Zij kunnen het werk afmaken Vertaling van ‘They can finish the job’ Finley, Bob Een halve eeuw geleden was de omroep-man en prominente Bijbel verklaarder Donald Grey Barnhouse een voortreffelijke advocaat van buitenlandse zending. In 1952 reisde hij de wereld rond om zendelingen en zendingsposten te bezoeken. Onmiddellijk na zijn terugkomst shockeerde hij protestantse toehoorders overal in het land met een verrassende voorspelling: “Binnen 20 jaar zal er geen verdere noodzaak zijn voor Amerikaanse zendelingen om overzees te dienen, zoals zij in het verleden hebben gedaan”.
Lokale zendelingen zijn effectiever Nadat ik hem deze dingen had horen zeggen, ging ik naar hem toe om hem persoonlijk te vragen wat zijn denken zo radicaal veranderd had. Hij vertelde me dat op elke plaats die hij in Azië en Afrika bezocht, gezien had dat lokale christelijke werkers veel effectiever waren in het bereiken van hun mensen voor Christus dan buitenlandse zendelingen. Hij was verbaasd door de enorme aantallen lokale zendelingen die door de Geest van God geroepen werden en hij vertelde me dat als dit tempo voortgezet werd, we geen verdere noodzaak zouden hebben om Amerikanen uit te zenden overzee. Zeven jaar later was ik aanwezig toen Bakht Singh uit India sprak in de kerk waarvan Dr. Barnhouse voorganger was, Tenth Presbyterian in Philadelphia. Deze grote leider, afkomstig uit een Sikh familie in Punjab, was naar Canada gekomen om voor ingenieur te studeren in de jaren dertig, en was tot Christus gekomen in Winnipeg. Sinds zijn terugkeer naar India, hadden hij en zijn volgelingen meer dan duizend kerken geplant onder hindoes, Sikhs en moslims. Toen hem gevraagd werd naar Amerikaanse zendelingen, verklaarde hij op effen toon: “Zij zijn niet langer nodig in India”. Toen ik kortgeleden de thuisbasis van Bakht Singh in Hyderabad bezocht, zag ik meer dan 100 lokale zendelingen die opgeleid werden om te dienen, dit naast hen die al uitgegaan waren. Enkelen van hen ontvingen een geregelde steun voor hun levensonderhoud. De kosten van het overzee uitzenden van een Amerikaans zendingsgezin voor taalstudie, zou hebben voorzien in een volledige steun in het This article was downloaded from
Missionsandmoney.eu
levensonderhoud van tenminste 50 van deze Indiase burgers. En ieder van hen, al bekend met hun eigen cultuur en taal, zou tien keer effectiever zijn voor het Koninkrijk van God dan welke buitenlander dan ook ooit zou kunnen zijn in dat land. Maar ik vrees dat Dr. Barnhouse de mogelijkheid van het veranderen van onze gekoesterde kerktradities onderschatte. Nu, een halve eeuw later, wordt ieder jaar nog steeds een miljard dollar van Gods geld verbruikt voor de voortzetting van de koloniale traditie van het overzee uitzenden van Amerikaanse zendelingen. En al die tijd zijn er zo’n 300.000 lokale zendelingen in armere landen uitgegaan in hun respectievelijke velden met weinig of geen steun.
De armoede van lokale zendelingen • Duizenden van hen lopen honderden mijlen in de roosterende zon, omdat ze geen 50 cent hebben om een rit met een bus of vrachtwagen te betalen. • Het werk van tienduizenden van hen zou in grote mate kunnen uitbreiden als zij 75 dollar hadden om een fiets te kopen, of 850 dollar voor een brommer. • Als ze uitgaan, laten veel lokale zendelingen hun gezinnen achter in een hut met een of twee kamers, zonder meubilair, geen glas of zelfs maar gaas voor de ramen, geen koelkasten, geen stromend water en daarom dus geen badkamers, en met ongeveer een dollar per dag om voedsel voor het gezin te kunnen kopen. De noodzaak voor verandering in de manier waarop wij zendingswerk doen, is er al heel lang. Het uitblijven hiervan is een tragisch misbruik van Gods geld. We moeten de kostbare traditie om Amerikanen overzee uit te zenden (die geen Bijbelse basis heeft) zo spoedig mogelijk achter ons laten, en onze middelen op een andere manier besteden om de lokale zendingsorganisaties die onze Heere in ieder land heeft laten ontstaan, te helpen.
Waarderen van zendelingen in vroegere eeuwen Hoe dan ook, als we spreken over de noodzaak voor verandering, moeten we voorzichtig zijn in het eren van trouwe dienaren van Christus in de afgelopen eeuwen. Neem India als voorbeeld. Duizenden buitenlandse zendelingen dienden in het Indiase veld gedurende de dagen van Britse overheersing. Beginnend met William Carey in 1792, vertaalden zij het Woord van God in de 16 voornaamste talen van dit land. Vandaag de dag zijn Indiase gelovigen This article was downloaded from
Missionsandmoney.eu
zeer dankbaar voor de bijdragen die voor de zaak van Christus gedaan zijn door deze vroege pioneers. Toch, toen Ghandi kwam met de onafhankelijkheidsbeweging, werden buitenlandse zendelingen gezien als een deel van de koloniale overheersing. Terwijl het gemiddelde Indiase gezin in één kamer leefde, en sliep op een vuile vloer zonder meubilair, woonden zendelingen over het algemeen in stenen huizen met twee verdiepingen, met zes tot acht kamers. Zendingscompounds waren omheind met betonnen muren met daarbovenop ijzeren punten of glasscherven. De meeste zendingsgezinnen hadden vijf of zes bedienden. Bijna ieder van hen had een auto, sommigen van hen zelfs twee. Vanuit het Indiase gezichtspunt, waren ze fabelachtig rijk. Dus hoe konden zij leren ‘Heb uw naaste lief als uzelf?’ Of, ‘verloochen uzelf, neem uw kruis op en wordt met Christus mede gekruisigd’. We hebben onze Heere, ‘die ofschoon Hij rijk was, maar om onzentwil arm geworden is’, slecht vertegenwoordigd. Het is genade, dat toen de onafhankelijkheid in 1947 kwam, alle buitenlandse zendelingen werden uitgesloten van de grootse opeenhoping van onbereikte groepen (1600 stammen en volken binnen het sub-continent) op deze planeet. Het kostte 30 jaar en de opkomst van een nieuwe generatie om de onplezierige herinneringen te laten vervagen. De ‘buitenlandse vaders’, die geïdentificeerd werden met de koloniale overheersing en het uitdragen van een beeld dat verschilde van de Christus die zij vertegenwoordigden, wierpen een schaduw die vele jaren kostte om te overwinnen. Maar de genezing kwam, toen begaafde christenen zoals Bakht Singh, Sadhu Joseph, P.M. Samuel, K.E. Abraham, P.J. Thomas en een reeks anderen op eenvoudige wijze leefden en het Evangelie verkondigden zonder dat dit met Europeanen werd geïdentificeerd.
Honderdduizenden gewonnen voor de Heere Menigten van 25.000 werden gewoon bij evangelisatiebijeenkomsten. Openluchtbijeenkomsten begonnen 50.000 bezoekers te trekken die op Indiase wijze, ’s nachts op de grond sliepen. Honderdduizenden werden gewonnen voor de Heere – vaak meer in één maand tijd, dan in 100 jaar toen de buitenlanders er waren. Net zo zeker als God de pioniers gebruikte die daar een eeuw geleden heengingen, kwam er een tijd dat het voor de zaak van Christus het beste was voor alle buitenlanders om te vertrekken. Hetzelfde zou gezegd kunnen worden van China, Burma, Cuba en vele andere
This article was downloaded from
Missionsandmoney.eu
plaatsen. Het werk kan afgemaakt worden door tienduizenden lokale zendelingen, die God overal op de wereld geroepen heeft. Een voorbeeld van hoe God lokale zendelingen gebruikt, is te zien in het geïsoleerde Himalaya bergkoninkrijk van Nepal. Dit land met 24 miljoen Hindoes en Boeddhisten heeft nooit openlijk buitenlandse zendelingen toegelaten. Maar vele Nepalezen vonden Christus terwijl ze weg van huis waren, door lokale bedieningen zoals die van Bakht Singh in India. Met hulp van Christian Aid gingen zij terug naar Nepal en plantten kerken onder hun eigen mensen. Sinds 1960 is het aantal gelovigen daar gegroeid tot over de 500.000, en daaronder zijn van elk van de meer dan 60 stammen en volken in dat land, enkelen vertegenwoordigd.
Buitenlandse aanwezigheid heeft een negatieve invloed Ongeveer 1000 Amerikanen zijn daar aanwezig als ‘tentenmakers’. Om steun voor hun levensonderhoud te werven, noemen zij zich hier thuis ‘zendelingen’. Maar voor de Nepalese overheid ontkennen zij dit. Om toegang te verkrijgen, ondertekenen zij een verklaring dat zij slechts ‘maatschappelijk werk’ zullen verrichten, en dat zij terwijl zij in Nepal zijn, hun religie niet zullen uitdragen. Dit terwijl Nepalese zendelingen de gevangenis ingegaan zijn, slaag te verduren kregen, en hun huizen uitgezet werden omdat zij openlijk voor Christus getuigen. Christelijke leiders in Nepal hebben gezegd dat de aanwezigheid van deze ‘rijke buitenlanders’ een verwoestend effect heeft op de jonge christenen in hun land. Terwijl hun ouders de kosten berekend hebben en de prijs betaald hebben, worden deze jongeren verleid om met hun geloof een compromis te sluiten om aan vervolging te ontsnappen. En aangezien één Amerikaan meer financiële steun ontvangt dan 100 Nepalese zendelingen samen, kweekt de aanwezigheid van buitenlanders hebzucht onder de Nepalese jeugd. Tenslotte stelde een groep Nepalese christelijke leiders een petitie op, met de vraag of alle buitenlandse ‘tentenmaker-zendelingen’ hun land alsjeblieft wilden verlaten. Kunnen we het hen kwalijk nemen? Dus de vraag rijst, of er enig ‘zendingsland’ is waar het beter is om een fortuin te besteden door Amerikanen uit te zenden, dan om Gods geld op een andere manier te besteden - aan de steun van lokale zendingsorganisaties die hier allang aanwezig zijn? De enige rechtvaardiging die ik kan bedenken om Amerikaan overzees uit te zenden, zou een geval als dat van Bruce Olsen kunnen zijn, die als alleenstaande man uitging en onder de Motilone stam in Zuid Amerika ging leven. Hij had zelfs geen koffer. Hij lag in feite stervend langs het This article was downloaded from
Missionsandmoney.eu
pad, toen de Motilones hem meenamen en hem net zo lang verpleegden tot hij weer in leven kon blijven. Het was voor hen een grote ontdekking toen zij, maanden later, van hem leerden over redding en eeuwig leven in Christus. Het is een misvatting dat Amerikanen uit zouden moeten gaan om Gods dienaren in armere landen te onderwijzen. Het is gebaseerd op een koloniale houding: ‘Wij zijn superieur, zij zijn inferieur’. Kijk naar kinderen van Vietnamese vluchtelingen op Amerikaanse scholen. Zij horen gewoonlijk bij de top van de klas. Aziaten en Afrikanen zijn niet inferieur aan Europeanen. Zij volgen hun training op een veel effectievere manier dan wij kunnen. Het laatste wat zij nodig hebben, is een (in verhouding) rijke persoon die naar hen overkomt, en een schaduw in hun midden werpt.
Het is beter om steun te zenden dan mensen Amerikaanse christenen die wensen om de zaak van Christus voort te zetten in armere landen, moeten de ons door God gegeven verantwoordelijkheid accepteren om rentmeesters van de schatkist van de Heere te zijn. In plaats van Zijn middelen te verbruiken voor de kostbare traditie om Amerikanen overzees uit te zenden, zouden we beter deze fondsen op een andere manier kunnen besteden aan de vele duizenden lokale bedieningen die Hij in elk land heeft laten ontstaan, inclusief in die landen waar Amerikaanse zendelingen niet toegestaan zijn. Een voortreffelijk leider, wiens bediening Christian Aid in 1960 begon te ondersteunen, was de grote Zulu apostel, Nicholas Bhengu. Zijn zending plantte duizenden nieuwe kerken onder meer dan 100 stammen en volken in Zuid Afrika. Terwijl hij sprak op de zendingsconferentie die wij 34 jaar geleden financierden in Washington, zei hij: ‘Geef ons alleen maar het gereedschap, dan zullen wij door Gods genade het werk afmaken’.
Voor meer informatie kunt u de website van Christian Aid bezoeken.
This article was downloaded from
Missionsandmoney.eu