Be Handel Ing Van Chronische Lymfatische Leukemie[1]

  • June 2020
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Be Handel Ing Van Chronische Lymfatische Leukemie[1] as PDF for free.

More details

  • Words: 943
  • Pages: 2
Home

Kanker

Soorten kanker

Chronische leukemie

Behandeling van chronische lymfatische leukemie

Behandeling van chronische lymfatische leukemie De meest toegepaste behandelingen bij chronische lymfatische leukemie zijn: chemotherapie (behandeling met celdodende en celdelingremmende medicijnen); stamceltransplantatie; bestraling ( radiotherapie); immunotherapie.

Bij een aantal patiënten is een combinatie van behandelmethoden nodig.

Doel van de behandeling Wanneer een behandeling genezing tot doel heeft, wordt dat een curatieve behandeling genoemd. Als de ziekte niet (meer) curatief kan worden behandeld, is een palliatieve behandeling mogelijk. Zo'n behandeling is gericht op het remmen van de ziekte en/of vermindering van de klachten. Chronische lymfatische leukemie kan een zeer traag verloop hebben. U heeft dan niet veel last van de ziekte. In zo'n situatie adviseert uw arts u regelmatige controle. Wanneer infecties optreden, kunnen deze met medicijnen (antibiotica) worden bestreden.

Chemotherapie Treden er meer klachten op, dan kan alsnog worden begonnen met chemotherapie.

Chemotherapie is de behandeling van kanker met celdodende of celdelingremmende medicijnen: cytostatica. Er zijn verschillende soorten cytostatica, elk met een eigen werking. De medicijnen kunnen op verschillende manieren worden toegediend, bijvoorbeeld per infuus, als tablet of per injectie. Via het bloed verspreiden zij zich door uw lichaam en kunnen op vrijwel alle plaatsen kankercellen bereiken.

Bijwerkingen Cytostatica tasten naast kankercellen ook gezonde cellen aan. Daardoor kunnen onaangename bijwerkingen optreden, bijvoorbeeld: haaruitval; misselijkheid; braken; darmstoornissen; verhoogd risico op infecties; vermoeidheid. Acute misselijkheid en overgeven zijn meestal te bestrijden met medicijnen. De bijwerkingen verminderen doorgaans geleidelijk nadat de cytostaticatoediening is beëindigd. Vermoeidheid kan na de behandeling echter nog lang aanhouden. Of u last krijgt van bijwerkingen hangt onder meer af van de soorten en hoeveelheden cytostatica die u krijgt. Patiënten met chronische lymfatische leukemie kunnen jaren cytostatica gebruiken. Meestal heeft men niet bijzonder veel last van de bijwerkingen. Bij veel patiënten lukt het met deze behandeling om de productie van abnormale bloedcellen tot staan te brengen of te remmen. U merkt dat uw klachten afnemen of verdwijnen en uw algehele conditie verbetert. Wanneer de milt vergroot was, wordt die vaak weer normaal. Lymfeklieren die door de chronische lymfatische leukemie waren opgezet, slinken. De patiënt zal na verloop van jaren uiteindelijk ongevoelig worden voor cytostatica en als gevolg van de complicaties die dan optreden, overlijden. Daarom wordt chemotherapie pas voorgesteld als er duidelijke klachten zijn.

Stamceltransplantatie Bij jongere patiënten wordt in de loop van het ziekteproces de mogelijkheid van een stamceltransplantatie bekeken. Over deze behandeling kunt u hier meer lezen.

Bestraling (radiotherapie) Wanneer de behandeling met cytostatica onvoldoende effect heeft of als u sterk vergrote lymfeklieren heeft, kan ook bestraling nodig zijn. Bestraling is een plaatselijke behandeling om kankercellen te vernietigen, terwijl de gezonde cellen zo veel mogelijk gespaard blijven. Kankercellen verdragen straling slechter dan gezonde cellen en herstellen zich er minder goed van. Gezonde cellen herstellen zich over het algemeen wel. De straling komt uit een bestralingstoestel. Het te behandelen gebied wordt van buitenaf - door de huid heen - bestraald. De radiotherapeut zorgt ervoor dat de stralenbundel nauwkeurig wordt gericht en dat het omliggende, gezonde weefsel zo veel mogelijk buiten het te bestralen gebied blijft. Over het algemeen duurt een bestralingsbehandeling een aantal weken en heeft vier- of vijfmaal per week plaats. In die periode krijgt u per keer gedurende een aantal minuten een dosis straling. Voor bestraling is meestal geen opname in het ziekenhuis nodig.

Bijwerkingen Bestraling beschadigt niet alleen kankercellen, maar ook gezonde cellen in het bestraalde gebied. De bijwerkingen die u kunt verwachten hangen af van het bestraalde gebied, de bestralingsdosis en de toegepaste techniek. Over het algemeen hebben patiënten tijdens en na afloop van de bestralingsperiode last van futloosheid en vermoeidheid. De meeste klachten verdwijnen doorgaans enkele weken na afloop van de behandeling. Sommige mensen merken echter nog lang na hun behandeling dat zij eerder vermoeid zijn dan vóór hun ziekte. Op de bestralingsafdeling krijgt u gerichte adviezen om zo min mogelijk last te hebben van de bijwerkingen.

Gevolgen chemotherapie en bestraling op de langere termijn Na bestraling van de hals kunnen schildklierbijwerkingen optreden. Chemotherapie en bestraling kunnen longproblemen veroorzaken. Patiënten die een stamceltransplantatie hebben ondergaan, zijn heel intensief behandeld met chemotherapie en/of radiotherapie. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat patiënten als gevolg van deze intensieve behandeling(en) op de lange termijn een iets groter risico lopen om een tweede soort kanker te krijgen. Daarom worden zij levenslang gecontroleerd.

Immunotherapie Bij een aantal patiënten wordt onderzocht of met immunotherapie de ziekte is terug te dringen. Immunotherapie bij chronische lymfatische leukemie bestaat uit het toedienen van bepaalde eiwitten, de zogenoemde monoklonale antilichamen, die de leukemiecellen gericht aanvallen. Deze eiwitten herkennen kankercellen aan eigenschappen op de buitenkant van die cellen. De antilichamen binden zich aan die kankercellen, waarna deze worden gedood. Monoklonale antilichamen kunnen verschillende bijwerkingen geven, zoals koorts en misselijkheid.

Afzien van behandeling Het is mogelijk dat bij u of bij uw arts de indruk bestaat, dat de belasting of de mogelijke bijwerkingen of gevolgen van een behandeling niet (meer) opwegen tegen de te verwachte resultaten. Hierbij zal het doel van de behandeling vaak een rol spelen. Het maakt natuurlijk verschil of de behandeling curatief of palliatief bedoeld is, of dat er sprake is van een adjuvante behandeling. Bij een curatieve behandeling accepteert u misschien meer bijwerkingen of gevolgen. Als een palliatieve behandeling wordt geadviseerd, zult u de kwaliteit van uw leven bij uw beslissing willen betrekken. Als u twijfelt aan de zin van (verdere) behandeling, bespreek dit dan in alle openheid met uw specialist of huisarts. Iedereen heeft het recht om af te zien van (verdere) behandeling. Uw arts zal u de noodzakelijke medische zorg en begeleiding blijven geven om de hinderlijke gevolgen van uw ziekte zo veel mogelijk te bestrijden.

Laatst gewijzigd op 22 aug 2008

Related Documents

Be Limb Ing
November 2019 4
Handel
November 2019 30
Handel
June 2020 12