1 Mei tik, tik, roerend in mijn zwarte ochtendgoud verwonnen na eeuwige strijd der werkmens stilte aanhoort de radio op af voor die net nog het nieuws aanhoren wilen bosduif overheerst een mus die stilzwijgend tsjirpt waar hoogbouw dominerend de laatste boom velde kraai en merel in duel om het felste lawaai wat mensheid produceert bij welvaartstaat in de verte autowegen met een vaag geruis gezoem van de ijskast klimt over het getik de klok welke morgend aangeeft dag dat de pen rusten mag