaar kreeg. Studeren was niet alleen nog maar een zaak voor de elite, een brede groep geïnteresseerden kwam naar de universiteit. Omdat de communicatiestudies nog niet bestonden, was het heel normaal dat men toen gewoon een taal ging studeren. Hannah Witteveen (19) liep op de middelbare school al warm voor Duits. Zij deed mee

De heer Von Schnabelewopski was student in Leiden. Vanuit de Gekroonde Liefdespoort, in het huis waar eens Jan Steen woonde, schreef hij over blondines met rode blossen op hun wangen, schilderkunst en de Hollandse keuken. Het boek waarin de negentiende-eeuwse schrijver Heinrich Heine over deze bijzondere heer vertelt, is te zien op de tentoonstelling ’Tussen Duitsland en Nederland’ in de Universiteitsbibliotheek. Ook Freya Steffelaar (70) studeerde in Leiden. Met een groepje alumni van het eerste uur is de Haagse op 30 novem-

ber bij de opening van de tentoonstelling aanwezig. Een geleerde van formaat houdt een lezing, het hele docententeam is present, evenals een groot aantal promovendi. Een paar stoelen van de alumni van jaargang ’56 vandaan, zit Hannah Witteveen, een studente uit het tweede jaar. Natuurlijk is er in vijftig jaar tijd heel wat veranderd in de studie, maar de passie voor literatuur en de Duitse cultuur is nog steeds dezelfde. En ach, opmerkingen uit de omgeving als ’waarom toch Duits?’, die vinden zowel Freya als Hannah onzinnig. Zo’n vraag stel je toch ook niet aan iemand die

Er was eens een Leidenaar die goud geld had gemaakt in de tweedehands autohandel. Tegelijkertijd was er ook een Leidenaar die stinkend rijk was geworden als pandjesbaas. De twee, laten we ze voor het gemak Bram en Goof noemen, waren vrienden. Elke week troffen ze elkaar aan de bar van een uitermate gezond ontspanningsbedrijf aan de Kraaierstraat. Daar zaten Bram en Goof dan te bomen over de handel, over slimmigheidjes om ’de instanties’ te omzeilen en de belasting te ontduiken. Als de drank goed en wel in de mannen was, sloegen ze elkaar steevast op de schouders. Wat hadden ze het getroffen, met elkaar en met zichzelf, jongens van de gestampte pot met enkel en alleen lagere school die toch maar mooi schathemelrijk waren geworden. Het was kerstavond en omdat Bram en Goof behalve heel veel geld niet zo bar veel mensen hadden die werkelijk om hen gaven, hadden ze maar weer eens afge-

sproken aan de bar van die zo florerende onderneming in het hart van de binnenstad. Na hun zoveelste glas, het was maar goed dat de weelderige gastvrouw de score bijhield met streepjes op een velletje papier, want de tel was ze al lang kwijt, zei Bram plotsklaps: ’Ik heb het licht gezien.’ Goof, die net het glas aan zijn mond had, keek hem niet begrijpend aan. Daarop zei Bram nogmaals dat hij het licht had gezien. ’Ik heb genoeg klanten een poot uitgedraaid en nu ga ik iets terug doen voor de mensheid.’ Goof verslikte zich zo erg dat hij rood aan liep en de wulpse bardame een glaasje water voor hem ging tappen. Toen zijn vriend weer een beetje gewoon kon ademhalen, vertelde Bram dat hij de vroegere dekenfabriek aan de Hogewoerd had gekocht om er een slaaphuis voor dakloze heroïneverslaafden en andere losers van te maken. Goof vroeg of Bram

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

Frans of rechten studeert? Freya Steffelaar was 19 toen zij ging studeren. Na meer dan dertig jaar Duits te hebben onderwezen op verschillende middelbare scholen, is zij nu met pensioen. Na de Tweede Wereldoorlog bestond er in Nederland een emotionele afkeer van Duitsland. Hoe waren de reacties toen Freya Steffelaar als jonge vrouw de taal van onze oosterburen wilde studeren? ,,Nou, in 1956 waren er al weer andere toestanden in de wereld die de gemoederen bezighielden; de Koude Oorlog, de oorlog in Korea. Ik weet nog dat ik mij als eerstejaars student in de VVSL (Vereniging voor Vrouwelijke Studenten te Leiden, die in 1972 opging in Minerva, red.) moest voorstellen aan de ouderejaars. ’Hoe kan dat nou, waarom Duits?’, waren de reacties. Ik zag dat meer als pesterige vraagjes.’’ De oud-docente vertelt dat zij zich na de oorlog juist overtuigd Europeaan voelde. ,,Elkaars taal spreken, buur-

Visser

in de

stad

nog wel spoorde en of hij soms ook van plan was om z’n goeie geld aan de Leidse pinkstergemeente te schenken? ’Morgen brengen’, zei Bram, ’bij zulke oplichters vergeleken zijn wij maar een stelletje koorknapen. Nee Goof, weet je wat het is? Ik

LDN202

ben gaan inzien dat zo’n dakloze gewoon effe wat minder geluk heeft gehad dan wij, effe wat minder lef in z’n donder en effe wat minder helderheid in z’n kop.’ Telefoon. Op de bar rinkelde een mobieltje. Goof nam hoofd-

Tentoonstelling De memoires van de heer Schnabelewopski, enkele originele handschriften van Maarten Luther en de Leidse Willeram uit de elfde eeuw maken onderdeel van de tentoonstelling: ’Tussen Duitsland en Nederland. Leidse getuig-schriften van een eindeloze uitwisseling’. De tentoonstelling is tot 1 januari te zien in de Universiteitsbibliotheek aan de Witte Singel. aan een programma van de universiteit, dat haar één keer per week naar de Universiteit Leiden bracht. ,,Als afsluiting gingen de leerlingen die aan het project meededen naar Berlijn. Ik heb daar een paar interviews afgenomen voor mijn werkstuk over DDR-films.’’ De scholiere uit Haarlem was zo enthousiast over Berlijn en haar kennismaking met de opleiding, dat zij

schuddend op en verschoot al net zo van kleur als na Brams mededeling dat hij het licht had gezien. ’Dat was de brandweer’, stamelde hij toen hij had opgehangen, ’ze zijn bezig om m’n studentenhuizen aan de Oude Vest te ontruimen. Koolmonoxide.’ Bram greep Goof bij de arm en trok hem mee naar buiten. ’Wacht’, riep de uitbaatster van de gewoonlijk goed bezochte vermaakszaak, maar waar gezien het onzalige tijdstip nu verder toch niemand meer was. ’Ik ga mee.’ Even later stonden ze met z’n drieën op straat te midden van dertien hevig geschrokken studenten die volgens de brandweer op het nippertje aan de dood waren ontsnapt. Goof kon van ontzetting geen woord meer uitbrengen en staarde beschaamd naar de punten van zijn schoenen. Bram ging tot actie over en dirigeerde het hele spul naar de even ver-

besloot in Leiden Duits te studeren. ,,Wij waren met achttien studenten in het eerste jaar. Ik vind vooral de betrokkenheid van de docenten aan de opleiding heel inspirerend. Sommige mensen worden zo vrolijk als zij over hun eigen vakgebied vertellen, dat werkt aanstekelijk.’’ In oktober gaat Hannah naar Berlijn om haar bacheloropleiding af te maken. ,,Wie weet blijf ik dan in Duitsland om daar ook een master te doen.’’ En meneer Von Schnabelewopski? Ook hij had het in Leiden prima naar zijn zin, alhoewel: na niet zo lang in Holland gewoond te hebben, deed hij zijn toevlucht naar zijn geliefde herbergierster van het Hamburgse café Zur Roten Kuh. ,,Waarom heb je mij nooit soep gestuurd?’’ riep hij ten einde raad. Want aan de Hollandse pot had Von Schnabelewopski nooit kunnen wennen. LI N DA VERMEU LEN

derop gelegen vroegere dekenfabriek. Daar verkeerde het zwerversvolk in opperbeste stemming, want zojuist waren ze van de Leidse voedselbank heuse kerstpakketten wezen brengen. De buit was niet gering, want behalve mooie vleeswaren van een fameuze slagerij aan de Haarlemmerstraat zaten er ook een paar knappe flessen wijn bij. Het duurde niet lang deze kerstnacht of door de vroegere dekenfabriek trok een bonte polonaise van daklozen, studenten, de barkeepster van het succesvolle relaxcentrum, en de hoofdpersonen van dit wonderlijke kerstverhaal. Bram, die achter Goof aan marcheerde, voelde hoe zijn vriend onder zijn handen schokschouderde. De pandjesbaas draaide zich om en sprak met een paar vochtige ogen tot de autohandelaar. ’Ik geloof dat ik nu ook het licht heb gezien.’ JA AP VISSER

Regio

SCHRIJVENDE LEZERS

De Rijn Gouwe Lijn bij station Boskoop.

ARCHIEFFOTO HENK BOUWMAN

Ja-campagne RGL wordt onmogelijk gemaakt De commissie Engelsman is een vroege dood gestorven, de gemeente Leiden spreekt zich in het openbaar niet uit voor de Rijn Gouwe Lijn en de provincie Zuid-Holland neemt al helemaal geen standpunt in. Voorstanders wordt het onder meer hierdoor onmogelijk gemaakt een evenwichtige en constructieve campagne te voeren, terwijl tegenstanders hun zure gif ongebreideld kunnen spuwen. Uit het oogpunt van bereikbaarheid is de komst van de Rijn Gouwe Lijn naar Leiden een must. Steden in het Groene Hart worden door de lightrailverbinding makkelijk aan elkaar geknoopt. Goed voor de economie, goed voor de werkgelegenheid en goed voor het aanzien van steden als Leiden en Gouda. Al te makkelijk wordt daar door de Leidse gemeenteraad en het college overheen gewalst. Veel ondernemers in Leiden zijn voor de Rijn Gouwe Lijn. Een periode van bouwoverlast wordt immers gevolgd door een nieuwe stroom toeristen en economische groei. De binnenstad van Leiden krijgt een hoogwaardige tram én een nieuwe uitstraling. En... dat is nodig. Een tram die in de spits om de 7 minuten rijdt, een klantvriendelijke instap heeft die ook voor bejaarden en ouders met buggy’s te behapstukken is en uiteindelijk ook nog eens rechtstreeks naar de kust zoeft. De directeur van het Centrum Management Leiden heeft het al vaker gezegd: Leiden gaat pas echt meetellen wanneer de bereikbaarheid wordt aangepakt. De Rijn Gouwe Lijn is een van de projecten die een dergelijk oplossing biedt. De argumenten zijn er dus in overvloed. Maar waarom lukt het dan niet om de ja-campagne op een constructieve manier te voeren? Er zijn in Leiden een paar organisaties die hun nek uitsteken: de Kamer van Koophandel en het Centrum Management. Zij hebben contact met gulle voorstanders zoals de Leidse universiteit, het LUMC, de Hogeschool en een aantal anderen. Zij zien de waarde in van een tram in de stad. Het zij voor hun studenten, het zij voor bezoekers en patiënten. De bedoeling van deze voorstanders is Leiden te redden van de ondergang. Ze worden hierin echter steeds opnieuw gefrustreerd door tegenstanders. Zo is de commissie Engelsman een vroege dood gestorven. De commissie was door de gemeente Leiden in het leven geroepen om een objectieve campagne mogelijk te maken, waarin zowel voor- als tegenstanders gelijkelijk aan het woord kwamen. De commissie bestond uit een onpartijdige voorzitter, Steven Engelsman, en twee voor-

en tegenstanders. De tegenstanders hebben zich inmiddels teruggetrokken (ROVER en STOOM) omdat ze hun handen vrij willen houden voor een nee-campagne. Kan dat zomaar? Een ander voorbeeld: de voorman van het Stadsparkeerplan zaait binnen de Leidse ondernemersverenigingen grote onrust. Hij heeft zelfs wilde plannen om in de Breestraat met grote vrachtauto’s de Rijn Gouwe Lijn na te bootsen. De feiten zijn dat vrachtauto’s niet met de Rijn Gouwe Lijn zijn te vergelijken. Het zijn steeds deze negatieve uitingen die het blazoen van de Rijn Gouwe Lijn besmetten en de media gaan hierin maar al te gemakkelijk mee. Met het verdwijnen van de commissie Engelsman is een goed georkestreerde campagne verdwenen. De gemeente Leiden heeft verzuimd nieuwe tegenstanders te zoeken, dan wel een andere invulling te geven aan de commissie. De gemeente Leiden treft sowieso blaam. De informatiestroom over de gevolgen van een nee zijn minimaal. De kosten die door de buurgemeenten worden verhaald op de gemeente Leiden bij een nee, komen uiteindelijk voor rekening van de Leidse burger. En dat is nog maar het begin van de beerput die uiteindelijk open gaat. Ook de wijze waarop het Leids college en de gemeenteraad zich hebben opgesteld in de aanloop naar het referendum, verdient geen schoonheidsprijs. De burgers dienen de Leidse politici hierop af te kunnen rekenen, maar ze hebben geen idee van wat zich allemaal afspeelt in het stadhuis. Dan de provincie Zuid-Holland. Gedeputeerde Huls hult zich in stilzwijgen. De provincie laat zich op geen enkele manier uit over de situatie na 7 maart 2007. De provincie doet niets aan communicatie en gaat dit ook niet doen. De gedeputeerde heeft verschillende adviezen over een andere aanpak naast zich neergelegd en weigert het onderwerp voor 7 maart op de agenda te zetten. Er bestaan bestuurlijke afspraken met Leiden, die ook juridisch gezien voldoende waarborgen bieden. Leiden zit klem en kan en wil niks uitleggen. De burger is dus in haar informatiebehoefte geheel afhankelijk van een gemeente die zich neutraal opstelt en niet in staat is de burger van fatsoenlijke informatie te voorzien. De projectorganisatie Rijn Gouwe Lijn, onderdeel van de provincie Zuid-Holland, is gebonden door de starre houding van Huls. Jammer jammer. Een gemiste kans. P. B A N N E N B E R G , LEIDEN.

UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1956, woensdag 19 december LEIDEN - Een wielrijder stak gistermiddag omstreeks half zes de Zoeterwoudse Weg bij de Veilingkade over zonder op het verkeer te letten. Hij werd aangereden door een achter hem komende auto. Het slachtoffer liep een enkelfractuur, sleutelbeenfractuur en lichte hersenschudding op. De EHD bracht hem naar het Academisch Ziekenhuis.

ANNO 1981, zaterdag 19 december OEGSTGEEST - Nadat een groep van de Pedagogische Academie een bedrag van rond de honderd gulden had verzameld, bleek een duikersploeg bereid om zich door een wak in het ijskoude water te laten zakken. Omstanders keken rillend toe, schaatsers bleven op een afstand, maar het goede doel, het Indonesië-project, waar de school al een week voor bezig was, was er mee gediend. FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

CMYK

LDN202 LDN

LDN202

L WO E N S DAG 3 JA N UA R I 2 0 0 7

R E DAC TI E @ L E I D S C H DAG B L A D. N L

Een volhouder rust na de Stinksloot SPOREN Op 1 januari 1936 sloot het grootste deel van de Haarlemmermeerlijn. Zeventig jaar later trekt deze trein nog altijd zijn spoor door het landschap. Het Leidsch Dagblad ging op zoek naar tastbare herinneringen aan de lijn Hoofddorp-Leiden. Vandaag aflevering 19: Herensingel – Leiden HSM. Lang nadat de lijnen waren opgeheven, tufte er in Leiden nog een trein over een stukje Haarlemmermeerspoor. Veel stelde het op het eind niet meer voor: ’s ochtends en ’s middags een ritje heen en terug naar het een paar kilometer verderop gelegen hoofdstation van Leiden. Maar het spoortje was een van de laatsten der Mohikanen. Het bleef tot 1 februari 1972 in bedrijf. Slechts enkele goederenlijntjes rond Aalsmeer en een spoor tussen Uithoorn en Nieuwersluis hielden het langer vol. Dat het stukje spoor er lag, is te danken – of zo men wil te wijten - aan de tegenwerking van de grote spoorwegmaatschappijen bij de aanleg van de Haarlemmermeerlijnen. De Hollandsche Electrische Spoorweg-Maatschappij (H.E.S.M.) wilde aanvankelijk een tamelijk compleet net aanleggen tussen Leiden, Haarlem en Amsterdam door de Haarlemmermeer. In het begin dacht de maatschappij er zelfs over om – zoals de naam al doet vermoeden - met

Een luchtfoto van Leiden-Noord in 1954. De goederenlijn loopt links en sluit halverwege aan op het spoor naar de gasfabriek. Linksboven is de rioolwaterzuivering waar het goederenspoor na een halve cirkel op de Oude Spoorbaan aansloot. Rechts op de foto de opgeheven lijn naar Hoofddorp. Midden onderin is station Herensingel. FOTO REGIONAAL ARCHIEF LEIDEN

elektrisch materieel te rijden, wat voor die tijd hypermodern was. De Hollandsche (IJzeren) Spoorweg-Maatschappij (H.S.M.) vreesde grote concurrentie van de nieuwkomer, en schakelde de H.E.S.M. op hardhandige wijze uit. Rond 1903 pleegde de H.S.M., zoals spoorhistoricus G. Russer het noemt, ’een staatsgreep’ door de aandelen van de H.E.S.M. stilletjes op te kopen. De lijnen die er vervolgens kwamen, waren duidelijk geen hoofdnet, maar een lokaalspoor. Om de concurrentie voor de hoofdlijn helemaal de nek om te draaien, stopte de

Haarlemmermeerlijnen in Amsterdam en Leiden niet op de hoofdstations, maar kregen ze aan de rand van de steden hun eigen stations. In Amsterdam verrees zo het station Haarlemmermeer, en in Leiden station Herensingel. Voor het goederenvervoer bleek het echter handig om toch een verbinding tussen het hoofdstation, Leiden H.S.M. en het station van de Haarlemmermeerlijnen aan te leggen. Vanaf het emplacement Herensingel werd daarom een spoor aangelegd dat ter hoogte van wat nu de Gooimeerlaan is aansloot bij een al langer bestaand goede-

renspoor, dat van het hoofdstation naar de gasfabriek in Leiden-Noord liep. Het begin van het lijntje, vanaf emplacement Herensingel gezien, is bijna 35 jaar na de sluiting nog altijd goed terug te vinden, hoewel de lijn vrijwel volledig onder moderne bebouwing is verdwenen. ’t Spoortje staat er met grote letters op het buurthuis aan de Bernhardkade. En dit is inderdaad de plek waar de trein destijds langzaam afboog richting station Leiden H.S.M. De eenvoudige spoorwegovergang op de Willem de Zwijgerlaan heeft al decennia geleden plaats gemaakt voor een fietstunnel en op het stukje spoor daarna is het verpleeghuis Overrhyn verrezen. Achter dit tehuis, in het Noorderpark, is de oude spoorlijn een paar honderd meter lang goed te volgen. Weliswaar is de spoordijk zelf er niet meer, maar het tracé is desondanks goed gemarkeerd. De trein maakte ooit een bocht precies langs de kopse kant van de portiekflat aan de Albertina Agnesstraat en reed daarna met een flauwe slingerbeweging naar het noord-westen. De zuidelijkste van de twee wandelpaden in het Noorderpark volgt ongeveer de route van de trein. Een klein stukje van de spoordijk duikt aan de rand van het park, boven de oude Van Voorthuijsenschool, weer op. Er ligt nu een fietspad op, richting Gooimeerlaan. Dat het spoor hier ook inderdaad heeft gelopen en dat het pad geen gril is

van een moderne stedenbouwer, is goed te zien aan het einde ervan. Precies in het verlengde van het fietspad duikt een paar honderd meter verder een betonnen brug op. Het is het oude spoorbruggetje over de Slaaghof Stinksloot, dat nu tamelijk zinloos aan de rand van en paardenweitje ligt. Destijds, nadat het spoor de sloot was gepasseerd, maakte de lijn een korte, halve draai om vervolgens aan te sluiten op de spoordijk naar het ’grote’ station Leiden. In die halve cirkel werd later, terwijl het goederenspoor nog reed, een rioolwaterzuivering aangelegd. Na de volledige opheffing van het lijntje, en na de bouw van de Merenwijk, is die zuivering fors uitgebreid. Van de halve cirkel is noch op kaarten, noch op luchtfoto’s - zoals die van Google Earth - iets terug te vinden. Toch zijn er nog wel een paar restjes, zij het erg goed verstopt. Achter het spoorbruggetje over de Slaaghsloot ligt zo’n onverwacht overblijfsel. Vanuit de verte lijkt de brug slechts te eindigen in een ondoordringbaar, compleet verwilderd stuk groen. Maar na een tochtje langs de rand van het bedrijventerrein Flevoweg, blijkt dat wel mee te vallen. Vlakbij de waterzuivering duiken tussen de struiken opeens de vage contouren van het spoorbruggetje op. Midden in die groene woestenij ligt een tamelijk gave spoordijk, enkele tientallen meters lang en behalve met wat gras nauwelijks be-

groeid. Het doet kennelijk dienst als een toegangsroute tot het weitje. Een stevig hek, midden op de brug, voorkomt dat het vee het bedrijventerrein verderop frequenteert. Het laatste stukje van de lijn is ook nog steeds aan te wijzen. Het is tamelijk vaag, maar het is er nog wel. Op de Broekweg, een tot fietspad omgebouwd middeleeuws polderpad, gaat de weg ter hoogte van de waterzuivering vrij steil omhoog. Dit is de helling die de trein destijds moest nemen om aan te sluiten op de hoofdlijn naar station Leiden. De precieze plek van samenkomst – enkele tientallen meters ten noorden van de Slaaghsloot - is niet meer te vinden. Die ligt diep in de spoordijk nadat het tracé van de lijn Leiden-Haarlem fors is uitgebreid. De weg er naar toe is nog wel te zien: een brede strook grond, die de sloot langs het hoofdspoor opeens afdamt. Bij zien zal het trouwens ook blijven, want een allerlaatste stap op dit allerlaatste stukje Haarlemmermeerlijn blijkt niet mogelijk. Een meters hoog hek maakt de wandeling onmogelijk, die vanwege de enorme bramenstruiken op het stukje grond toch al niet echt aangenaam zou zijn geweest. Maar goed, het spoor is in Leiden. De reis zit er op. WIM WEGMAN

Reacties: [email protected]

Dit was de laatste aflevering van deze serie.

’Rembrandtjaar niet voldoende uitgebuit’ Rampenarrangementen? Een Leids Ganzenbord? Themajaren in de stijl van het Rembrandtjaar? Allemaal dingen waar het nieuwe Leidse bedrijf Prokwadraat zich mee bezighoudt. Onder de noemer toerisme in stad en regio organiseert het bedrijf uitstapjes voor grote en kleine groepen. Maar het doet ook aan strategische verkenning van de onontgonnen toeristische mogelijkheden in Leiden. De net betrokken vestiging aan de Leidse Gooimeerlaan, bij de Groenoordhallen, gonst dan ook van de activiteiten. Er zit toeristische potentie in Leiden. De twee kersverse ondernemers Frank van Leeuwen en Bart in ’t Veld worden niet moe dat te benadrukken. In ’t Veld somt op, voor de vuist weg: ,,Je hebt Rembrandt en de zeventiende eeuw, je hebt Jan Steen, je hebt de universiteit, je hebt Von Siebold. Om maar

eens wat te noemen.’’ Ze kunnen het weten. Samen werkten ze jaren voor de VVV van Leiden en omstreken en in die hoedanigheid waren ze naar eigen zeggen de eersten die riepen dat er een Rembrandtjaar moest komen. Sinds afgelopen zomer hebben ze een eigen bedrijf , ProKwadraat geheten, waarmee

Bij Prokwadraat zijn de ideeën niet van de lucht.

ze de toeristische mogelijkheden van Leiden en op termijn van meer plaatsen in Zuid-Holland willen gaan ’marketen’. Vooralsnog is de meest zichtbare activiteit van ProKwadraat het organiseren van dagtochten in Leiden en omgeving voor allerlei groepen, van kleine gezinsuitstapjes tot en met complete bedrijfsuitjes. Van Leeuwen: ,,Koffie met gebak, rondvaartje, stadswandeling, museumbezoek, die combinatie kunnen wij bieden als je wilt, met ook dingen als een schilderworkshop. Wij hebben de bouwstenen, wij kunnen voor de arrangementen zorgen.’’ Jonelle Dunker, net een maand in dienst bij de twee als coördinator, doet het dagelijkse werk: ,,Wij hebben allerlei uitstapjes, sommige heel speels, zoals het Leids Ganzenbord, of een Rampenarrangement, over de Kruitramp uit 1807, volgend jaar tweehonderd jaar geleden.’’ Van Leeuwen: ,,En het is niet veel duurder dan wanneer je het zelf doet. Maar het scheelt je wel handenvol tijd.’’ Doelgroep is de veertig-plusser met geld, grof gezegd de baby-boomer. In ’t Veld: ,,Maar we willen ons ook op andere groepen gaan richten.’’ Maar In ’t Veld en Van Leeuwen hebben meer pijlen op hun boog met ProKwadraat. Plannen waarvoor ze voornamelijk overheden willen interesseren. In ’t Veld: ,,Je merkt dat er in Leiden grote belangstelling is voor projecten als het Rembrandtjaar. Alleen wordt zo’n jaar niet volledig uitgebuit. Het is nu 2007, we rusten allemaal uit, we hebben met z’n allen Leiden op de kaart gezet als Rembrandtstad, maar er gebeurt verder niets meer mee. Behalve het standbeeld en dingen als de kijkdoos bij de Latijnse school is er niets blijvends. Er had een mooi bezoekerscentrum kunnen komen. Zo blijf je als Leiden Rembrandtstad. En ja, natuurlijk is Rembrandt uniek, maar er zijn in Leiden ook mogelijkheden voor andere themajaren.’’ ,,En dat’’, vult Van Leeuwen aan, ,,is een van de dingen

heb onthouden, de stelling van de rechthoekzijden. Zijn sommetje van de vreugde kende ik niet, maar het houdt me nu al dagen bezig, op de gekste momenten huppelt het door mijn hoofd, zoals nu op de fiets naar het café. Vreugde kun je vermenigvuldigen door haar te delen. Voortreffelijk. Wanneer de vuurpijl voor mij langs de Garenmarkt op scheert, maakt zich een driftbui in mij los. Er op af, schiet het door me heen, maar de woede waait meteen weer over. Laat gaan. Ik roep iets lelijks naar de parkeergarage en fiets door, te veel zin in bier en in ouwehoeren met mijn vrienden. Het geheugen herinnert mij aan m’n korte lontje. Ik heb mijzelf voorgenomen in 2007 minder snel aan te branden dan in 2006 te vaak het geval was. Op de valreep van het jaar geef ik mijzelf

Bart in ’t Veld (links), Jonelle Dunker en Frank van Leeuwen: ,,Over een tijdje moeten hier zes à zeven mensen werken.’’ FOTO’S HIELCO KUIPERS waarbij wij kunnen inspringen. Onze ervaring bij gemeenten en provincie is dat er zóveel plannen worden gemaakt dat ze niet toekomen aan de daadwerkelijke uitwerking daarvan. Ook missen ze vaak mensen die een en ander coördineren, waardoor

gemeenten, musea en andere instellingen heel makkelijk langs elkaar heen werken. Wij kunnen die plannen uitwerken. Wij kunnen een voortrekkersfunctie vervullen.’’ ,,En", vult In ’t Veld aan, ,, wij kunnen op basis van onze ervaring ook zien

IN ZAKEN Naam: ProKwadraat Gevestigd: Gooimeerlaan 1b (bij Groenoordhallen) Kernactiviteit: het verzorgen van toeristische dagarrangementen in Leiden en omstreken. Het marketen van toeristische hotspots in Leiden Werknemers: (nu nog) één Omzet (geraamd): € 500.000 in 2007. Toekomstvisie: ,,Doorgroeien tot 5 à 6 man, ook kijken naar andere steden in de provincie, plezier hebben en een gezond bedrijf zijn.’’ Website: www.groepswijzer.nl www.ProKwadraat.nl

CYAANMAGENTAYELLOWBLACK

Visser

in de

stad het goede voorbeeld. En nou volhouden. Het gebeurde onlangs bij ons

LDN202

SCHRIJVENDE LEZERS

Wie biedt?

FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

In de aanbieding Even naar aanleiding van het bericht ’Vrienden Stadsgehoorzaal in geweer tegen uitblijven verbouwing’: Het was toch dezelfde Leendert Jonker die - nu voorzitter van de Vereniging van Vrienden van de Stadsgehoorzaal - ooit

voorstelde de schilderijen van De Lakenhal te verkopen en door - Jan Verbaan lukte dat reproducties te vervangen om de uitbreiding te bekostigen? LEO MEIJER, LEIDEN.

Sieval moet excuses maken aan berooide leden Graag wil ik reageren op de uitspraak van Dennis Sieval over het niet terugbetalen van de leningen die verstrekt waren door ex-leden van de Grote Opdracht Gemeente te Leiden. Hij zegt dat het tot 2006 mogelijk was alles terug te betalen, maar dat door de leden die vertrokken zijn dit nu niet meer mogelijk was. Wat een rotsmoes. Tot 2006 zat de kerk al tot in haar nek in de schulden en liepen deze alsmaar op. Ik zat toen in de leiding van deze gemeente en mij werd menigmaal toevertrouwd dat er een wonder nodig was omdat men de mensen niet meer kon terugbetalen. Persoonlijk hebben wij samen met nog een ex-lid de huur betaald van het jeugdhonk dat wij huurden in Zoetermeer, een huurachterstaand van 1 jaar. Ook wordt er even voor het gemak niet verteld dat er bij verhuurder De Raad een schuld lag van meerdere tonnen die men niet meer kon betalen. Zo zijn er nog heel veel mensen die op

dit moment al heel lang op hun geld zitten te wachten. Er heerste een cultuur in deze kerk van lenen en uitgeven terwijl dit eigenlijk niet kon. Gelukkig ben ik zelf nooit leningen aangegaan en hebben wij het financieel nu goed, maar het leed onder vrienden en vriendinnen is niet te overzien. En nu doen alsof er tot 2006 geen vuiltje aan de lucht was! Dat Dennis Sieval nog op het podium durft te verkondigen dat we voor onze naasten moeten zorgen vind ik een schande. Hij zou zijn verantwoordelijkheden moeten nemen en excuses moeten maken aan al die mensen die financieel berooid zijn door allerlei wereldwijde vage projecten waar niks van terug te vinden is. En dat allemaal dankzij Gertjan Agtereek die zichzelf allerlei dokterstitels heeft toebedeeld waar Nelson Mandela nog jaloers op zou zijn. RICHARD KLINKENBERG, L E I D E R D O R P.

Vreemdelingentoezicht in prestatiecontract

wat voor een toeristisch product er nog ontbreekt in de regio.’’ Met al die plannen en ideeën zijn de goede voornemens voor het nieuwe jaar niet van de lucht aan de Gooimeerlaan. Drukproeven voor brochures vliegen heen en weer naar de drukker, en men heeft net twee websites gelanceerd, www.groepswijzer.nl voor de uitstapjes, en www.prokwadraat.nl voor de meer strategische kant van het bedrijf. Natuurlijk liggen er ook al draaiboeken voor komende evenementen als het Leids Draaiorgelfestival en het Leids Festival van het Levenslied kant en klaar. En dat is nog maar het begin. Van Leeuwen: ,,We willen gaan groeien. Over een tijdje moeten hier zes à zeven mensen werken, en op den duur willen we over de hele provincie Zuid-Holland gaan opereren.’’ J U RY SMIT

’Als je vreugde wilt vermenigvuldigen, moet je haar delen.’ Ik zit op de fiets en kauw op dit prachtzinnetje van Pythagoras, inderdaad die van A kwadraat plus B kwadraat is C kwadraat. Ik ben op weg naar het café en vanuit de parkeergarage boven de Hoogvliet vertrekt een vuurpijl. Hij komt mijn kant op. ’Als je vreugde wilt vermenigvuldigen, moet je haar delen.’ Het staat in schoonschrift op het wenskaartje van mijn oudste zus. Het is het werk van mijn zwager. Hij doet het al jaren, wat klassieke wijsheid van een groot denker lenen, het op een mooi wit kartonnetje pennen en dan rondsturen als nieuwjaarsoverpeinzing. Mooie gewoonte van mijn zwager en op de valreep van 2006 heeft hij mij goed te pakken. Ik kauw al dagen op Pythagoras, de Griekse wijsgeer en wiskundige, de enige van wie ik een stelling

Regio

op de Lammenschansweg waar het stadinwaarts file was. Ik wilde met een groepje fietsers

oversteken, maar een lefgozer met trek in rottigheid stak er zijn patserwagen voor. Wij deinsden terug en waagden een nieuwe poging toen de file een paar meter was opgeschoven. Maar de hufter achter het stuur trok wederom brullend op, terwijl de rest van de autorij stil stond. Hij raakte mijn voorwiel en voordat ik er erg in had, hakte ik met mijn stevige schoeisel in op zijn motorkap. Het staaltje zelfverdediging in blinde woede leverde luide bijval van mijn medefietsers op. Maar ik schrok van mijzelf. Was ik dat? Ja, dat was ik, aso met te korte lont. Op dat beschamende moment werd mijn goede voornemen voor 2007 geboren. In het café zijn er meer die een lading vuurwerk om hun oren hebben gekregen. Zwaar geschut ook. Dat gedonder hebben we aan de grensoverschrij-

dende wetgeving te danken. Er mag eerder geknald worden, en vooral harder. Ons vrijere Europa geeft dus een hoop kabaal. Van vuurwerk, Saddam, Sophie Hilbrand en Matthijs van Nieuwkerk, waar wij op de laatste kroegavond van het jaar over lullen, was in 2006 veel te veel. Maar ach, een dag later sta ik even na twaalven in wind en regen een vuurpijl in een lege champagnefles te frunniken. Het stuk geschut kiest het luchtruim en tot mijn genoegen knalt het in een kleurige vonkenregen uit elkaar. Ik draai mij om en zie verrukte kindergezichten, één hoog achter een slaapkamerraam. Als je vreugde wilt vermenigvuldigen, moet je haar delen. JA AP VISSER

www.visserindestad.nl

Vandaag gelezen in het Leidsch Dagblad dat de politie Hollands Midden geen jacht gaat maken op illegalen. Wel is het dit keer voor het eerst, dat vreemdelingentoezicht is opgenomen in de prestatiecontracten die de politiekorpsen sinds een aantal jaren afsluiten met het ministerie van Binnenlandse Zaken. Als de politie de afspraken nakomt, ontvangt zij daarvoor meer geld Griezelig, cynisch en déja vu. Wij dachten, dat het jagen op

mensen (zoals bijvoorbeeld bij slavenhandel) sinds de 19de eeuw verboden is in dit land. Déja vu: in de Tweede Wereldooorlog werd er ook door (sommige, nou ja, vrij veel) Nederlandse politieagenten gejaagd op joodse landgenoten, homo’s en zigeuners. Kregen ze daar toen extra geld voor? Een griezelige en wanhopig makende gedachte. PINNY BARUCH, L E N VA N L E E U W E N , L E I D E N .

UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1957, donderdag 3 januari L E I D E N - Met de Leidse kerstboomverbranding is het gisteravond iets anders verlopen dan was voorzien. Hoewel de ’brandstof’ - circa tweeduizend kerstbomen - op het Schuttersveld hoog lag opgestapeld, wilde de lont aanvankelijk niet in het ’ kruit’. Tien padvinders stonden klaar om op het sein van de commandant van de Brandweer, de heer S. Hagedoorn, de brandende fakkel in de brandstapel te werpen. Het was alles aardig in scène gezet... doch op het moment dat commandant Hagedoorn het sein tot de aanval gaf, wierpen de trouwe volgelingen van Baden Powell hun fakkel, aangedreven door een krachtige tot zeer krachtige wind ver tot heel ver over de brandstapel. Er gebeurde niets, het was donker tot zeer donker. Een lid van het brandweerpersoneel, anders actief bij het blussen, redde de situatie en stookte nu zelf maar een vuurtje. Een lucifertje was voldoende voor het oplaaien van een kolossale fik die tot ver in de omtrek zichtbaar was. De Leidse Jeugd Actie, die ook dit jaar het initiatief had genomen tot de kerstboomverbranding, kan zo toch nog terugzien op een alleszins geslaagd vuurfestijn.

ANNO 1982, dinsdag 5 januari wassenaar - Onbekenden beschoten vanochtend het raam van de werkkamer van de Wassenaarse burgemeester Staab. Bode Van Rijn, die op het moment van het schot in de kamer was, toont het kogelgaatje. De schade bedraagt meer dan duizend gulden. FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD

Related Documents

Leiden Sporen
April 2020 29
Leiden Pagina Sporen 15
April 2020 11
Leiden
April 2020 14
Leiden Creatief
November 2019 15
Sporen In Het Bos
November 2019 56
Uitslagen Leiden Eo
May 2020 9

More Documents from "Internetredactie"

Declaraties Velsen
May 2020 13
Gooi
May 2020 16
Tourkaart
June 2020 10
May 2020 8