Instituut voor Media en Informatie Management
Beroepsethiek & Informatie Ethiek & Beeldvorming
Opdrachten & Presentatie
Leen Liefsoens
Docent
Cris van der Hoek
3 april 2009 (herkansing)
Inhoud Opdracht 1.
Literatuur & Beeldvorming
3
Opdracht 2.
Openbare bibliotheken & Etnische Minderheden
5
Opdracht 3.
Ethische aspecten van catalogiseren
9
Opdracht 4.
De macht van de media
11
Opdracht 5.
Presentatie Ethiek & Beeldvorming
13
Ethiek & Beeldvorming
Opdracht 1.
3
Literatuur & Beeldvorming
Kies een roman, film of tv-serie die je recent hebt gelezen of gezien en analyseer met behulp van blz 98 e.v. in hoeverre er sprake is van stereotype beeldvorming. Volgens filosofen als Martha Nussbaum en Richard Rorty biedt literatuur en het vertellen van verhalen meer aanknopingspunten voor morele oordeelsvorming dan abstracte theorieën. Met welke hoofdpersoon heb je je geïdentificeerd? Zet de roman of film ook aan tot een ethisch gemotiveerd nadenken over de gevoelens de ze oproept? In het boek De Duivel draagt Prada van Lauren Weisberger wordt Andrea Sachs aangenomen als assistent van de hoofdreadacteur van het tijdschrift Runway. Andrea komt net uit de schoolbanken en heeft vele toekomstdromen, het leven lacht haar toe. Ze heeft journalistiek gestudeerd en hoopt ooit te schrijven voor The New Yorker. Ze heeft zichzelf zelfs tot doel gesteld om dat binnen vijf jaar na haar afstuderen te realiseren. Ze heeft bij Runway gesolliciteerd om ondertussen toch wat ervaring op te doen en genoeg geld binnen te krijgen om van rond te komen. Runway is hét blad op modegebied, de lieveling van alle ontwerpers. Op de redactie komen de bekende namen van alle kanten op je af: Prada! Armani! Manolo’s! Versace! De hoofdredacteur Miranda Priestly is alom gevreesd en bewonderd! Met een haast kinderlijk gemak weet Miranda al haar succesvolle en hippe medewerkers te reduceren tot trillende kleine kinderen. Zo laat Miranda de nieuwste Harry Potter invliegen voor haar kinderen, laat ze Andrea haar gigantische telefoonrekening voorschieten, en moet haar ontbijt precies op de seconde nauwkeurig voor haar staan. Elke dag wordt Andrea zwaar op de proef gesteld, en vaak ook ’s nachts, als de commando’s van Miranda door de telefoon klinken. Terwijl haar werkdagen steeds langer worden en de eisen steeds extremer, realiseert Andrea zich dat het baantje waar duizenden vrouwen een moord voor zouden doen haar het leven flink onmogelijk maakt. Het boek is natuurlijk geschreven om de lezers te laten smullen van alle vuile was die wordt buiten gehangen bij Runway! De schrijfster overdrijft behoorlijk en gebruikt stereotypen om extra effect teweeg te brengen. Zo lopen er bij Runway alleen maar heel magere, zeer stijlvolle vrouwen rond, en mooie mannen in strakke zwarte coltruien en strakke leren broeken. Een aantal van deze mannen zijn homoseksuelen. Miranda staat aan de top van Runway en maakt het leven van haar ondergeschikten tot een hel en ze verliest daarbij alle gevoel van realiteit. De modewereld wordt afgespiegeld als een bizar wereldje, met the boss from hell! Miranda is een spilzieke eersteklas bitch die haar tweede assistente Andrea uitsluitend gebruikt als veredelde loopjongen. Aan de buitenkant mag het dan best glamourous zijn maar Miranda drijft Andrea keer op keer tot het uiterste. Het hele boek zit je dan ook een beetje te wachten of het moment komt dat Andrea het niet meer pikt.
Ethiek & Beeldvorming
4
Andrea is dan ook het zwarte eendje in de groep! Zij past helemaal niet in het ‘modewereldje’ thuis, maar juist zoals in het echte sprookje, blijkt zij de mooie zwaan te zijn! Eerst vindt ze het modewereldje heel spannend, ze doet haar uiterste best om helemaal in de smaak te vallen bij Miranda en aan haar hoge verwachtingen te voldoen! Daarbij verwaarloost ze haar vriend, haar beste vriendin en haar familie. Maar op het einde van het boek komt ze er natuurlijk achter dat dit leven niets voor haar is en dat ze helemaal fout bezig is. Ze heeft haar spreekwoordelijk lesje geleerd! Het boek is geschreven in de ik-persoon, waardoor je je gemakkelijk kan inleven in het personage van Andrea Sachs. Helaas blijven de andere personages redelijk oppervlakkig, enkel het personage Miranda Priestly wordt zo uitgebreid uitgewerkt dat ze het bloed onder je nagels uithaalt. De Duivel draagt Prada is een humoristisch verhaal dat bedoeld is om de lezers te laten lachen en te laten ontspannen. Er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van stereotypen met betrekking tot de modewereld: alleen maar mooie en magere meiden, de mannen hebben allemaal ‘homoseksuele trekjes’, de baas is een echte bitch en de hoofdpersonage laat zich eerst helemaal meeslepen in het wereldje maar leert uiteindelijk haar lesje! Het gebruik van deze stereotypen staat in functie van het doel van het boek: de lezers te entertainen! Het boek zet dus niet echt aan tot ethisch gemotiveerd nadenken. Het is naar mijn mening te overdreven om serieus genomen te worden.
Ethiek & Beeldvorming
Opdracht 2.
5
Openbare bibliotheken & Etnische Minderheden
Zoek recente informatie m.b.t. het informatiebeleid van openbare bibliotheken met betrekking tot etnische minderheden. IFLA Manifest De Multiculturele Bibliotheek De Sectie van Bibliotheekdiensten voor Multiculturele Bevolkingsgroepen (Section on Library Services to Multicultural Populations) van IFLA (International Federation of Library Associations and Institutions) stelt in haar manifest ‘De Multiculturele Bibliotheek’ (goedgekeurd door de Governing Board van IFLA in augustus 2006 en onderschreven in april 2008 door de Intergouvernementele Raad voor UNESCO’s Information for All Porgamma) dat elk individu in onze wereldwijde maatschappij het recht heeft op een volledig aanbod van bibliotheek- en dienstverlening. Om tegemoet te komen aan verscheidenheid aan culturen en talen, dienen bibliotheken: • Zonder discriminatie een dienstverlening te bieden aan alle leden van de gemeenschap gebaseerd op cultureel of taalkundig erfgoed. • Te voorzien in informatie in de relevante talen en het relevante schrift. • Toegang te bieden tot een breed scala aan materialen en diensten dat recht doet aan alle groepen en behoeften. • Personeel in dienst te hebben om een afspiegeling te tonen van de gemeenschap en dat geschoold is in het werken met en het leveren van diensten aan cultureel diverse gemeenschappen. Bibliotheek- en informatiedienstverlening in een context van verscheidenheid aan culturen en talen heeft zowel betrekking op de dienstverlening aan alle bibliotheekgebruikers als op bibliotheekdiensten specifiek voor culturele- en taalgroepen die minder bediend worden. Specifieke aandacht is gewenst voor groepen die in een multiculturele maatschappij vaak aan de rand van de samenleving staan; minderheden, asielzoekers en vluchtelingen, mensen met een tijdelijke verblijfsstatus, buitenlandse arbeiders en inheemse gemeenschappen. De multiculturele bibliotheek: • ontwikkelt multiculturele en meertalige collecties en diensten, inclusief digitale en multimediale bronnen; • kent middelen toe voor het behoud van culturele uitingen en erfgoed en besteedt daarbij specifiek aandacht aan mondeling, inheems en immaterieel cultureel erfgoed; • zorgt voor een geïntegreerd aanbod van programma’s gericht op gebruikersinstructie, informatievaardigheden, informatiebronnen voor nieuwkomers, cultureel erfgoed en interculturele dialoog als integraal onderdeel van de dienstverlening; • voorziet in toegang tot de bibliotheekmaterialen via informatiesystemen en catalogi in de relevante talen;
Ethiek & Beeldvorming
6
• ontwikkelt marketing en pr materiaal in de relevante media en talen om verschillende groepen te attenderen op de bibliotheek. Het personeel van een multiculturele bibliotheek dient een afspiegeling te zijn van de culturele en taalkundige karakteristieken van de gemeenschap zodat cultureel bewustzijn verzekerd is, de doelgroep is vertegenwoordigd en de communicatie wordt bevorderd. Multiculturele gemeenschappen : Richtlijnen voor de bibliotheek De sectie heeft ook richtlijnen opgesteld en gepubliceerd (2e herziene editie, 1998) om standaards van onpartijdigheid en gelijkheid te bevorderen binnen het bibliotheekwerk voor etnische, linguïstische en culturele minderheden. De richtlijnen: • leveren criteria waarmee kan worden beoordeeld of bestaande diensten toereikend zijn; • voorzien in een basis voor het opzetten van bibliotheekdiensten voor alle groepen binnen de gemeenschap; • leveren een evenwichtige basis voor de inkoop van materialen en het aanbieden van diensten; • dragen bij aan wederzijds begrip en tolerantie tussen de etnische, linguïstische en culturele groepen die in elke samenleving vertegenwoordigd zijn. Bibliotheekdiensten moeten onpartijdig en zonder discriminatie aangeboden worden aan alle etnische, culturele en linguïstische groepen in de samenleving. Enkele richtlijnen (ter illustratie): • Bibliotheekmaterialen moeten beschikbaar zijn voor iedereen, in de taal van voorkeur en over en vanuit de eigen cultuur. • Digitale informatie en opnames zijn een belangrijk onderdeel van de dienstverlening geworden en moeten op hetzelfde niveau per hoofd beschikbaar zijn als voor de bevolking als geheel. Video’s moeten beschikbaar zijn in het nationaal gangbare standaardformaat. • Bibliotheken moeten zich bij de collectievorming ten doel stellen om de etnische, culturele en linguïstische samenstelling van de samenleving te weerspiegelen en om raciale harmonie en gelijkheid te bevorderen. • Bibliotheken moeten aan het gemeenschapsleven deelnemen via betrokkenheid en initiatieven bij lokale evenementen als culturele activiteiten en festivals en de herdenkingen van de verschillende etnische, culturele en linguïstische groepen in het gebied. • Het bevorderen, bemoedigen en ondersteunen van alfabetisering en alfabetiseringsprogramma’s is een typische functie voor bibliotheken en moet zowel geletterdheid in de nationale ta(a)l(en) als in andere talen inhouden. • Bibliotheekbesturen moeten doorlopende scholingsprogramma’s instellen om het culturele en volkenkundige bewustzijn van de medewerkers te verrijken en
Ethiek & Beeldvorming
7
hun mogelijkheden verbeteren om hun taken uit te voeren in een etnisch, taalkundig of cultureel pluriforme samenleving. • De behoeften van individuen variëren enorm, afhankelijk van leeftijd en omstandigheden. Multiculturele bibliotheekdiensten dienen hier rekening mee te houden en speciale voorzieningen te creëren om aan de behoeften van speciale groepen te voldoen. Tien redenen voor multicultureel bibliotheekwerk 1. De missie van de bibliotheek is het bedienen van de lokale gemeenschap, die in veel gevallen al multicultureel en meertalig is, of in multicultureel opzicht steeds gevarieerder wordt. 2. Multicultureel en meertalig bibliotheekwerk zorgt voor gelijkwaardige dienstverlening en toegang tot informatie. 3. In een tijd van globalisatie waar internationale contacten en reizen gemakkelijker zijn, moet iedereen kennis nemen van andere culturen,talen en mensen, waardoor waardering voor andere ervaringen wordt gestimuleerd en mensen een bredere kijk krijgen op het leven. 4. Informatie in de talen en via de informatie kanalen van multiculturele groepen stelt hen in staat democratisch te participeren in de samenleving. 5. Informatie over het eigen culturele erfgoed en dat van anderen versterkt de eigen cultuur, bevordert begrip voor andere ervaringen en meningen, en draagt bij aan de ontwikkeling van een evenwichtiger samenleving. 6. Informatie in de talen en via de geëigende informatiekanalen voor de verschillende bevolkingsgroepen bevordert meertaligheid, waardoor het opbouwen van nieuwe kennis en vaardigheden mogelijk wordt en gelijke kansen ontstaan op alle niveaus van het maatschappelijke leven. 7. De kennis, creatieve uitdrukkingsvormen en culturele gewoonten van de hele wereld zijn vastgelegd in verschillende vormen en talen; een multiculturele collectie dient daarom voor iedereen toegankelijk te zijn. 8. Kennismaken met verschillende vormen van creativiteit, werk en probleemoplossing leidt tot nieuwe inzichten en meningen die vervolgens kunnen leiden tot verrassende manieren van innoveren, uitvoeren en omgaan met bepaalde situaties. 9. Informatie over en ten behoeve van de multiculturele gebruikers van de bibliotheek is een blijk van waardering naar alle bevolkingsgroepen en hun culturen. 10. Bibliotheken zijn plekken voor intellectuele en recreatieve activiteit en met het aanbieden van multiculturele, meertalige diensten en collecties worden bibliotheken een ontmoetingsplaats voor mensen uit de hele samenleving.
Ethiek & Beeldvorming
8
Werkgroep Inburgering De werkgroep Inburgering van de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) is ingesteld per januari 2004 en richt zich op de inburgering en de dienstverlening van bibliotheken in het algemeen. De werkgroep voert verschillende projecten uit vanuit bovenstaand manifest, missie en richtlijnen. Hierbij enkele voorbeelden van projecten: • NLkompas NLkompas is de naam van de toolkit inburgeringspunten die de Vereniging van Openbare Bibliotheken heeft ontwikkeld voor bibliotheken. Om het aantal inburgeringspunten in zowel kleine, middelgrote en grote gemeenten uit te breiden, wil de Vereniging met de toolkit aan bibliotheken een handvat reiken om hun eigen inburgeringspunt in te richten. URL: http://www.nlkompas.nl • Virtueel Inburgeringsloket Bibliotheek Editie (VIBE) Het Virtueel Inburgeringsloket-Bibliotheek Editie (VIBE) bevat laagdrempelige basisinformatie over Nederland, die van praktisch belang is voor (laaggealfabetiseerde) migranten. Het speciale loket geeft onder meer informatie over werk, beter Nederlands leren, scholing, gezondheidszorg en huisvesting. De inhoud wordt gepresenteerd middels diverse media, zoals tekst, korte filmpjes en dia's. Het is in vier taalversies voor iedereen toegankelijk: Nederlands, Engels, Turks en Modern Arabisch. • Anderstaligen Informatiepunt AINP Ainp.nl is een mooi vormgegeven, informatieve website voor anderstalige burgers in Nederland en mag niet ontbreken op de webpagina’s in inburgeringspunten. De doelgroep bestaat uit asielzoekers, nieuwkomers en expats, kortom iedereen die snel meer wil weten over de Nederlandse samenleving. Ook professionals en vrijwilligers die werken met anderstalige burgers gebruiken de website graag. Biblionet Groningen onderhoudt de website en linkt de trefwoorden direct door naar de informatiepagina’s van de overheid en/of andere organisaties. De taal waarin de informatie gepresenteerd wordt is in eerste instantie Nederlands. Daarnaast zijn de informatie- en introductiepagina’s vertaald in vijf talen: Engels, Frans, Spaans, Russisch en Turks. URL: http://www.ainp.nl • Collecties in andere talen In opdracht van de Vereniging van Openbare Bibliotheken leent de Wisselcollectiedienst van NBD Biblion (Leidschendam) collecties boeken uit in een groot aantal talen. De Wisselcollectiedienst bezit meer dan 80.000 boeken in 45 talen. Boeken voor jeugd en volwassenen, voornamelijk fictie. URL: http://www.biblion.nl/?pagina=1481 • Databank Meertalig Materiaal De Databank Meertalig Materiaal is een website met informatie over producten en projecten op het gebied van taalstimulering en leesbevordering, die kunnen worden ingezet voor kinderen die thuis een andere taal spreken dan het Nederlands. URL: http://meertalen.bibliotheek.nl
Ethiek & Beeldvorming
Opdracht 3.
9
Ethische aspecten van catalogiseren
Lees casus B. Wat is hier het ethische aspect? In casus B wordt aangegeven dat je zou kunnen veronderstelen dat er niet veel ruimte is voor immoraliteit in het catalogiseren en het classificeren van bibliotheekmaterialen. Toch zijn er wel degelijke ethische aspecten aan catalogiseren en classificeren: (In deze uitwerking van opdracht 3 wordt er telkens gewerkt met voorbeelden uit de SISO, de Schema voor de Indeling van de Systematische catalogus in Openbare bibliotheken.) Het opstellen van een classificatiesysteem alsook het catalogiseren en classificeren is mensenwerk. Deze mensen zijn natuurlijk niet ongenaakbaar en hebben, net als de algemene bevolking, hun eigen vooroordelen. Daarnaast moeten deze mensen zelf ook zo efficiënt mogelijk werken bij het invoeren van stapels bibliotheekmaterialen. Hierbij maken ze dan ook dankbaar gebruik van werk dat al gedaan is door collega bibliothecarissen. Het kan als immoreel worden gezien als een bibliotheek alleen maar gebruik maakt van de catalogus van andere bibliotheken zonder zelf daar een bijdrage aan te leveren. Zeker bij het gebruik van een gemeenschappelijke catalogus komt dit voor. Zo kan het zijn dat een bibliothecaris van een kleinere bibliotheek in Nederland wacht tot een grotere bibliotheek het boek heeft ingevoerd en neemt dan de classificatiegegevens gewoon over. Door dit kopiëren worden daarbij ‘fouten’ of vervormingen in het systeem alleen maar versterkt in plaats van opgeheven. Een classificatiesysteem is bedoeld om bibliotheekmaterialen over hetzelfde onderwerp bij elkaar te plaatsen en zo eenvoudig vindbaar te maken voor de gebruikers. Bibliotheekmaterialen gaan over zeer uiteenlopende onderwerpen, die daarnaast ook maatschappelijke thema’s weergeven. De maatschappij verandert voortdurend, maar een classificatiesysteem is daarentegen nogal star en statisch. Sommige onderwerpen binnen de SISO doen dan ook nogal oubollig aan ("626.3 Klos- en naaldkant"), terwijl een modern onderwerp als "528.5 Internet" in februari 2004 - zo'n 8 jaar na de opkomst van internet in de publieke belangstelling - nog nauwelijks onderverdeeld was. Daarnaast kunnen boeken over één onderwerp terecht komen in verschillende takken van de SISO-boom. Boeken over "stress" kun je bijvoorbeeld aantreffen bij 604.6 ("Psychosomatiek - Psychologie van het ziek zijn") en 367.1 ("bedrijfspsychologie en -sociologie"). Dit heeft te maken met de verschillende invalshoeken van het onderwerp (in dit geval: medisch en bedrijfskundig). Een ander voorbeeld is het onderwerp "paarden", dat je kunt terugvinden bij dieren, sport en boerderijen. Helaas moet je daardoor heen en weer lopen tussen verschillende kasten in de bibliotheek. Dit verschijnsel is eigenlijk onvermijdelijk bij een hiërarchisch indelingssysteem, waarbij er nu eenmaal verschillende invalshoeken zijn en elk boek slechts op één plaats kan staan.
Ethiek & Beeldvorming
10
Een ander treffend voorbeeld van beeldvorming in de SISO is de rubriek 328 Sociale problemen van zorg voor andere groepen. Hieronder worden bibliotheekmateralen over alleenstaanden (328.4), homofielen (328.5), woonwagenbewoners (328.5) en allochtone groepen (328.7) geplaatst. Ten eerste worden deze groepen dus als ‘anders’ gezien en worden hun sociale problemen als een voor de betreffende groep kenmerkende eigenschap beschouwd. Zowel de benamingen van deze rubrieken als hun plaats in de SISO-boom roepen ethische vragen op.
Ethiek & Beeldvorming
Opdracht 4.
11
De macht van de media
Maak in 1 A-viertje een samenvatting van B. Manschot, Media, macht en mensen; besluit deze samenvatting met je eigen visie op de macht van de media. Samenvatting In de tekst ‘Media, macht en mensen’ geeft Ben Manschot een overzicht van de stadia in de geschiedenis van onderzoek naar de media die wijzen op enige vorm van cumulatief inzicht en vooruitgang in onze kennis omtrent de macht van de media. Het eerste stadium beslaat ongeveer de periode tot aan de Tweede Wereldoorlog. Het is de tijd dat men aan de media een grote invloed toekent. Men zag de media als almachtige beïnvloedingsmiddelen. De crisisbeleving en de afschuwwekkende ervaringen met totalitaire regimes weerspiegelen dit pessimisme tegenover de media. Het tweede stadium in het denken over de invloed van de media beslaat een periode van ongeveer 25 jaar, beginnend na de Tweede wereldoorlog. In dit stadium wordt minder angstig over de media gedacht en begint de mening post te vatten dat het wel meevalt met hun invloed. In zekere zin zijn het vrij algemeen beleefde optimisme en de wederopbouwmentaliteit van de na-oorlogse jaren debet aan deze geruststellende visie. Het invloedsdenken heeft ook een stevigere empirische basis gekregen dan in het eerste stadium, want daadwerkelijk onderzoek naar de invloed van de massamedia is pas in de jaren dertig op gang gekomen. Dit onderzoek heeft een reeks van sociale en psychische factoren rond het proces van beïnvloeding aan het licht gebracht. De massamedia dienen gewoonlijk niet als een noodzakelijk of voldoende oorzaak voor het bewerkstellingen van effecten bij het publiek. Meestal functioneren de media binnen en door middel van een complex van factoren en invloeden. Selectiviteit (mensen maken keuzes uit het media-aanbod) en netwerk (het media-aanbod functioneert temidden van andere beïnvloedende factoren) blijken tot de belangrijkste van deze interveniërende factoren te behoren en die zijn er mede de oorzaak van dat de massamedia veeleer bestaande condities versterken dat dat zij verandering ervan bewerkstelligen. Het derde stadium in het denken over de media-invloed loopt sinds het eind van de jaren zestig tot in deze tijd (het artikel is geschreven in 1991). Het is een periode waarin ten deel wordt voortgebouwd op bestaande onderzoeksresultaten en voor een ander deel wordt gewerkt met nieuwe vraagstellingen en visies. Dat maak het ook moeilijk om een uniforme mening over de invloed te onderscheiden. Relativering van de mediamacht vindt voortzetting in de zogenoemde functionele benadering. Onderzoek op dit gebied concentreert zich vooral op het gebruik dat van de media wordt gemaakt, met name op de plaats en betekenis van het mediagebruik binnen bepaalde groepen. Mensen gebruiken de media om zich te informeren, om er van te leren, voor sociaal contact en persoonlijke identiteit, om zich te ontspannen, maar ook simpelweg om de tijd te doden. Deze motieven variëren naargelang de leeftijd, de
Ethiek & Beeldvorming
12
opleiding, de werkomstandigheden en worden beïnvloed door de ervaringen van mensen. Onderzoek dat weer wel veel invloed toeschrijft aan de media stelt dat massamedia in staat zijn te bepalen welke onderwerpen belangrijk worden gevonden en vooral, binnen welke ideologisch raamwerk de maatschappelijke discussie over deze onderwerpen gevoerd kan worden. De media behoren zo tot de belangrijkste vormgevers van de sociale werkelijkheid. TV-amusement draagt bij aan het definiëren, ordenen en interpreteren van de werkelijkheid door mensen in de richting van de gevestigde maatschappelijke orde te sturen. Tot slot refereert Manschot naar de ‘nieuwe’ mediarevolutie door de snelle ontwikkeling van audiovisuele media en vergelijkt dit met de eerste mediarevolutie dit zich 25 jaar geleden heeft voltrokken toen radio en film populair werden. Hij concludeert dat het publiek zijn greep op de media opnieuw kan versterken doordat de mediamacht begrensd en gereduceerd kan worden wanneer persoonlijke kennis en onderlinge discussie ook mediazaken gaan omvatten die in de vorm van stereotypen, clichés en mythen als het ware impliciet, als een onderstroom worden meegegeven. Eigen visie De tekst van Manschot geeft een verhelderend overzicht van de geschiedenis van onderzoek naar de media. De conclusie van het onderzoek door Morley dat duidelijk maakt dat invloed van de media in belangrijke mate wordt bepaald door specifieke sociale en culturele kenmerken van de groep waartoe men behoort, sluit het dichtst aan bij mijn eigen mening over de macht van de media. De tekst van Manschot gaat niet in op de invloed die internet uitoefent als media, wat logisch is omdat de tekst is geschreven voordat internet als massamedia werd bestempeld. Internet is het eerste massamedium waartoe de massa ook werkelijk toegang heeft. Communicatie op internet is veel symbolischer, persoonlijker en visueler. Internet is daarbij ook fundamenteel, democratisch en antihiërarchisch. Het gaat zijn eigen gang en trekt zich weinig aan van landsgrenzen en gezagsverhoudingen. Je kunt stellen omdat de massa op internet ook kan communiceren, hun mening kan achterlaten, media daar minder macht heeft dan bij andere meer traditionele kanalen. Daarnaast kan je je afvragen of iedereen zo mondig is op internet. En natuurlijk zijn sommige mensen meer beïnvloedbaar dan anderen, ongeacht via welk kanaal de massa hun macht uitoefent.
Ethiek & Beeldvorming
Opdracht 5.
13
Presentatie Ethiek & Beeldvorming
Naar aanleiding van bovenstaande opdrachten is er op 5 december 2008 in groep een presentatie van ca 35 minuten gegeven. De groep bestond uit: Thomas Nieuwenhuizen, Tilan Tio, Leen Liefsoens, Fabiënne Rosenbaum en Roosje de Vries
Ethiek & Beeldvorming
14
Ethiek & Beeldvorming
15