ik ben tevreden een voudig te leven geen goud of zilver is mij toevertrouwd. maar in de hemel daar heb ik een woning een wonder bouwsel, van zuiver goud. koor: mijn schat ligt boven ginds achter de sterren door in de hemel, ontmoet ik de heer door zijn geen tranen maar eeuwige blijdschap in 't land der zaal'gen treurt niemand meer. in nood geborgen, in zware verzoeking vind ik een rustplaats, zoals jacob een steen mijn vaste woning, is hier niet op aarde, maar in de hemel, door reis ik heen.