heer jezus, in gedachten gaan wij naar golgotha, waar u als de verdachte het werk deed van gena geen vriend stand u terzijde, een pleegde zeus verraad. u werd door jood en heiden verworpen en gehaat. verwond door geselslagen en met bespuwd gelaat moest u pet spotkleed dragen; en u verdroeg die smaad. u ging voor ons, verloor'nen, naar 't kruis, geheel alleen, het hoofd gekroond met doornen, uw aangezicht als steen. maar wat u hier oak griefde, u deed als trouwe knecht gehoorzaam en uit liefde wat god u had gezegd. op't kruis werd u verlaten door god, die heilig is; hoe leed u bovenmate in deze duisternis! voor schuldigen, voor armen hebt u dit werk volbracht; wij roemen uw erbarmen, uw liefde en uw macht.