eens breekt in mij het zilv'ren koord, dan wordt mijn aardse zang verstoord, maar op volmaakter, schoner wijs, klinkt dan mljn lied in 't paradijs. straks breekt de gouden lamp aan stuk'; voorbij is dan al 't aards geluk; maar halleluja! dan begint eerst 't ware leven voor gods kind. koor: o, wat zal 't zijn, volmaakt en rein. voor eeuwig met de heer te zijn als ook mijn lied, hem hulde biedt: neen, zulk een sterven vrees ik niet. eens wordt verbroken 't aardse huis en leg ik af mijn pelgrimskruis, en dan wacht mij, wat zalig lot een woning, een gebouw van god