Het Laddertjesspel Aantal spelers: 2 tot 4 spelers Spelregels: 1. Om te beginnen: gooi om beurt met een dobbelsteen. Wie het hoogst aantal ogen geworpen heeft, mag beginnen. 2. Gooi met de dobbelsteen en verplaats je pionnetje even veel vakjes als je ogen hebt gegooid. 3. Wat moet je doen als je op een gekleurd vakje terecht komt? - je pakt de bovenste opdrachtkaart en voert de opdracht uit. - daarna controleer je het antwoord. 4. Is de opdracht goed uitgevoerd? Dan mag je een laddertje opklimmen. 5. Als je een fout hebt gemaakt, rol je de trap af. 6. Soms gaat er van een gekleurd vakje alleen een trap naar boven. Als je het dan fout doet, blijf je gewoon staan. 7. Soms gaat er van een gekleurd vakje alleen een trap naar beneden. Als je het dan goed doet, blijf je gewoon staan. 8. Als je de opdracht goed hebt uitgevoerd, leg je het kaartje opzij. 9. Bij een fout antwoord leg je de kaart weer onder de stapel. 10. Als je op het voorlaatste vakje komt (met het bord), dan moet je helemaal vooraan beginnen. 11. Wie het eerste bij ‘Einde’ is, is de winnaar. 12. Je mag best op een vakje komen waar al iemand staat. 13. Als je een ladder op of af bent gegaan, kom je altijd weer op een gekleurd vakje. Je blijft daar staan en bij de volgende beurt moet je eerst gooien.