Les 66 Bouwsels
Naam: .......................................................................................................................................... Vandaag is het ..........................................................................................................................
Bouwsels en grondplannen 1) Bekijk de grondplannen. Beantwoord de vragen door de letter van het grondplan in te vullen.
1
2
3
4
3
4
3
1
2
1
2
A
B
5
3
2
1
2
1
3
D
E
1 C
2
3
3 2
2
1
F
Voor welk bouwsel heb je de meeste blokken nodig? ……… Welk bouwsel is het hoogst? ………
Hoeveel blokken? ……… Hoe hoog? ………
Welk bouwsel lijkt het meest op bouwsel C? ……… Welke bouwsels hebben dezelfde omtrek? ……… en ………
……… en ………
2) Lees de opgave goed en teken het grondplan. A) Teken een grondplan voor een bouwsel met 14 blokjes.
B) Teken een grondplan waarbij je minder dan 10 blokjes nodig hebt en waarbij er 4 op elkaar staan.
Naam: ..........................................................................................................................................
Les 66 Bouwsels
C) Teken in deze omtrek een grondplan waarbij net 12 blokjes gebruikt worden.
E) Teken in deze omtrek een grondplan voor 6 blokjes waarbij een toren van 3 blokken wordt gebruikt.
D) Teken in deze omtrek een grondplan waarbij meer dan 9 blokjes maar niet meer dan 11 blokjes worden gebruikt.
F) Teken in deze omtrek een grondplan waarbij twee torens van 5 blokjes worden gebruikt. In totaal zitten er 16 blokjes in dit bouwsel.