Ckv Amelie Kijkwijzer

FILMKIJKWIJZER Titel: “Amelie” Regisseur: Jean-Pierre Jeunet Naam:

Klas:

Datum:

A. Geef een beschrijving van het verhaal. Waar gaat het verhaal over? Wat maakt Amelie allemaal mee? Waar is het keerpunt in de film, waardoor Amelie anders tegen het leven gaat kijken? Wat gaat Amelie allemaal tot stand brengen en hoe doet ze dat? Wat is de rode draad door het verhaal? Hoe loopt het verhaal af?

B. Wie is Amelie? Een korte beschrijving van haar leven. Hoe kijkt ze tegen het leven aan en waarom? Hoe omschrijf je haar karakter? Hoe kijken andere mensen naar haar? Hoe nadrukkelijk is ze aanwezig? Wat is haar levensdoel (geworden)?

C. Geef een beschrijving van 3 karakters uit het verhaal (dus niet Amelie). Wat is zijn naam? Hoe typeer je zijn/haar karakter (vrolijk/achterdochtig/nors/dromerig/ziekelijk)? Wat maakt deze persoon allemaal mee? Hoe is hij/zij gekleed?

1 Wat zie je: fictie of non-fictie? 

Speelfim, fictie



Mengvorm



Non fictie, documentaire



Niet chronologisch, flash back - flash forward



Beeldkwaliteit

Geef kort aan waar je dit aan kunt merken ?

2 Wat zie je: hoe verloopt het verhaal? 

Chronologisch



Mengvorm

Waar begint het verhaal en waar eindigt het?

3 Wat zie je: welke beeldtechnieken vallen op? 

Cameragebruik



Vertraging of versnelling

Welke camerastandpunten heeft de regisseur gebruikt? Kun je voorbeelden geven van ‘het bewust gebruik maken van een bepaald shot’? Denk hierbij aan close-up / medium-shot / long-shot.

4 Wat zie je: wat valt op aan de mise-en-scène? 

De setting



Acteerstijl



Belichting en kleurgebruik

Waar speelt het zich af en zou dat een realistische interpretatie zijn van deze omgeving? Hoe acteren de acteurs? Hoe zijn de acteurs en figuranten uitgekozen? Is het heel realistisch of zijn er veel karikaturen van personages gecreëerd? Hoe heeft men gewerkt met de belichting en vooral de kleur?! Welke kleuren komen vooral naar voren in deze film? Hoe noemen we het contrast waar de regisseur mee heeft gespeeld?

5 Wat zie je: wat valt op aan de nabewerking? 

Rustige montage



Dynamische montage



Trucages en animaties

Zitten alle shots rustig achter elkaar of flitst alles door elkaar? Is er nog veel gebruik gemaakt van special effects? Wanneer bijvoorbeeld? Waarom hebben ze toen gebruik gemaakt van trucages?

6 Wat hoor je: welke rol speelt het geluid? 

Realistische geluidsmixage



Onrealistische geluidsmixage



(Nagenoeg) ontbreken van muziek

Wat voor rol speelt de muziek? De muziek is gemaakt door Yann Tierssen en dit heeft mede geleid tot het succes van de film. Beschrijf het type muziek dat je hoort, hoe komt dit op je over en hoe beïnvloedt dit de film?

7 Inhoud: waarop ligt in de film de nadruk? 

Op gebeurtenissen en acties in het plot



Op de boodschap of thematiek



Op de personages

Beschrijf ook het plot en de boodschap van de film in je eigen woorden.

8 Betekenis: hoe ervaar jij het bekijken van de film; wat brengt de film teweeg?  

Meeleven met of herkennen van emoties Verwonderen, genieten van technische vormgeving

 

Meedenken met de plotontwikkeling Nadenken over thema's



Opgaan in genre-aspecten



Context en verbanden herkennen

D. Wat zou je deze film voor een punt geven en waarom? Baseer je argumentatie voor het punt op de punten die we ondertussen hebben besproken. Het punt komt niet zomaar uit de lucht vallen, maar probeer het te onderbouwen.