eens brachten de moeders de kinderen tot jezus, toen spraken de discipelen: "gaat weg van de heer!" maar jezus zag hen henengaan en sprak haar o zo vriend'lijk aan: "laat toch de kind'ren komen tot mij!". "want hen wil 'k ontvangen en in mijn armen nemen, ik zal der lamm'ren herder zijn; o zend ze niet van hier! elk kind, dat mij zijn hartje geeft zal 'k maken dat gelukkig leeft. "laat toch de kind'ren komen tot mij!" hoe vriend'lijk was jezus voor deze kleine kind'ren! maar vele duizend kleinen, ach zij hoorden nooit zijn naam! zij weten nog niet, zoals wij, dat eens de lieve heiland zei: "laat toch de kind'ren komen tot mij!"