Joannes Richter
Kanttekeningen van een boekenfluisteraar
- voor Stefan, Walter & Pierre -
2
Joannes Richter
Kanttekeningen van een boekfluisteraar - Walter's bibliotheek -
-20093
© 2009 by Joannes Richter gepubliceerd bij LULU Alle rechten voorbehouden ISBN: 978-1-4452-2365-0
4
Inhoud 1 Wie met de boeken fluistert...................................................9 Wie met de boeken fluistert.............................................9 Het Woord ....................................................................10 De bibliotheek...............................................................11 2 De bibliotheek als erfenis ....................................................13 Herfst 2001....................................................................14 3 De vooroorlogse jaren '36-'39..............................................17 Representatieve boeken in de periode '36-'39...............17 Van Napels tot Venetië..................................................18 De Rerum novarum.......................................................19 Dante, virtuti et honori..................................................24 Walter's Gedichtenbundel..............................................25 De Europese Dichters....................................................34 De Kracht der Gedachte ...............................................34 4 De oorlogsjaren '40-'45........................................................37 Representatieve boeken in de periode '40-'45...............37 Goethe...........................................................................38 Joost van den Vondel.....................................................39 Woordenboeken.............................................................41 Terra promissa ..............................................................42 Lehrbuch der Weltgeschichte........................................44 De bestudering van de filosofie.....................................45 De goddelijke komedie..................................................47 5 De naoorlogse jaren '46-'54..................................................49 Representatieve boeken in de periode '46-'54...............49 Aus meinem Leben: Wahrheit und Dichtung................50 Zwart en wit..................................................................50 Pionier der Vrijheid.......................................................51 Tijd van delirium...........................................................52 The plumed serpent.......................................................53 Tigre Juan......................................................................54 5
De avonden ...................................................................54 Nico van Suchtelen........................................................55 Volk ohne Raum............................................................55 The heart of the matter..................................................56 De Sohar........................................................................56 6 Literatuurstudie '55-'70........................................................59 Representatieve boeken in de periode '55-'70...............59 De Index .......................................................................60 Cities of the plain..........................................................60 East of Eden..................................................................61 Die Falschmünzer..........................................................61 Comparative religion.....................................................62 Het rijk van Venus.........................................................62 Ulysses..........................................................................62 Verhalen uit een verscheurd land..................................63 Kunst en kunstenaars.....................................................63 Literatuur in de Brabantse taal......................................64 Ondergang.....................................................................64 In Cold Blood................................................................65 1984...............................................................................65 De Filosofie...................................................................66 The golden ass...............................................................67 De Spaanse burgeroorlog..............................................68 7 De Phase der biografien '71-'85...........................................71 Representatieve boeken in de periode '71-'85...............71 De biografieën...............................................................72 Hermann Hesse.............................................................73 Heinrich Böll.................................................................75 Hedendaags fetisjisme...................................................76 Woutertje Pieterse..........................................................77 Literair Lustrum 2 ........................................................78 Plato's Gastmaal............................................................78 6
8 De nieuwe literatuur '86-'00.................................................79 Representatieve boeken in de periode '86-'00...............79 Zeepbellen in een netje..................................................80 Alissa en Adrienne.........................................................81 Salz auf unserer Haut....................................................81 Kafka.............................................................................81 Literatuurkritiek............................................................82 Der Unbeirrbare ............................................................83 De biografieën...............................................................84 Een geschiedenis van God.............................................84 De kus van Esau............................................................86 Ein neues Weltbild.........................................................87 Uitersten .......................................................................89 De slinger van Foucault.................................................90 De eeuw van mijn vader................................................90 Nederlandse literatuur...................................................90 9 Walter karakterschets ..........................................................93 10 Samenvatting......................................................................97 Analyse .........................................................................97 Proust's verloren tijd......................................................98 De virtuele bibliotheek..................................................98 11 Statistieken ........................................................................99 12 Walter's Gedichtenbundel................................................101 13 Samenvatting....................................................................107
7
Afbeeldingen Fig. 1: De Rerum Novarum met Walter's notities....................23 Fig. 2: "Oorlog" van W. de Mérode.........................................26 Fig. 3: Paula Slapend van H. Marsman....................................30 Fig. 4: Copla uit het jaar 1942.................................................41 Fig. 5: Copla uit het jaar 2001.................................................42 Fig. 6: Het Arabische Woord "God"........................................85
Overzichtstabellen Tabel 1: Inhoud Walter's Gedichtenbundel............................106
8
1 Wie met de boeken fluistert...
Wie bij het lezen met zijn boeken fluistert Vindt soms een woord, dat hij niet heeft verwacht. Als hij daarop nog even luistert bespeurt hij in zijn hart een stille kracht.
Wie met de boeken fluistert... Wie bij het lezen met de boeken fluistert, ontwikkelt een bijzondere relatie tot zijn bibliotheek, tot boeken, woorden en letters. Sommigen worden woorden-fetisjist, anderen auteur, een verwoed lezer, etymologist of bibliofiel. Walter kan van een boek houden als van een vrouw. Soms fluistert hij haar de woorden teder als een minnaar in het oor. Dan weer spreekt hij bij het lezen tot zichzelf, maar dan vermanend en zich vermannend. En in de woorden – zo heeft hij mij verzekerd – ziet hij ook vaak de spiegel, waarin de lettergrepen zich opdelen in Waar en Onwaar, in Echt en Onecht, in Echt en Gescheiden... Wij leven in een bipolaire wereld, zo zegt hij en dus moet er in de woorden ook mannelijk en vrouwelijk, rood en blauw, wit en zwart te onderscheiden zijn. 9
De godsdienst, zo verzekerde hij mij bij deze gelegenheid, speelt ook dan de hoofdrol, als zij op een foutieve basis berust. Meer dan de helft van de mensheid heeft een godsdienst nodig om te kunnen overleven. Dan moet een regering de religies wel respecteren... In het leven van iedere individuele mens vormen reeds de existentiële vragen „Wie ben ik; waar kom ik vandaan; waar gaan wij naar toe?“ een fundamenteel probleem. Hoeveel belangrijker is dan het antwoord op deze vragen voor de mensheid als geheel? De bestudering van dit probleem houdt hij zich als levensdoel der pensioengerechtigde leeftijd voor ogen. Dat heeft Walter mij al rond het midden van zijn leven gezegd – en dat is al jaren geleden...
Het Woord Het is een verre kracht der Schepping, waarin elk ding voor het eerst wordt benoemd en zich moet verplichten voor alle tijden aan de verwachting te voldoen. Vanaf het begin der tijden draagt deze verwachting de naam God en om een overtreding van de verwachting te verhinderen noemen wij deze God een jaloerse God. Een mannelijke eerste verwachter heeft het eerste beginsel als Vader verwoord. Nadat het Woord zich had verplicht waar te worden vond het ook een woonplaats in het Boek, waar het zich ongebreideld kon verspreiden en vermenigvuldigen. Walter groeit op in een tijd, waarin man nog niet straffeloos aan het Woord en aan het Boek mag twijfelen. Onder de hemelse zon heeft echter niets bestand. Waar de mens twijfelt, verlate men het Ene Woord en zoekt een Ander. Het ene Boek volgt op het Ander en samen vormen zij een Bibliotheek... 10
De bibliotheek Vrijwillig zal een boekenfluisteraar van zijn boeken geen afstand doen en zo groeit de bibliotheek zolang er nog ergens in zijn woonruimte een ruimte ter beschikking staat. De verzameling kan aanwassen totdat de dood daaraan een einde maakt. Vele van dit soort bibliotheken worden na de dood van de boekenfluisteraar ontbonden en in losse delen verstrooid. Slechts zelden blijft het complete werk zo lange tijd als eenheid bestaan, dat men de samenhang kan onderzoeken en documenteren. Walter is slechts een blad aan de levensboom, die in de herfst zijn loof heeft afgeworpen. Wij willen en kunnen Walters biografie niet meer precies reconstrueren. Wel zijn wij in staat uit zijn bibliotheek af te lezen, welke weg deze boekenfluisteraar op zijn speurtocht naar het Woord heeft genomen. Dit is de weg, die wij in het volgende hoofdstuk willen beginnen...
11
12
2 De bibliotheek als erfenis Enkele jaren geleden is mijn vriend en mentor Walter onverwacht overleden. Door verhuizingen waren onze contacten de laatste jaren zeldzamer geworden, maar gedurende de actieve fase van onze vriendschap hadden wij regelmatig over literatuur en filosofische thema's gediscussieerd. In de laatste jaren echter eiste de drukke werkomgeving zijn tol en beperkte zich onze dialoog op enkele korte, minder diepgaande telefoongesprekken. Omdat zijn naaste familieleden deze interesses nauwelijks deelden, verwonderde zich dan ook niemand daarover, dat Walter mij zijn bibliotheek testamentarisch had nagelaten. Tweedehands boeken zijn de laatste jaren nauwelijks verkoopbaar en zelfs als oud papier niet meer interessant. Wie wil er eigenlijk überhaupt een stapel vergeelde boekomslagen in zijn eigen boekenkast opnemen? Alhoewel Walter mij regelmatig boeken had geleend, was mij de omvang en het spectrum van zijn bibliotheek vrijwel onbekend. Terugdenkend zocht ik het zwaartepunt op de Nederlandse, Duitse en Engelstalige literatuur, waarbij naast romans biografieën, geschiedenis, literatuur-studies en filosofie de hoofdmoot vormden. Volgens de notariële beschrijving ging het daarentegen om enkele kubieke meter boeken, die bij afwijzing van de erfenis vermoedelijk naar de opkopers voor tweedehands inboedels zouden verhuizen. Zo besloot ik het geschenk in eerste instantie te accepteren om Walter's nalatenschap niet ongezien te laten verdwijnen.
13
Enkele weken na Walter's begrafenis ontving ik een bericht, dat mij in een studeervertrek enkele duizend boeken ter beschikking stonden. Omdat er voor het studeervertrek momenteel geen andere plannen bestonden, werd op mij bij het vrijmaken van dit vertrek geen enkele druk uitgeoefend. Door omstandigheden duurde het dan ook enkele maanden, voordat ik in het najaar van 2001 enkele dagen kon vrijmaken voor een eerste bezoek aan Walter's bibliotheek.
Herfst 2001 In eerste instantie maakte Walter's bibliotheek op mij de indruk van de haastig en chaotisch achtergelaten schatkamer van een vergeten farao. Ondergebracht in twee vertrekken ontwaarde ik in meerdere drie meter hoge kasten met dubbele rijen boeken op doorgebogen planken. De toegang tot de kasten werd versperd door enorme stapels tijdschriften en dozen met allerlei literatuur. Afgezien van enkele rijen en stapels bijeen behorende boeken was er in de bibliotheek geen enkel systeem herkenbaar. Een vluchtige inspectie bevestigde mijn verwachtingen omtrent de zwaartepunten van de werken, maar verrast werd ik dan toch door de enorme omvang van de voorraad boeken. Na aftrek van de tijdschriften schatte ik de omvang op ongeveer 4000 werken. Aan het uiterlijk van boeken kan men snel aflezen, of deze zelden of regelmatig zijn geraadpleegd en uit welk tijdperk zij stammen. Tot Walter's gewoonten behoorde ook het invoegen van krantenknipsels en het maken van schriftelijke notities.
14
Alhoewel er zich in de dure klassieken wellicht uit eerbied minder notities bevinden, bevatten vrijwel alle studieboeken aangestreepte passages, die daarnaast met name in de oudere werken ook nog van opmerkingen zijn voorzien. Tot ca. 1955 heeft Walter een paraaf met de aanschaffingdatum in zijn boeken genoteerd, zodat men daaruit gemakkelijk een nauwkeurige chronologie kan afleiden. In latere jaren wordt de aanschaffingsdatum -minder nauwkeurigaan de hand van de datum der oplage bepaald. Met tussenpozen werkte ik nu enkele jaren, van 2001 tot 2009, aan de inventarisatie en de analyse van de notities en de boektitels. Mettertijd leek het mij interessant uit deze gegevens een biografische studie samen te stellen over de evolutie van de door Walter bestudeerde literatuur. Om het doorklinken van externe gegevens in deze documentatie te verhinderen, wil ik daarbij zoveel mogelijk alleen de beschikbare bibliotheek raadplegen en daarbij chronologisch te werk gaan. Alhoewel in de afgelopen acht jaar naar schatting slechts 20-25% van de boektitels kon worden doorgewerkt, mag men de beschreven omvang vermoedelijk toch als een representatieve steekproef beschouwen. De web-links in het elektronische manuscript verwijzen op de bronnen, die met betrekking tot deze titel in het Internet ter beschikking staan. Omdat deze web-links in de loop der tijden kunnen veranderen of verdwijnen, kan de toegang tot deze informaties echter niet worden gegarandeerd.
15
16
3 De vooroorlogse jaren '36-'39 Representatieve boeken in de periode '36-'39 De navolgende tabel omvat de meest representatieve boeken uit de periode '36-'39. Dit zijn de boeken, die de meeste notities en markeringen bevatten. Jaar
Omschrijving
auteurs
uitgave
1936
Jaarboek van het Bisschoppelijk College Roermond1
Bisschoppelijk College
1936
1936
Rerum novarum: encycliek van Onzen Heiligen Vader Leo XIII ...
Leo XIII (Paus) Pius XI (paus)
1932
1937
Dante, virtuti et honori
B.H. Molkenboer 1921
1938
Van Napels tot Venetië
B.H. Molkenboer 1934
1938
The complete works of Alfred Lord Alfred Tennyson Tennyson: poet laureate.
1894
1938
Walter's Gedichtenbundel
diverse dichters
ca. '38
1939
De kracht der gedachte in zaken en in het dagelijksch leven
William Walker Atkinson
1910
1939
Faust: Eine Tragödie deel I & II
J.W. von Goethe
1939
1
Ter beschikking staan de banden: Collegeklok 1 (35-36), 2 (36-37), 3(37-38) en 5(39-40).
17
Van Napels tot Venetië Een van de onbeduidende boeken „Van Napels tot Venetië“ is in zoverre belangrijk, dat het werk op het schutblad een calligrafie een aan Walter toegekende Eereprijs vermeldt voor het met goed gevolg afgelegd „Eindexamen Hoogere Burgerschool A“ met de plaatsnaam Roermond en de datum 9 Juli 1938 bevat. Met behulp van dit examenjaar mag men Walter's geboortejaar vrij nauwkeurig op 1920 of 1921 schatten. De auteur B.H. Molkenboer2 is tot 1948 werkzaam geweest als Hoogleraar Vondelstudies en heeft als auteur aan meerdere boeken uit Walter's bibliotheek meegewerkt, zoals bijvoorbeeld de beide werken over Dante. Van Napels tot Venetië is een gedetailleerde reisbeschrijving over de beroemde noord- en midden-Italiaanse steden. Als Dominicaan richt Molkenboer zijn interesse met name op de religieuze details van de beschreven objecten. In tegenstelling tot de overige boeken heeft Walter in dit reisjournaal geen enkele notitie vermeldt. Het werk heeft hem kennelijk maar matig geïnteresseerd. Samen met diverse klassenfoto's worden Walter's prijzen ook gedocumenteerd in de overzichten van de jaarboeken, die beginnen met de eerste jaargang 1935-1936. Deze informatie vormt althans een eerste informatiebron over de vroegste fase van de bezitter van de te onderzoeken bibliotheek.
2
Bernardus Constant Molkenboer O.P. , 1879-1948
18
De Rerum novarum Met een paraaf-datum 1936 is „De Rerum Novarum“ een van de oudste boeken in Walter's bibliotheek. Het sterk beschadigde manuscript duidt op een intensief gebruik. Uiteraard is het mogelijk, dat de zestienjarige Walter deze tekst in schoolverband heeft moeten analyseren. Daartegen spreekt echter, dat er naast dit werk geen enkel schoolboek kon worden gevonden. Kennelijk werden destijds alle schoolboeken aan de scholieren geleend en na afloop van het schooljaar weer aan het schoolfonds teruggegeven. Het de aard en de omvang der notities wijst echter ook bij een bestudering in klassikaal verband op een intensief interesse aan de oplossing van de sociale misstanden van die tijd. In feite bevat het werk twee encyclieken en wel de eerste versie van Leo XIII uit het jaar 1891 en daarnaast een commentaar van Pius XI naar aanleiding van het veertigjarige jubileum der publicatie in 1931. Het is Walter onmiddellijk opgevallen, dat de aanhef-regels van de eerste respectievelijk de tweede encycliek verschillen: Leo XIII's begint zijn versie van Rerum Novarum met de woorden „Eerbiedwaardige Broeders heil en apostolischen zegen“. Pius XI voegt daaraan een nieuwe categorie toe: „Eerbiedwaardige Broeders, Beminde Zonen, Heil en Apostolischen zegen“. Leo XIII richt zijn encycliek aan alle patriarchen, primaten, aartsbisschoppen en bisschoppen der katholieke wereld, die in vrede en gemeenschap met den apostolischen stoel leven. Deze brief is dus duidelijk alleen aan de hogere geestelijke stand gericht.
19
Pius XI's encycliek is daarentegen gericht „aan onze eerbiedwaardige broeders, de patriarchen, primaten, aartsbisschoppen, bisschoppen en andere plaatselijke ordinarii, die in vrede en gemeenschap met den apostolischen stoel leven en aan alle geloovigen der katholieke wereld“. Deze brief is dus aan de hogere geestelijke stand en aan de mannelijke gelovigen gericht. De aanhef richt zich immers aan de broeders en zonen, die het nieuws wellicht toch nog aan de zusters en dochters moeten uitleggen... Deze uitsluiting van de vrouwelijke helft van de bevolking is Walter opgevallen. Hij verwijst in de tweede encycliek in een notitie naar R.N., d.w.z. „Rerum Novarum“. Beide encyclieken behandelen overigens een bijzonder actueel thema: „Over den toestand der arbeiders“. In de huidige tijd zou een derde encycliek met betrekking tot dit thema niet misstaan. Aan de ander kant is duidelijk, dat de kerkelijke macht op economisch bereik de laatste tientallen jaren is verzwakt. De door de Kerk veroordeelde „woeker der hebzuchtige speculanten3“ heeft zich met name in de afgelopen jaren4 ongeremd kunnen ontplooien.
3
pag. 10 (in de inleiding tot Rerum Novarum) Uiteraard is de speculatie-fase al vele jaren voor het bankroet van de Lehman-bank begonnen. 4
20
Pius XI begint zijn encycliek met een korte samenvatting van de veertig jaar oudere Rerum Novarum. Daarin betreurt de Opperherder, dat „een zoo groot aantal menschen onverdiend in een ellendigen en jammerlijken toestand verkeert“5, en met grootmoedigheid neemt Hij6 het in eigen persoon op voor de zaak „der arbeiders, die ten prooi waren gevallen aan onmenschelijke practijken van werkgevers en aan een bandelooze concurrentie-zucht“7. In hoofdstuk 2c vat Leo XIII nogmaals kort de plichten der gelovigen samen8: •
dat eenieder vrij is om Jezus Christus' raad over de maagdelijke staat te volgen of zich te verbinden door de huwelijksband.
•
dat het hoofddoel van het huwelijk „Wast en vermenigvuldigt u“ is.
Omwille van het gezin eist de Paus voldoende loon voor de huisvader opdat de huisvrouwen zich geheel op de huishouding kunnen concentreren. De werkman moet van zijn loon zijn eigen onderhoud en dat van zijn gezin kunnen bestrijden9. Voor de behartiging van deze belangen zijn vakbonden vereist. Uiteraard moeten de bisschoppen beslissen bij welke vakbond zich de katholieke werklieden mogen aansluiten10. 5
pag. 56, Grundlach nr. 10. Beide encyclieken worden volgens een zog. schema van Grundlach genummerd. 6 in het manuscript van 1936 wordt „Hij“ vermoedelijk als plaatsvervanger van God met een hoofdletter geschreven. Elders wordt bijvoorbeeld in Ons Pausschap aangeduid, dat de Paus zijn persoon in meervoud omschrijft. 7 pag. 56, Grundlach nr. 10 8 pag. 15, Rerum Novarum, Grundlach nr. 9 9 Pag. 80, Grundlach Nr. 71. 10
Pag. 65, Grundlach Nr. 35
21
Opvallend is overigens het pauselijke verbod om te staken. Als de werkgevers en werknemers het niet eens kunnen worden, moet het „gezag“ ingrijpen11. Kennelijk vormen deze regels voor Walter geen onoverkomelijke hindernis. Als gelovig katholiek accepteert het kerkelijk gezag als vanzelfsprekend... Een voorspellende uitspraak wijst erop12, dat: „de dictators, die de geldmarkt in handen hebben en beheerschen, ook onbeperkte macht bezitten over het credietwezen; zij regelen dan als 't ware de bloedsomloop van economisch organisme en hebben om zoo te zeggen, het economisch leven zoozeer in hun macht, dat tegen hun wil niemand zelfs maar kan ademhalen.“. Uiteindelijk blijven alleen zij over, „die de meeste gewetenloosheid aan den dag leggen“. In een samenvatting kan men stellen, dat de encycliek van 1931 ook in 2009 nog steeds in hoge mate actueel is en op de fundamentele problemen van de huidige tijd aansluit. In zijn notities bevestigt Walter zijn instemming met de fundamentele standpunten van de Kerk. Bij de ontwikkeling van zijn ethische waarden en normen moeten deze beide encyclieken een belangrijke plaats hebben ingenomen. Dit wordt bevestigd door een werk, dat enkele jaren later kon worden geregistreerd.
11
Pag.89, Grundlach Nr. 94
12
Pag. 92, Grundlach Nr. 106
22
Fig. 1: De Rerum Novarum met Walter's notities 23
Dante, virtuti et honori In dit werk documenteert Molkenboer niet alleen een gedetailleerde biografie van Dante13, maar ook de „La Vita Nuova“ en „La Divina Comedia“. In talloze citaten in de Italiaanse en Nederlandse taal worden Dante's meesterwerken verklaard. Problemen heeft Walter o.a. met de dubbelzinnige zin: „Maagd en Moeder, dochter van Uw zoon“14. Bijzondere aandacht wijdt de zeventienjarige Walter echter met name aan de vroege liefde van Dante voor de bijna negenjarige in 't rood geklede Beatrice. Bij de beschrijving van het lieftallige kindje Bice opent Molkenboer alle ter beschikking staande theatrale registers om de zoete groeiende pijn voor den verliefden jongen te beschrijven, die haar geregeld op straat en in de kerk mocht zien. Het meisje blijft echter bij al haar kinderlijke schoonheid schuchter en terughoudend, zodat het Dante niet gelukt, met haar te spreken. Na de eerste ontmoeting met hij negen jaar geduldig wachten voor zij er toe komt, hem met haar lachende ogen te begroeten, en die groet maakt hem zo dronken, dat hij meent, de uiterste grenzen van zijn zaligheid te hebben bereikt. Ook het verdere verloop van de relatie tussen Bice en Dante verloopt ongelukkig. Het ongeluk culmineert in de dood van Beatrice op vijfentwintigjarige leeftijd. De daarop volgende sonnetten en canzonen in Vita Nuova vormen rond 1937 kennelijk de meest stichtelijke inspiratiebron voor de jeugd.
13
14
1265-1321 pag. 185
24
Dante biedt Walter kennelijk het acceptabele amalgaam van religiositeit en vervoering. De sonnetten wekken het interesse voor gedichten, die op deze leeftijd bijzonder goed aanspreken. In dit jaar valt daarom vermoedelijk ook de zelfgeschreven dichtbundel, die om deze redenen in het overzicht na dit werk van Dante wordt ingelast.
Walter's Gedichtenbundel Een van de opvallendste vondsten is een zelfgeschreven dichtbundel met meer dan 110 gedichten uit de periode 18701935 in een goed gebonden, hoogwaardig cahier. Walter heeft deze gedichten omstreeks 1936 in de oude spelling vrijwel geheel foutloos met de vulpen overgeschreven. Het handschrift blijft tot het levenseinde gelijk (zie fig. 2). In 2009 kan men een groot aantal van deze gedichten in het internet terugvinden, maar ongeveer de helft is niet opgenomen, onvolledig overgenomen of met een copyright geregistreerd. Het spectrum vertoont m.i. geen opvallende voorliefde voor een speciaal voorkeursthema, zoals uit het navolgende overzicht mag blijken.
25
Fig. 2: "Oorlog" van W. de Mérode 26
Jac van Looy (1855-1930) 1. Herfst (Octorber 1884) 2. Fabrieksrook (1884) 3. Na het lezen van Zola (1884) 4. Herinnering (1884) 5. Slapeloos (1884) 6. Op het Kerkhof (1885) 7. Aan Den Tiber (1885) 8. Avond op het Forum Romanum (1885) 9. In Den Trein (1885) 10. Wandelen I, II, III (Madrid, 1886) 11. „Nu lachen wat gedachten in mij“... (Cadiz, 1886) 12. „Zacht valt der regen uit“ … (1889) 13. Café (1889) 14. „In een koelen ochtendlijken dag“.. (December, 1892) 15. De Dood Van Den Ouden Triton (Londen, September, 1895) 16. Zang (1896) 17. Bij Een Maandelijkschen Kalender (November, 1898) 18. In Memoriam(Zondag, 14. November 1897) 19. Bij Eene Fotografie (1900) 20. Een Stem Naast Een Stem (1899) (zij't ook in geween (Albert Verwey) 21. Oud Liedje (December 1900) 22. Maneschijn (1899) 23. Nacht (1900) 24. Wonderlijk (Marseille, 25 November 1901) 25. La Mancha (in de trein) (1902) 26. Blinde Man (1904) 27. Gedachtenis, Mijmerij (Bad-hotel, Wijk aan Zee, 1907) 28. Zwaard-Lelies 27
Geerten Gossaert (1884-1958) Deze gedichten stammen uit „Experimenten“ (1911)
1. De bader 2. De grijze landman 3. Alouette Van de dichter Geerten Gossaert zijn in 1997 twee bundels met meer dan negentig tot nog toe onbekende gedichten ontdekt15, zodat er wellicht nog meer tot nu toe onbekend materiaal in de archieven sluimert.
Henriette Roland Holst (1869-1952) 1. 2. 3. 4. 5. 6.
„De nimmer-uitgesproken“... De Verworvenheid Kwatrijnen (I, II, III, IV en V) De Droom „O, diepe baai en altijd open haven“ „Omhuld van nev'len lagen“ …
Jan van Nijlen (1884-1965) •
Bezoek aan het Ouderhuis16
Tom Meijneke •
De Zwerver Slauerhoff
Jo Landheer (1900-1986) • 15 16
Allerzielen
bericht van 3.3.2007 in Trouw uit Geheimschrift (1934)
28
Hendrik Marsman (1899-1940) Verhevene Vrouw Heerscher Bloei Einde Berlijn Herfst Heimwee Vrees De Blanke Tuin De Gescheidenen Afscheid 13. Slapende Vrouw 14. Herman Gorter 15. Annie 16. Paula Slapend 17. Jaloezie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Het valt mij op, dat Slapende Vrouw en Paula Slapend niet in de openbare archieven ter beschikking staan.
29
Fig. 3: Paula Slapend van H. Marsman 30
Willem de Mérode (1887-1939) 1. De Brug 2. De Brief 3. De Banneling 4. De Keizer 5. Oorlog 6. De Held 7. Wachten17 8. Oud en Dwaas 9. Levenseinde 10. De Keuze 11. De Kinkhoorn 12. Melancholisch 13. Lente 14. De Vreemdeling 15. Li Tai Pee 16. De Droom 17. Troost 18. De Roos 19. Kwan Yin18 20. De Vlucht 21. Het Menschenlot 22. De Voortplanting 23. Voorjaar 24. Eenheid 25. Geboorte 26. Het Lied
17
De beginregel van dit gedicht „Viel er een kleine regen in den nacht?“... wijkt af van de beginregel in Wachten 18 the Chinese goddess of divine love
31
Harry Hunnekens •
„Ik ben alleen“...
J.W.F. Weruméus Buning (1891-1958) Deze gedichten stammen uit „Et in terra“ (1933) 1. Afscheid (Epiloog „In Memoriam“) 2. Vaarwel Wereld 3. Sonnet 4. Triomf Van Den Dood (Zeven Sonnetten) 5. Het Vaste Licht 6. Arabeske 7. Rijmen 8. Arabeske (Onweer) 9. Coplas 10. Twee sonetten voor Calderon's „La Donna Duendi“ Sonnet van Don Juan en Antwoordend sonnet van Donna Beatrix. 11. Spanje, Rots in Zee
Bertus Aafjes (1914-1993) 1. 2.
Balspelende Meisjes Het Spiegelbeeld
Luc Van Hoek (1910-1991) 1. Septuagesima 2. Sexagesima
Maarten Vrolijk (1919-1994) 1. Varieté 2. Opgang (voor Renée) 32
Luc Maas •
Praeludium
Jacques Perk (1859-1881) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Aan Mathilde19 Erato Zij sluimert Kalliope Drie Liedjes Zegen Mij Avondgroet Hemelvaart Vrij Die Lach
Pierre Kemp (1886-1967) Kleine Gedichten • Middellaren • Geloof • Optimisme • Naam • Floers • Duizeling • Collegialiter • Nacht • Reinvarens • Droomen • Ovaal 19
'juffrouw Mathilde' inspireerde Perk (1859-1881) voor een grote cyclus van meer dan honderd sonnetten: Mathilde.
33
De Europese Dichters Naast de Nederlandse literatuur bevat Walter's bibliotheek nog een groot aantal klassieke werken van Duitse dichters, zoals bijvoorbeeld Goethe en Schiller. Deze werken zijn vrijwel alle in de oud-Duitse Sütterlin-schrift geschreven, die destijds wellicht ook op de middelbare scholen nog werd geschoold. Tot de Engelse klassieken behoort o.a. het werk het werk van Alfred Lord Tennyson, dat in 1938 aan de bibliotheek wordt toegevoegd.
De Kracht der Gedachte Na het eindexamen HBS investeert Walter op 19-jarige leeftijd enige energie in de optimale werkwijze van de hersenen en het geheugen. De auteur Atkinson20 wijst er in vijftien „lessen“ op, dat het succes in het leven afhangt van een minimale portie aan zelfkennis, van zelfvertrouwen en van een positieve levensinstelling, die alle uiteraard op „gedachten“ baseren. In de vijftiende les staan onder de titel „besluit“ tussen de advertenties van het „Nationaal Instituut voor Zelfontwikkeling“enkele wijze raadgevingen: •
•
20
Laat u niet misleiden door „ismes“ of leiders; gij hebt in u de waarachtige Waarheid, zij zal zich bijtijds aan u openbaren, zich zelf geleidelijk en natuurlijk ontwikkelende als een bloem. Vertrouwen, Kalme Verwachting en Krachtig Verlangen vormen een drievoudige, machtige dynamische kracht, welke vele vraagstukken zou oplossen als de mensen haar maar kenden.
William Walker Atkinson (1862 – 1932)
34
•
•
Zeg tegen u zelven21 : „Ik ben een deel van het Eeuwige Levensbeginsel; Ik ben geschapen naar Gods beeld; Ik ben vol van den Goddelijken Levensadem; niets kan mij deren, want IK BEN EEN DEEL VAN HET ONEINDIGE“. Begin geen twist, maar laat u door niemand straffeloos slaan. Als iemand u op den eenen wang slaat, draai hem dan niet den anderen toe, maar sla dan ook een beetje – en sla hard. Maar sla hem niet met Haat in uw hart en aarzel niet hem te vergeven als hij berouw heeft.
Alhoewel de raadgevingen de christelijke leer22 tegenspreken lijkt mij deze schoolse raadgever in 1939 toch geen misleidende adviezen te verbreiden. Vermoedelijk heeft Walter de raadgever gevolgd en zich met behulp van dit soort lessen op het beroepsleven voorbereid. Levenslessen kunnen de jeugdige afgestudeerden immers op de vooravond van Tweede Wereldoorlog goed gebruiken voor zover deze althans in de juiste richting leiden...
21
22
Citaat uit het besluit op pag. 112 van dit boek. We moeten de andere wang toekeren (zie de Bergrede, Mattheüs 5-39)
35
36
4 De oorlogsjaren '40-'45 Representatieve boeken in de periode '40-'45 De navolgende tabel omvat de m.i. meest representatieve boeken uit de periode '40-'45: Jaar
Titel
Auteur
uitgave
1940
De groene slang
Goethe
1940
1941
De volledige werken van Joost van den Vondel
Joost van den Vondel
1929
1942
Terra promissa
Henri de Greeve 1941
1942
Goethe, der Mann und das Werk deel 1 en 2
Eduard Engel
1921
1942
De groei van ons wereldbeeld: van den oermensch tot Einstein
John LangdonDavies
1932
1943
Encyclopaedisch handboek van het moderne denken
Jordan, Kramers
1942
1943
Lehrbuch der Weltgeschichte
Georg Weber
1888
1944
Ortega y Gasset en de philosophie van het leven
Norbert Loeser
1941
1945
De goddelijke komedia
Dante Alighieri & Molkenboer
1932
37
Goethe Het sprookje „De groene slang“ van Goethe23 is 1940 op de vooravond van de oorlog in het Nederlands uitgegeven en werd Walter kennelijk als lid van de Wereldbibliotheek toegezonden. De inleiding tot dit werk, dat deel uitmaakt van Goethe's Unterhaltungen deutscher Ausgewanderten24, vermeldt, dat talloze lezers hebben getracht het sprookje als een allegorie te interpreteren, maar dat Goethe het werk als fantastische vertelling heeft beschouwd. Na het lezen van dit verhaal geloof ik echter, dat Goethe De Groene Slang wel degelijk als transportmiddel voor enkele ideeën heeft toegepast. Tot deze ideeën behoren m.i. de volgende drie citaten, die in feite Goethe's filosofische boodschap bevatten: •
„Drie heerschen op aarde: Wijsheid, Schijn en Geweld!“25
•
„Gij hebt de vierde kracht vergeten, die allesomvattender in de wereld regeert: de kracht der Liefde.“
•
„De Liefde heerst niet, maar zij vormt den mensch en dat is meer.“26
23
Gedrukt op de persen van de Wereldbibliotheek N.V. voor de leden der W.B.-Vereeniging. Goethe heeft het sprookje 1795 geschreven. 24 Unterhaltungen deutscher Ausgewanderten 25 citaat op pag. 58 26 citaat op pag. 60
38
Het slechts 68 pagina's tellende boekje is dus in feite een kort filosofisch traktaatje, maar duidt toch op een belangrijk evenement in Walter's levensloop: hij heeft kennelijk als 19jarige een baan gevonden, die zoveel inkomsten afwerpt, dat hij lid kan worden van een boekenclub, die hem regelmatig boeken toestuurt. Midden in de oorlog bestelt Walter daarnaast Engel's monumentale documentatie over Goethe, alsof er op dat moment geen andere thema's bestaan...
Joost van den Vondel Met stille bewondering kijk ik op naar de zeven monumentale banden van dit statige monument der Dietsche taal. De verheven teksten en thema's stralen een welhaast religieuze kracht uit, die uit artiesten geweldenaars maakt en toehoorders tot stilte maant. Hoeveel Nederlandse jongeren vervullen zich van het zuurverdiende salaris de droom om een dergelijk monument te bezitten? Hoeveel jeugdigen kopen deze zevenvoudige reeks in een tweede oorlogsjaar? Welke drijfveer is in staat een dergelijke wensdroom deze kracht te leveren? Alle 7 banden zijn op 3 November 1941 gelijktijdig uitgeleverd. Tot de onopgeloste raadselen behoort de poging tot uitwissen van de paraaf in het zesde deel van de serie. Alhoewel de sporen nog duidelijk zichtbaar zijn, heeft iemand getracht juist in deze band VI alle sporen van de eigenaar te verwijderen. Heeft Walter of een ander geprobeerd deze band of de complete serie in een later oorlogsjaar op de vlucht voor de arbeidsdienst willen verkopen?
39
In dit soort prachtbanden plaatst men geen eigen aantekeningen, maar er bevinden zich krantenknipsels op diverse plaatsen. In deel II heeft Walter een op 14.1.1938 gedateerd krantenbericht met de titel „Drie eeuwen Gijsbrecht“ en een kroniek der opvoeringen geplaatst. Andere knipsels berichten 28 December 1937 over de 300e jubileumsvoorstelling met Albert van Dalsum als „Gijsbreght van Aemstel“ te Amsterdam. De verering voor Vondel wordt pas duidelijk na een blik in de jaarboeken27 van de school, waarin een herdenkingsfeest ter ere van Vondel28 in de oudNederlandse taal wordt vermeld: „In het Jaer MCMXXXVII als gansch Nederlandt sich opmaeckte tot de herdenckinghe van den dagh, waerop voor 350 Jaeren Joost van den Vondel, Neerlandts Puickpoeet den zeventienden van schlachtmaent tot Keulen geboren werdt, toghen leeraeren en scholieren van het Bisschoppelijck College tot Roermond des Zondaghs, den veertienden van die maent, naar den „konicklijcken schouwburgh“ om in feestelijcke samenkomste den dichter te vieren met rede, voordraght, sangh, toneel naer nevenstaend bewerp.“ De talloze berichten en knipsels uit het jaar 1937 hebben kennelijk tot de aankoop van de banden geleid, waarop wellicht ook geruime tijd tevoren moesten worden ingetekend.
27 28
Ora et Labora, Collegeklok Nr. 3, 1937-1938,pag. 43 De 350e geboortedag werd gevierd op 17 November 1937
40
Woordenboeken Op 30.9.1942 koopt Walter een tweetal Spaanse woordenboeken. In deze jaren legt hij kennelijk de basis voor zijn Spaanse talenkennis. De woordenboeken bevatten talloze notities, die in de loop der jaren moeten zijn toegevoegd. Een van de banden bevat een vermoedelijk bekende copla van de Spaanse leraar Ton, die ik met enige moeite heb kunnen vertalen: Dios mío que no me case; Si me caso que no me engañe; Si me engaña que no lo sepa; si lo sé que no me importe. Mijn God, laat me nooit trouwen; en als ik trouw, dat zij me niet bedriegt; Een als zij mij bedriegt, dat ik het dan niet weet; En als ik het weet, dat het mij dan niets uitmaakt. Van deze copla zijn twee versies beschikbaar. De eerste versie stamt vermoedelijk uit 1942 en is met potlood geschreven:
Fig. 4: Copla uit het jaar 1942
41
De tweede versie stamt uit 2001 en werd als bladwijzer in het als laatste gelezen boek29 gevonden.
Fig. 5: Copla uit het jaar 2001 Beide gedichten verschillen in details en de tweede versie is kennelijk na bijna zestig jaar uit het geheugen opgeschreven. Walter's handschrift is in deze tientallen jaren gelijk gebleven.
Terra promissa In 1942 bestudeert een 22-jarige Walter de Terra Promissa met de opbouw door het huisgezin en laat in zijn aantekeningen eerste sporen van een vrouwelijke levensgezellin na. Kennelijk heeft Walter het boek als eerste gelezen en met notities aan een verloofde „Nel“ voorzien30. Er zijn echter geen notities in een ander handschrift in het boek aangetroffen en er ontbreekt een bewijs, dat Nel dit boek gelezen heeft. 29 30
De eeuw van mijn vader – Geert Mak (1999) in de notities „Hoor je“ op pag. 42 en „Hoor je het, Nel?“ op pagina 229
42
De auteur Henri de Greeve31 Pr. beschrijft het thema als „Opbouw door het huisgezin“. Het werk is geschreven door een priester en documenteert duidelijk de sfeer der R.K. Kerk van die tijd:
31
•
„De leiding van het gezin behoort ongetwijfeld aan de man“ (citaat op pag. 42).
•
„Tusschen God die schept en den vader die het leven verwekt is een sterke gelijkenis“ (citaat pag. 54).
•
„De vader is duidelijk geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God, die vader is“ (citaat pag. 54).
•
„De vader staat tussen de vrouw, kinderen en God“ (citaat pag. 59).
•
„De vader is de Gods zaakgelastigde bij vrouw en kinderen“ (citaat pag. 53).
•
Vrouw en kinderen zijn de onderdanen van de huisvader (citaat pag. 43).
•
„Het meisje behoeft slechts de eerste bladzijde van de Bijbel open te slaan om te weten, dat zij de hulp van de man moet wezen“ (citaat pag. 90).
•
„De H. Schrift insinueert duidelijk, dat de vrouw niets anders is dan een lidmaat van de man“ (citaat pag. 111).
de stichter van de „Bond zonder Naam“
43
Nog avontuurlijker en ware het niet zo tragisch wellicht ook lachwekkender is daarentegen de stelling: „De man werd geschapen uit de doode stof, de vrouw uit het levende vleesch.“ Uit deze volgorde verklaart de Greeve: „de fijnere structuur van de vrouw en de nobeler makelij“. „Het is alsof de aard der vrouw minstens een laag verder van de stoffelijkheid af ligt dan die van den man.“ Wie dit in 2009 leest, begrijpt wellicht beter, welke vertrokken gedachten al in 1942 aan deze regels voor de opbouw van het huisgezin ten grondslag liggen. Het blijft verborgen, wat de jonge vrouwen van dit soort adviezen gedacht mogen hebben. Wellicht is in menig huwelijk door de onbalans in de Bijbelse scheppingsverhalen al in die tijd de basis voor een latere scheiding gelegd...
Lehrbuch der Weltgeschichte In 1943 koopt Walter meerdere encyclopedieën, waaronder een gloednieuw Encyclopaedisch handboek van het moderne denken en tezelfdertijd een antiquarisch werk Lehrbuch der Weltgeschichte uit 1888. Deze werken zijn naslagwerken, die ongetwijfeld op de lange avonden der oorlogsjaren ook intensief worden bestudeerd en gelezen.
44
De bestudering van de filosofie In het daarop volgende jaar 1944 volgen de eerste filosofische werken zoals het 1941 verschenen Ortega y Gasset en de philosophie van het leven. Dit werk wordt intensief bestudeerd en van noten voorzien. Welgevallen vindt32: „De waarde van het menselijk leven is afhankelijk van de mate van eenzaamheid, die het in staat is te dragen.“ In „De opstand van de horden“ behandelt Ortega y Gasset het vraagstuk van de overwinning van het thans heersend nihilisme en hij schrijft33: „Het inzicht, dat de maatschappij ten allen tijde en onder alle omstandigheden uit massa en elite is samengesteld en dat de complementaire factor tot de opstand der horden de plichtsverzaking der elite vormt“. Aan de onderstreepte zin34: „Ook het christelijk geloof, door de voorstelling van de erfzonde en het bestendige dreigement van eeuwige straffen, gaf den mensch, die deze religie werkelijk beleefde, een permanent gevoel van nood, een levenslange onzekerheid“ 32
op pagina 29 pag. 58 34 pag. 59 33
45
voegt Walter een aantekening toe: „...maar ook hoop“. Kennelijk hebben het nihilisme en de oorlogservaringen de religieuze fundamenten nog niet kunnen aantasten. Een vraagteken plaatst Walter bij: „Deze eeuw zal de dag brengen, waarop de massa's onherroepelijk beseffen, dat zij hun aanspraak op heerschappij verbeurd hebben.“35 Daarentegen wordt begroet: •
„...dat wij aan de drempel staan van een nieuwe Godsondervinding.“ 36
•
„De mensen zijn volgens de schoone definitie van de Spaanse denker de oogen Gods.“37
•
„Het leven zelf is, zoo verklaart Ortega y Gasset, in zijn wezen altruistisch. Het leven is dus steeds op de anderen gericht, dit vloeit in wezen reeds voort uit zijn dialoog-karakter.“38
•
„Het voorbeeld van Macbeth bewijst, dat het beter is de toekomst niet te weten, want wij moeten haar zelf scheppen.“39
35
pag. 60 pag. 61 37 pag. 75 38 pag. 95 39 pag. 102 36
46
De goddelijke komedie In April 1945 parafeert Walter dit magistrale werk van Dante40. In een korte inleiding gaat de reeds eerder vermeldde B. H. Molkenboer in op de problematiek van de vertaling van Italiaanse dichtkunst naar de Nederlandse taal. Het grootste deel van het boek is echter aan de 100 zangen van de meester gewijd. Met dit werk beschikt Walter dus aan het einde van de oorlog over een kleine kern van de grote Europese klassieken, een in eigen regie samengestelde dichtbundel en een aantal encyclopedieën en woordenboeken.
40
Het werk is reeds 1932 vertaald door Betsy van Oyen-Zeeman
47
48
5 De naoorlogse jaren '46-'54 Representatieve boeken in de periode '46-'54 De navolgende tabel omvat de meest representatieve boeken uit de periode 1946-1954. Rond 1949 neemt het aantal werken van kritische auteurs in de aankopen toe. De hoofdthema's zijn de oorlogservaringen en nieuwe religieuze gezichtspunten, zoals die door Graham Greene en D.H. Lawrence worden beschreven. 1946
Aus meinem Leben: Wahrheit und Dichtung
J.W. von Goethe
1944
1947
Het boek der wereldlitteratuur
Prof. Dr. J.L. Walch
1943
1948
Zwart en wit
Gerard Walschap
1948
1949
Tijd van delirium
Hermann Rauschning 1949
1950
The plumed serpent
D. H. Lawrence
1950
1950
De bijl van Wandsbek
Arnold Zweig
1950
1951
Tigre Juan
Ramón P. de Ayala
1941
1952
De avonden (een winterverhaal) Simon v. h. Reve
1948
1953
Demonen
Nico v. Suchtelen
1951
1954
The heart of the matter
Graham Greene
1954
49
Aus meinem Leben: Wahrheit und Dichtung Deze ongedateerde facsimile-uitgave documenteert Goethe's biografie41 in 20 boeken, die qua tekst nauwkeurig overeenkomt met een manuscript uit 1866. De in Sütterlin gedrukte, maar goed leesbare uitgave bevat talrijke foto's en gravuren. Daarnaast bevat een inleiding tot Goethe's Faust-tragedie (1. en 2) een aantal details, die het ontstaan van de „Urfaust“, een „fragment 1790“, de „Faust, deel I“ en de „Faust als tragedie II“ documenteren. Beide werken zijn niet geparagrafeerd, maar het tweede boekje is pas 1944 in Amersfoort gedrukt, zodat men van een naoorlogse aankoopdatum kan uitgaan.
Zwart en wit Zwart en Wit is het gedenkschrift van de hoofdpersoon Jan Gillis, die wegens verraad ten onrechte wordt geëxecuteerd. Deze roman speelt in Vlaanderen tijdens de Tweede Wereldoorlog. In dit werk verwerkt Walschap het trauma van de onschuldige burger, die voor een oorlogsmisdaad ter dood wordt veroordeeld, terwijl de ware misdadiger aan een bestraffing weet te ontkomen. Zwart en Wit vormt het eerste boek in een reeks oorlogsromans, die Walter in de navolgende jaren samenstelt. Tot deze romans behoren ook Duitse werken, zoals bijvoorbeeld De bijl van Wandsbek van Arnold Zweig en Amerikaanse romans zoals The Naked and the Dead42. 41
42
periode ca. 1749-1776 The naked and the dead
- Norman Mailer - 1948 50
Het interesse voor de oorlogsromans is begrijpelijk. In de oorlogsjaren had immers iedereen zijn moed 5 jaar lang nauwkeurig moeten leren doseren en wel boven het niveau van de lafaard, maar beneden het risico van het doodvonnis... Een groot aantal biografieën beschrijven de belangrijkste acteurs der oorlogstijd, o.a. Hitler, Goebbels43, Himmler44, Walter Schellenberg45, Montgomery, etc.
Pionier der Vrijheid Interessante gezichtspunten vermeldt Montgomery46 over het verschil tussen politici en militairen47. Een commandant in oorlog neemt beslissingen onder omstandigheden, waarin meestal maar weinig tijd ter beschikking staat. Politici zijn zelden gedwongen onmiddellijk een besluit te nemen. Liever stelt hij zijn beslissing uit, totdat hij het juiste antwoord vindt. Daarom verliest een leider, die in eerste plaats militair is, bij een wisseling in de politiek zijn oorspronkelijke uitsluitend militaire doel uit het oog.
43
Joseph Goebbels: a biography - Curt Riess - 1948 Klerk en beul: Himmler van nabij, door zijn lijfarts Felix Kersten - 1948 45 Hitler's secret service - Walter Schellenberg - 1958 46 Pionier der vrijheid: het leven van veldmaarschalk Montgomery - Alan Moorehead, M.S. Koops - 1950 47 pagina 276. 44
51
Tijd van delirium "Tijd van Delirium" noemt de Romeinse dichter Horatius de periode van binnen- en buitenlandse chaos, die aan zijn eigen tijd (de "Grote Vrede", het gouden tijdperk van Augustus) voorafgaat.
Dit is het derde48 boek van Hermann Rauschning. Wij beleven een afbraak van de historische orde. Vooruitgang wordt achteruitgang 49. De inhoud van het boek is als volgt gestructureerd: 1. De paradox van de overwinning 2. De grote crisis en de ontbinding van de westerse beschaving 3. De crisis en de vrede Rauschning citeert50 Oswald Spengler in Ondergang van het Avondland: „De staat komt in handen van benden avonturiers, zogenaamde Caesaren, gewezen generaals, barbarenkoningen en wat al niet, in wier ogen het volk tenslotte slechts een deel van het landschap wordt.“
48
Het eerste boek is "Die Revolution des Nihilismus“ pag. 7 50 op pagina 101 49
52
Ook citeert de auteur Walther Rathenau51: „Instellingen, welke niet op een principe berusten hebben geen vaste grond; zij vervallen tot haar antithese … Principes zonder instellingen leiden tot doelloosheid en eindigen in een speels utopisme“. Beleven wij ook zo'n tijd van delirium? Heeft zich dit profetische werk zich bewaarheid? Vermoedelijk wel! De huidige financiële crisis is in feite veroorzaakt door een onduidelijke doelstelling aan de bankiers. Een bank moet winst maken. Deze winst moet liefst op korte termijn meetbaar zijn, maar mag niet tot ontwrichting op lange termijn leiden. Ook gedurende de nog steeds voortdurende Delirium-phase riskeert echter niemand een paradigmawisseling, zodat de bankiers zelfs na een eerste - of bevinden wij ons al in de tweede ? - crash maar weer gewoon tot de orde van de dag zijn overgaan...
The plumed serpent In deze complexe roman, die zich afspeelt rond de Gevederde Slang in Mexico, bevindt zich aan het einde van het werk een passage, waarin de auteur Lawrence52 zijn ideale voorstelling van de liefde en wellicht de sleutel tot zijn romans definieert.
51
de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, die 1922 werd vermoord, omdat hij Jood was. Het hierop volgende citaat staat op pag. 258. 52 D. H. Lawrence, 1885-1930, is de auteur van o.a. „Sons and Lovers“
53
Lawrence stelt voor, om de huidige religies met de kracht der oude religies opnieuw te beleven. De auteur beschrijft de bloedige rituelen der Azteken, waarin het mannelijke symbool een kolom van bloed en het vrouwelijke element een vallei van bloed representeert. In het geheiligde huwelijk bewaart de man in zijn schoot de ziel van de vrouw, zoals de vrouw zijn zaad in haar schoot opneemt53.
Tigre Juan De Spaanse romancier Ayala schildert Tigre Juan54 als een verbeten vrouwenhater, die echter door de liefde voor Herminia het traditionele eergevoel verdringt. Ayala schrijft een brilliant Spaans, waardoor het werk volgens een criticus als een partituur klinkt. Het is dan ook geen toeval, dat de auteur het werk indeelt met behulp van de muzikale nomenclatuur: Adagio, Presto, Adagio en Coda. Alhoewel Walter Spaans heeft geleerd, leest hij dit boek in de Nederlandse vertaling. Daarom mag men misschien aannemen, dat het boek hem als geschenk werd aangeboden.
De avonden In 1947 publiceert Simon van het Reve het deprimerende verslag van de levensperiode 22 December 1946 tot Nieuwjaar 1947. Hij past daarbij een eigenmachtige, nieuwe spelling toe en schrijft zoon in plaats van zo'n, savonds i.p.v. 's avonds en aanbeeld i.p.v. aambeeld.
53
pag. 428, aan het eind van hoofdstuk 25. Het oorspronkelijke werk werd bekroond met de eerste prijs van de „Premio Nacional de Literatura“. 54
54
Wellicht wordt de stemming in de Avonden nog het best door het volgende citaat55 weergegeven: „Ik voel me vandaag beroerd. Maar laat ons om ons heen zien. Sommige mensen worden reeds bij het begin van hun leven zwaar gestraft: zij worden als vrouw geboren.“
Nico van Suchtelen „Demonen“ is een interessante milieuschets uit de periode 1916-1918, waarin een vliegtuigbouwer56 model staat. Tot de merkwaardige gewoontes behoort o.a. het meegeven van een revolver aan een jonge vrouw op een avondwandeling57... Tot de overige in de bibliotheek beschikbare werken van Nico van Suchtelen58 behoort het wijsgerige „Tot het Al-Ene“.
Volk ohne Raum Tot de meest gedrukte werken van de oorlogsjaren behoort „Volk ohne Raum“ van Hans Grimm, dat in Duitse kringen het idee van een tekort aan levensruimte voor een volk formuleert. Het boek werd 1926 geschreven. Helaas bevat het beschikbare exemplaar geen jaartal of notities, zodat de bestudering niet kan worden gedateerd. Omdat er naast dit boek geen ander vergelijkbaar werk wordt gevonden, wordt een aankoop na de oorlog aangenomen. 55
Dit citaat bevindt zich op pag. 148 wellicht heeft hier de vliegtuigbouwer Fokker als model voor ogen gestaan... 57 pag. 76 58 1878 – 1949. Het boek „Tot het Al-Ene“ is reeds in 1927 uitgegeven. 56
55
The heart of the matter In de roman The heart of the matter beschrijft Graham Greene de levenssituatie van een echtpaar in een Britse, koloniale omgeving der oorlogsjaren, die door religieuze angst, omkoping, overspel en zelfmoord worden beheerst.
De Sohar Tot de opmerkelijkste vondsten behoort de Zohar – Het heilige boek der Kabbala van de Joodse geleerde Ernst Müller. Walter's notities in het boek59 duiden op het zoeken naar een levensdoel. In dit boek, dat als middeleeuws commentaar op de Pentateuch wordt beschouwd, markeert Walter o.a. de volgende passage, die het Bijbelse scheppingsverhaal corrigeert.
Mannelijk en vrouwelijk Rabbi Schim'on sprak de woorden: “Mannelijk en vrouwelijk heeft Hij hen geschapen”. Daarom kan een idee, waarin mannelijk en vrouwelijk niet verenigd zijn, ook geen hemels karakter vertonen. En in de geheime leer vinden wij daarvoor de verklaring. Let dus op: Daar, waar wij geen mannelijk en een vrouwelijk element verenigd vinden, zal de Alheilige zijn tent niet opslaan en ook de zegen rust slechts op een plaats, waar mannelijk en vrouwelijk verenigd zijn. Daarom moeten wij ook begrijpen: 59
Een kwitantie van een tweedehands boekhandelaar in Amsterdam dateert de aankoop van dit boek op 1953. Het is echter denkbaar, dat het inzicht in deze thesen pas enkele jaren later heeft plaatsgevonden.
56
“En Hij zegende hen en noemde hen Adam op de dag, waarop Hij hen schiep” (1. Moses 5,2), niet “Hij zegende hem en noemde hem Adam”. Want zelfs de naam “Mens” werd slechts verleend aan de Eenheid van het mannelijke en vrouwelijke”. In een terugblik kan men wellicht aannemen, dat deze regels Walter aan de Bijbelse uitleg hebben laten twijfelen en hem uiteindelijk van de traditionele legende der vaderlijke dominantie afbrengt.
De Bijbel Tot de merkwaardige en onopgeloste raadsel behoort het ontbreken van een Bijbel in deze omvangrijke bibliotheek. Toch zijn er tenminste in Walter's exemplaar van de Zohar notities met Bijbel-verwijzen gevonden. Daarop bevinden zich tabellen met alle referenties naar het woordgebruik Blauw, Rood en Purper in de boeken Exodus60 en in het Tweede Boek der Kronieken61.
60
In het boek Exodus (in de hoofdstukken 25, 26, 27, 35, 36, 38 en 39) wordt in totaal 25x de kleuren blauw, purper en scharlakenrood gebruikt. 61 In het 2. Boek der Kronieken (in de hoofdstukken 2 en 3) wordt elk driemaal blauw, purper en kermes-rood gebruikt.
57
De drie existentiële vragen In de Zohar worden deze drie kleuren eveneens genoemd, waarbij echter in dit geval de namen der kleuren van de Bijbel afwijken: Purper, Hyacinth62 en Kermes-rood63. Walter's notities bewijzen, dat hij de kleuren blauw en rood als de mannelijke, resp. vrouwelijke symbolen in een geheel symmetrische scheppingslegende identificeert. De kleur purper symboliseert de goddelijke mengkleur, waarin man en vrouw zich tot het goddelijke evenbeeld verenigen. Deze informaties stellen ons in staat te begrijpen, dat Walter reeds 1953 de antwoorden op een van de drie existentiële vragen („waar komen wij vandaan?“ - van een man-vrouwelijk evenbeeld) heeft kunnen leveren... Met betrekking tot de tweede vraag „Wie ben ik?“ noteert hij bij een ander Zohar-citaat, dat het antwoord daarop luidt, dat ieder mens hooguit als een halve mens mag worden beschouwd. Ook dit antwoord heeft Walter dus reeds destijds in de Zohar gevonden. De derde kernvraag „waar gaan wij naar toe?“ blijft voorlopig nog onbeantwoord. Desalniettemin heeft Walter door zorgvuldige studie der Zohar twee der drie existentiële vragen kunnen beantwoorden.
62 63
de hyacinth is blauw d.h. de rode kleur van de Kermes-luis
58
6 Literatuurstudie '55-'70 Representatieve boeken in de periode '55-'70 De navolgende tabel omvat de meest representatieve boeken uit de periode '55-'70. In de nu veel liberalere omgeving ontplooit Walter zijn interesse voor ethica en biografieën, maar vooral ook voor de wereldliteratuur, die aanvankelijk immers gedeeltelijk nog op de Index staat. 1955
Cities of the plain
Marcel Proust
1955
1956
East of Eden
John Steinbeck
1954
1957
Die Falschmünzer
André Gide
1957
1958
Comparative religion
Alan Coates Bouquet
1958
1960
Het rijk van Venus
Morus
1957
1961
Ulysses
James Joyce
1961
1962
Verhalen uit een verscheurd land
Alan Paton
1961
1963
Picasso: Leben und Werk
Roland Penrose
1963
1964
Keur omnibus
Antoon Coolen
1964
1965
Ondergang
Jacob Presser
1965
1966
In Cold Blood
Truman Capote
1966
1967
1984
George Orwell
1967
1968
Albert Camus
R. Bakker
1966
1969
The golden ass
Apuleius
1962
1970
De kinderen van Guernica
Hermann Kesten 1970
59
De Index In de katholieke wereld is de Index in deze periode zeer invloedrijk. Jarenlang blijft het in katholieke landen zoals België, Polen en Ierland erg moeilijk om exemplaren van boeken te vinden die op de Index staan. Pas in 1966 maakt Paus Paulus VI een eind aan de Index64, zodat Walter in elk geval tot die tijd met een aantal boeken de voor Katholieken geldende regelingen heeft overtreden65. De Wikipedia-pagina met betrekking tot de Index documenteert de 1948 geldende index en een lijst met de destijds verboden auteurs, waaronder bijvoorbeeld ook André Gide. Sommige beroemde auteurs, o.a. David Hume en Emile Zola zijn zelfs met alle werken („Opera omnia“66) verbannen.
Cities of the plain De originele titel van de Engelse vertaling luidt „Sodome et Gomorrhe“67. In deze roman bericht de verteller in de Ik-vorm over zijn herinneringen. Na vele jaren stelt hij vast, dat zijn verleden alleen nog maar in zijn herinnering bestaat en dat hij door de vele dagelijkse beslommeringen het eens geplande kunstwerk nooit heeft kunnen voltooien. Zijn laatste kans bestaat in het schrijven van de roman „Over het zoeken naar de verloren tijd“.
64
Index librorum prohibitorum (lijst van verboden boeken) Ook werd verklaard dat de morele autoriteit van de Index bleef bestaan. 66 Hugo Grotius staat in deze Index te boek met „Opera omnia theologica“. 67 Part I (1921) and Part II (1922) 65
60
East of Eden In dit literaire meesterwerk, dat Kain's moord op Abel in de moderne tijd verplaatst, onderzoekt de Amerikaan Steinbeck de achtergronden voor de Bijbelse wetten „Gij zult...“. Hij twijfelt aan de correcte vertaling van een enkel woorden naar het Engels en wel met name aan de vertaling voor het woord timshel. Ter discussie staan twee vertalingen. De King James-Bijbel vertaalt timshel als een belofte68, terwijl daarentegen de American Standard-vertaling het woord als een bevel69 interpreteert. Steinbeck verwerpt beide vertalingen en argumenteert, dat de juiste vertaling (“Thou Mayest”70) de mens een vrije wil toekent. Het boek imponeert Walter, omdat de auteur in de Bijbel een soortgelijk probleem heeft opgespoord en hij onderzoekt het werk op mogelijke antwoorden op de derde existentiële vraag. De oplossing is echter nog niet in zicht...
Die Falschmünzer Het centrale element van deze roman is de problematische onderscheiding van Echt en Vals, van Oprechtheid en Leugen (d.w.z ethische of intellectuele valsmunterij). De titel baseert op de valsmunter-vergelijking van Thomas van Aquino, die daarmee de doodstraf voor de andersgelovigen rechtvaardigt. 68
“Thou shalt rule over him” “Do you rule over him” 70 „Je zou kunnen“ –> maar je hoeft het niet... (citaat van de dienaar Lee op pag. 269) 69
61
Comparative religion De Engelse auteur Bouquet levert in dit boek een overzicht van de grote religies. Het boek documenteert Walter's interesse voor het katholicisme te midden van de overige religies.
Het rijk van Venus De oorspronkelijke titel van dit boek is: Eine Weltgeschichte der Sexualität. De auteur Dr. Richard Lewinsohn is een doctor in de geneeskunde en in de politieke wetenschappen, maar kiest de naam Morus als pseudoniem. Het werk is op degelijk, haast wetenschappelijk niveau in de oud-Duitse traditie geschreven. De schrijver houdt de historische volgorde aan en vult de bekende feiten met gefundeerde achtergrondkennis aan.
Ulysses Walter beschikt over een Ulysses-editie uit het jaar 1961, dat echter overeenkomt met de eerste in de USA vrijgegeven uitgave van 1934. De inleiding documenteert ook de permissie van de US-rechtbank, die het oorspronkelijk verboden werk ter publicatie heeft vrijgegeven. Omdat deze uitgave geen paraaf bevat is het denkbaar, dat deze band pas veel later samen met The book as world - James Joyce's Ulysses71 werd bestudeerd. 71
van Marilyn French - 1976
62
Verhalen uit een verscheurd land De auteur documenteert in tien verhalen een aantal ervaringen, die hij kennelijk als directeur van een tuchtschool in het ZuidAfrika van 1960 heeft beleefd. Het grootste deel beschrijft korte episoden, die dialogen en discussies met zijn leerlingen betreffen. Alleen "Het debutantenbal" en "Een glas Cognac op de gang" beschrijven situaties, die buiten de schoolomgeving plaatsvinden. De auteur laat duidelijk een afkeer voor de apartheidspolitiek en sympathie voor de slachtoffers van de discriminatie blijken. Er wordt geen inleiding of flaptekst meegeleverd en het boek begint nogal abrupt met het eerste verhaal. Afgezien van enkele merkwaardige woorden wijst er aanvankelijk maar weinig op de locaties in Zuid-Afrika: "Nywerheidsversoeningswet" en "Verbeterskool" (Tuchtschool). Pas in latere verhalen komt de lezer erachter, waar zich deze scholen in Zuidafrika ongeveer bevinden. De titel is juist gekozen en het "mooie" land is ongetwijfeld ook in 2009 nog steeds emotioneel verscheurd...
Kunst en kunstenaars De genoemde biografie72 over het werk van Picasso is in de bibliotheek een van de eerste van meerdere levensbeschrijvingen en kunstboeken over alle beroemde kunstenaars (Picasso, Rembrandt, van Gogh, ToulouseLautrec, Monet, etc.). De auteur Penrose was een goede vriend van Picasso en beschrijft de periode tot 1960 in een boek met 208 zwart/wit-foto's.
72
Picasso: Leben und Werk – Penrose (1960)
63
Tot de overige biografen behoort o.a. Françoise Gilot, die van Mei 1943 tot de scheiding 1953 met Picasso getrouwd is geweest en haar Leven met Picasso73 in 1968 heeft beschreven. Bij voorkeur vergelijkt Walter de indrukken van verschillende auteurs. De foto's in de eerste kunstboeken zijn uiteraard niet vergelijkbaar met de mogelijkheden der moderne drukkerijen.
Literatuur in de Brabantse taal In de genoemde omnibus zijn vier boeken van Antoon Coolen samengevat, die een goed overzicht van het Brabantse milieu en de Brabantse taal bieden. Het Brabants heeft een behoorlijke invloed gehad op de Nederlandse standaardtaal. Dit kwam om te beginnen door het feit dat toen de standaardisering op gang kwam in de 16e eeuw, Brabant het dominante gewest was. Deze beïnvloeding is sterkst op de schrijftaal geweest, maar is ook nog steeds hoorbaar, al zullen enkele woorden nu wat ouderwets klinken. In 2009 heb ik deze band geanalyseerd voor een Woordenlijst van het Brabantse dialect. Opvallend in het Brabants is het gebruik van het woord “mens”, dat meestal in de betekenis van wederhelft, “echtgenoot”, “echtgenote” wordt gebruikt74.
Ondergang De sombere, omvangrijke documentatie van Dr. J. Presser met de titel „Ondergang - De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom“ in opdracht van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie verschijnt pas 1965. Presser heeft er 15 jaar aan gewerkt. 73 74
Leben mit Picasso - Françoise Gilot, Carlton Lake - 1968 “Mien Mens” is mijn wederhelft.
64
Walter markeert reeds in Presser's inleiding de vaststelling, dat: „zij, die tot eeuwig zwijgen gedoemd waren, niemand anders dan de geschiedschrijver hadden, om hun boodschap door te geven.“ 75.
In Cold Blood In 1965 publiceert Truman Capote de beroemde, maar ook controversiële reportage over de meervoudige moord op een succesvolle boerenfamilie in de US-staat Kansas en de daarop volgende rechtszaak. Capote komt de viervoudige moord op het spoor door een artikel in de New York Times. Hij besluit naar Kansas af te reizen om daar, nog voor dat de daders Richard "Dick" Hickock en Perry Smith gepakt worden, over de moorden te schrijven. Capote en zijn jeugdvriend Harper Lee maken duizenden pagina's aantekeningen en Capote is daarna vele jaren bezig om het meesterwerk te schrijven.
1984 George Orwell heeft het boek grotendeels in 1948 geschreven en in 1949 gepubliceerd. Het is een beroemde antiutopistische visie op de westerse wereld anno 1984, waarin de enkeling ten onder gaat in een volkomen kansloze strijd tegen een totalitair bewind. 1984 hekelt met name het eufemisme in het woord-misbruik: •
75
het Ministerie van Vrede houdt zich bezig met oorlogvoering,
deel I, pagina IX
65
• • •
het Ministerie van Waarheid verricht geschiedvervalsing in het staatsarchief, het Ministerie van Welvaart76 distribueert levensmiddelen en draagt zorg voor een laag levenspeil en het Ministerie van Liefde houdt zich bezig met totalitaire controle, straffen, en martelen zodat alle nog niet overtuigde onderdanen devote volgelingen van Big Brother worden.
De Filosofie Naast de Camus-biografie van R. Bakker (1966) bevindt zich in de bibliotheek de documentatie „Albert Camus- Inleiding tot zijn levensfilosofie"77, die Walter wellicht tezamen heeft bestudeerd. Tot de overige filosofische werken behoren ook drie werken van Ludwig Marcuse: Obsceen78, Het Pessimisme79 en de Filosofie van het geluk80. Marcuse's boek Obsceen begint met een geschiedenis en een definitie van de Index. De eerste Index stamt uit het jaar 496, die zich hoofdzakelijk op de ketters stort. Een enkele keer wordt er ook een ontuchtig werk opgenomen81. 76
Engels: "plenty" van Albuinus Leenhouwers - 1967 78 Obsceen: de geschiedenis van een verontwaardiging - 1966 79 Het pessimisme: ter ontmythologisering van het atheïsme - 1966 80 Filosofie van het geluk: van Job tot Freud - 1964 81 zo zette Pius II de door hemzelf geschreven Erotica op de index (pag. 13). 77
66
In 1900 verschijnt een definitieve versie van Leo XIII. Hierin heet het: „Boeken, welke oneerbare of ontuchtige dingen opzettelijk82 (ex professo) beschrijven, verhalen of leren, zijn streng verboden.“ Op deze gegevens baseert Marcuse enkele hoogst interessante filosofische waarnemingen met betrekking tot het begrip „obsceen“. In restrictieve definities der Katholieken is obsceen alles, wat prikkelt, beoogd of niet83. De uitwerking van iemands daden weegt zwaarder dan wat hij beoogt. In de protestants-Kantiaanse opvatting geldt echter: het is de zondaar, die telt, niet de zonde. Alles kan zedelijk worden, als de maker een anima candida is.
The golden ass Het mystische manuscript met de titel Metamorphosen, dat Augustinus als Asinus aureus84 betitelt, is de laatste complete versie van de nog overgebleven Romeinse romans. De protagonist Lucius is buitengewoon nieuwsgierig en deze karakter-eigenschap voert hem op een lange reis naar de Isistempel, waar hij wordt gedwongen aan de Mysteriën deel te nemen. Het bericht bevat wellicht een authentieke beschrijving van de oude mysteriën, waarvoor echter nauwelijks historische documenten of artefacten ter beschikking staan.
82
men kan dus een gegeven schilderwerk dus naar gelang de opzettelijkheid enerzijds als obsceen of anderzijds als een kunstwerk beschouwen. 83 pag. 15 84 De gouden ezel
67
De Spaanse burgeroorlog De auteur Hermann Kesten is op de vlucht voor het Duitse NSregime van 1933 tot 1940 in Amsterdam voor een uitgeverij85 werkzaam. „Die Kinder von Gernika“ ontstaat in 1938/1939 en wordt 1955 in het Nederlands gepubliceerd. Het boek beschrijft de lotgevallen van een jongen uit een Baskisch gezin, die na het Duitse bombardement op Guernica tijdens de Spaanse Burgeroorlog naar Frankrijk vlucht. Het is dezelfde burgeroorlog, waarin ook Ernest Hemingway 1938 heeft meegestreden en de roman „For Whom the Bell Tolls86“ baseert gedeeltelijk op autobiografische gedeeltes. De hoofdpersoon is wellicht gebaseerd op Robert Hale Merriman, een Amerikaan die in 1938 in Spanje was gesneuveld. Merriman was een kennis van Hemingway. Het einde van het boek voorspelt87 Hemingways eigen dood. Hemingway schreef het boek in 1939 in Cuba en Key West in Florida. Ook dit in 1940 gepubliceerde boek is in de bibliotheek aanwezig. De titel baseert op een citaat van John Donne aan het begin van het boek: ....and therefore never send to know for whom the bell tolls; it tolls for thee.
85
Allert de Lange For whom the bell tolls - Ernest Hemingway (1940) 87 volgend de Nederlandse Wikipedia 86
68
Hemingway past een groot aantal vulgaire woorden in het Spaans toe, die wellicht anders de Amerikaanse censuur hadden geïrriteerd, bijvoorbeeld cojones, joder88 .
88
jodido = Spanish slang for "fucked," from the verb joder (to fuck). http://en.wiktionary.org/wiki/joder
69
70
7 De Phase der biografien '71-'85 Representatieve boeken in de periode '71-'85 De navolgende tabel omvat de meest representatieve boeken uit de periode '71-'85. De bibliotheek groeit in deze fase met name sterk op het gebied der biografieën. 1971
Brecht heute / Brecht today
Brecht-Gesellschaft 1971
1972
Der Schriftsteller Heinrich Böll biogr.-bibliographischer Abriss
Werner Lengning, Heinrich Böll
1968
1972
Dokter Zjivago
Boris Pasternak,
1967
1973
De man met de glazen hoed
Ernst Verbeek, Sigmund Freud
1973
1974
Stijn Streuvels (een terugblik)
André Demedts
1971
1975
Het laatste jaar van Thomas Mann Erika Mann
1975
1976
Brecht in Augsburg
Werner Frisch,
1976
1977
De griekse schat
Irving Stone
1976
1978
Literair Lustrum 2 - vijf jaar Nederlandse literatuur 1966-1971
Kees Fens, e.a.
1978
1979
Acht over Gorter
Garmt Stuiveling
1978
1980
Hedendaags fetisjisme
Carry van Bruggen
1980
1981
Platons Gastmahl
Plato, Hildebrandt
1912
1981
Woutertje Pieterse
Multatuli
1979
1982
Het boek als wereld (een inleiding Marilyn French tot James Joyce's Ulysses)
1982
1983
George Orwells "1984" eine psychologische Studie
1983
Robert Plank
71
1984
Louis Couperus
Albert Vogel
1980
1985
In God's name (investigation into the murder of Pope John Paul I)
David A. Yallop
1985
De biografieën Tot de biografieën, die Walter van een groot aantal notities heeft voorzien, behoren o.a. de levensbeschrijvingen van Samuel Beckett, Heinrich Böll, Louis Paul Boon89, Bert Brecht, Louis-Ferdinand Céline, Cervantes, Couperus, Hans Fallada, Sigmund Freud, Gorter, Hegel90, Hermann Hesse91, Norman Mailer92, Thomas Mann, André Malraux93, Karl Marx94, Sacher-Masoch95, Heinrich en Sophia Schliemann, Stijn Streuvels, Dylan Thomas96, Stefan Zweig en Paus Johannes Paul I. Ook de psychologische studie over George Orwell mag ongetwijfeld als biografie worden beschouwd. Daarnaast zijn de beschreven auteurs in het algemeen ook met een representatieve collectie van hun, resp. haar belangrijkste werken vertegenwoordigd.
89
Een man zonder carrière - Louis Paul Boon, Gerd de Ley - 1982 Hegel - Franz Wiedmann - 1976 91 Hermann Hesse in woord en beeld - Bernhard Zeller- 1973 92 Mailer: a biography - Hilary Mills - 1982 93 Malraux: a biography - Axel Madsen - 1976 94 Karl Marx: een politieke biografie - Fritz Joachim Raddatz - 1976 95 Martelaar voor een dagdroom door Alfred Kossmann - 1970 96 Dylan Thomas - Paul Ferris - 1977 90
72
Hermann Hesse Uitgaand van de biografie van Bernhard Zeller mag men ongetwijfeld Hermann Hesse tot de meest begaafde boekfluisteraars rekenen. Hesse was niet alleen een uitmuntend auteur, maar ook een verwoed recensent. Bladert men in de omvangrijke, door Hesse zelf in de jaren 1920-1936 bijgehouden kartotheek van gerecenseerde boeken dan vindt men daarin ca. 1000 boektitels, waarover hij in meer dan 25 kranten en tijdschriften heeft geschreven97. Bij deze recensies selecteerde Hesse bewust de werken, die ook op lange termijn een waardevolle inhoud bevatten en slechts werken recenseerde, waaraan hij überhaupt zijn tijd wilde spenderen. Een titel als “Lauter Verrisse98” is bij een dergelijk standpunt al ondenkbaar. Tot de uitspraken, waarbij Walter een dubbele streep heeft geplaatst, behoort99: “Met de vlucht uit Maulbronn begon een tijd van ernstige psychische conflicten, die zich in zenuwcrisissen uitten, maar in wezen een vertwijfelde strijd om zelfbehoud waren, om de verdediging van het eigen Ik en van het al vroeg bewust geworden schrijverschap tegenover de starre religieuze tradities van de familie en tegenover al de machtige, zelfverzekerde autoriteiten, door wie hij zich omringd zag”. 97
pag. 135 Onder deze titel heeft gepubliceerd. 99 pag. 33 98
Marcel Reich-Ranicki 1984 een boek
73
“Het leven van ieder mens is een weg naar zich zelf toe, de poging van een weg, de aanduiding van een pad..100” Im Nebel heet een reeds in 1906 geschreven gedicht, dat uitdrukking geeft aan de gevoelens die de dichter hebben waargenomen. De laatste strofe, die door Walter werd gemarkeerd, luidt101: Seltsam, im Nebel zu wandern! Leben ist Einsamsein, Kein Mensch kennt den andern, Jeder ist allein. Hesse hechtte grote waarde aan de brieven, die zijn lezers hem toestuurden. In een brief schrijft hij102: “Deze brieven zijn sedert twintig jaar voor mij het enige reële bewijs voor de zin van mijn bestaan en werk en tegelijkertijd mijn dagelijkse last en bezoeking.”
100
Pag. 95 pag. 80 102 pag. 174 101
74
Heinrich Böll In dit gedeeltelijk biografische document103 markeert Walter enkele tekstpassages, waaronder in Bölls "Sprache als Hort der Freiheit"104: "Wie met woorden werkt, en wel op een hartstochtelijke manier, zoals ik dat doe, voelt zich gaandeweg steeds meer tot nadenken gestemd, omdat hem steeds meer bewust wordt, dat de woorden in feite een gespleten persoonlijkheid aannemen"105. “Nog maar net gezegd of neergeschreven, veranderen de woorden van karakter en belasten de spreker dan wel schrijver met een verantwoordelijkheid, die hij of zij nauwelijks kan dragen. Wie bijvoorbeeld het woord Brood neerschrijft of uitspreekt, weet niet wat hij daarmee aanricht. Omwille van dit woord heeft men oorlogen gevoerd en moorden gepleegd. Het woord draagt een geweldige erfenis met zich mee en wie het woord gebruikt, moet zich van deze erfenis en van de mogelijke transmutaties van het woord bewust zijn. Bij nader inzien van onze woordenboeken merken wij, dat er achter ieder woord een wereld schuilgaat, en wie een regel in de krant of in een gedicht op papier zet, behoort te weten, dat hij dingen beweegt en gespleten karakters loslaat: datgene, wat de ene lezer troost, kan de ander zwaar treffen.”106 103
Der Schriftsteller Heinrich Böll - 1968 Bölls formulering is door de auteur in het Nederlands vertaald 105 pag. 19 106 eveneens op pag. 19 104
75
Walter heeft over zijn persoonlijke gevoelens slechts weinige regels zelf geformuleerd en in zijn bibliotheek nagelaten. De reden daarvoor is mijns inziens in deze gemarkeerde regels van Böll terug te vinden. Wellicht heeft een boekenfluisteraar zoveel ontzag voor de woorden, dat hij of zij geen enkele uiting tot papier wil brengen...
Het centrale element van Bölls werk Zoals bij Kafka de “Brief aan de Vader107” de ware kern van Kafka's werk vormt, noemt de biografie108 de “Brief aan een jonge katholiek” het centrale element van Bölls werk.
Hedendaags fetisjisme Het boek over de geschiedenis en ontwikkeling van de taal109 , werd opgetekend te Laren (N.H.) in de periode 1920-1924. Hoofdstuk 1 begint met een merkwaardige taalkundige "Catechismus", waarin Carry van Bruggen in telegramstijl een reeks definities neerschrijft. In eerste instantie interpreteerde ik dit hoofdstuk als een parodie. Pas later begreep ik, dat de inleiding in feite een gecondenseerde samenvatting van eerder werk110 omvat. Carry van Bruggen wijst ons met behulp van talloze voorbeelden op de merkwaardige en onlogische constructies, slecht taalgebruik en de invloed van de taal op onze denkwijze en gedachten. Pas met het lezen van dit werk wordt de lezer zich van de zwakke opbouw van de taal bewust. 107
Brief an den Vater: Franz Kafka (1919); Nachwort von Wilhelm Emrich op pag. 85 109 met name van de Nederlandse taal 110 Prometheus 108
76
In de opbouw en stijl is dit dynamische en energieke boek vergelijkbaar met het modernere "Der Dativ ist dem Genitiv sein Tod”111.
Woutertje Pieterse Centraal in het verhaal staat het inzicht in de psychologische ontwikkeling van het kind Wouter; als thema van het verhaal noemt Multatuli regelmatig: de strijd tussen goed en kwaad. Oorspronkelijk wilde Multatuli de strijd tussen laag en hoog, tussen zieleadel en ploerterij schetsen. Wouters kinderziel wordt dan ook herhaaldelijk blootgesteld aan de bekrompen en hypocriete opvattingen van de kleine burger. Wouter trekt zich in zo'n geval terug in een fantasiewereld, bevolkt door sprookjesfiguren of door ridders en rovers die zijn weggelopen uit driestuiversromans en feuilletons. Vluchten is echter geen oplossing. In de laatste twee boeken laat de auteur Wouter de harde leerschool van de realiteit doorlopen om hem de minder verheven taken van het leven leren kennen, voordat hij kan opstijgen tot het niveau van de ware poëzie, de poëzie der Werkelijkheid. Als het aan Multatuli zelf zou hebben gelegen, was Woutertje Pieterse nooit verschenen. De weduwe heeft gelukkig besloten in 1890, drie jaar na de dood van de schrijver, De geschiedenis van Woutertje Pieterse toch uit te laten geven.
111
Der Dativ ist dem Genitiv sein Tod - Ondertitel „Ein Wegweiser durch den Irrgarten der deutschen Sprache" van de auteur Bastian Sick (2008)
77
Literair Lustrum 2 Dit overzicht is door Walter intensief bestudeerd en van een groot aantal aantekeningen voorzien. Een gedetailleerder overzicht van de ca. 30 bijdragen is echter in dit kader niet mogelijk.
Plato's Gastmaal Aan dit boek kan ik mij goed herinneren, omdat ik het Walter bij een laatste bezoek in 1981 heb geschonken. In het midden112 van dit boek bevindt zich het begin van de beroemde rede van Aristophanes, waarin Plato het scheppingsverhaal met het androgyne mensenpaar al enkele eeuwen voor Christus beschreven heeft.
112
op pagina 93
78
8 De nieuwe literatuur '86-'00 Representatieve boeken in de periode '86-'00 De navolgende tabel omvat de meest representatieve boeken uit de periode '86-'00. De bibliotheek groeit met name sterk op het gebied der biografieën. 1986
Zeepbellen in een netje
Ben Haveman
1987
Alissa en Adrienne
Adriaan Morriën 1980
1988
Het leven van Franz Kafka
Ernst Pawel
1986
1989
Salz auf unserer Haut
Benoîte Groult
1989
1989
Kafka's liefdes
Nahum Norbert Glatzer
1989
1990
Verzameld werk
Franz Kafka
1987
1991
Der Unbeirrbare (roman)
Howard Fast
1991
1992
Het leven van Moravia
Moravia, Alain Elkann
1991
1993
Das Gesicht des Dritten Reiches
Joachim C. Fest 1993
1993
Lauter Verrisse
Marcel ReichRanicki
1984
1994
Pasolini (Leben und Werk)
Enzo Siciliano
1994
1995
Een geschiedenis van God
Karen Armstrong
1995
1996
Het verborgen leven van Albert Einstein
Roger Highfield 1996
1997
Uitersten beschouwingen over het menselijk gedrag
A.J. Dunning
1997
1998
De kus van Esau
Meir Shalev
1998
79
1985
en De vier maaltijden 1999
Ein neues Weltbild
Joachim Gartz
1998
2000
De slinger van Foucault
Umberto Eco
1997
2000
De eeuw van mijn vader
Geert Mak
1999
2000
Nederlandse literatuur, (een geschiedenis)
Schenkeveld, Anbeek, e.a.
1998
Zeepbellen in een netje Het boek begint onmiddellijk met rake schetsen in reportages, columns (voor de Volkskrant) en interviews in een zeer bloemige, fantasierijke taal. De eerste reportage levert een groot aantal instructies en ervaringen voor de binnenschippers op: zo is een "schaamlapje" bijvoorbeeld de fok. Alle tegenliggers heten Piet. Daarna volgen reportages over het leven en de jacht op de Waddeneilanden, het eenzame leven van de zwartgeldwassers aan de Costa Blanca. Ben Haveman lijkt mij gespecialiseerd op religieuze nissen, zoals bijvoorbeeld de Nederlandse New Wave van het Boeddhisme, de Calvinistische geloofsbelijdenis te midden van het Zwarte Geld, bedevaarten in de Brabantse contreien en naar Kevelaer. Ook de religie rond de fles alcohol en het goedkope weekend in een luxe hotel ontkomt niet aan zijn aandacht. Het is onduidelijk of de verzen ("Een goede beurt is beter dan een verre vriend", "Ik wis de wijn en tranen uit mijn baard, was zulk een avond wel zo'n ochtend waard?") uit eigen productie, dan wel van anderen stammen. Aan het slot staan nog een afscheid van een redactielid (Jeanne Roos) en een sportreportage. "De zeepbellen in een netje" stammen uit de mond van de sneldichter van Dordrecht, zo staat het althans in de laatste column. 80
Een interessant document, met name voor een emigrant, die reeds sinds 1972 in Duitsland woont, omdat men in dit werk zoveel herkenbaars terugvindt, alsof de lezer die tientallen jaren echt in Nederland heeft beleefd.
Alissa en Adrienne Een filosofische en liefdevolle beschouwing over het ouderschap en het opgroeien te midden van twee dochters. Het werk is compact, verdeeld over 17 hoofdstukjes op slechts 111 pagina's, waarin alles openhartig kan worden gezegd.
Salz auf unserer Haut De bestseller113 van Benoîte Groult114 vormt de kern van een verzameling van erotische literatuur, die Walter rond 1990 heeft aangelegd. Groult's leven en werk getuigen van de ingrijpende veranderingen in de verhoudingen tussen mannen en vrouwen die in 20e eeuw hebben plaatsgevonden.
Kafka Rond 1990 intensiveert Walter de studie van de Kafka's biografie en werken. Daartoe behoren uiteraard ook Kafka's liefdes en de brieven aan de geliefde. Walter's voorliefde voor Kafka's werken worden in de documentatie „Kafka's Liefdes“115 door onderstreping duidelijk weergegeven:
113
Zout op mijn huid (Les vaisseaux du coeur) - 1988 geboren 1920 te Parijs 115 The Loves of Franz Kafka van Nahum N. Glatzer - 1989 114
81
„Ik heb geen literaire belangstelling, maar ik besta uit literatuur, ik ben niets anders en kan niets anders zijn.“116 Ook de navolgende regel is gemarkeerd117: „Het schrijven is mijn eigenlijke goede wezen“. Kafka wordt door het schrijven bevleugeld. Nadat hij in één enkele nacht Het Vonnis heeft geschreven, voelt hij zich voor het eerst voldaan -ja zelfs verheugd- over wat uit zijn pen is gevloeid. „Alleen zó kan geschreven worden, alleen in een dergelijke samenhang met zo'n volslagen openen van lichaam en ziel.“118 Zoals echter Kafka aan het schrijven een bevrediging ontleent, mag men vermoedelijk ook de boekenfluisteraar een soortgelijke lust bij het lezen toekennen. Iedere boekenluisteraar heeft een boekenfluisteraar nodig. Het is wellicht nog niet bewezen, maar dat is een kwestie van tijd...
Literatuurkritiek In de literatuurkritiek Lauter Verrisse (Marcel Reich-Ranicki) met 24 bijdragen heeft Walter er slechts twee met een groot aantal notities voorzien. 116
Kafka's Liefdes, citaat op pag. 41 (met verwijs naar F. 1: 369). op pag. 35 118 pag. 29 (met verwijs naar D. 1: 203-204). 117
82
In „Sentimentalität und Gewissenbisse“ van Alfred Andersch bevindt zich o.a. een markering bij de veelbetekenende uitspraak119: „Wat hem het leven niet geschonken heeft, hoopt hij van de literatuur te mogen ontvangen: geluk“. Ook de naar binnen gerichte vlucht van het individu beschouwt de criticus als het „antwoord op het gegeven tijdperk en de daarbij behorende rampen“120. In de kritiek tot „Die Zimmerschlacht“ van Martin Walser“ onderschrijft Walter: „...de penetrante geur der Duitse provincie, die wij allang als een vast bestanddeel van Walser's Œvre kennen.“
Der Unbeirrbare121 Een Amerikaanse journalist ontdekt, dat de Engelsen rond 1950 5 tot 6 miljoen Bengalen laten verhongeren. Er staat wel genoeg rijst ter beschikking, maar de eigenaars hamsteren de levensmiddelen als speculatieobject. De protagonist Bruce Bacon bericht over de situatie, maar geraakt in de USA in de handen van de heksen-jagers, wordt als communist veroordeeld en gevangen genomen. Zo neemt het onheil zijn loop. Bij een vluchtpoging sterft zijn vrouw Molly in een verkeerscontrole... 119
pag. 89 pag. 90. 121 Het boek begint spannend, maar wordt m.i. op de duur wat langdradig. 120
83
De biografieën Walter voegt ook in deze periode nieuwe levensbeschrijvingen toe aan zijn collectie, o.a. van Alberto Moravia, Pier Paolo Pasolini, Anna Freud122 en in „Das Gesicht des Dritten Reiches“ de portretten van alle NS-kopstukken uit deze periode. „Het verborgen leven van Albert Einstein“ is een uitstekende biografie, die voornamelijk baseert op de bewaard gebleven brieven en veel details o.a. over Mileva, Elsa, vrienden, o.a. Michele Besso, familieleden en collega's bevat. Het leven van Moravia123 is in feite opgedeeld in 3 delen, maar het boek is ook onderverdeeld in16 hoofdstukken 1..16. Nergens wordt in deze autobiografie vermeldt, dat achter het pseudonym Alberto Moravia de in 1907 geboren Alberto Pincherle schuilt. Zijn dragend thema luidt: sex is voor elke mens de sleutel tot de werkelijkheid van het leven124.
Een geschiedenis van God Het aantal boeken met een betrekking tot religieuze thema's loopt met name na 1995 sterk terug. Als het laatste religieusgeschiedkundige werk beschrijft Een geschiedenis van God vierduizend jaar zoeken naar het éne goddelijke wezen. Karen Armstrong heeft voor de lezers een groot aantal details op 500 bladzijden verzameld.
122
Anna Freud: een biografie - Elisabeth Young-Bruehl- 1989 Het leven van Moravia - door Alberto Moravia en Alain Elkann (1991) 124 TV-portret 1986 van de VPRO 123
84
Armstrong beschrijft125, dat de God Allah126 van het arabische Pantheon overeenkomt met de God der Joden en Christenen. Tussen de paginas 158 en 159 bevindt zich een kladblaadje, waarop Walter aantekent, dat ook de namen van een aantal Goden met elkaar eng verwandt zijn. Ter illustratie bevat het blad de arabische tekst voor het woord „Allah“, de naam IUpiter en het Tetragrammaton IHVH, die althans volgens Walter allemaal als „IU“ moeten worden gelezen.
Fig. 6: Het Arabische Woord "God"
125
Op pagina 159 Het woord Allah betekent „de God“ en wordt van rechts naar links gelezen. 126
85
Op de achterzijde van dit kladblaadje vermeldt Walter nogmaals de drie klassieke kernvragen en vult vervolgens ook de nieuwe antwoorden in: •
Waar komen wij vandaan: van een gemeenschappelijke Scheppergod IU
•
Wie zijn wij: Wij zijn slechts halve mensen en worden pas als echtpaar „mens“.
•
Waar gaan wij naar toe: terug gemeenschappelijke Scheppergod IU
naar
een
Op dat moment had Walter kennelijk ook het antwoord op derde kernvraag gevonden en daarmee ons raadsel opgelost. Al het overige studiemateriaal vormt in feite slechts ballast, dat dit resultaat hooguit kan bevestigen. Op de onderste helft van het blaadje schreef hij in grote drukletters:
A= Ω QED! Na Armstrong's werk volgen er in de bibliotheek geen recentere religieuze boeken meer. Het is alsof er een last van Walter's schouders is gevallen en de speurtocht 1995 een einde heeft gevonden.
De kus van Esau In De kus van Esau keert de protagonist Esau terug naar zijn vaderland om zijn zieke vader te verplegen en vertelt hij het wonderlijke verhaal van zijn familie.
86
De familiesaga van Shalev gaat vooral over Brood, Liefde en Pijn. Het is de mythisch aandoende geschiedenis van een grote bakkersfamilie.
Ein neues Weltbild Korte en uitgebalanceerde, filosofische discussie over de antipoden in ons leven. Daarin bevinden zich enkele opmerkelijke uitspraken: • Laotse heeft al 2500 geleden gezegd, dat hij het zoeken naar een persoonlijke God als een ziekte beschouwt (pagina 20). • Ethnologen en artsen vrezen, dat zich om diverse redenen steeds meer androgyn denken zal verspreiden (pagina 53). • Het is toch vreemd, dat de meeste mensen zich met de gedachte aan een eeuwige God en een eeuwig leven verzoenen, maar een eeuwig universum afwijzen (pagina 61). • Cusanus, Ekkehart en Teilhard de Chardin stellen: een Begin vereist een Oorzaak (God), die eveneens geschapen moet worden... (pagina 63). • De uitgesproken atheist L. Feuerbach, stelt, dat de mens voor de ontplooiing van zijn geluk een God moet uitdenken. Zelfs de uitgesproken pessimist Nietzsche heeft met zijn Übermensch een religieus geloof ontwikkelt. Ondanks het nihilisme gebiedt hij de nieuwe mens het leven met een „ja“ te accepteren (pagina 86). 87
• Darwin beschouwt de evolutie als een overlevensprincipe van het Stabiele (pagina 90). • Ook Darwin beschrijft de mens als de Kroon der Schepping, als Wonder en Roem van het universum (pagina 105). • Ook intelligente mensen vallen zelfbedrog ten prooi, omdat de relatief geringe levensduur hen te kort is (pagina 131). • Le Bon heeft gezegd: "De grote motivatie der volkeren is nooit de waarheid, maar de misleiding. Sociale misleiding heerst op alle ruines. Nog nooit hebben de massas de waarheid gezocht … Wie de massas kan misleiden leert het volk beheersen – wie hen wil voorlichten, valt hen ten offer" (pagina 137). • Eigenlijk bevat elke vorm van Kennis – net als de waarheid – een geloofs-kern (pagina 152). • Augustinus beschouwde zelfs de geslachtsdaad als een zonde, die pas door de doop kon worden uitgewist (pagina 161). • Voltaire is van mening, dat wij de wereld dom betreden en net zo dom weer verlaten (pagina 164). • Ook ik ben van mening, dat men het leven alleen met een fikse portie domheid kan verdragen (pagina 164). • Einstein beschrijft zijn geloof als volgt: "Ik geloof aan de God van Spinoza, die zich in de harmonie van alle Zijn openbaart, maar niet aan een God, die zich met de problemen en handelingen der mensen bezighoudt". (pagina 173). 88
• De meerderheid van de bijdragen tot levens-redding zijn in feite bijdragen tot nog meer hongersdoden (176). • De meeste mensen -ook de natuurwetenschappersbeschouwen zich ook nu nog als uitgesproken bovennatuurlijke wezens (182).
Uitersten De emeritus hoogleraar cardiologie127 en cardioloog, A.J. Dunning documenteert een aantal interessante beschouwingen over menselijk gedrag, o.a.: •
Het brandend hart128, de harttransplantatie en het soldatenhart129 .
•
De perfecte misdaad130, de anatomische les131, verjongingsoperaties132 en het offer der castraten.
•
De parthenogenese, het mensenoffer van de Katharen, de anexoria religiosa133, het eten van mensenvlees, de brailleschrift, onechte paradijzen134, etc.
127
aan de Universiteit van Amsterdam Thema: Jeanne d'arc en Gilles de Reis 129 Thema: de zwakte van de bloedsomloop op het slagveld in de 1e WO 130 Thema: de maagd Charlotte Corday vermoordt Jean Paul Marat 131 Thema: de ontleedkunde 132 Thema: verjongingsoperaties voor het behoud van de mannelijke potentie, Steinachoperatie, William Butler Yeats 133 Thema: Catherina van Siena 134 Thema: poetes maudits, opium en absinth 128
89
De slinger van Foucault Het verhaal gaat in beginsel over drie vrienden die werken voor een uitgeverij die boeken publiceert over het occulte, slechts bedoeld om geld te verdienen aan de auteurs. Zij nemen de auteurs van deze werken dan ook niet serieus. Ze zetten vervolgens het plan op om zelf een occulte complottheorie te verzinnen. Daardoor vervaagt de grens tussen wat de vrienden verzonnen hebben en de werkelijkheid. Inmiddels wordt het boek gezien als een encyclopedisch werk. De titel van het werk baseert op de bekende slingerproef, waarmee de Franse fysicus Léon Foucault 1851 de rotatie van de aarde heeft bewezen.
De eeuw van mijn vader In dit document beschrijft Geert Mak in feite ook Walter's eeuw. Helaas heeft Walter echter in dit boek geen aantekeningen nagelaten. Uit de plaats, waar het boek werd gevonden, mogen wij echter aflezen, dat het ook vermoedelijk het laatste werk is geweest, dat hij heeft gelezen.
Nederlandse literatuur De geschiedenis der Nederlandse literatuur is vermoedelijk het laatste werk, dat Walter aan zijn bibliotheek heeft toegevoegd. Door een merkwaardige speling van het lot begint uitgerekend dit boek met een nauwkeurige analyse van een van de oudste dichtregels der Nederlandse taal.
90
Hebban olla vogala zijn de eerste drie woorden uit een zin die lange tijd135 als de oudst bekende regel in het Oudnederlands werd beschouwd. Het is een interlineaire quasi-glosse, die in 1932 in Oxford door de Engelse taalkundige Kenneth Sisam werd ontdekt op de kaft van een Latijns handschrift uit de abdij van Rochester. quid expectamus nu(nc) Abent omnes uolucres nidos inceptos nisi ego & tu Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (e)nda thu uu(at) unbida(t) g(h)e nu Op deze wijze sluit Walter's bibliotheek de rij met een dichtregel uit het allereerste begin, zodat men ook een bibliotheek als een gesloten kringloop mag beschouwen. Dit beeld is reeds door Nietzsche tot het hoogste symbool verheven: „Diese langsame Spinne, die im Mondscheine kriecht, und dieser Mondschein selber, und ich und du im Torwege, zusammen flüsternd, von ewigen Dingen flüsternd - müssen wir nicht alle schon dagewesen sein?“136 135
Er zijn inmiddels volgens de Wikipedia ook oudere geschriften gevonden met volledige teksten in voorlopers en / of dialecten van het Nederlands, zoals de Wachtendonckse Psalmen (van halfweg 10e eeuw), terwijl er losse zinnetjes bekend zijn uit de 9de, 8ste en zelfs 6e eeuw (in de Salische wet). 136 citaat pag. 264 in Die philosophische Hintertreppe - Wilhelm Weischedel - 1966
91
„Over eeuwige dingen fluisteren“. Ja, dat is het levensdoel van de boekenfluisteraars, van Nietzsche, Goethe, Vondel en de vele anderen, die naamloos in de papier-wolf zijn verdwenen...
92
9 Walter karakterschets Uit de aantekeningen, die Walter in de als representatief beschouwde literatuur heeft nagelaten, kan men wellicht met alle benodigde voorbehoud met behulp van de citaten een voorzichtige karakterschets afleiden, die men zich als chronologische evolutie over enkele tientallen jaren moet voorstellen. Wij leren de jeugdige Walter kennen als een religieus overtuigd Katholiek, die zich streng aan der regels houdt en de macht der religieuze overheid accepteert. Zijn hoop is gevestigd op de sociale ontwikkeling, die door de Kerkelijke macht wordt geformuleerd. •
Het hoofddoel van het huwelijk is „Wast en vermenigvuldigt u“. - Rerum Novarum
•
De dictators, die de geldmarkt in handen hebben en beheerschen, bezitten ook onbeperkte macht over het credietwezen; Uiteindelijk blijven alleen zij over, „die de meeste gewetenloosheid aan den dag leggen.“ Rerum Novarum
•
Ik ben een deel van het Eeuwige Levensbeginsel; Ik ben geschapen naar Gods beeld; Ik ben vol van den Goddelijken Levensadem; niets kan mij deren, want ik ben een deel van het Oneindige. - Atkinson
•
Drie heerschen op aarde: Wijsheid, Schijn en Geweld!. De Liefde heerst niet, maar zij vormt den mensch en dat is meer. - Goethe
93
Zijn relatie tot het andere geslacht wordt belast door de gangbare, religieuze opvattingen, dat de man de hoofdrol in de schepping speelt en de vrouw slechts een bijrol kan vervullen. Tot de strenge opvoeding behoort ook het plichtsbesef, dat de man in het gezin en de maatschappij een voorbeeld moet vervullen. De belasting van een hoofdrol isoleert echter ook het gezinshoofd en leidt ook tot de eenzaamheid, die hij in de literatuur heeft leren kennen. •
De leiding van het gezin behoort ongetwijfeld aan de man. - Henri de Greeve
•
De waarde van het menselijk leven is afhankelijk van de mate van eenzaamheid, die het in staat is te dragen. Ortega y Gasset
•
Ook het christelijk geloof, door de voorstelling van de erfzonde en het bestendige dreigement van eeuwige straffen, gaf den mensch, die deze religie werkelijk beleefde, een permanent gevoel van nood, een levenslange onzekerheid - Ortega y Gasset, ("...maar ook hoop!" - Walter)
De ervaringen der oorlogsjaren 40-45 verduidelijken Walter echter, tot welke excessen het blinde plichtsbesef kan leiden. •
De staat komt in handen van benden avonturiers, zogenaamde Caesaren, gewezen generaals, barbarenkoningen en wat al niet - Oswald Spengler
94
•
De oorlogsslachtoffers, die tot eeuwig zwijgen gedoemd waren, hadden niemand anders dan de geschied-schrijver, om hun boodschap door te geven. Dr. J. Presser
Geheel onder de indruk de religieuze traditie heeft Walter een ontzag voor het geschreven woord ontwikkeld, dat ons leven in de wereldse en religieuze wetboeken vastlegt. Het Woord boezemt hem zoveel ontzag in, dat hij een grote bewondering voor geschreven literatuur ontwikkelt, maar zijn gevoelens daarentegen zelf niet in een manuscript weet te verwoorden. •
Achter ieder woord gaat een wereld schuil en wie een regel op papier zet, behoort te weten, dat hij dingen beweegt en gespleten karakters loslaat: datgene, wat de ene lezer troost, kan de ander zwaar treffen. - Heinrich Böll
•
Ik heb geen literaire belangstelling, maar ik besta uit literatuur, ik ben niets anders en kan niets anders zijn. Franz Kafka
•
Het schrijven is mijn eigenlijke goede wezen. - Kafka
Door de opheffing van de Index en de open toegang tot wereldliteratuur Walter leert de zwakke punten van de heersende religieuze macht onderscheiden en de relativiteit van het plichtsbesef kennen.
95
•
Ik geloof aan de God van Spinoza, die zich in de harmonie van alle Zijn openbaart, maar niet aan een God, die zich met de problemen en handelingen der mensen bezighoudt. - Albert Einstein
Deze ontwikkeling van Walter's karakter is slechts afleesbaar aan de notities, die hij aan de rand van zijn boeken heeft nagelaten. Een in terugblik kan men stellen, dat religieuze opvoeding, die in de jaren '30-'40 de jeugd heeft gevormd, de mannen weliswaar tot een verantwoordelijk gezinshoofd, maar ook eenzaam gezinslid heeft gemaakt. •
Alleen zó kan geschreven worden, alleen in een dergelijke samenhang met zo'n volslagen openen van lichaam en ziel... - Franz Kafka
•
Wat hem het leven niet geschonken heeft, hoopt hij van de literatuur te mogen ontvangen: geluk. - Marcel Reich-Ranicki
Zijn toevlucht heeft hij daarom in de literatuur gezocht, waar de eenzame zijn geluk niet zozeer in het Woord, maar in andere woorden kan vinden... De existentiële levensvragen „Wie ben ik; waar kom ik vandaan; waar gaan wij naar toe?“ kan Walter in 1995 na een lange speurtocht op zijn hoogst individuele wijze beantwoorden. Volgens de legende stamt men af van een manvrouwelijk wezen, is als individu selchts een halve mens en vereert in de grote groep een gelijknamige God. Kennelijk wordt Walter door dit inzicht bevredigd en kan hij zijn onderzoek stoppen om zijn leven met een gerust geweten af te sluiten. 96
10 Samenvatting Ongetwijfeld is dit overzicht niet representatief voor Walter's bibliotheek als geheel. Een van de oorzaken daarvoor is de keuze van de steekproeven, waarbij ik mij in eerste instantie door de mij persoonlijk bekende auteursnamen heb laten leiden. Ook mijn eigen voorkeur voor biografieën heeft ongetwijfeld een rol gespeeld. Enkele mij nog onbekende auteurs, zoals bijvoorbeeld Carry Verbruggen, werden slechts door een toeval ontdekt. Het is mij duidelijk, dat de romans in het overzicht ondervertegenwoordigd zijn. Ter beoordeling moet een roman inderdaad grotendeels gelezen worden. Omdat de daartoe benodigde tijd nu eenmaal niet ter beschikking staat, bevat de lijst slechts enkele representatieve titels, die het toeval mij in de handen heeft gespeeld.
Analyse Laat ik ondanks deze gebreken een analyse riskeren. Tot 1945 overweegt het aantal der „katholieke“ werken in Walter's bibliotheek. Hij investeert met name in de grote klassieken en vertoont een voorkeur voor de West-Europese literatuur, met name voor de poëzie. In de periode 1945-1970 overwegen de romans en literatuurstudies. In de periode 1970-2000 ligt het zwaartepunt bij de romans en biografieën.
97
Proust's verloren tijd Hoe gaat men met de bibliotheek van een boekenfluisteraar om, als deze op zekere dag sterft? In het gunstigste geval wordt de ouderloze vondeling door een nieuwe fluisteraar opgevangen en in langdurige sessions tot spreken gebracht. Boeken fluisteren echter alleen als zij in de geborgenheid der eigen bibliotheek behoedzaam geopend worden... Zonder de samenhang in het besloten gezinsverband is het losse boek slechts een steriel archeologisch object, waarvoor de archeoloog elke relatie tot de vindplaats heeft verloren. Op zijn sterfdag ontketent de boekenfluisteraar dus de door Proust tot in alle details beschreven „verloren tijd137“. Het is de verloren tijd, die men slechts door het schrijven van een samenhang kan vasthouden.
De virtuele bibliotheek In een virtuele Bibliotheek der Toekomst vullen de samenhangende bibliotheken aller boekfluisteraars een eigen verzameling, die men zich wellicht het beste als hyperbibliotheek zou kunnen voorstellen. Als werktuig voor een dergelijke hyper-bibliotheek is eventueel een Google-bibliotheek138 bruikbaar, die het registreren en categoriseren van boeken mogelijk maakt. 137
„À la recherche du temps perdu“ is het hoofdwerk van Marcel Proust Een voorbeeld van een dergelijke bibliotheek bevindt zich in het internet. 138
98
11 Statistieken De navolgende statistiek bevat een schatting van de aantallen boeken per categorie: Categorie
Aantal (ca.)
romans en verhalenbundels
3000
wereldliteratuur
200
klassieken
200
vakliteratuur (economie)
200
kunstboeken
100
filosofische werken
100
biografieën
100
religieuze werken
30
dichtbundels
20
filmrecensies
20
woordenboeken, encyclopedieën
20
De spreiding der talen wordt geschat op: Taalgebruik
Aandeel
Nederlands
60%
Engels
19%
Duits
19%
Spaans
2%
99
100
12 Walter's Gedichtenbundel De bronnen voor gedichtenbundel zijn slechts ten dele gespecificeerd. De volgende dichters zijn vertegenwoordigd: • • • • • • • • • • • • • • • •
Geerten Gossaert (1884-1958) - 3 gedichten Henriette Roland Holst (1869-1952) - 6 gedichten Jac van Looy (1855-1930) - 28 gedichten Hendrik Marsman (1899-1940) - 17 gedichten Jan van Nijlen (1884-1965) - 1 gedicht Tom Meijneke - 1 gedicht Jo Landheer (1900-1986) - 1 gedicht Willem de Mérode (1887-1939) - 26 gedichten Harry Hunnekens - 1 gedicht J.W.F. Weruméus Buning (1891-1958) - 11 gedichten Bertus Aafjes (1914-1993) - 2 gedichten Luc Van Hoek (1910-1991) - 2 gedichten Maarten Vrolijk (1919-1994) - 2 gedichten Luc Maas - 1 gedicht Jacques Perk (1859-1881) - 10 gedichten Pierre Kemp (1886-1967) - 11 kleine gedichten
De volgorde van de gedichten in de bundel en aanvullende informaties worden in de volgende tabel gedocumenteerd:
101
1
De bader139
Geerten Gossaert
2
De grijze landman
Geerten Gossaert
3
Alouette
Geerten Gossaert
4
Afscheid140
J.W.F. Weruméus Buning
5
Vaarwel Wereld
J.W.F. Weruméus Buning
6
Sonnet
J.W.F. Weruméus Buning
7
Triomf Van Den Dood
J.W.F. Weruméus Buning
8
Het Vaste Licht
J.W.F. Weruméus Buning
9
Arabeske
J.W.F. Weruméus Buning
10
Rijmen
J.W.F. Weruméus Buning
11
Arabeske
J.W.F. Weruméus Buning
12
Coplas
J.W.F. Weruméus Buning
13
Twee sonetten voor Calderon's „La Donna Duendi“
J.W.F. Weruméus Buning
14
Spanje, Rots in Zee
J.W.F. Weruméus Buning
15
Herfst
Jac v. Looy (1884)
16
Fabrieksrook
Jac v. Looy (1884)
17
Na het lezen van Zola
Jac v. Looy (1884)
18
Herinnering
Jac v. Looy (1884)
19
Slapeloos
Jac v. Looy (1884)
20
Op het Kerkhof
Jac v. Looy (1885)
21
Aan Den Tiber
Jac v. Looy (1885)
22
Avond op het Forum Romanum
Jac v. Looy (1885)
23
In Den Trein
Jac v. Looy (1885)
24
Wandelen
Jac v. Looy (Madrid,1886)
139 140
uit „Experimenten“ (1911) uit „Et in terra“ (1933), Epiloog „In Memoriam“
102
25
„Nu lachen wat gedachten in mij“... Jac v. Looy (Cadiz, 1886)
26
„Zacht valt der regen uit“ ...
Jac v. Looy (1889)
27
Café
Jac v. Looy (1889)
28
„In een koelen ochtendlijken dag“.. Jac v. Looy, Dec. 1892
29
De Dood Van Den Ouden Triton
Jac v. Looy, London, Sept. 1895
30
Zang
Jac v. Looy (1896)
31
Bij Een Maandelijkschen Kalender
Jac v. Looy, Nov. 1898
32
In Memoriam
Jac v. Looy, 14 Nov. 1897
33
Bij Eene Fotografie
Jac v. Looy (1900)
34
Een Stem Naast Een Stem
Jac v. Looy (1899)
35
Oud Liedje
Jac v. Looy (1900)
36
Maneschijn
Jac v. Looy (1899)
37
Nacht
Jac v. Looy (1900)
38
Wonderlijk
Jac v. Looy, 25 Nov. 1900
39
La Mancha (in de trein)
Jac v. Looy (1902)
40
Blinde Man
Jac v. Looy (1904)
41
Gedachtenis, Mijmerij
Jac v. Looy (1907)
42
Zwaard-Lelies
Jac v. Looy
43
Aan Mathilde141
Jacques Perk
44
Erato
Jacques Perk
45
Zij sluimert
Jacques Perk
46
Kalliope
Jacques Perk
47
Drie Liedjes
Jacques Perk
48
Zegen Mij
Jacques Perk
141
'juffrouw Mathilde' inspireerde Perk (1859-1881) voor een grote cyclus van meer dan honderd sonnetten: Mathilde.
103
49
Avondgroet
Jacques Perk
50
Hemelvaart
Jacques Perk
51
Vrij
Jacques Perk
52
Die Lach
Jacques Perk
53
Verhevene
Hendrik Marsman
54
Vrouw
Hendrik Marsman
55
Heerscher
Hendrik Marsman
56
Bloei
Hendrik Marsman
57
Einde
Hendrik Marsman
58
Berlijn
Hendrik Marsman
59
Herfst
Hendrik Marsman
60
Heimwee
Hendrik Marsman
61
Vrees
Hendrik Marsman
62
De Blanke Tuin
Hendrik Marsman
63
De Gescheidenen
Hendrik Marsman
64
Afscheid
Hendrik Marsman
65
Slapende Vrouw
Hendrik Marsman
66
Herman Gorter
Hendrik Marsman
67
Annie
Hendrik Marsman
68
Paula Slapend
Hendrik Marsman
69
Jaloezie
Hendrik Marsman
70
De Brug
Willem de Mérode
71
De Brief
Willem de Mérode
72
De Banneling
Willem de Mérode
73
De Keizer
Willem de Mérode
74
Oorlog
Willem de Mérode
104
75
De Held
Willem de Mérode 142
76
Wachten
Willem de Mérode
77
Oud en Dwaas
Willem de Mérode
78
Levenseinde
Willem de Mérode
79
De Keuze
Willem de Mérode
80
De Kinkhoorn
Willem de Mérode
81
Melancholisch
Willem de Mérode
82
Lente
Willem de Mérode
83
De Vreemdeling
Willem de Mérode
84
Li Tai Pee
Willem de Mérode
85
De Droom
Willem de Mérode
86
Troost
Willem de Mérode
87
De Roos
Willem de Mérode
88
„Het Duister heeft zijn wal“...
Henr. Roland Holst
89
„De nimmer-uitgesproken“...
Henr. Roland Holst
90
De Verworvenheid
Henr. Roland Holst
91
Kwatrijnen
Henr. Roland Holst
92
De Droom
Henr. Roland Holst
93
„O, diepe baai en altijd open haven“ Henr. Roland Holst
94
„Omhuld van nev'len lagen“ ... 143
Henr. Roland Holst
95
Kwan Yin
Willem de Mérode
96
De Vlucht
Willem de Mérode
97
Het Menschenlot
Willem de Mérode
98
De Voortplanting
Willem de Mérode
142
„Viel er een kleine regen in den nacht?“... Dit is een andere tekst dan in Wachten 143 the Chinese goddess of divine love
105
99
Voorjaar
Willem de Mérode
100
Eenheid
Willem de Mérode
101
Geboorte
Willem de Mérode
102
Het Lied
Willem de Mérode 144
103
Bezoek aan het Ouderhuis
Jan van Nijlen
104
De Zwerver Slauerhoff
Tom Meijneke
105
Allerzielen
Jo Landheer
106
Balspelende Meisjes
Bertus Aafjes
107
Het Spiegelbeeld
Bertus Aafjes
108
Kleine Gedichten • Middellaren • Geloof • Optimisme • Naam • Floers • Duizeling • Collegialiter • Nacht • Reinvarens • Droomen • Ovaal
Pierre Kemp
109
Septuagesima
Luc Van Hoek
110
Sexagesima
Luc Van Hoek
111
Varieté
Maarten Vrolijk
112
Praeludium
Luc Maas
113
„Ik ben alleen“...
Harry Hunnekens
114
Opgang
Maarten Vrolijk (voor Renée)
Tabel 1: Inhoud Walter's Gedichtenbundel 144
uit Geheimschrift (1934)
106
13 Samenvatting Kanttekeningen van een boekfluisteraar Op de speurtocht naar de antwoorden op de existentiële vragen „Wie ben ik; waar kom ik vandaan; waar gaan wij naar toe?“ omringt zich de boekfluisteraar Walter in zijn 80-jarige leven met een enorme, 4000-banden tellende bibliotheek. Op zijn sterfdag draagt hij zijn boekenverzameling testamentarisch over aan zijn vriend, die na achtjarige studie in de kanttekeningen van de boeken Walter's antwoorden op de kernvragen opspoort. De roman doorloopt het gehele literaire spectrum tot Walter's sterfdag in het jaar 2001.
107