1. blijf hem maar trouw de heiland staat u bij, de heer der heerlijkheid. blijf hem maar trouw! hij komt tot u en mij in dezen harden strijd. in glorle zal hij straks verschijnen en uw benauwdheid zal verdwijnen. blijf hem maar trouw! 2. blijf hem maar trouw! de heiland is uw licht, de heer kent uwen nood. blijf hem maar trouw hij wil niet, dat gij zwicht: reeds daagl het morgen rood. hij breekt in stukken satans keten; dan zult gij hem uw redder weten. blijf hem maar trouw! 3. blljf hem maar trouw! wees sterk, houd stand, grijp moed, opdat de vijand wijk'. blijf hem maar trouw! de heer maakt alles goed in 't eeuwige .koninkrijk. ai worden groter nog uw plagen, geteld zijn uwe strijdensdagen blijf hem maar trouw! 4. blijf hem maar trouw! zo 't moet tot in den dood, want hij verwon en leeft. blijf hem maar. trouw, hem, die in stervensnood de levenskroon u geeft. hij doel voor u den hemel open: we aanschouwen hem, op wien wij hopen. blijf hem maar trouw!