Kdn hoofdstuk 1 Via het bloed van je moeder krijg je zuurstof en voedsel. Na ongeveer negen maanden ben je voldoendegegroeid om geboren te worden. Een pas geboren baby weegt ongeveer drieduizend gram en is vijftig centimeter lang. Tijdens de maanden groei je heel snel. Op de meeste plaatsen is je huid twee tot drie millimeter dik. Op sommige plaatsen is je huid extra dik. Op een paar andere plaatsen blijft je huid erg dun bijvoorbeeld op je lippen. Je schedel bestaat bijna uit dertig botjes. Bij een baby zijn de botten in de schedel nog niet met elkaar vergreid. De schedel botten kunnen aan de randen doorgroeien. De opening groeien dicht in uiteindelijk vergroeien de botten met elkaar. In je armen en benen zitten langwerpige botten. Je moet ook leren hoe je met andere mensen omgaat . Thuis en op school leer je rekening met elkaar te houden. Je slaapt ongeveer twintig uur per dag. Hoe ouder je word :hoe meer je eigen wil krijgt