Studio Afrika
een zomer vol fotografie
MALICK SIDIBE
joost alferink en emmy van gool, binyavanga wainaina, helden op stokken, prudence mbewu, hans moleman, ADRIAAN VAN DIs, babah tarawally, zimbabwe, pape ibrahima ndiaye, ineke van kessel, barak obama (sr), DABY TOURé, nii ayikwei parkes, evelien groenink, paul laster, farid esack
SNAP JUDGMENTS
jaargang 12 | nr.2 | c 6,95
cotton
proudly So an fric uth A
cotton
cotton
proudly So an fric uth A
Een wereldmerk wordt 90 cotton
cotton
Door Joost Alf erink en Emmy van Gool proudly So an fric uth A
cotton
cotton
‘Wat een mooi blad!’
‘Heb je al een abonnement genomen/ cadeau gegeven?’ * Een jaar lang ZAM voor maar E 25,–
*Ga naar www.zam-magazine.nl colofon ZAM Africa Magazine kunst, cultuur, politiek, fotografie, journalistiek in en uit Afrika jaargang 12 / nummer 2 m 6,95 Zomer 2008 ZAM Africa Magazine is een uitgave van Stichting ZAM-net en verschijnt vier keer per jaar ISSN: 1876-1127 Abonnementen Een abonnement op ZAM kost m 25,- per
4 zam africa magazine 02/2008
jaar bij machtiging (m 35,– voor het buitenland) Het abonnement geldt tot wederopzegging Abonneeservice (voor vragen en adreswijzigingen) Postbus 364, 3500 AJ Utrecht, 030-2306901,
[email protected] Grafisch ontwerp Patrick Hoogenberg, Mieke van Weele Curve BNO Redactie Bart Luirink (hoofdredacteur),
Nicole Segers (art director) Aan dit nummer werkten mee: Beeld Malick Sidibé, Joost Alferink, Emmy van Gool, Jeff Weiner, Kanakassy, Geert Snoeijer, Yto Barrada, Zohra Bensemra, Luis Basto, Moshekwa Langa, Guy Tillim, Mohamed Camara, Otobong Nkanga, Frouwkje Smit, Paul Bogaert, Dominic Benhura, Nelson Makamo, David van Reen, Clement Oubrerie, Jean-Claude Ngumire, Mohammed Nadrani, Petterik Wiggers, Sebastien Fabre, ANP, Getty Images,
Reuters, Hollandse Hoogte, Menno Wittebrood Tekst Kim van Arendonk, Ingeborg van Beekum, Adriaan van Dis, Farid Esack, Evelien Groenink, Richard Hengeveld, Ineke van Kessel, Paul Laster, Irene van der Linden, Prudence Mbewu, Hans Moleman, Bram Posthumus, Babah Tarawally, Annemieke van Twuijver, Binyavanga Wainaina Met dank aan Aggie Langedijk, Irene van der Linde (eindredactie)
editorial
In Afrika gaat het goed/slecht* 2
andela M Een wereldmerk wordt 90
12 Snap Judgments Waar is Afrika?
Inhoud
27 STEMMEN y Het opiniekatern van ZAM y Babah Tarawally wil aftrekposten voor Afrikanen y Binyavanga Wainaina: Afrika is te langzaam y Ineke van Kessel: Noem het toch klassenstrijd! y Evelien Groenink: journalisten zijn niet zielig y Hans Moleman over Malawi in China y Columnist Farid Esack: De schaamte voorbij 36 Van Ideologie naar Idols Couper-décaler in West-Afrika
12
44 Exit Mugabe Zes halve waarheden over Zimbabwe en één hele 50 CV Chemises, het plakboek van Malick Sidibé, Mali 58 Adriaan van Dis Doorvertelde pijn
50 Drukwerk Thieme MediaCenter, Nijmegen. Adres Postbus 16711 1001 RE Amsterdam Tussen de Bogen 66 1013 JB Amsterdam 020-5318497 Advertentiereserveringen en opvragen tarieven
[email protected] ZAM Africa Magazine wordt mede mogelijk
En verder 5 De kaart van Afrika 24 Beelden: Afrika in Nederland 41 Column Prudence Mbewu 42 Geluiden: Daby Touré 48 Woorden: Helden op stokken 56 Aanbiedingen
Inderdaad, doorhalen wat je niet van toepassing vindt. Maar waar komt die neiging om maar steeds een eindoordeel te willen vellen toch vandaan? Waarom moet periodiek worden vastgesteld dat het goed of slecht gaat met Afrika? En waarom bepalen de gebeurtenissen in één land dan meestal de uitkomst voor het hele continent? Nog even en we geven aan Afrika ieder jaar een rapportcijfer. Wat zouden ze dan vaak blijven zitten! (Terwijl we juist willen dat ze in beweging komen.) Ingewikkeld. In een recent nummer van Vrij Nederland trekt Marcia Luyten van leer tegen de ‘afrikanisering’ van Nederland. Er wordt hier alleen nog aan korte termijn denken gedaan, de politiek draait om personen, de cultuur is er een van pakken wat je pakken kan, de instituties zijn leeg en het is een en al vriendjespolitiek. Kortom: Afrika. Waarom denk ik bij het lezen van het artikel steeds: nou, in een aantal landen wordt de corruptie met succes aangepakt. Of: er is een vrijere pers en er zijn steeds meer Afrikaanse onderzoeksjournalisten die de strijd aanbinden met de doofpot. En: is wat Luyten Afrikaans noemt in een aantal gevallen niet juist het gevolg van waartoe westerse multinationals, internationale financiële organen, voor mijn part donoren, aanzetten? Maar bij een lezing die ik onlangs bijwoonde werd juist de loftrompet over Afrika gestoken. Het kon niet op: de economieën boomden, het aantal oorlogen was meer dan gehalveerd, de ontwikkelingssamenwerking kende veel meer succesverhalen dan de media ons wilden doen geloven. Waarom dacht ik toen: nou, Darfur, het Leger van de Heer, Oost-Congo, Kenia, aids. En toen moest de jacht op de buitenlanders in Johannesburg nog worden geopend. Ik reageer dus ik besta. Zegt de een dit, denk ik iets anders. Zegt de ander dat, denk ik dit. Omdat de werkelijkheid zo veel ingewikkelder en veel zijdiger is.
Bart Luirink, hoofdredacteur Johannesburg
gemaakt dankzij steun van Stichting Democratie en Media, Hivos, Hivos/NCDO Cultuurfonds, Alen & Overy, Africaserver.nl, Paul van der Poel Administratie, De Giftkikker. Coverfoto: The False Smokers [Les faux fumeurs], June 1967 foto: Malick Sidibé/ Association Gwinzegal
zam africa magazine 02/2008 5
(advertentie)
TE GAST IN
geheel vernieuwd! nu als pocketuitgave geheel in kleur (80 pag.)
Recent verschenen
Ghana • Ethiopië • Marokko Verkrijgbaar bij boekhandel en via internet: www.tegastin.nl
8,95 ‘Geen cliché toeristische informatie, maar persoonlijk getinte verhalen over het alledaagse leven. Een waardevolle aanvulling op de gewone reisgids’
www.africaserver.nl
REIZEN Magazine
Uitgeverij Informatie Verre Reizen, Nijmegen
adv VPRO Van Dis Afrika ZAM Afri1 1
05-06-2008 10:05:56
De kaart van Afrika
FOTO: Wassim Soltani
Dans als paspoort Met een combinatie van stand-up monoloog en beweging heeft de Senegalese danser Pape Ibrahima Ndiaye – alias Kaolack – in mei de zevende editie van de biënnale Dance, Africa Dance gewonnen. Kaolack gaat in zijn werk j’Accuse ‘de stereotiepen van hersenloze, exotische en erotische Afrikaanse wezens’ te lijf. De jury van het festival, dat in Tunis werd gehouden, was unaniem in haar oordeel. Inmiddels is de danser aan een internationale tournee begonnen. Die voerde hem al langs verschillende Europese hoofdsteden. Kaolack ziet dans als ‘paspoort’ dat hem inmiddels toegang verschafte tot vijf continenten. Op 11 juli is hij te zien in Amsterdam tijdens Juli Dans. Ook de Zuid-Afrikaanse Inzalo Dance and Theatre Company en de Compagnie Baninga/DeLaVallet Bidiefono met Ndjila n a Ndjila (Congo) treden op.
Pape Ibrahima Ndiaye, J’accuse !
zam africa magazine 02/2008 7
Pastoor weert ‘vunzige troep’ van Amakula deerd raakt door een ster van het witte doek. ‘Vunzige troep’, volgens Sempa. De organisatoren verwerpen zijn verwijt dat ze zich door een ‘homoseksuele agenda’ laten leiden. ‘Het is juist onze verantwoordelijkheid om informatie te bieden’, aldus een van hen. Een andere film met een homothema, Rag Tag van de Nigeriaanse Adaora Nwandu, was al vertoond voordat Sempu er erg in had. Om te voorkomen dat er in de toekomst weer een doorheen glipt pleit Sempa voor de ontwikkeling van ‘maatschappelijke antivirusprogramma’s.’
Rag Tag
8 ZAM africa magazine 02/2008
FOTO: ADAORA NWANDU
De kaart van Afrika
‘Het Amakula festival zit net als een computer vol met virussen’, aldus de Oegandese pastoor Martin Sempa die in mei de vertoning van een homofilm op dit belangrijke platform van de Afrikaanse film onmogelijk maakte. En Hivos, een van de donoren van de vijfde editie van het festival, is al ‘even besmet’, aldus de pastoor. Op verzoek van Sempa besloot de Oegandese Media Raad vertoning van The Watermelon Woman te verbieden. Deze documentaire vertelt het verhaal van een zwarte lesbische filmmaker die geobse-
‘We moeten blijven dromen, ook al staan we tot onze knieën in de stront. Natuurlijk is het belangrijk dat iedereen, eindelijk, weer genoeg te eten zou hebben. Maar we moeten meer durven verwachten. En dus is kunst – verontrustende kunst – meer dan ooit noodzakelijk.’ Faustin Linyekula, Congolees choreograaf en winnaar Prins Claus Prijs 2007, in MO*, mei 2008
FOTO: REUTERS/DAVID W. CERNY
soundbite
Kanshebbers in Beijing
Alfred Kirwa, Janeth Jepkosgei, Mbulaeni Mulaudzi, Oscar Pistorius, Tirunesh Dibaba – stuk voor stuk kanshebbers in Beijing. Althans volgens de Zuid-Afrikaanse sportverslaggever Thomas Kwenaite, die onlangs te gast was bij De Kracht van Afrika, een multimediale tv- en gesprekkenreeks in Amsterdam. Zet ‘m op!
FOTO: KANAKASSY
Na de Linda. en de Youp is er nu de Zam!
Mensen • Adriaan van Dis heeft met zijn televisieserie over Afrika de Nipkowschijf 2007 gewonnen, de belangrijkste prijs voor Nederlandse tv-producties. De serie werd uitgezonden door de VPRO-televisie. VPRO- radiomaker Jacqueline Maris won met haar reportages over Liberia de Dick Scherpenzeel Prijs van 2007. De VPRO Bob den Uyl Prijs ging eind april naar fotograaf Jan Banning en journalist Dick Wittenberg voor hun boek Binnen is het donker, buiten is het licht, over het dorp Dickisoni in Malawi. • Met zijn Laboratoire Deberlinisation, een werk uit 2007, is de Senegalees Mansour Ciss Kanakassy medewinnaar van de Senghor Great Award van Dak’Art 2008, de Biënnale van Senegal. Met de reflectie van het Afrikaanse continent in de Brandenburger Tor bespreekt de kunstenaar de Conferentie van Berlijn van 1884 waar
de grootmachten Afrika verdeelden. De lucifers staan voor de Afrikaanse landen, de afgebrande lucifers tonen ambivalentie tussen vernietiging en bevrijding (zie afbeelding). Kanakassy deelt de prijs met zijn landgenoot Ndary Lo. • Henk van den Heuvel is op 4 juni aan de VU gepromoveerd op zijn proefschrift Between Optimism and Opportunism: Deconstructing ‘African Management’ Discourse in South Africa. Hierover schreef Van den Heuvel eerder in ZAM (najaar 2007). • De jurist Willem van Manen is eind mei op 71-jarige leeftijd overleden. Van Manen was cartoonist en een fel verdediger van het vrije woord. Hij tekende in de jaren tachtig onder meer voor De Anti Apartheidskrant. Tevens was hij een fel criticus van de rechtspraak in het Zuid-Afrika van de apartheid.
FOTO: GEERT SNOEIJER
Zam meldde zich per mail kort voor de lancering op 3 april dit jaar van ZAM Africa Magazine. Waarna hij een hoofdrol speelde in galerie Meneer de Wit in de Amsterdamse Baarsjes. Hier vertelde Zam in afwachting van het verse tijdschrift dat hij zeven jaar geleden ter wereld kwam in Addis Abeba, Ethiopië. Kort erna werd hij geadopteerd door de familie Schoonderbeek uit Hillegom. Toen kwam de pizzakoerier (dank aan Bella Italia!) de galerie binnenrijden en pakte onze ZAM-mascotte behendig de magazines uit. Applaus van de naar schatting tweehonderd bezoekers! Overigens ook voor de eendaagse expositie met werk van onder meer Marlene Dumas, Clifford Charles, Papa Adama, Dineo Bopape en Rachel Jenkins. De Nigeriaanse kunstschilder Victor Ekpuk schilderde ter plekke een mural, zijn landgenote Chika Unigwe las voor uit eigen werk.
zam africa magazine 02/2008 9
FOTO: SIPHIWE SIBEKO/REUTERS
De kaart van Afrika
FOTO: JUDA NGWENYA/REUTERS
Beschermengel
Mandela nog steeds ‘terrorist’ Nelson Mandela, en veel van zijn strijdmakkers, staan nog steeds op een lijst van buitenlandse terroristen die voor een bezoek aan de Verenigde Staten speciale toestemming moeten krijgen. Condoleezza Rice gaf het onlangs gegeneerd toe tijdens een vergadering van de senaatscommissie voor Buitenlandse Zaken. De voorzitter van de commissie, senator Howard Berman, kondigde wetgeving aan op grond waarvan de ANC-ers kunnen worden verwijderd van de lijst.
10 ZAM africa magazine 02/2008
Vluchtelingen opvangen doet bisschop Paul Verryn (1952) al sinds hij aan het einde van de jaren tachtig de verantwoordelijkheid kreeg voor vijf methodistische gemeenten in Soweto. Zijn huis was een toevluchtsoord voor jonge activisten tegen de apartheid. Leden van het beruchte ‘voetbalteam’ van Winnie Mandela hadden het op zijn gasten voorzien. De vijftienjarige Stompie Seipei werd uit Verryns huis ontvoerd voordat hij werd vermoord. Medewerkers van Winnie beschuldigden Verryn ervan Seipei en zijn kameraden seksueel te misbruiken, een verdachtmaking waarvoor de ZuidAfrikaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie geen enkele aanwijzing heeft gevonden. Zo’n twintig jaar later is Verryns huis, als je de kerk in het centrum van Johannesburg zo mag noemen, opnieuw een schuilplek. In de gangen en kelders hebben bijna tweeduizend Zimbabwaanse vluchtelingen onderdak gevonden. ‘Kijk, dat is een Olympische hardloopster’, riep Verryn en wees naar een van zijn gasten toen we ter voorbereiding van filmopnamen voor de serie Van Dis in Afrika door het gebouw wandelden. ‘Daar een ingenieur, aan de overkant een boekhouder.’
Verryn, die in 1997 tot bisschop werd benoemd, ziet zijn gasten niet als een massa hulpeloze slachtoffers. Het zijn stuk voor stuk individuen met kwaliteiten. ‘Sommigen geven Engelse les in Soweto. Anderen delen op woensdagavond eten uit aan Zuid-Afrikaanse daklozen.’ Toen half mei in Johannesburg de aanval werd geopend op ‘de’ buitenlanders werd er ook op de toegangsdeuren van Verryns kerk gebonkt. Sindsdien wordt het fort verdedigd en waakt Verryn dubbel over de veiligheid van het menselijk kapitaal dat in zijn kerk is samengestroomd. Tussendoor staat hij per mobiele telefoon de wereldpers te woord: van de BBC en Nova tot CNN en The East African. En dan vindt hij ook nog tijd om deel te nemen aan een seminar over vreemdelingenhaat in de universiteit van zijn stad. Daar betoogde hij eind mei dat met het oog op de omvangrijke (arbeids)migratie de grenzen in het zuiden van Afrika beter opgeheven kunnen worden. De beelden van agressie en destructiviteit uit het land van de verzoening hebben het zicht ontnomen op de duizenden die na het drama hun mede-Afrikanen te hulp schoten. Bisschop Verryn is hun boegbeeld. Een beschermengel. (Bart Luirink)
Shell en de Niger Delta Nee, uiteraard gaat Shell niet vrijuit. De vervuiling van de Niger Delta is natuurlijk het gevolg van vijftig jaar oliewinning waarbij men het met de omgeving niet zo nauw nam. Daar verandert een maatschappelijk verantwoord projectje hier en daar niets aan. Shell pompt ruim een miljoen vaten per dag uit de Delta. Nu even wat minder, want er is weer eens een pijpleiding opgeblazen door de ‘rebellen’. Tegenwoordig is de Nederlands/Engelse oliegigant een gemakkelijk doelwit voor de milieulobby. Maar ook voor de gangsters die van het opblazen van leidingen en het ontvoeren van oliewerknemers hun core business hebben gemaakt. Er was ooit een beroemd schrijver, televisiemaker en activist: Ken Saro-Wiwa. Hij voerde actie voor een betere verdeling van de oliegelden en een schoon milieu in de Delta. Hij koos zijn doelen: Shell, natuurlijk, maar ook de Nigeriaanse federale regering, die acties onderneemt waar Shell minder bedreven in is. Op demonstranten schieten bijvoorbeeld. Of activisten vermoorden. Saro-Wiwa vond de dood in november 1995 toen dictator Sani Abacha (ook dood) hem liet ophangen. Saro-Wiwa’s politieke beweging stierf met hem. Zijn plek is ingenomen door een groep die zich MEND noemt, de Movement for the Emancipation of the Niger Delta. Wat MEND vooral emancipeert is de eigen bankrekening,
dankzij kidnapping en, sinds kort, zeepiraterij. Er is weinig dat de federale regering kan of wil doen. Militair ingrijpen? Is geprobeerd en het gevolg was catastrofaal. Onderhandelen? Prima, maar voor hoe lang en met wie precies? En de oliemaatschappijen? Die blijven betalen maar slepen vervolgens weer tonnen geld elders binnen: de Nigeriaanse productie is een kwart lager dan normaal en dat helpt de olieprijs naar recordhoogte... Blijft over: de milieulobby. Heeft die het nog
voetnoot wel eens over de Delta? Zeker. En wat vindt men? Dat Shell moet betalen natuurlijk. Maar nu niet langer alleen voor het opruimen van de Delta maar ook vanwege de klimaatverandering. Niets over de heersende anarchie in de Delta waar MEND garen bij spint en niets over de stinkend rijke Nigeriaanse overheid die honderden miljarden oliegeld heeft laten verdwijnen. Over die federale overheid heeft de milieulobby overigens altijd al opmerkelijk weinig te melden gehad. (Bram Posthumus)
FOTO: DAVE CLARK/AFP
Freelance journaliste Femke van Zeijl, auteur van Een nacht in een vijzel, over vrouwen in Afrika, weet nu al waar ze de zomer van 2009 doorbrengt: in Bobo-Dioulasso. Ze gaat in deze tweede stad van Burkina Faso op zoek naar de mix van traditionele en westerse muziek en de rol van kunst op straat en in de politiek. Het is de laatste halte op een route die haar ook nog naar vier andere Afrikaanse steden voert. Daar richt haar research zich op uitgaan en liefdesrelaties, autodieven en prostituees, vindingrijkheid en flexibiliteit. Uit al deze tochten groeit een nieuw boek maar ondertussen bericht Van Zeijl over het stadsleven in Afrika in haar blog op de website van nrc.next. De afleveringen van haar eerste reis – naar Luanda – zijn er nog te vinden. Bobo-Dioulasso, 1963 e
FOTO: GETTY IMAGES/ROGER VIOLLET
Stedentour: Luanda Maputo Goma Jinja Ibadan Bobo-Dioulasso
zam africa magazine 02/2008 11
snap judgments
waar is afrika? ZAM africa magazine 02/2008 13
14 ZAM africa magazine 02/2008
Pagina 12/13 Yto Barrada : Belvedère 1 – Tangier 2003 - © galerie Polaris, Paris Pagina 14/15 Zohra Bensemra Law-and-order enforcement officers at the Ain Benian police school in Algiers, on the day of graduation of the new self-defence and close combat squad – January 27, 1999, 1999 C-print, 11 x 14 in. © Zohra Bensemra, Courtesy of the artist
ZAM africa magazine 02/2008 15
‘Dit zijn geen onontdekte Afrikaanse kunstenaars’ Een gesprek met Okwui Enwezor Tekst: Paul Laster
frikaanse fotografen kijken anders naar de werkelijkheid dan hun westerse collega’s die op het continent actief zijn. Snap Judgments, de tentoonstelling die vanaf eind juni in het Stedelijk Museum CS te zien is, levert daarvan het bewijs, vindt curator Okwui Enwezorg (1963, Nigeria). De expositie presenteert werk van 35 kunstenaars uit een tiental Afrikaanse naties. Verschillende fotografen – onder wie Oladélé Ajiboye Bamgboye, Allan deSouza, Moshekwa Langa en Otobong Nkanga – wonen in Europa en de Verenigde Staten, terwijl Yto Barrada, Andrew Dosunmu, Theo Eshetu en Randa Shaath Afrikanen zijn, maar geboren buiten Afrika. Hoe heeft u het werk van de verschillende kunstenaars ontdekt en hoe ging het proces in zijn werk van het bekijken en het selecteren voor de tentoonstelling? “Ik ben doorlopend op het continent, in diverse hoedanigheden: als curator, als schrijver en gewoon als bezoeker. Veel van deze kunstenaars heb ik dankzij mijn reizen gevonden, maar ook via het werk van anderen. Dit zijn geen onontdekte Afrikaanse kunstenaars. Dit zijn kunstenaars met een staat van dienst, die in zeer verschillende omgevingen hebben geëxposeerd. Interessanter dan waar ze zijn geboren of waar ze vandaan komen, vind ik het om te onderzoeken hoe de positie verschuift die kunstenaars innemen. Ik kijk dus ook naar de verschillende posities van fotografen die buiten Afrika zijn geboren maar zich vereenzelvigen met een idee van Afrika, dat in geen enkel opzicht monolithisch is maar juist heel divers. Vanuit allerlei bedoelingen en motieven kan iemand zichzelf zien als Afrikaan. Maar al kijkend naar deze verschillende manieren om zich te positioneren, leek het me belangrijk een tentoonstelling te maken die de territoriale grenzen van het continent overstijgt, om Afrika te laten zien in zijn wereldwijde dimensies. Dat was mijn uitgangspunt. Voor mij staat voorop dat we het werk van deze kunstenaars moeten leren kennen door het kader te begrijpen waarbinnen zij zichzelf plaatsen. Hoe zien de kunstenaars hun identiteit, hoe bekijken ze zichzelf? Waar, in hun eigen ogen, ligt cultureel gezien hun fundamentele betrokkenheid? Dat gaat natuurlijk niet alleen op voor Afrikaanse kunstenaars, maar het is een goed uitgangspunt voor het bestuderen van de kunst van dit continent. Lang identificeerden Afrikanen zich op basis van de nationale grenzen. Dat loopt op zijn einde. We hebben het hier ook over kunstenaars die elders zijn geboren maar zich zeer betrokken voelen – in filosofische, culturele en ethische zin – bij Afrika. Hun manier van wer-
16 ZAM africa magazine 02/2008
snap judgments
ken stoelt niet louter op hun culturele of etnische identiteit. Die vormt maar één deel van wie ze zijn en hoe zij zich uitdrukken, en staat niet in de weg van nieuwsgierigheid naar het andere, naar dat wat verschilt.” U was in 1996 een van de samenstellers van de baanbrekende tentoonstelling In/Sight: African Photographers, 1940 to the Present in het Guggenheim Museum. in New York. Daar werd de portretfotografie van Seydou Keita, Malick Sidibé en Samuel Fosso gepresenteerd aan een internationaal publiek. Hoe heeft de fotografie zich in het afgelopen decennium in Afrika ontwikkeld? “Je zou kunnen zeggen dat in 1996 in het werk van Afrikaanse fotografen een nationale moderniteit te bespeuren was. Wanneer ik nu terugkijk op die tentoonstelling constateer ik: daar stond het portret centraal als een manier om naar het hedendaagse Afrika te kijken, als hulpmiddel dus voor de representatie. Tien jaar later gebruiken de kunstenaars de camera als een instrument voor artistiek onderzoek. En de analytische procedures die zij loslaten op thema’s zoals het lichaam of sociale relaties verschillen radicaal van wat de Guggenheim-tentoonstelling liet zien. Ik denk dat dit de echte spanning is, of het echte verschil. De Afrikaanse fotografie wordt er complexer door.”
In uw essay in de catalogus van Snap Judgments beoordeelt u de verbeelding van het continent in de internationale media als ‘afro-pessimisme’, en heeft u het over ‘een botsing van lenzen’, omdat een nieuwe generatie van Afrikaanse fotografen juist probeert om de werkelijke feiten op een rij te zetten. Kunt u de twee kanten uitleggen en vertellen hoe de tentoonstelling zich hierin opstelt? “De kunstenaars laten niet per se de werkelijke feiten zien. De ‘botsing van lenzen’ gaat over verschillende manieren van kijken. Wanneer Afrika in het nieuws is, krijgen we steevast beelden voorgeschoteld van een continent dat is getekend door verval en chaos. We zijn dus geneigd Afrika te benaderen vanuit een gevoel van medelijden. In werkelijkheid is er veel meer gaande. Wanneer deze kunstenaars kijken naar de plaatsen waar zij wonen en werken, zien ze die door een volledig ander stel lenzen dan een fotojournalist die op de verschrikkingen afkomt. Ik veroordeel die laatste niet, maar we moeten wel constateren dat de somber gekleurde beeldconventies over Afrika hardnekkig wortel hebben geschoten. Vandaar al dat afro-pessimisme. Juist de kunst is in staat om invalshoeken te vinden die de beeldconventies waaraan we zo gehecht zijn geraakt, maar waar we tegelijkertijd immuun voor zijn geworden, te ondermijnen. Juist de kunst is in staat om wezenlijke vragen te stellen en nieuwe betekenissen aan te dragen bij de beelden van dit continent. De werken beogen op geen enkele manier, ook in hun vormgeving niet, de roem van Afrika te zingen, maar ze werpen zich onmiskenbaar op het grondig onderzoeken, kritisch analyseren en eerlijk afbeelden van de complexiteit van het continent.”
U stelt in Snap Judgments een groot aantal vrouwelijke kunstenaars voor, onder wie Yto Barrada, Zohra Bensemra, Hala Elkoussy en Tracey Rose; In/ Sight had maar twee vrouwelijke fotografen, Zarina Bhimji en Lamia Naji, die ook hier vertegenwoordigd zijn. Krijgen Afrikaanse vrouwen tegenwoordig meer kans een artistieke carrière na te streven? “Het was zeer te betreuren dat In/Sight niet meer vrouwelijke fotografen had. De meeste namen die u noemt, zijn die van jonge kunstenaars die ten tijde van In/Sight nog aan het begin stonden. Dat is dus ook erg belangrijk aan de huidige tentoonstelling: deze laat niet alleen zien dat er vandaag in Afrika ettelijke jongere kunstenaars werken, maar dat onder hen ook meer vrouwen dan ooit zijn, en het gaat daarbij om kunstenaars die over de hele wereld exposeren en die werk maken dat deel uitmaakt van het eigentijdse artistieke discours. Ik wilde een analyse uitlokken van uiteenlopende culturele en innerlijke ruimten en ook een tentoonstelling maken over een hele generatie kunstenaars. De vrouwelijke kunstenaars in de tentoonstelling – Fatou Kandé Senghor, Lara Baladi, Maha Maamoun, Jo Ratcliffe, Doa Aly, Tracey Rose en Yto Barrada – zijn belangrijke representanten van hun generatie, en hun aanwezigheid getuigt van een fundamentele verschuiving.”
Nontsikelelo ‘Lolo’ Veleko’s snapshots van kleurig geklede jongeren op straat, Zwelethu Mthethwa’s statige portretten van mijnwerkers uit de goudmijnen, Moshekwa Langa’s binnenshuis-stillevens en Guy Tillims foto’s van de arbeidende klasse in zijn serie over Johannesburg, al die beelden lijken universeel – alsof ze gemaakt hadden kunnen zijn door kunstenaars waar dan ook. Maar toch vangen ze een Afrikaanse identiteit. Bestaat er een typisch Afrikaans oog, of leidt de mondialisering tot een eenheid van benadering, een gemeenschappelijk gezichtspunt? “Ik weet niet of er een typisch Afrikaans oog bestaat, maar het lijkt me dat de werken die u noemt een zeer bepaalde fundamentele gerichtheid kennen. De kunstenaars die u noemt, werken bijna allemaal in ZuidAfrika. Die hebben het voordeel dat er in de fotografie een redelijk sterke ZAM africa magazine 02/2008 17
‘We zijn geneigd Afrika te benaderen vanuit een gevoel van medelijden. In werkelijkheid is er veel meer gaande’
infrastructuur bestaat. Er zijn opleidingen, galeries, verzamelaars. In Cairo, bijvoorbeeld, is dat totaal anders. En dus verschilt het resultaat van dat in Zuid-Afrika. Het is toch bekend dat als je binnen de Verenigde Staten op reis gaat naar kleinere gemeenschappen je daar niet het soort werk vindt dat je in New York aantreft. Want wat je in die stad vindt, heeft al verschillende stadia van ontwikkeling en verfijning doorgemaakt. Daardoor ziet het eruit alsof het overal vandaan zou kunnen komen, hoewel ik niet weet of dat per se positief is. Eén ding kan ik zeker zeggen over alle kunstenaars in de tentoonstelling, en dat is dat zij werken binnen een internationaal kader, ook de fotografen wier werk onmiskenbaar lokaal van inhoud is. Ze wonen en werken allemaal in goed geïnformeerde werelden, gekenmerkt door de verbreiding van materiële goederen, of ze daar nu toegang toe hebben of niet. En toch is het werk van deze kunstenaars sterk verweven met de culturele omstandigheden ter plaatse. Dat moeten we volgens mij niet over het hoofd zien.”
Snap Judgments: New Positions in Contemporary African Photography is tot 30 september te zien in Amsterdam in Stedelijk Museum CS.
Okwui Enwezor is Dean of Academic Affairs en Senior Vice President van het San Francisco Art Institute. Tot 2001 was hij als adjunct-conservator verbonden aan het International Centre of Photography in New York. Hij organiseerde tal van internationale tentoonstellingen zoals de Biënnale van Hedendaagse Kunst in Sevilla (2006), Documenta XI (2002) en de Biënnale van Johannesburg (1997). Paul Laster (Verenigde Staten, 1951) is redacteur, onafhankelijk tentoonstellingsmaker en kunstenaar. Hij is redacteur van Artkrush.com. Ook schrijft hij geregeld voor Art in America, Tema Celeste, Time Out New York en amNew York. Als kunstenaar heeft hij zeventien solotentoonstellingen gehad in de Verenigde Staten en Europa; werk van hem is te vinden in de collecties van verschillende Amerikaanse musea. 18 ZAM africa magazine 02/2008
Pagina 18 van boven naar beneden Luis Basto Bus Stop, Old Harare, 2001 Fibre-based photographic print, 15.6 x 19.5 in. © Luis Basto, Courtesy of the artist
snap judgments
Moshekwa Langa Untitled XXI, 2005 C-print, 11 x 14 in. © Moshekwa Langa, Courtesy of the artist and Goodman Gallery Guy Tillim Ntokozo and his brother Vusi Tshabalala at Ntokozo’s place, Milton Court, Pritchard Street, Johannesburg, 2004 Pigment print on cotton paper, 24 x 32 in. © Guy Tillim, International Center of Photography Pagina 19 Mohamed Camara Cactus de Sibérie 1: Mohamed in the mountains: the cactus of Siberia!, 2001–2002 Chromogenic print, 14.7 x 11 in. © Mohamed Camara, Courtesy of the artist and Galerie Pierre Brullé, Paris Pagina 20/21 Otobong Nkanga Workmen in Pool 1, 2005 C-print, 23.5 x 35.5 in. © Otobong Nkanga, Courtesy of the artist
ZAM africa magazine 02/2008 19
20 ZAM africa magazine 02/2008
ZAM africa magazine 02/2008 21
(advertentie)
(advertentie)
Blijf thuis, ga naar b e e l de n
Cinedans
24 zam africa magazine 02/2008
Wie naar Afrika wil, kan deze zomer Schiphol vermijden. Nogal wat Nederlandse musea zijn de komende maanden omgetoverd tot kijkdozen van Afrikaanse kunst. Maar ook de moderne dans van het continent is ruim vertegenwoordigd op diverse festivals. In het Amsterdamse Stedelijk Museum CS is van 27 juni tot 30 augustus Snap Judgments te zien, het indrukwekkende overzicht van de hedendaagse Afrikaanse fotografie (zie pagina 12). Het werk van de Malinese fotograaf Malick Sidibé, dat van 13 juni tot 16 oktober in het hoofdstedelijke FOAM is te bewonderen, vult in deze editie de pagina’s van ons vaste CV (pagina 50). Enkele strips die zijn afgebeeld in ZAM’s opiniekatern maken deel uit van Picha, een tentoonstelling met werk van achttien Afrikaanse tekenaars dat tot 31 augustus in het Afrika Museum in Berg en Dal te zien is. En verder: tot 31 augustus is in het Mondiaal Centrum in Haarlem Stripped bare to the bone te bezichtigen. Daarin staat het werk van
de cartoonisten Zapiro (Zuid-Afrika, winnaar van de Prins Claus Prijs 2006) en van Tony Namate en Blessing Mukuze (Zimbabwe) centraal. Het is een initiatief van de Stedenband Haarlem – Mutare. De Hortus Botanicus in Leiden verwelkomt ook al een Zimbabwaanse gast, de beeldhouwer Dominic Benhura . In My World laat Benhura, wiens tentoonstelling eerder te zien was in de Londense Kew Gardens, ons kennismaken met de ongekende schoonheid van zijn land in de vorm van planten, vogels, stieren, vissen en slangen. Beeldhouwwerken die een belangrijke voetnoot vormen bij de treurigstemmende reportages uit Zimbabwe. Te zien tot 19 oktober. We reizen door naar Nigeria en bezichtigen – tot 27 juli – de schilderijen, mixed media objecten en fotografie van een tiental kunstenaars uit dat land in de Amsterdamse Galerie 23, allen winnaars van een nationale competitie. The Nigerian Spirit wordt georganiseerd in samenwerking met de African Artist’s Foundation in
Afrika in allerlei wijken van de stad het Quartier d’Eté plaats. Dans, theater en muziek , en veel uit Afrika. Hoogtepunt: de voorstellingen van de Congolese choreograaf Faustin Linyekula, die in 2007 de Prins Claus Prijs won. (Kim van Arendonk) Meer informatie: www.stedelijkmuseum.nl www.foam.nl www.afrikamuseum.nl www.haarlem-mutare.nl www.hortus-leidenuniv.nl www.galerie23.nl www.izarte.nl www.cinedans.nl www.julidans.nl www.ascleiden.nl www.quartierdete.com
Jan van der Hoecke, toegeschreven
Stripped bare to the bone
Quartier d’Eté
Sharing Realities
my world
PAUL BOGAERT
Lagos en is gesponsord door Heineken. Vanaf 24 augustus is de Zimbabwaan Patrick Makumbe in de galerie te zien. De Zutphense Galerie Izarte plaatst in de expositie Sharing Realities, die op 15 juni opende, schilderijen, tekeningen en monoprints van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Nelson Makamo centraal. Uitgekeken op de beeldende kunst? Dan naar Cinedans, tot 10 juli op verschillende locaties in Amsterdam, Den Haag en Utrecht. Tijdens dit internationale filmfestival wordt onder meer een documentaire over het gezelschap Dance for All in Kaapstad. vertoond Julidans, ook tot 12 juli verwelkomt de winnaars van de Afrikaanse dansbiënnale op haar podia – zie pagina 7 in dit nummer. De fototentoonstelling Helden op Stokken over gehandicapten in Afrika, ten slotte, is tot 30 augustus in het Afrika Studie Centrum in Leiden te zien. En wie dan toch per se de grens over wil: naar Parijs! Daar vindt van 14 juli tot 15 augustus
FOTO: HORST KOLBERG
BLACK IS BEAUTIFUL
De Nieuwe Kerk presenteert vanaf 26 juli Black is Beautiful, een ontdekkingsreis door de kunstgeschiedenis: 135 werken van onder meer Rembrandt, Breitner, Jan Sluijters, Karel Appel en Marlene Dumas laten zien hoe zwarten al zeker zeven eeuwen deel uitmaken van de vaderlandse kunstgeschiedenis en daarin bovendien steeds vaker een hoofdrol spelen. De expositie voert de bezoeker langs vroege schilderijen uit 1330, de grote meesters van de zeventiende eeuw en de hedendaagse kunst. Maar er zijn tevens prachtig verluchte manuscripten uit de late middeleeuwen te zien, zoals het beroemde Van Maerlanthandschrift. De tentoonstelling is verdeeld in drie grote secties: de Oude Wereld, de Nieuwe Wereld en de Moderne Wereld. Daarbinnen is er een fijnere verdeling in thema’s als De zwarte koning, Sterke mannen, Sterke vrouwen, Afrika en de Afrikanen, (Zuid-)Amerika en de slaven en Portretten. Gastconservator Esther Schreuder stelde de expositie en de catalogus met binnen- en buitenlandse bijdragen samen op basis van jarenlang wetenschappelijk onderzoek. De AVRO zendt in het kader van Black is Beautiful een documentaire uit. In oktober wordt een breed programma aan activiteiten georganiseerd. www.nieuwekerk.nl
zam africa magazine 02/2008 25
b e e l de n blackboard
het land van de verbrande gezichten
Fototentoonstelling van David van Reen over christelijk-orthodox Ethiopië. Tot 17 augustus in het Afrika Museum in Berg en Dal. Meer informatie: www.davidvanreen. nl en www.afrikamuseum.nl
In Blackboard vertellen Afrikanen die in Nederland wonen hun herinneringen aan het land van herkomst, over de pijn van het ontworteld zijn en hoe je omgaat met een nieuwe omgeving. Dat doen ze door die verhalen met krijt uit te beelden en op te schrijven, soms weg te vegen en dan weer opnieuw op een schoolbord te schrijven. En dus vertelt dat bord het verhaal, het is de schakel tussen kijker en geportretteerde. De
maakster van de film, Frouwkje Smit, denkt dat de meeste Afrikanen hun eerste woorden op een schoolbord opschreven. En dus roept zo’n bord herinneringen en gevoelens op, die in krachtige beelden de revue passeren. Zo wordt dit afstudeerproject een ode aan de verbeelding. Het is tot 6 juli te zien in het voormalig gebouw van het Nederlands Fotografiemuseum NFM in Rotterdam, Witte de Withstraat 63.
CHECK OUT
Africalls, een multimedia initiatief in Barcelona, biedt een beeldschone website met korte documentaire films over zeven kunstenaars die op locatie vertellen over hun werk. Volg Lolo Veleko met haar camera door
26 zam africa magazine 02/2008
de Cape Flats, beleef een dag in Dakar met Mamadou Gomis, luister naar de bespiegelingen van Binyavanga Wainaina: Hoe schrijf je over Afrika? En nog veel meer. http://www.africalls.info/
Stemmen het opiniek atern van ZAM Obama (sr) versus Mwai Kibaki De Chinese entertainmentbranche trekt Afrikaanse barvliegen Verveling zorgt voor de sensatiesprong naar Europa Etniciteit is nauwelijks een oorzaak van Afrikaanse conflicten Manifest voor meer kunst uit niet-westerse landen Afrikaanse media: de thuispamfletteer is geen journalist Farid Esack de schaamte voorbij
28 29 30 31 32 33 34
Leuker kunnen ze het wél maken
Buitenlandse werknemers moeten in Nederland extra belastingvoordeel genieten – alleen al omdat ze maandelijks geld overmaken naar familie in het thuisland. Free Voice-regiomedewerker Babah Tarawally pleit voor speciale aftrekposten voor migranten.
V
rij verkeer van arbeid Professor Nigel Harris, emeritus hoogleraar economie aan de University College London, is van mening dat westerse landen hun grenzen volledig moeten openstellen voor migranten. Als reden voert hij aan dat buitenlandse werknemers het groeiende probleem van de vergrijzing kunnen verlichten. Ze zullen het probleem weliswaar niet oplossen, maar hun komst zal de overgang van de huidige situatie naar een samenleving met beduidend meer gepensioneerden aanzienlijk vergemakkelijken. In zijn boek Thinking the Unthinkable. The Immigration Myth Exposed (2002) weet hij deze stelling met overtuigende argumenten te onderbouwen. Harris is een van de weinige westerse intellectuelen die een lans breken vóór migratie als wenselijk en rendabel fenomeen. Hij bepleit zelfs het afschaffen van ontwikkelingshulp in ruil voor vrij verkeer van arbeid. Hij baseert dit laatste op een schatting van de UNDP. Deze VN-organisatie heeft beraamd dat als twee procent van de arbeiders uit niet-westerse landen in het Westen werkt voor een (nog steeds relatief laag) jaarloon van vijfduizend dollar, dit een opbrengst genereert van ongeveer 220 miljard dollar per jaar, waarvan 80 miljard dollar zal worden overgeboekt aan familieleden. Dat is een bedrag dat twee keer groter is dan de
totale som die jaarlijks aan westerse ontwikkelingshulp en investeringen wordt uitgegeven (The Observer, april 2003). Dat Harris weinig steun van politici hoeft te verwachten is duidelijk. Er waait een rechtse wind door Europa en een aantal mensen staat te springen om ontwikkelingssamenwerking af te schaffen en tegelijkertijd niet-westerse immigranten te weren. Toch zouden ook deze politici warm moeten lopen voor een deel van Harris’ opvattingen. Buitenlandse werknemers zijn namelijk van essentieel belang voor de economie. Onder het mom van I scratch your back, you scratch mine zou Nederland kunnen beginnen met het geven van belastingvoordeel aan al aanwezige buitenlandse werknemers van niet-westerse origine. Om te beginnen moet het nominale bedrag dat maandelijks wordt overgemaakt naar familieleden in het land van herkomst aftrekbaar worden gemaakt. Onrechtvaardig belastingnadeel Een eerste reden hiervoor is dat de nieuwe belastingwet van 2001 slecht uitpakt voor buitenlandse werknemers. Werken in Nederland is er voor hen tenminste niet aantrekkelijker op geworden, zeker niet wanneer ze uit niet-westerse landen komen. Met de komst van het Drieboxenstelsel ondervindt deze laatste groep
zelfs belastingnadeel. Er zijn weliswaar aftrekposten voor rente en bepaalde kosten met betrekking tot een eigen woning in het buitenland. Deze hebben echter alleen geldigheid voor andere EU-lidstaten óf landen waarmee Nederland een regeling ter voorkoming van dubbele belastingen heeft afgesloten. Praktisch geen enkel niet-westers land heeft zo’n afspraak met Nederland, waardoor hier verblijvende belastingplichtigen geen gebruik kunnen maken van dit voordeel. Daarmee lopen ze een behoorlijk bedrag mis. Goed voor de economie Een tweede reden voor belastingvoordeel zal wellicht in de smaak vallen bij de huidige generatie no nonsense politici, hoewel het nog maar de vraag is of ze deze aan hun kiezers kunnen verkopen: migratie is in economisch opzicht niet alleen goed voor de migranten-sturende arme landen, maar ook voor de migranten-ontvangende rijke landen. Economische migranten komen naar Nederland omdat er vraag is naar arbeid en niet – zoals helaas vaak ten onrechte wordt aangenomen – om van uitkeringen te profiteren. De Duitse gemeente Stuttgart onderzocht onlangs wat er zal gebeuren wanneer drie kwart van de migranten plotseling vertrekt. De bevindingen zijn op zijn minst opmerkelijk te noemen. xenoet zam africa magazine 02/2008 27
stemmen
Het openbaar vervoer zal tot stilstand komen, scholen en kinderopvang zullen in de problemen raken, de bouwsector zal instorten, enzovoort. De economie zal, kortom, ernstige schade ondervinden, waardoor ook de werkgelegenheid onder autochtonen zal dalen. Alleen al deze vraag naar migranten zou recht moeten geven op waardering van de overheid in de vorm van belastingvoordeel. Wie huis en haard verlaat om in Nederland (vaak lager geschoold en minder betaald) werk te verrichten, zou daar iets tegenover gesteld moeten zien. Overige argumenten: 1. belastingvoordeel zal de groep werknemers die op of nét boven het minimumloon zit motiveren om geen gebruik te maken van sociale voorzieningen en 2. de bestedingsruimte van buitenlandse werknemers zal groeien, waardoor ze meer gaan consumeren en op die manier de economie zullen stimuleren. Extra afdragen voor later Een derde argument voor belastingverlaging is dat migranten dubbel investeren in de oudedagvoorziening en daardoor netto minder te besteden hebben. In de meeste niet-Westerse landen heerst de traditie dat kinderen voor hun ouders zorgen als deze te oud worden om te kunnen werken.
In de meeste Westerse landen dragen werknemers verplicht een premie af ten behoeve van de oudedagvoorziening. In Nederland betalen buitenlandse werknemers zowel AOW-premie als de kosten voor hun ‘gepensioneerde’ ouders in hun thuisland. Tegelijkertijd kunnen de werknemers zelf minder profiteren van een pensioenopbouw in Nederland. Om voor een volledige AOW-premie in aanmerking te komen, moet iemand vanaf zijn of haar zestiende tot het vijfenzestigste levensjaar in Nederland hebben gewoond en gewerkt. De meeste buitenlandse werknemers voldoen natuurlijk niet aan dit criteria. Voor de groep buitenlandse werknemers die na hun vijfenzestigste terug gaan naar een thuisland dat niet tot de groep verdraglanden behoort, zou er daarnaast een mogelijkheid moeten zijn om hun afgedragen AOW-premie terug te krijgen (aangezien ze er geen gebruik van maken). Solidariteit of eigenbelang Een belastingvoordeel voor buitenlandse werknemers zou een positieve handreiking zijn van de Nederlandse overheid, zo niet het broodnodige blijk van waardering. Veel buitenlandse werknemers hebben banen waar de gemiddelde autochtone
werknemer geen zin in heeft omdat de werkzaamheden te vervelend, te vies of te gevaarlijk zijn. In de oude wijken van de grote steden zijn nauwelijks nog autochtone Nederlanders te vinden die kranten bezorgen, schoonmaken, babysitten, vakkenvullen in supermarkten of warenhuizen en achter de kassa zitten. Betreffende autochtone Nederlanders die deze situatie graag willen behouden, hebben er weinig baat bij dat buitenlandse werknemers hun schamele loon op termijn niet meer voldoende motivatie vinden om te blijven – zodat ze vertrekken naar een ander westers land of gaan solliciteren op beter betaald, interessanter werk. Want wie moet dan weer de krantenwijk aannemen op aandringen van het CWI? Het is dus ook aan de autochtone werknemers – zo niet uit solidariteit, dan uit eigenbelang – om te ijveren voor belastingvoordeel voor buitenlandse werknemers. Babah Tarawally (1972, Sierra Leone) is programmamaker en werkt als regiomedewerker Afrika voor Free Voice, een mediaorganisatie die onafhankelijke media ondersteunt in niet-Westerse landen.
Obama (sr.) versus Mwai Kibaki
W
e tekenen 1965 als het East Africa Journal een opvallende kritiek publiceert. Het stuk is geschreven door de vader van Barak H. Obama, Barak H. Obama en maakt korte metten met een beleidsdocument van de Keniaanse regering, het Sessional Paper No. 10. Auteur: Mwai Kibaki, de huidige president van het land. Het digitale magazine Kwani, dat in Nairobi wordt samengesteld, vond het stuk onlangs terug. Overal in Afrika laaide in die jaren na de onafhankelijkheid de discussie over het socialisme op. Hoe kon daaraan een Afrikaanse invulling worden gegeven en hoe kon worden geleerd van fouten die elders al gemaakt waren? Obama prijst in het stuk de keuze voor een ‘ongebonden weg’, een ontsnapping aan de Koude Oorlogstegenstellingen tussen Oost en West. Maar waar kiezen Kwame Nkrumah, de
28 zam africa magazine 02/2008
leider van het onafhankelijke Ghana, of zijn Tanzaniaanse ambtsgenoot Nyerere precies voor? En waarvoor kiest Kenia? Het beleidsstuk, schrijft Obama, beroept zich op de traditionele inrichting van de Afrikaanse samenleving. ‘Die draaide om gemeenschappelijk bezit.’ Maar om een grotere rol te spelen in de internationale handel en om Kenia aantrekkelijker te maken voor buitenlandse investeerders kiest Kibaki voor het recht op privébezit van land en productiemiddelen. Dat gaat toch niet samen? Het beleidsstuk zegt dat men wil voorkomen dat het land uiteenvalt in klassen van rijk en arm. Maar die bestaan toch al, stelt Obama vast. Wat doen we daaraan? Er is een tekort aan kader, klaagt Kibaki. ‘Dat is wel waar, maar nogal wat getalenteerde Kenianen zijn door bedrijven ingehuurd als uithangbord. Obama vindt dat aan deze window dres-
sing een einde moet komen door bedrijven te dwingen om zwarte Kenianen ook in managementposities te benoemen. ‘Het toerisme kan een belangrijke inkomstenbron worden’, staat in het beleidsstuk te lezen. ‘Maar dan moeten voorzieningen ook toegankelijk worden voor mensen die weinig kunnen betalen’, aldus Obama. Het volledige artikel valt te lezen op http:// kwani.org/main/problems-facing-oursocialism-barak-h-obama
stemmen
Afrikaanse migranten in een Chinese wereldstad Door Hans Moleman.
M
ooie verrassingen heeft de Chinese oostkust. Het is de streek met de meeste fabrieken ter wereld en boeiende ontwikkelingen als Future Coast. Dat is een grote nieuwe wijk voor de uitdijende middenklasse, mooi gelegen aan de baai van miljoenenstad Xiamen. Zo mooi, dat het de bewoners is gelukt de bouw van een nieuw petrochemisch complex in hun achtertuin tegen te houden. Dat zie je nog niet vaak in China: succesvol burgermansverzet. Het blijkt dat je dit slim moet spelen – via internetprotest, een ordelijke ‘wandeling’ naar het stadhuis en veel goede contacten met wetenschappers en partijbobo’s – en dat het daarbij helpt als de projectontwikkelaar van de nieuwe huizen tevens een gemeentebedrijf is. Dan beseft de gemeente opeens dat er anno 2008 meer geld te verdienen valt aan huizen dan aan een plasticfabriek. Na een lange dag rondneuzen beland ik in de kersverse Bar Street van Future Coast. Er is geen hond, alleen uit de bar African Tribe klinkt muziek. Binnen, op een klein podium, staat de verrassing: vier zwarte mannen die muziek maken. Wel op de automatische piloot. Twee gitaren, een drumset en een keyboard produceren Amerikaanse evergreens in een kroeg die leeg is, op de barkeepster na. ‘Die muziek moeten we spelen om klanten te lokken’, vertelt zanger/toetsenist Cleophas tijdens de break. Hij komt uit Malawi, net als de anderen. In de discobar aan de overkant zitten nog vier landgenoten. Die doen Amerikaanse hiphop na. Hoe kom je van Lilongwe in Xiamen? Eenvoudig: in Malawi zitten aardig wat Chinese zakenlui en een van hen, Jackie Chen, heeft een stel winkels en zit in de import en export. Het geld dat de familie Chen in Afrika verdient, wordt belegd in onroerend goed aan de Future Coast, en zo heeft een oom van Jackie nu twee uitspanningen in de nieuwe Bar Street. En die oom was op zoek naar een stel leuke muzikanten. Tien maanden zitten ze er nu, en het is doorbijten. De flats waarin ze zijn ondergebracht – van de familie Chen – zijn oké, maar bijna elke avond je set spelen voor merendeels lege
barkrukken is dat minder. En ’s winters is het in Xiamen toch een stuk frisser dan in Lilongwe. ‘Maar het noorden van China is nog veel kouder, hoorden we van een brother die daar voor zaken was’, troost Cleophas zichzelf. De bandleden passen zich dapper aan. Overdag oefenen ze Chinese ballades als ‘De Maan Vertegenwoordigt Mijn Liefde’, die de bassist opluistert met een ritmisch Malawisch loopje. En ‘s avonds staan ze op het podium, met uitzicht op de zitjes met tijgerprint en een muur-
poster van leeuwen en waterbuffels in de Afrikaanse bush. Het contract is voor twee jaar. Ja, natuurlijk hebben ze heimwee. ‘Vanavond spelen we voor jou onze eigen muziek’, zegt Cleophas grijnzend. ‘Dit lied dragen we op aan brother Mugabe.’ De band zet ‘Vuma!’ in. Volkskrantcorrespondent Hans Moleman (1957, Nederland) was tot 2004 gestationeerd in Zuid-Afrika en rapporteert nu vanuit Shanghai, China.
Clement Oubrerie (Frankrijk), uit: Aya uit Yopougon. Over drie vriendinnen uit een volksbuurt in Abidjan, Ivoorkust zam africa magazine 02/2008 29
stemmen
Barça of de dood
Jonge gelukszoekers die de sprong wagen naar Europa zijn niet wanhopig en ook geen economische vluchtelingen. Ze zoeken een weg uit de verveling, constateert schrijver Binyavanga Wainaina. Vertaling: Richard Hengeveld.
Jong zijn in een traag en statisch land Je hoort overal over hen, over de hunkerende en vaak gedisciplineerde nieuwe horde jongemannen, wonend in naties die te traag en te statisch zijn om hun een uitdaging te bieden. De drang om te vechten, te doden, zelf dood te gaan op een boot op weg naar Frankrijk, dat gaat allemaal over manwording. Als er één vernedering moeilijk te overwinnen is, dan is dat wel een mens te zijn die geen controle heeft over zijn lot, die niets heeft om zijn talenten op bot te vieren. Drugs kunnen helpen je te verdoven, de drang te doen verflauwen. Je leven draait alleen nog om de vraag hoe met je opgekropte woede om te gaan. Wanhoop? Zo simpel ligt het niet Ik zit een paar weken in Senegal en word ter plekke geassisteerd door een capabele, creatieve jongeman. Een paar dagen vraag ik me af waarom hij nooit reageert als ik hem sms. Zijn Frans is goed. Hij gaat goed gekleed, in mijn Engelstalige ogen hoogstens wat opzichtig. Wij krijgen ruzie als ik hem om kwitanties vraag – en dan begrijp ik dat hij niet kan lezen. Ik ben nieuwsgierig naar de mensen die hun leven en duizenden door hun familie bij elkaar gespaarde dollars in de waagschaal stellen, alles om maar weg te komen naar Europa. De kranten reppen allemaal over ‘wanhoop’. Zo simpel ligt het allerminst. In het Senegalese Mbour, een nogal toeristisch dorp, zijn jongemannen dagelijks in de weer met gewichtheffen en hardlopen op het strand, als training voor de oversteek van de Sahara. Ze trainen alsof ze een internationale sportcarrière aan het plannen zijn, met alle inzet en pijn die daar bij hoort. Ze praten met elkaar en maken plannen en wisselen informatie uit. Het is inmiddels een ‘beweging’. In Frankrijk moet je niet meer wezen, nee, in Italië en Spanje. Het motto van één groep is: Barça of de dood. Ze verklaren plechtig: halen we Barcelona niet, dan zijn we bereid te sterven. 30 zam africa magazine 02/2008
IJzeren discipline zonder doel voor ogen Nu gaat niemand van deze kerels dood van de honger. Velen hebben goed opgeleide ouders en drie keer per dag te eten. Ik interview er eentje die op commerciële schaal kippen houdt en eieren levert aan de toeristenhotels in Mbour. Maar hij woont samen met zijn zus. Een 22-jarige die samenwoont met zijn zus en zich
Jongemannen lopen hard op het strand, als training voor de oversteek van de Sahara tegenover haar moet verantwoorden. Zijn zaak beschikt over te weinig kapitaal om te kunnen groeien en zo verdient hij te weinig om op eigen benen te kunnen staan. Elke ochtend staat hij om vier uur op om te trainen. Hij neemt graag versterkende middelen en ontgiftende laxeermiddelen. Drinken of roken doet hij niet. Hij houdt van marihuana, zij het maar één keer in de week, om te kunnen nadenken en mediteren. ‘s Zondagsavonds komt hij graag naar het strand om in zijn eentje te bidden. Ik vraag hem of hij de Fransen mag. Nee. Hij kijkt op ze neer. Ooit had hij een vriendin, een oudere Française in Mbour, maar die heeft hij verlaten. Ze was een slet, zegt hij. Vrouwen leiden je maar af en zuigen je leeg. Hij houdt van seks zolang hij niet hoeft klaar te komen; zo spaart hij zijn krachten. Hij vast elke vrijdag. Dan leeft hij op water, baobabsap en traditionele medicijnen. Een keertje heeft hij koersgezet naar Mali, maar daar liep hij vast. Hij doet er wat vaag over – een of andere contactpersoon was niet komen opdagen.
Een proeve van niet-functionerend verlangen Als je door de straten van Dakar of Nairobi of Douala loopt, dan zie je ze: goed gekleed, in goedgekozen tweedehands kleren. Vaak godsdienstig, veel Rastafarians; soms vormen ze groepen op mystieke traditioneel-godsdienstige grondslag, zoals de Mungiki in Kenia. Ze bezitten niets en hebben geen vooruitzichten. De meesten hebben een middelbare-schooldiploma. Geld om te trouwen of een onafhankelijk bestaan op te bouwen hebben ze niet. Zou je ze vragen waartoe ze in staat zijn als ze zich er echt voor inzetten, dan hebben ze daarop geen antwoord. We hebben de rellen gezien in Kameroen, Ouagadougou en Senegal. In Kenia gingen miljoenen van hen voor het eerst naar de stembus en in de Riftvallei vormden ze het middelpunt van het geweld. Je hebt jonge Congolezen die zich met vijfduizend dollar op zak naar Angola begeven om scheep te gaan naar Brazilië; ze zijn niet op zoek naar een toekomst voor zichzelf in een van de snelst groeiende economieën ter wereld, maar willen in Brazilië werken om vandaaruit hun weg te zoeken naar Frankrijk. In Rwanda ontmoette ik een vrouw die me vertelde dat ze haar voornaamste bezittingen moest verkopen om haar zoons uit werken te kunnen sturen als ongeschoolde arbeiders in Engeland. De zoons, allen boven de twintig, allen universitair opgeleid, begonnen hun vader te bedreigen. Die wilde niet dat zij ’s avonds uit gingen. Het was een jaar na de genocide en hij stond duizend doodsangsten voor hen uit. Hij bouwde een huis voor ze op zijn erf en vermaande ze: blijf zitten waar je zit. Rond een jaar geleden overnachtte ik in Togo in het huis van een aardige jonge voetballer en zijn moeder, een weduwe. Zijn slaapkamer stond vol met niet-werkende spullen: een kapotte televisie op een plank, een oude 486-computer op een bureau, een set gekleurde pennen waar geen inkt meer in zat. Op het bed na was alles een proeve van niet-functionerend verlangen. ’s Morgens maakte ik mijn bed op en bij het optillen van de matras zag op de planken eronder een geweer liggen, hard en koud. Binyavanga Wainaina (1971, Kenia) is journalist en schrijver. Hij won in 2002 The Cain Prize for African Writing met zijn verhaal Discovering Home. Dit artikel is een bewerking van een stuk dat verscheen op 10 maart 2008 in Mail & Guardian Online.
stemmen
Stammenstrijd? Klassenstrijd! Door Ineke van Kessel.
N
u heeft Afrika democratie gekregen en toch hangt boven het continent ‘een nachtmerrie van onophoudelijke genocidale dreiging’. En anders wel van tirannie, armoede en ziektes. Onder het kopje ‘Cultuurstrijd in een ziek continent’ pakt Afshin Ellian op 26 april flink uit in NRC Handelsblad. Zijn oplossing is een cultuuromslag: als de Afrikaanse cultuur niet verenigbaar is met de democratische rechtsorde, dan moet Afrika maar het waardepatroon van andere culturen overnemen. Het idee dat een maatschappij van cultuur kan veranderen, alsof het gaat om een nieuwe jas, lijkt me een extreme parodie op de maakbare samenleving. Zoals veel collega-commentatoren hanteert Ellian een interpretatiekader waarin alle vormen van conflict en geweld in Afrika worden gezien in termen van cultuur, identiteit en etniciteit. Alsof de problematiek wordt verhelderd door er het etiket ‘stammenstrijd’ of ‘cultuurstrijd’ op te plakken. Cultuur is bepalend
voor de uitingsvormen van een conflict, maar het is zelden een oorzaak. Wie heeft het nog over de goede oude klassenstrijd? De ongelijkheid in de wereld is de afgelopen decennia alleen maar groter geworden en dat geldt ook voor de inkomensverhoudingen binnen Afrikaanse landen. Gemakshalve wordt vaak vergeten dat de burgers van veel Afrikaanse staten tegenwoordig wel mogen kiezen, maar dat het keuzepakket niet voorziet in een eerlijker verdeling. Toch is het verdelingsvraagstuk vanouds de centrale kwestie in de politieke strijd. Verkiezingen in Afrika bieden geen keuze uit partijen met verschillende maatschappelijke visies. Ze lijken meer op een stoelendans van de elite, die beurtelings uit de staatsruif wil grazen. De politieke marges zijn gering voor wie in het internationale spel wil blijven meespelen. Oneerlijke verkiezingen zijn vaak een recept voor geweld, maar eerlijke verkiezingen lossen het fundamentele probleem niet op. De stedelijke elite en de middenklasse in grote delen van Afrika hebben aansluiting gevonden
bij de nieuwste trends van een globaliserende wereld: men surft, shopt en blogt er lustig op los. De stedelijke armen en grote delen van het platteland zijn losgekoppeld van de vooruitgang, maar via de massamedia vangen ze wel een glimp op van het goede leven dat niet voor hen is weggelegd. In de tijd van de Koude Oorlog werd de graaizucht enigszins in toom gehouden door de dreiging van het communisme. Uit angst voor revolutie waren bestuurlijke en zakelijke elites sterker geneigd tot een sociaal contract dat de grondslag legt voor een omsluitende samenleving. Maar de triomfantelijke opmars van het neoliberalisme na 1990 gaat gepaard met massale uitsluiting van armen en ‘overbodigen’. Als deze surplus people dan ook nog in meerderheid jong zijn, ligt het voor de hand dat ze zich niet zonder slag of stoot laten afschrijven. Kortom, een verklaringsmodel dat dimensies als demografie en sociale ongelijkheid toevoegt aan cultuur en etniciteit komt dichter in de buurt van Afrika’s complexe werkelijkheid. Mocht Ellian nog een boekenbon in de la hebben liggen, dan heb ik een aanrader. Ngugi wa Thiong’o’s roman The Wizard of the Crow is de beste politieke analyse die ik in tijden heb gelezen. Ineke van Kessel is historicus en journalist. Ze is verbonden aan het Afrika-Studiecentrum.
Jean-Claude Ngumire (Rwanda), uit: een ongepubliceerde strip. Over de genocide in Rwanda zam africa magazine 02/2008 31
stemmen
Manifest voor nieuwsgierigheid
Zo’n vierhonderd organisaties uit de culturele sector willen meer aandacht voor kunst van niet-westerse origine. De overheid reageert met koudwatervrees. Door Annemieke van Twuijver.
W
ie het hardst brult, brult het eerst Nederland lijkt in de greep van xenofobisch navelstaren, ondanks de paradoxale ontwikkeling dat wat van ver komt, steeds hartelijker welkom wordt geheten in de schappen van Albert Heijn – waar als minst opzienbarend Fremdkörper tussen de ribbelschijfjes en beemsterkaas de op Amerikaanse leest geschoeide snackbucket mag gelden. Het pragmatisch opportunisme van de marktman, die open-minded weet aan welke exotische waar hij kan verdienen, staat in schril contrast met de F-sidementaliteit van de fanatiekste discussianten in het vreemdelingen- en integratiedebat, die – nog nét niet gehuld in brulshirts van Blokker – luidklinkende grenzenop-slot-argumenten in de arena van het publieke debat werpen. De visie van de kunstenaar Maar niemand ontkomt aan geopolitieke invloeden van buitenaf en struisvogelpolitiek heeft nog nooit iets opgeleverd. Rond de vierhonderd instellingen uit de culturele sector pleiten daarom voor een ‘deuren-open-beleid’, dat soepeler toegang moet bieden aan kunst en cultuur uit niet-westerse landen, als tegenhanger voor de ‘luiken-dicht’-strategie van de stemkanonnen. Paul van Paaschen, manager van het Hivos Cultuurfonds, die vorig jaar samen met directeur Gitta Luijten van de Mondriaan Stichting pleitte voor een ‘nieuwsgierigheidsbeleid’, vindt dat de overheid het beter mogelijk moet maken voor de kunstwereld om zich internationaal breder te oriënteren. Hij zegt: ‘De culturele sector begrijpt dat openstaan voor “de anderen” niet alleen een interessante bijdrage levert aan de kwaliteit van artistiek werk, maar ook een rijke aanvulling vormt op onze manier van kijken naar de werkelijkheid, onze preoccupaties
32 zam africa magazine 02/2008
en tradities. Bovendien leven we in een steeds kleiner wordend mondiaal dorp. De rol van kunstenaars overal ter wereld, en hun specifieke visies op hedendaagse vraagstukken, mag daarbij niet worden onderschat.’ Waar zijn de parlementsleden? Op 31 maart jl. tekenden in Den Haag tijdens een grote conferentie honderden organisaties uit de kunst- en cultuursector een ‘Manifest voor Nieuwsgierigheid’, dat streeft naar het ontplooien van meer
‘Veel parlementsleden zijn huiverig om door de neoconservatieve hardliners te worden aangevallen’ activiteiten op het gebied van interculturele samenwerking met niet-westerse landen, al dan niet met financiële overheidsondersteuning. De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken en de minister van Ontwikkelingssamenwerking gaven acte de présence. Veel andere belanghebbenden schitterden echter door afwezigheid: leden van het parlement, hogere ambtenaren van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, professionals uit de ontwikkelingssamenwerking (OS). Paul van Paaschen vermoedt dat deze afwezigheid samenhangt met een gebrek aan draagwijdte voor de diverse politieke agenda’s: ‘Politiek en cultuur mengen als water en olie. Bovendien zijn veel parlementsleden huiverig om door de neoconservatieve hardliners te worden aangevallen op “een softe aanpak”. Het moet inder-
daad ontmoedigend zijn om uren kostbare spreektijd in de Kamer verloren te zien gaan met een zoveelste debat over de dreiging van de islam.’ Wat de OS betreft: ‘De meeste organisaties in de OS houden zich bezig met de millenniumdoeleinden en richten zich nogal eenzijdig op armoedebestrijding. Ze begrijpen (nog) niet dat je met cultuur, en met het investeren in cultuur, ook armoede kunt bestrijden. De effecten van kunst en cultuur in een zich ontwikkelende samenleving zijn aanzienlijk: het stimuleert openheid, scherpt de geest en de mentale slagvaardigheid en verbetert internationale verhoudingen.’ Cultureel shoppen over de Europese grenzen Zal het beoogde nieuwsgierigheidsbeleid wel van de grond komenwanneer zo weinig sleutelspelers in het veld belangstelling tonen? Paul van Paaschen denkt van wel: ‘Die belangstelling is er wél degelijk. We hebben veel positieve reacties gekregen. We moeten dit gewoon tijd geven. Laten we daarbij niet vergeten dat het bijzonder is dat zo veel organisaties in de culturele en ontwikkelingssector een coalitie hebben gevormd en samen een vuist hebben gemaakt voor méér interactie over de Europese grenzen.’ Dat krijgt een vervolg. Volgend jaar overweegt de coalitie een ‘Week van de Nieuwsgierigheid’ te houden, waarvoor zo veel mogelijk, ook gerenommeerde, kunstinstellingen zullen worden uitgenodigd om mee te werken. Annemieke van Twuijver (1971, Nederland) is journalist . Voor meer informatie over de bijeenkomst van 31 maat en het Manifest voor Nieuwsgierigheid, kijk op http:// bijeenkomst.krachtvancultuur.nl.
stemmen Journalistiek in Afrika
Altijd weer de stumpers
De illustraties op pagina 29, 31 en 33 zijn afkomstig uit de tentoonstelling Picha, gewijd aan de Afrikaanse strip. Tot 31 augustus in het Afrika Museum in Berg en Dal. www.afrikamuseum.nl
Door Evelien Groenink.
H
et was ontroerend om Seymour Hersh te ontmoeten. Op een journalistenbijeenkomst in Johannesburg sprak hij over wat hem dreef. Zelfs de Zuid-Afrikaanse oude rotten, toch niet de minsten waar het gaat om hard news, pinkten een traantje weg. De beroemde Amerikaanse onderzoeksjournalist en oorlogscorrespondent sleepte ooit een Pulitzer Prize in de wacht omdat hij zich door stapels taaie defensiedocumenten heen worstelde, achternamen van soldaten in het telefoonboek opzocht en zodoende de genocide in het Vietnamese dorp My Lai aan het licht bracht. Zijn serie over mensenrechtenschendingen in de Abu Ghraib-gevangenis in Irak, gepubliceerd in The New Yorker, deed Ground Zero opnieuw op haar grondvesten schudden – maar nu vanaf de bodem. Ik vertelde hem hoe je in de meeste landen op het Afrikaanse continent ook alleen verder komt als je door vurige passie wordt gedreven. Dat het antwoord krijgen op een simpele vraag vaak een week werken, aandringen en smoezen betekent. Afrikaanse regeringen en bedrijven (multinationals) zijn net zo weinig als het Amerikaanse ministerie van Defensie in de jaren zestig, geporteerd van het geven van informatie. ‘Maar je kunt in Afrika toch helemaal geen journalistiek bedrijven’, antwoordde Hersh verbaasd. ‘Je wordt al bedreigd en gemarteld als je het probeert.’ Toegegeven, Afrikaanse achtergrondjournalisten en opiniemakers hebben het in de gepolariseerde politieke situaties van dit continent soms zwaar te verduren, maar er zijn talloze collega’s die in Tanzania en Nigeria, Angola en Kenia, in de DRC en zelfs in Zimbabwe belangwekkend werk verrichten. Ze zijn misschien niet in de meerderheid, want het is voor een journalist in Afrika lucratiever om over soapsterretjes te schrijven, of over voetbal, of over vijandjes en vriendjes van de hoofdredacteur. En degenen die het journalistieke métier serieus omarmen,
Mohammed Nadrani (Marokko), uit: Les Sarcophages du Complexe. Over zijn gevangenschap onder het bewind van koning Hassan II
doen het soms omdat ze Don Quichot-achtige neigingen hebben. Maar ze bestaan wel. En ze bedrijven wel degelijk journalistiek. Ik zei dus tegen Seymour Hersh dat hij ongelijk had. Hij vond het maar moeilijk te geloven. Hij had nog nooit van goede journalisten in Afrika gehoord. Het beeld wordt in het Westen, begreep ik, nu eenmaal bepaald door hulporganisaties voor vervolgde journalisten en niet door het werk van bijvoorbeeld Charles Rukuni (Zimbabwe), Gérard Guedegbe (Benin) en Suzana Mendes (Angola). Op de gastenlijst van een internationale journalistieke conferentie kom ik weer twee stumpers tegen: een man wiens eenmanskrantje
gesloten werd omdat hij een intieme foto van een vrouwelijke minister publiceerde en een man van wie ik op het internet alleen maar pamfletten tegen marteling kan vinden. Hoe belangrijk het ook is om tegen marteling te ageren: is het nu echt nodig om de Afrikaanse journalistiek steeds maar weer terug te brengen tot enkele voorbeelden van zieligheid? Evelien Groenink (1960, Nederland) is onderzoeksjournalist en woont in Centurion, ZuidAfrika. Ze schreef de boeken Wonderland en Dulcie. Een vrouw die haar mond moest houden (Uitgeverij Atlas). Ze werkt als coördinator van het Forum for African Investigative Reporters, www.fairreporters.org.
zam africa magazine 02/2008 33
farid esack
het beeld van de ontoonbare oom hadden willen onthouden. We hadden het niet over ooms waanzin, die wel degelijk in de familie zit. Waanzin komt in onze familie veel voor, al generaties lang, maar dat zeggen we er niet bij.
Column De schaamte voorbij
S
inds mijn terugkeer uit het buitenland, twee dagen terug, zit ik verstopt in mijn Kaapstadse appartement. Buiten is het koud en miserabel, een werkelijkheid met ontwikkelingen die ik liever helemaal niet zie. Maar ondanks mijn tegenzin heb ik weinig keus: ik moet erover schrijven.
FOTO: GEERT SNOEIJER
Ik was in Londen op een vergadering over de campagne tegen vrouwenbesnijdenis. Ik was in Cairo voor de herdenking van de ‘Nakba’, de ‘ramp’, zoals de Palestijnen de stichting van Israël in 1948 ervaren. Ik was in Amsterdam op een training over islam en aids. En toen kwam ik thuis in een Zuid-Afrika waar niet alleen het weer de laatste weken ijskoud is, maar het hele klimaat tegenover iedereen die niet blank is en niet Zuid-Afrikaan. Een klimaat waarin Zuid-Afrikanen onuitsprekelijke misdaden begingen tegenover mensen uit buurlanden. Net als zo veel anderen verkeer ik inmiddels in een staat van wanhoop en moedeloosheid. Meer dan zestig doden. Tienduizenden dakloos net nu de regen en kou neerdalen. En dan de methodes gebruikt bij enkele van de moorden: de ‘necklace’ is terug… De ‘necklace’, de krankzinnige oom van de bevrijdingsstrijd, die oom waar we niet mee voor de dag konden komen en die we verstopt hielden, in de kelder. Oom brak uit en hij staat ineens patsboem in de huiskamer, net als we bezig zijn ons internationale bezoek mooie verhalen te vertellen over wat een prachthuis dit is, en over hoe goed we zelf bezig zijn met internationaal onze wijsheid te verspreiden over vrouwenbesnijdenis, aids en solidariteit met de Palestijnen… Natuurlijk verklaarden we direct hoe gegeneerd we waren, en dat we het bezoek zo graag 34 zam africa magazine 02/2008
Het heeft allemaal niets te maken met ‘mysterieuze machten van buiten’ of een specifieke groep criminelen. Natuurlijk zijn stelen, slaan, martelen en moorden misdaden, maar de schuld schuiven op een groep criminelen is, weer eens, deel van onze gebruikelijke dans van escapisme en afleiding. Criminelen en misdaad zijn verweven met de stof van het dagelijkse leven in onze samenleving. Wanneer leren we nu eens op te houden met het zoeken naar een zondebok buiten onszelf? Wij zijn de ‘normale samenleving’, en ‘ZIJ zijn het, niet WIJ’: hou toch
Zuid-Afrika is geen wonderland op. Zo zijn eerder mensen met hiv al gestigmatiseerd, en buitenlanders. De schande om ons heen is onze schande. Ze is het product van honderden jaren door de modder halen van mensen en menselijke waardigheid, en van ons falen, nog steeds, om eens iets te doen aan armoede en werkeloosheid. En wat wordt er gedebatteerd over de vraag of onze regering ‘het’ al of niet aan had kunnen zien komen. Trevor Manuel, minister van Financiën, vergeleek het geweld zelfs met de aardbeving in China. ‘Rampen, of ze nu natuurlijk zijn of het resultaat van mensenwerk, verrassen nu eenmaal altijd’, zei hij. Wat echter niet verrassend is, is het feit dat het altijd de armen zijn die het meest te lijden hebben van rampen. Zo onvermijdelijk als rampen misschien zijn: er is niets onvermijdelijks aan de gevolgen ervan. Zie het volgende fragment uit de International Herald Tribune.
‘De vernietiging van de Xinjian Lagere School was snel en totaal. Honderden kinderen werden doodgedrukt tussen de verbrijzelde vloer en een lawine van bakstenen en cement. Rouwende ouders troffen, dagen later, alleen nog maar een berg gruzelementen aan. De gebouwen vlak naast en tegenover de school waren echter nauwelijks beschadigd. Een crèche op zes meter afstand had geen barstje opgelopen en het hotel van tien verdiepingen, ook vlakbij, stond er ook nog. Een tweede lagere school, eveneens in deze buurt – een luxe school voor kinderen van de elite – stond er nog zo goed bij dat het als opvangcentrum was ingericht. “Dit is geen natuurramp”, zei Ren Yongchang, die zijn negenjarige zoontje verloor. Yongchangs handen, vol cementpoeder, hielden een stalen rib van een vergruizelde pilaar omhoog. “Dit is geen goed staal. Het is van ondeugdelijke kwaliteit. Ze hebben ons onze kinderen afgenomen”, huilde hij.’ Natuurlijk vielen onze doden in Du Noon en Alexandra township, en niet in Sandton en Rondebosch. Het verhaal van Xinjian is niet compleet zonder het verhaal van de eliteschool, en het verhaal van Bagdad en Beiroet niet zonder Londen, New York of Amsterdam. Het eerste deel van de vergelijking is het onzichtbare verhaal van corruptie, onrecht en onverschilligheid; het tweede deel is het, stukken meer zichtbare, verhaal van succes, diversity management en vooruitgang. Het eerste is overwegend zwart, het tweede wit. We kunnen ons schamen en generen zo veel we willen – en dat moet ook – maar de schande is en blijft die van ons. Oom, en wat hij is en doet, zijn deel van onze familie. Zuid-Afrika kan de wereld nog steeds een verhaal vertellen. Maar er is niets unieks aan.
Vertaling: Evelien Groenink. Farid Esack (1959, Zuid-Afrika) is moslimtheoloog en genderdeskundige. Hij is verbonden aan de Harvard Divinity School (VS) en de Treatment Action Campaign (ZA). In 1997 schreef hij het baanbrekende en nog steeds actuele boek Qur’an, Liberation and Pluralism. An Islamic Perspective of Interreligious Solidarity Against Oppression (Uitgeverij Element Books). Momenteel doet hij onderzoek naar de progressieve islam.
(advertentie)
27.06.08 - 30.09.08
Stedelijk Museum CS
SNAP JUDGMENTS
www.stedelijk.nl
Oosterdokskade 5 1011 AD Amsterdam
Open daily: 10 am – 6pm Dagelijks open: 10 – 18 uur
This exhibition was organized by the International Center of Photography with lead support from Altria Group, Inc., and the ICP Exhibitions Committee. Additional funding was generously provided by The Andy Warhol Foundation for the Visual Arts, Christian K. Keesee, Roberta and Steven Denning, Eni S.p.A., Marjorie G. and Jeffrey A. Rosen, Artur Walther, Association Française d’Action Artistique, Robert Scully and Nancy Peretsman, Meryl and Robert Meltzer, Andrew and Marina Lewin, Jane K. Lombard, Prince Claus Fund, the Government of Flanders, Mondriaan Foundation, Pamela and Arthur Sanders, and the British Council. Support for the exhibition catalogue has been provided by the Elizabeth Firestone Graham Foundation.
New Positions in Contemporary African Photograp hy Nontsikelelo “Lolo
” Veleko, Cindy and
Nkuli, from “Beauty is in the Eye of the Beholder,” Johannesbu © Nontsikelelo “Lolo rg, 2003-04 ” Veleko / Internation al Center of Photo graphy.
Ontwerp: René Put
Nieuwe standpunt en in hedendaagse Afrikaanse fotogra fie
Druk: robstolk®
SNAP JUDG MENTS
Van ideologie naar idols
Na de dekolonisatie zagen West-Afrikaanse landen muziek als hét instrument voor nation building. Inmiddels zijn de rijke klanken van highlife swing verruild voor formulebeats van couper-décaler. Tekst: Bram Posthumus
36 zam africa magazine 02/2008
FOTO: KAMBOU SIA/AFP
Een avond couper décaler ter ere van grondlegger Douk Saga, Abidjan, Ivoorkust
zam africa magazine 02/2008 37
FOTO: KAMBOU SIA/AFP
T
ik...tik..tiktik-tik-tik. Een standaard computerbeat, in eindeloze herhaling, elke twee seconden opnieuw. Voeg daaraan toe een keyboardpartij, een baslijn en tweestemmige zang. De teksten gaan over weglopende liefjes of over het feit dat iedereen doodmoe is van de nationale politiek, welke die ook moge zijn. Een ander thema is Het Mislukte Avontuur in het buitenland, meestal Europa. Hoesje eromheen, naam erop van de dj die het allemaal heeft bedacht et voilà: alweer een schijf klaar voor de disco’s, de autobussen, de Idols-talentenjachten en de populaire radiostations van Abidjan en wijde omgeving. De muziek heet couper-décaler (knip ‘m-smeer ‘m). Ze heeft zich als een bosbrand verspreid over heel West-Afrika. Het enige dat qua populariteit in de buurt komt van deze low cost dansmuziek is zouk, een lome syncope uit de Franse Antillen die per strekkende meter wordt gefabriceerd in Parijs. En dan is er nog een beetje ruimte voor de stuwkracht van de reggae, met als allernieuwste ster de imposante Ivoriaan Tiken Jah Fakoli. Maar verder is het knippen en smeren dat de klok slaat: zelfs
38 zam africa magazine 02/2008
Dansstijl Couper Decaler, Abidjan, Ivoorkust
de Congolese kwassa kwassa is weggevaagd. Bij die laatste grote pan-Afrikaanse dansmanie kwamen er in ieder geval nog echte drums, gitaren en blazers aan te pas.
Eenduidige boodschap
De eer van de couper-décaler-rage valt toe aan een land dat niet bepaald bekend staat als West-Afrikaans muzikaal zwaargewicht. Maar er zijn een paar oorzaken aan te wijzen die Ivoorkust tot bron hebben gemaakt van de nieuwste muziektrend. Een neergaande economie. Een serie politieke rampen, waaronder een staatsgreep. En vooral: een burgeroorlog die het land eind 2002 doormidden knipte, met ‘rebellen’ in het noorden en ‘regeringspatriotten’ in het zuiden. Beide groeperingen spannen muziek voor hun politieke karretje. De rebellen hebben de reggae-radikalinski Fakoly geadopteerd, zonder diens toestemming overigens. En de patriotten bedachten een gouden formule: eenvoudig te consumeren dansmuziek met de eenduidig op te vatten boodschap ‘Handen af van Ivoorkust!’, compleet met gelikte video’s, veel bling, lekkere wijven en dure auto’s.
FOTO: ANZENBERGER/HOLLANDSE HOOGTE
Er wordt geopperd dat de term couper-décaler een verwijzing is naar de gewelddadige splitsing van het land (een décalage die tergend langzaam ongedaan wordt gemaakt, maar dat is een ander verhaal). Een andere theorie over het ontstaan van de naam verwijst naar de activiteiten van een weinig scrupuleuze minderheid onder de talrijke Ivorianen in Parijs. De betreffende groep hield zich bezig met fraude, daarbij ruimhartig gebruikmakend van gestolen creditcards, een activiteit die in dievenjargon bekendheid geniet als couper. Met de verkregen buit smeerden ze ‘m naar Abidjan (décaler), om daar genereus een schare aanbidsters te fêteren op rijkdommen (dit heet dan travailler). Tot het geld op was, natuurlijk.
Straatbeeld Abidjan, Ivoorkust
Muziek van staatswege
Zet de kalender zo’n vijftig jaar terug. WestAfrika is in rap tempo bezig onafhankelijk te worden. Ghana in 1957, gevolgd door Guinee een jaar later. Tegen het eind van 1960 is het koloniale tijdperk, althans politiek gezien, voorbij. Ghana had al een eigen muzikaal handschrift ontwikkeld: highlife, een mengeling van swingende brassband uit de Cariben, jazz uit Noord-Amerika, palmwijnmuziek uit Sierra Leone en lokale percussie. Het resultaat is een fijne swing met gitaar, zang, ontspannen ritmes en breed uitwaaierend koper. Niet voor niets domineerde highlife decennialang Engelstalig West-Afrika. In francofoon West-Afrika, met name Guinee, Mali en Burkina Faso, nam de staat de muzikale dekolonisatie voortvarend ter hand. Franse chansons werden aan quota’s gebonden. Er kwam geld voor onderzoek naar de eigen roots en er kwamen wedstrijden tussen bands, eerst lokaal, toen regionaal en ten slotte nationaal. De winnaar werd het Nationale Orkest – tot de volgende wedstrijd. Ooit liep een voetbalstadion in Bamako vol voor een wedstrijd tussen de twee beroemdste bands van Mali, Les Ambassadeurs en de Rail Band met een jonge Salif Keita in een sterrol. Het werd gelijkspel.
Muzikale goudmijn
De Malinezen en Guineeërs zaten op een muzikale goudmijn. Opnieuw gevonden (of nooit verdwenen) lokale melodieën werden op elektrische gitaar overgezet, uit Cuba kwam de
salsa overwaaien die symbiotisch een plek vond in de nieuwe mix. De Zuid-Afrikaanse diva Miriam Makeba nam haar eigen cultuur mee naar Guinee, waar ze jarenlang verbleef, optrad en platen maakte. Het Londense platenlabel Sterns maakte van Makeba’s West-Afrikaanse tijd een mooie compilatie in de vorm van een cd: The Guinea Years. Het was een korte maar hevige periode van explosieve creativiteit. De orkesten waren groot. Arrangeurs maakten dankbaar gebruik van de mogelijkheid om desgewenst vijf percussionisten, drie gitaristen, vier blazers, een drummer en twee of drie zangers op de bühne te zetten. Geld speelde geen rol en alles kon, behalve het staatshoofd bekritiseren. ‘Kom daar nu maar eens om’, hoor je oude muzikanten tegenwoordig klagen in de Guinese hoofdstad Conakry, waar ze hun herinneringen levend proberen te houden in de laatst overgebleven ‘echte’ muziekclub.
Massaal aan de beatbox
De bloei kwam halverwege de jaren tachtig tot een halt. Eerst overleed de Guinese presidenttiran Sékou Touré en met zijn verscheiden
Uit Mali
Les Ambassadeurs zijn need-toknow voor de muziekliefhebber. Welke cd u ook kiest, zorg dat het nummer ‘Mandjou’, een door de heel jonge Salif Keita gezongen ode aan de Guinese president Sékou Touré, erop staat. De Rail Band maakt nog altijd nieuwe cd’s. ‘Sundiata’ is hun versie van het gelijknamige klassieke Malinese epos.
Hedendaags
Muzikanten: Magic System (‘Premier Gaou’ is het ‘oernummer’ van de couper-décaler). Cd’s: compilaties van het ‘Best Oftype’.
Lezen
Rough Guide to World Music (editie 2007): heeft zo ongeveer alles wat u ooit wilde weten over Afrikaanse muziek en wat u nooit hebt kunnen vragen omdat u het nog niet wist. zam africa magazine 02/2008 39
FOTO: KAMBOU SIA/AFP
Uit Guinee
FOTO: KRIS PANNECOUCKE/HOLLANDSE HOOGTE
Straatverkoop CD’s, Abidjan, Ivoorkust
stortte de staatsgeleide muziekindustrie in. In Mali, Burkina Faso en elders werden de staatsbijdragen ook steeds minder, deels onder politieke druk en deels omdat er gewoon geen budget meer was voor een muzikale infrastructuur met clubs, wedstrijden, radiostations, opnamestudio’s, platenfabrieken en een distributienetwerk. Ghana bevond zich al bijna twintig jaar in politiek noodweer en dat had zijn uitwerking op de muziekscene niet gemist. Wie kon, vertrok naar de hoofdsteden van de voormalig koloniale mogendheden. Muzikanten vestigden zich in Parijs of Londen – en zo maakte de rest van de wereld dan eindelijk kennis met de wonderen van de West-Afrikaanse muziek. Vreemde ironie: terwijl Ghana, Mali, Guinee en de buren hun muziekindustrie zagen instorten, werd de term ‘wereldmuziek’ bedacht als marketingconcept. Een van de eersten die daarvan profiteerden was Salif Keita, de man die in Mali een ster was maar onbekend bleef in zijn geadopteerde woonplaats Parijs. Totdat zijn eerste soloplaat uitkwam in 1986: Soro is nog altijd een monument voor het gelukkige huwelijk tussen diverse Malinese tradities en westerse technologie. En een bestseller. Op zijn beurt bezocht die technologie het Afrikaanse continent. Net als in Europa begon hier de zware concurrentieslag tussen live artiesten en dj’s. De laatsten hebben het pleit in hun voordeel beslecht. Verwonderlijk is dat niet: geld bepaalt in een vrije markt ook de muzikale koers. Dit geldt misschien dubbel in een samenleving waar dansmuziek een integraal 40 zam africa magazine 02/2008
onderdeel vormt van het dagelijks leven, net als permanent geldgebrek. Dansorkesten zijn prachtig om naar te kijken en te luisteren. Ze zijn tevens schreeuwend duur. Dus ging Ghana in de jaren negentig massaal aan de beatbox en creëerde een stijl die bekend staat als hip-life, een mix van hip-hop en highlife, snel gemaakte formulemuziek die weinig kost en goed verkoopt. En buurland Ivoorkust raakte tien jaar later in de ban van couper-décaler.
Het slokakkoord van Céline Dion
De meer dan veertig dansstijlen die de couperdécaler-rage in zijn indrukwekkende vaart meesleurt, hebben weinig heel gelaten van het muzikale landschap in West-Afrika. Senegal (Dakar, St. Louis) en Mali (Bamako, Ségou) hebben een klein circuit van clubs weten te conserveren, waar bands nog live kunnen optreden. In Burkina Faso en Guinee ligt dat moeilijker: te weinig geld en dus te weinig vraag naar levende muziek. Een enkele club houdt het nog vol in Conakry en, o wonder, het oudste vrouwenorkest van Afrika, Les Amazones de Guinée, brachten begin 2008 hun derde cd uit. In veertig jaar. Al zal de gemiddelde burger hun liederen niet horen in de langeafstandsbus. Daar wordt het elektronische getik-tik slechts afgewisseld met het alhier onbegrijpelijk populaire gesnerp van Céline Dion, een geluid dat muziekjournalist Tom Reynolds ooit memorabel omschreef als ‘het neerstorten van een DC10 op het dak van je eigen huis’.
Bembeya Jazz is misschien wel de bekendste en zeker de beste band uit Guinee. De groep werd opgericht in 1961 en won diverse keren de titel Nationaal Orkest. Ze spelen nog steeds. Er zijn een paar prachtige verzamelalbums verkrijgbaar; zoals The Syliphone Years (Sterns). Balla et ses Balladins, een concurrerende groep, kent twee verzamelingen. Bij het Duitse label popular african music (pam): Objectif Perfection. En sinds mei een tweede en uitgebreidere collectie bij Sterns. Horoya Band heeft één verzamelcd, die het resultaat is van een hoop zoek- en graafwerk door één Nederlandse muziekgek (Dakar Sound). De dubbel-cd Authenticité (Sterns) is een prachtige staalkaart van regionale orkesten van Guinee in de jaren zestig en zeventig.
Highlife
Niet te missen namen: The Ramblers, A.B. Crentsil, E.T. Mensah, Eric Agyeman. Ze staan allemaal wel op een compilatie of hebben een eigen ‘Best Of’. Cd’s: Vintage Palmwine, Classic Highlife.
Websites
www.sternsmusic.com www.cdroots.com/pam www.dakarsound.nl www.calabashmusic.com www.radioafrica.com.au
column
Prudence Mbewu Arme blanken e hebben sinds kort een ‘poor white’ kind op mijn school. Haar ouders zijn arm, ze zien er slordig en uitgezakt uit, met ongekamd haar. De moeder doet niet eens haar best om haar dochtertje wat op te fleuren. Het is heel zielig, maar zelfs het kleintje ziet er al net zo groezelig en onaantrekkelijk uit. Ze doen echter wel hun uiterste best om het schoolgeld voor onze dure privéschool te betalen. Ze willen kleine Laura natuurlijk niet naar school sturen in een arme buurt, waar het vol zit met zwarten.
Ik ben het immers zelf die een liefdadigheidsgeval hoort te zijn
Ik heb medelijden met ze. Laura heeft vaak zelfs niet genoeg eten in haar lunchpakketje. Mijn hart breekt als ik dat zie. Ik vroeg mijn schoolhoofd of we Laura’s schoolgeld niet konden kwijtschelden, dan konden ze tenminste eten kopen. Maar het schoolhoofd zei nee, en dat niemand Laura’s ouders had gedwongen om hun kind op onze school in te schrijven. Daarna vroeg ik twee moeders om hulp voor Laura. Als ze maar een donatie van twintig rand per maand zouden geven, dan zou ik dat zelf ook doen. Dan had Laura tenminste af en toe een saucijzenbroodje in haar trommeltje. Want ik merkte dat het kind onder de situatie leed. Ze was trots, als je haar een sandwich aanbood zei ze nee. Maar ze pikte uit de andere lunchpakketjes als je even niet keek. Maar de moeders waren al net zo hard als het schoolhoofd. Waarom kon Laura’s moeder niet een bedrijfje aan huis beginnen, jam maken en koekjes bakken? Maar als je Laura’s moeder
kent, dan weet je dat dat niets wordt. Ze heeft geen initiatief. Zij is het soort blanke waarvan je denkt: waar was jij toen alle andere blanken rijk werden van de apartheid? Het schoolhoofd en de blanke moeders geneerden zich voor Laura’s familie en ze konden niet begrijpen dat ik medelijden met hen had. Het was de omgekeerde wereld, dat ik om een schoolbeurs voor de ouders stond te vragen. Ik ben het immers zelf die een liefdadigheidsgeval hoor te zijn. En laten we wel zijn, mijn eigen kinderen gaan naar goedkope staatsscholen. Waarom maakte ik me toch zo druk om Laura? Ik moest toegeven dat ik me waarschijnlijk net zo zou gedragen als het hier een zwarte familie betrof. Ik zou zeggen: Ben je gek? Waarom moet je per se met je kind naar deze dure school toe, doe normaal! Ik denk dat ik Laura’s situatie niet kan verdragen omdat blanken naar mijn gevoel te zacht zijn voor zo’n hard leven. Mlungu’s moeten vlaflip eten en geen droog brood, daar kunnen ze niet tegen! Tegelijkertijd laat mijn schoolhoofd zich in de luren leggen door een zwarte familie. Buhle’s ouders hebben allebei een goede baan, die kunnen best het schoolgeld betalen, maar ze doen het niet. Ze maken gebruik van het blanke schuldgevoel. Buhle is het enige zwarte kindje op onze school. Grutjes, die ga je toch geen advocatenbrief sturen? We voelen blijkbaar eerder medelijden met zielig volk buiten onze eigen groep. Tegenover onze eigen mensen zijn we een stuk harder. Want die kennen we. Prudence Mbewu is onderwijzeres in Centurion, Zuid-Afrika
zam africa magazine 02/2008 41
Wereldevenement in T met Daby Touré ge lu i de n Onder redactie van Bram Posthumus
bladeren
In 2007 werden tegelijkertijd twee nieuwe Nederlandse wereldmuziekbladen gelanceerd, die na een kort zelfstandig bestaan besloten samen verder te gaan, vooralsnog onder de naam Mixed Beyond. Beide bladen houden nog even hun oorspronkelijke websites intact, die vol staan met agenda’s, concertinformatie, links naar festivals en nog veel meer. De adressen: www.mixedmagazine.nl en www.beyondmagazine.nu.
browsen
Gratis nieuw uitgebrachte muziekalbums beluisteren kan op VPRO’s Luisterpaal, http://3voor12.vpro.nl/luisterpaal/. De site biedt regelmatig Afrikaanse muziek aan, zoals onlangs de verzamel-cd Vampisoul goes to Africa uit de Afrobeat Nirvanaserie van het label Vampisoul/Sonic Rendezvous.
42 zam africamagazine 02/2008
De Twentse gemeente Hertme is voor de twintigste keer gastheer van het meest sympathieke festival in Nederland (5 en 6 juli). Nee, maak daar Europa van. Hertme is een gehucht onder de rook van Hengelo, waar Rob Lokin een huisartsenpraktijk heeft. Lokin liep tijdens zijn reizen in Tanzania en Kameroen een Afrikaans muziekvirus op, dat in 1988 de eerste editie van het Afrika Festival tot gevolg had. Hertme had daarvoor een geschikte plek: een openluchttheater waar een pastoor passiespelen liet opvoeren toen nog iedereen in God geloofde. Nu komen elk jaar duizenden bezoekers kijken en luisteren naar een mooi mengsel van traditie
en moderniteit. Het festival biedt niet alleen optredens maar ook een markt en een catering van Ghanese, Nigeriaanse en Surinaamse herkomst, alsmede van de plaatselijke patatboer. Voor dit jubileumjaar staan onder meer geprogrammeerd: Terakaft (collega’s van Tinariwen, zie de vorige ZAM), de Kaapverdiaanse zangeres Lura, Alèmayéhu Eshèté (de Ethiopiër die van James Brown een muzikale inwoner van Addis Abeba maakte) en zanger Daby Touré uit Mauritanië. Afrika Festival op 5 en 6 juli in Hertme. www.openluchttheaterhertme.nl Daby Touré werd geboren in Mauritanië, woonde in Senegal en leeft tegenwoordig in Parijs. Alles wat hij hoort, haalt hij in zijn hoofd door een mengmolen. Wat
net uit
FOTO: YORK TILLYER/REAL WORLD RECORDS
Twente
festivals
eruit komt, is te horen op zijn twee tot nu verschenen cd’s Diam en Stereo Spirit. West-Afrikaanse melodieën, westerse pop, jazz, reggae; ze komen samen in liedjes die verrassen of soms iets te veel voortkabbelen, afhankelijk van de smaak van de luisteraar. Touré kan zijn publiek in ieder geval op het verkeerde been zetten, mede door zijn niet-gelukte poging een nieuwe wereldhit à la ‘Seven Seconds’(van Youssou N’Dour en Neneh Cherry) te maken. Maar: een prachtige stem en goed gitaarspel, daar kunnen de meningen niet over verdeeld zijn. Meer informatie over zijn muziek is te vinden op de website van Real World Records, een Britse organisatie die in het leven werd geroepen door zanger Peter Gabriel, www.realworldrecords.com.
Bij de Zuiderburen Het eerbiedwaardige Sfinks Festival biedt een weekeinde met concerten, muzikaal circus en straattheater, een club-comedynacht, non-stop cultuurdocumentaires en een kidzdorp. Te zien zijn onder meer: The Garifuna Collective & Umalali uit Belize – ‘vrouwengezangen met Afrikaanse roots’ – en Werrason uit Congo: ‘na 20 jaar vedettestatus in Congo maakt hij eindelijk de overstap naar de wereldmuziekscene’. Exclusief concert voor Europa in 2008. Sfinks Festival in Molenveld Boechout (bij Antwerpen) van 25 tot en met 27 juli, www.sfinks.be.
Toumani Diabaté, The Mandé Variations (Nonesuch) Toumani Diabaté is vermoedelijk de grootste kora-virtuoos op aarde. Misschien dat hij het zich daarom kan permitteren om meer dan twintig jaar voorbij te laten gaan voor de release van een nieuw soloproject op het karakteristieke WestAfrikaanse snaarinstrument, de kora. Op The Mandé Variations gaat hij met muzikale tradities aan de haal. Nu eens denk je op Java te zijn beland, vervolgens lijkt het alsof de geest van John Coltrane is nedergedaald op de snaren. Als rustpunten zijn er dan altijd nog de onverslijtbare traditionele stukken.
Mbilia Bel, Bel Canto (Sterns) Kinshasa, jaren tachtig. Twee grote orkesten beconcurreren elkaar tot bloedens toe met de beste muzikanten, de beste platen, de beste liveacts. Het zijn TPOK Jazz van de legendarische Franco en Afrisa International van Tabu Ley Rochereau. Franco leek altijd te winnen, totdat Ley ineens een troef uit de kast toverde die hem jarenlange roem zou bezorgen: zangeres Mbilia Bel. Deze dubbel-cd brengt haar hits bij elkaar, van Mpeve ya Longo (waarmee het begon) tot Contre Ma Volonté, de titel van haar laatste album met Afrisa. En waarom hield het op? Welnu: de bandleider en de zangeres waren enige tijd getrouwd toen de bandleider een andere zangeres wilde – en daar was de vedette niet van gediend. Einde oefening en met de carrière van Bel en Ley is het daarna ook nooit meer goed gekomen.
zam africa magazine 02/2008 43
FOTO: PHILIMON BULAWAYO/REUTERS
EXIT
44 africa magazine 02/2008
africa magazine 02/2008 45
Zeven halve waarheden over Zimbabwe en één hele Tekst: Bart Luirink.
r lijkt geen einde aan te komen. Het Zimbabwaanse drama sleept zich al meer dan tien jaar voort. Maar eenvoudige oplossingen bestaan niet. Het nieuws over Zimbabwe van een paar dagen: Mugabe arresteert oppositieleiders, Mugabe muilkorft de media, Mugabe mobiliseert jeugdmilities. Het is voorwaar geen sinecure voor een man van 83. Maar is de president van Zimbabwe wel de fulltime onderdrukker waarvoor hij wordt aangezien? Of ontneemt deze fixatie op één man het zicht op een veel ingewikkelder werkelijkheid? Het laatste, natuurlijk. Toch overheersen gemeenplaatsen en platitudes, ook internationaal, het debat over Zimbabwe. Dit vooropgesteld: de man is een engerd die we liever vandaag dan morgen zien ophoepelen. Onder zijn bewind werd al in de eerste jaren na de onafhankelijkheid hardhandig afgerekend met concurrerende bevrijdingsbewegingen. Onderzoekers schatten het aantal slachtoffers van deze klopjacht in Matabeleland op twintigduizend. In de 28 jaar dat hij nu aan de macht is, lieten verschillende critici, maar ook eigenzinnige kameraden uit de strijd voor onafhankelijkheid, onder verdachte omstandigheden het leven. In 1995 opende hij het jachtseizoen op de homo’s (‘erger dan honden en varkens’) in zijn land. Enkele jaren later werden boeren en landarbeiders de kop van jut. Maar denken dat het probleem is opgelost door dat ene poppetje 46 africa magazine 02/2008
omver te blazen, is de eerste halve waarheid in dit verhaal.
1
Mugabe weg, Zimbabwe gezond. Het is maar de vraag of Mugabe ooit het leiderschap ambieerde. De man was onderwijzer in Ghana en ze moesten, volgens zijn biografe Heidi Holland, nog heel wat druk uitoefenen om hem naar Zimbabwe te krijgen en op de troon te hijsen. ‘Ze’ zijn de commandanten van de bevrijdingsstrijd die na de onafhankelijkheid in 1980 het bevel over de veiligheids- en inlichtingendiensten gingen voeren. Ze vormen een elite die het zich in post-koloniaal Zimbabwe goed heeft laten smaken. De revolutionaire retoriek, vaak verwijzend naar de chimurenga, de bevrijdingsstrijd, overheerst, maar het gedrag is dat van gewetenloze graaiers die zich in de afgelopen decennia mateloos hebben verrijkt. Mugabe zit op hun troon en is de vertegenwoordiger van hun belangen. Valt Mugabe, dan vallen zij. Willen zij dat hij blijft zitten, dan blijft hij zitten. Het is deze kliek die zich nu met hand en tand verzet tegen het overdragen van de macht. Sommigen lijken bereid tot machtsdeling omdat ze denken dat hun belangen op langere termijn daarmee beter zijn gediend. Anderen ontketenen gruwelijk geweld, vooral tegen mensen die in mei op de ‘verkeerde’ partij stemden, met het doel om tijd te rekken. Zodat vermogens op buitenlandse rekeningen kunnen worden geparkeerd.
2
Mugabe wil tot zijn dood regeren. Niet waarschijnlijk. Na de verkiezingen in mei gonsde het in Harare van de geruchten. De president zou het land al hebben verlaten. Hij zou zich van een veilige aftocht naar Maleisie hebben verzekerd. Hij zou hebben aangeboden
om terug te treden. Hij zou het vertrouwen in zijn eigen partij ZANU-pf volledig hebben verloren. Waarnemers die nauwe contacten onderhielden met Mugabe’s inner circle zijn ervan overtuigd dat hij niet langer een obstakel op de weg naar herstel van de democratie vormde. Maar zijn coterie dwong hem om terug te vechten. Waarom? Zie 1.
3
Waarom grijpen we niet in? Vorige week nog: een mevrouw belt de redactie van dit tijdschrift om te melden dat haar Zimbabwaanse vriendin op bezoek is en angstaanjagende verhalen vertelt over de terreur in haar land. ‘Waarom grijpen we niet in? Waarom gaan we wel naar Irak en Afghanistan en niet naar Zimbabwe?’ De vraag stellen is het antwoord geven, want moet er van Zimbabwe dan ook een nog grotere puinhoop worden gemaakt? Bovendien vragen de bewegingen voor democratie en de oppositie in Zimbabwe niet om een bezetting van hun land. Ze verlangen internationale druk op het regime, sancties wellicht, een reisverbod voor de machthebbers, een actievere rol van Zuid-Afrika, maar geen militair ingrijpen.
4
Waarom komen de mensen niet in opstand? ‘Wij zouden dat zelf namelijk onmiddellijk doen’, zo lees je soms van de gezichten van mensen die zich verbazen over het gebrek aan activisme van de Zimbabwanen. Maar zouden we dat wel? Door de economische malaise hebben enkele miljoenen Zimbabwanen het land verlaten. Ze zijn vaak goed opgeleid, zeg maar het soort mensen dat het voortouw neemt in verzet. Bovendien is de opstand tegen het kolonialisme in het collectieve geheugen van de Zimbabwanen gemetseld. Die duurde vele jaren en was zeer gewelddadig. De Zealous Scouts bijvoorbeeld, de keurtroepen van dictator Ian Smith, hadden het scalperen van politieke tegenstanders tot kunst verheven. Het zijn schrikbeelden
die activistische impulsen snel de kop indrukken. Ook Mugabe’s regime mag nog steeds rekenen op de steun van het overgrote deel van de veiligheidsmachten. Ook geen leuke jongens. Maar om hun handelswijze met de Holocaust te vergelijken, zoals woordvoerders van de oppositie met enige regelmaat doen, is nu ook weer een tikkeltje overdreven.
5
De mensen komen om van de honger. Veel Zimbabwanen zijn aangewezen op voedselhulp. Ook dit jaar viel de oogst weer tegen. Veel gevluchte Zimbabwanen echter sturen miljoenen naar de achterblijvers, harde valuta vaak waarmee je op de zwarte markt nog het nodige kunt kopen. Met een deel van de Zimbabwanen gaat het juist heel goed. De toplaag verplaatst zich in Bentleys en BMW’s. Export levert ook harde valuta op. En Zimbabwe is rijk aan grondstoffen. Dan zijn er de geldhandelaartjes, niet per definitie aanhangers van het regime, maar ze profiteren wel van de crisis. Zoals ook de mensensmokkelaars die hun landgenoten assisteren bij de overtocht naar een buurland gouden tijd beleven. Change? Liever niet, denken ze.
6
Het land wordt vernietigd. Dat is onmogelijk. Behalve als je het volledig uitgraaft of onder water zet. Natuurlijk is er veel afbraak, maar ondanks alles blijft Zimbabwe een vruchtbaar land. De natuurlijke schoonheid zal de toeristenindustrie straks weer met gemak doen groeien. De landbouw zal worden hersteld. Je kunt de machthebbers veel verwijten, maar het onderwijs was goed georganiseerd en dus zijn veel Zimbabwanen geschoold. De infrastructuur is redelijk intact.
7
De Afrikaanse leiders doen niks. Toegegeven: ze zouden zich een stuk actiever kunnen opstellen. Maar nieuw is dat de leiders van landen als Botswana, Ghana, Zambia en Senegal na de verkiezingen stevige kritiek hebben geleverd op de Zimbabwaanse regering. Ook ANC-leider Jacob Zuma riep op om de uitslag bekend te maken en te aanvaarden. Onder druk van Zuid-Afrikaanse havenarbeiders werd doorvoer van Chinees wapentuig over land verhinderd waarna ook de Mozambikaanse regering het schip toegang tot de
territoriale wateren ontzegde. Toch trekken de meeste Afrikaanse leiders in het openbaar niet heel fel van leer tegen hun ambtsgenoot. Dat heeft alles te maken met de populariteit die Mugabe geniet als boegbeeld van hen die in elke westerse bemoeienis een poging tot rekolonisatie van Afrika zien. Maar ook de leiders zelf koesteren een diep wantrouwen tegen de bemoeizucht en de claim van het westen op morele superioriteit. Minder hoog van de toren blazen en niet elk internationaal circus aangrijpen om ons gelijk te verkondigen, zou wel eens veel meer resultaat kunnen opleveren dan de verbale agitatie.
8
Thabo Mbeki maakt er een potje van. Dat klopt. Pappen, nathouden en maar hopen dat het probleem zich dan vanzelf oplost. Dat is de stille diplomatie van Thabo Mbeki. Het is, opnieuw, een misverstand om te denken dat de Zuid-Afrikaanse president handelt uit bewondering voor zijn Zimbabwaanse ambtsgenoot. In de koude oorlog associeerden het ANC en ZANU zich respectievelijk met de Sovjet-Russen en de Chinezen. Nadat ZANU aan de macht kwam, heeft Mbeki binnen het ANC gepleit voor een realpolitieke verhouding met ZANU. Diplomatie zit de Zuid-Afrikaanse president bovendien in de genen. En dus is er eindeloos – en achter gesloten deuren – gepraat in de hoop dat de gematigde krachten binnen de Zimbabwaanse regeringspartij zouden afrekenen met hun leider. Die hoop is vooralsnog ijdel gebleken, de Zimbabwaanse machthebbers willen helemaal niet praten. In Zuid-Afrikaanse oplossingen, zoals een regering van nationale eenheid, zien ze evenmin iets. Ondertussen zijn enkele miljoenen Zimbabwanen naar ZuidAfrika uitgeweken. Met alle gevolgen van dien. africa magazine 02/2008 47
Woorden Onder redactie van Ingeborg van Beekum.
I am me and you are you but you want me to be like you; wanting me to be like you wanting others to be like me. Now if I became you wanting you to be like me, you would be me before I became you becoming you… And soon I would be me again So if you want me to be like you let me be me. Nii Ayikwei Parkes FOTO: SEBASTIEN FABRE
poëzie | Nii Ayikwei Parkes uit – zoals hij zelf mooi zegt – Accra (hart) en London (lichaam) schrijft poëzie, korte verhalen, artikelen, liedjes en, heel soms, rap voor alle leeftijden. Hij heeft twee dichtbundels op zijn naam staan: eyes of a boy, lips of a man (1999) en M is for Madrigal (2004), een selectie van zeven jazz gedichten. In april 2009 komt zijn debuutroman Tail of The Blue Bird uit.
48 zam africa magazine 02/2008
FOTO: PETTERIK WIGGERS
Let me be
Op olifantslaarzen met een stok
Afrikaanse gehandicapten moeten het hebben van hun doorzettingsvermogen. Sybilla Claus, Afrika-journalist van Trouw, en Petra Jorissen, redacteur van tijdschrift Deviant over geestelijke gezondheidszorg, stelden een boek samen over gehandicapten in Afrika. De blinde juriste Josephine Sinyo uit Kenia moest aan het begin van haar carrière constant verantwoorden dat ze echt iets in haar mars had: ‘Dat gehandicapten talent kunnen hebben, is een gedachte die mijlenver van mensen afstaat.’ Wereldwijd worden gehandicapten in de eerste plaats als, inderdaad, gehandicapten gezien. Gehandicapten in ontwikkelingslanden lopen daarnaast ook nog het risico dat de ene beperking tot de andere leidt. Drie kwart van alle gehandicapten in de wereld leeft in ontwikkelingslanden. Niet vreemd, want oorlogsgeweld, ongelukken, ondervoeding en slechte gezondheidszorg werken een handicap in de hand. Journalisten Sybilla Claus, Afrika-journalist van Trouw, en Petra Jorissen, redacteur van tijdschrift Deviant over geestelijke gezondheidszorg, gingen op zoek naar de levens áchter de
beperkingen. Ze stelden een boek samen met verhalen over twaalf Afrikanen. Sommigen moeten elke dag vechten om te overleven, anderen hebben het beter, zoals de blinde Sinyo uit Kenia. Sinyo was erbij toen in 2006 het VN-mensenrechtenverdrag voor Gehandicapten werd opgesteld. Ze werkt voor het ministerie van Justitie in Nairobi. Als kind werd ze blind door de mazelen. Met de hulp van een vriend van haar vaders werkgever gaat ze naar school. ‘Mijn ouders wisten niet dat blinden naar school konden gaan.’ Ze leert er braille en studeert vervolgens verder aan de universiteit van Nairobi waar medestudenten haar elke dag de studieboeken voorlezen. Later specialiseert ze zich in Engeland in mensenrechten. In 2003 overtuigt Sinyo het Keniase parlement een wet voor gehandicapten aan te nemen. Leprapatiënt ‘Gobo’ uit Ethiopië legde eveneens een lange weg af. Door de grote armoede is de leprabacterie in Ethiopië nooit uitgeroeid. Gobo was veehoeder bij het Afar-nomadenvolk. Toen de ziekte zich openbaarde – vlekken, een gevoelloze arm – namen zijn ouders hem mee naar een traditionele genezer die een geit
▲
leesladder
slachtte en het bloed over hem heen goot. ‘Ik moest wat drinken en de rest op me smeren.’ Uiteindelijk belandt hij in een voormalig Duitse leprakolonie. Door de medicijnen die hij daar krijgt, gaat het goed. Hij brengt zeventien jaar in apathie door in het sociaal pension bij het centrum. Pas als zijn kamergenoot een handeltje in sigaretten, zeep en suiker opzet, komt hij in actie – dat wil hij ook! Dankzij een microkrediet begint hij op straat – in ‘olifantslaarzen’ en met een stok – een winkeltje. En ontmoet zijn toekomstige vrouw. Ze hebben nu een vast kraampje en Gobo is voorzitter van een zelfhulpgroep. Helden op stokken laat zonder betutteling het onvoorstelbare doorzettingsvermogen en de creativiteit van alledag van gehandicapten in Afrika zien. In tekst én beeld. ‘Fenneken Veldkamp’ Helden op stokken. Gehandicapt in Afrika. Sybilla Claus & Petra Jorissen, met medewerking van diverse journalisten en fotografen (KIT Publishers, ISBN 9789068324747) 5 24,50. Zie ook www.heldenopstokken.nl
Amadou en Mariam, de beroemde blinde zangers uit Mali.
Afrika’s Bookerprijs | De shortlist voor de 2008 Caine Prize for African Writing – ook wel bekend als Afrika’s Bookerprijs – is bekend. De prijs wordt op 7 juli in Oxford uitgereikt. Elk jaar worden het winnende verhaal en de genomineerde inzendingen gebundeld in één band. Nog even geduld voor de nieuwe versie, die na de zomer uitkomt. Gelukkig zijn titels van voorgaande jaren, zoals Jungfrau, ook zeer de moeite waard en makkelijk online te bestellen via www.bol.com. Shortlist Caine Prize: Mohammed Naseehu Ali (Ghana) Stanley Onjezani Kenani (Malawi) Henrietta Rose-Innes (Zuid-Afrika) Gill Schierhout (Zuid-Afrika) Uzor Maxim Uzoatu (Nigeria)
✓ ✓ ✓ ✓ ✓
roman | De Zuid-Afrikaanse Dovey ging terug naar haar geboorteland om er een huiveringwekkend debuut over ijdelheid, wraakzucht en hebzucht te schrijven. Een chef-kok, een portretschilder en een kapper worden gegijzeld bij een coup die hun president ten val moet brengen. Het boek is genomineerd voor de Commonwealth Writers Prize. Ceridwen Dovey, Bloedverwanten (Anthos, ISBN 978 90 4141197 6) e 18,95 verhalen | Verzameling vertellingen van opkomende schrijvers, onder wie Caine Prize winnaars Wainana, Afolabli en Chikwava. Zowel tragisch als komisch, met liefde voor en optimisme over Afrika en het toekomstgeloof als rode draad. Helon Habila & Kadija Sesay, Dreams, miracles and jazz – new adventures in African Writing ( Picador Africa, ISBN 9781770100251) e 18,95. Online bestellen: www.africabookcentre.com satire | Wordt het weer hardop lachen bij de nieuwe avonturen van Miss Kwa Kwa, Zuid-Afrika’s charmantste hijacker? Simm’s provocerende debuut “Miss Kwa Kwa: traditonal weapon” was veelbelovend: heerlijk politiek incorrect en bovenal erg grappig. We zijn benieuwd naar de opvolger. Stephen Simm, Miss Kwa Kwa – the dark side of the braai (Jacana Media, ISBN 9781770093867) e 12,50. Online bestellen: www.africabookcentre.com roman | Dibia’s eerste roman Walking With Shadows veroorzaakte veel ophef vanwege de liberale visie op homoseksualiteit. In Unbridled gaat het over incest. Hoofdpersoon Ngozi gaat gebukt onder het misbruik in haar familie en probeert uiteindelijk het zwijgen te verbreken. Dibia ontving hiervoor de Ken Saro-Wiwa prijs. Jude Dibia, Unbridled (JacanaMedia, ISBN, 9781770095267) e 11,25. Online bestellen: www.kalahari.net
zam africa magazine 02/2008 49
Malick Sidibé 50 zam africa magazine 02/2008
qC hemises 6-11-1965
ZAM africa magazine 02/2008 51
52 zam africa magazine 02/2008
q Chemises 6-11-1969
ZAM africa magazine 02/2008 53
54 zam africa magazine 02/2008
q The Chequered Woman [La femme a Carreaux] August 1971
Foto’s Malick Sidibe/Association Gwinzegal
The False S mokers e [Les faux fumeurs], June 1967
CV
Naam Malick Sidibé Geboren 1935, Mali Opleiding École des Artisans Soudanais (nu Institut National des Arts) in Bamako Leermeester Gérard Guillat in Gérard Guillat-Guignard’s Photo Service Boutique, beter bekend als Gégé la pellicule (Gégé het filmrolletje) Specialiteitlaiteit Fotografie Chemises Kroniek van de in euforie verkerende stadsjeugd van Bamako in de jaren zestig, na de onafhankelijkheid van Mali in 1958. Sidibé fotografeerde de surprise parties, georganiseerd door de Malinese jeugd zelf, die diverse clubjes vormden om zich van elkaar te onderscheidden. Soms maakte hij wel vijf reportages per nacht, waarna hij naar zijn studio snelde om de negatieven te ontwikkelen. Vervolgens plakte hij kleine foto’s op gekleurde vellen karton – de zogenoemde Chemises. Van daaraf konden de feestgangers na afloop de foto’s van hun keuze bestellen. Er zijn meer dan duizend van deze unieke Chemises bewaard gebleven waarvan nu een deel uit de periode 1962-1973 wordt tentoongesteld. Studio Midden jaren zeventig richt hij zich op studiowerk en opent Studio Malick in Bamako. Hij repareert ook camera’s.
Klanten Jonge mensen die zich ’s avonds voor ze naar een club gaan laten fotograferen in zijn studio. Veelal met iets om te pronken: horloges, nieuwe broeken, motoren of verloofdes. Stijl Beschikt over zowel het fotografische als psychologische talent om de spontaniteit van reportagefotografie op zijn studiowerk over te brengen. De dynamiek van het moderne leven vertaalt zich in staande portretten in losse kadrering gemaakt. Betekenis Hij staat voor de emancipatie van de Afrikaanse fotografie. Zijn werk geeft een beeld van Afrika in transit, op weg naar een nieuw tijdperk, een periode van hoop en verwachting. Motto Afrika is niet zielig. ‘On danse pas dans la misère’. Prijzen De internationale prijs van de Hasselblad Foundation 2003. Oeuvreprijs Golden Lion for Lifetime Achievement tijdens de Biënnale van Venetië 2007. Te zien Malick Sidibé – Chemises, 13 juni t/m 15 oktober 2008, FOAM Fotografiemuseum Amsterdam, Keizersgracht 609, www.foam.nl.
ZAM africa magazine 02/2008 55
Aanbiedingen van ZAM Malick Sidibé
Jan Kees van de Werk
Fondation Zinsou
Sahara, stad en savanne. Een reis door Mali en Niger
Portretten en snapshots van Afrika’s jeugd.
Een boek vol literaire luister, geuren, kleuren en geluiden. KIT Publishers ISBN 9789068324792 Normale prijs: m 19,95 ZAM Prijs: m 17,95 Actiecode: 901-53730 Tegen inlevering van deze bon krijgt u tot en met 28 september 2008 m 2,- kassakorting bij de erkende boekhandel.
ISBN 9789057791048 Normale prijs: m 39,95 ZAM prijs m 35,95 Bij Black Label krijgt u 10% korting op deze titel. Bezoek www. blacklabel.be of bestel direct op
[email protected] onder vermelding van ZAM-actie.
10% korting van ZAM Africa Magazine
Ken Bugul
Malick Sidibé
The Abandoned Baobab The autobiography of a Senegales Woman
Openhartige autobiografie, verkozen tot een van Afrika’s beste 100 boeken van de twintigste eeuw. ISBN 9780813927374 Normale prijs: m 20,90 ZAM prijs: m 18,80 Bij Black Label krijgt u 10 % korting op deze titel. Bezoek www.blacklabel.be of bestel direct op
[email protected] onder vermelding van ZAM-actie.
E 2,– korting van ZAM Africa Magazine
Chemises
FOAM Fotografiemuseum Amsterdam presenteert deze zomer uniek werk van de beroemde Malinese fotograaf Malick Sidibé. Van 13 juni tot en met 15 oktober 2008 krijgen lezers van ZAM op vertoon van deze bon bij de kassa een gratis tweede kaartje ter waarde van m 7,-. Deze actie is niet geldig in combinatie met andere acties. www.foam.nl.
10% korting van ZAM Africa Magazine
twee kaartjes voor de prijs van één
Afrika is hier
een abonnement op zam voor E 25,– per jaar www.zam-magazine.nl
56 africa magazine 02/2008
Black is Beautiful Rubens tot Dumas
De Nieuwe Kerk presenteert in de zomer van 2008 voor het eerst in de Nederlandse kunstgeschiedenis het zwarte model. Van Rembrandt en Rubens tot Appel en Dumas. Van 26 juli tot en met 26 0ktober krijgen lezers van ZAM op vertoon van deze bon 20% korting op de toegangsprijs . Niet geldig met andere kortingen, geldig voor twee personen. www.nieuwekerk.nl. Normale prijs: m 10,ZAM prijs m 8,Actiecode: 6302
Steven van de Vijver
Afrika is besmettelijk
Boeiende avonturen van een tropenarts in Congo. ISBN 9789038890500. Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar. Winnen: ZAM verloot vijf exemplaren. E-mail uw naam, adres en telefoonnummer voor 1 september naar
[email protected].
20% korting van ZAM Africa Magazine
Van Dis in Afrika
Adriaan van Dis reisde twee maanden lang door ZuidAfrika, Namibië en Mozambique. In de zevendelige documentaireserie gaat Van Dis op zoek naar parallellen én contrasten met de huidige WestEuropese samenlevingen. Winnen: De VPRO schenkt ZAM-lezers 10 dvd’s van deze met de Nipkowschijf bekroonde serie. E-mail uw naam, adres en telefoonnummer voor 1 september naar
[email protected].
Win één van de tien dubbeldvd’s
Win één van de vijf boeken
Snap Judgments
Het Stedelijk Museum CS presenteert Snap Judgements, een fototentoonstelling waarin 35 hedendaagse Afrikaanse kunstenaars en fotografen krachtige visies op hun eigen continent tonen. Van 27 juni tot en met 30 september 2008 krijgen lezers van ZAM op v ertoon van deze bon 20% korting op de toegangsprijs. www.stedelijk.nl Normale prijs: m 9,ZAM prijs: m 7,20
E 2,50 korting van ZAM Africa Magazine
In het volgende nummer y y y
esterse musea weigeren W gestolen erfgoed terug te geven Luanda/Rotterdam – Angolese ritmes veroveren de wereld Marokko zoekt Afrika
africa magazine 02/2008 57
U
adriaan Doorvertelde pijn
itgekeken op de kaalte langs de spoorlijn Ottawa – Toronto nam ik mijn aantekenboekje ter hand en noteerde mijn ervaringen van de avond daarvoor. Hoe ik me door de Nederlandse ambassade had laten strikken een lezing te houden voor Nederlandse emigranten en op een heuse kumpulan terecht was gekomen, een bijeenkomst voor oud-Indiëgangers. Broze Hollanders die na jaren Japans interneringskamp repatrieerden naar een vaderland dat niet op verliezers zat te wachten. Ze voelden zich onbegrepen in het benauwde Nederland en kozen voor het weidse Canada. Maar de laatste jaren schoot het bamboe in hun dromen op en kwam de gevangenschap in de tropen steeds meer boven. Ambassade en consulaten moesten in toenemende mate de weg wijzen naar instanties voor Nederlandse oorlogsgetroffenen. Zou het niet goed zijn eens met die mensen van gedachten te wisselen? Ik was immers toch in de buurt. Had ik niet over de kampen in Indië geschreven? En daar zat ik, ergens zevenhoog in een zaaltje, over mijn vaders torpedering te vertellen (400 overlevenden van de ruim 6000 opvarenden). Het Indische accent uit mijn jeugd kwam weer boven en daarmee kleurde ik de dwangarbeid aan de dodenspoorlijn Pakan Baroe (sterftepercentage 40%). Ook las ik passages voor over het verblijf van mijn moeder en zusjes in een Japans interneringskamp. Ik liet haar eerste man opnieuw onthoofden. Bij het voorlezen over mijn reis naar Japan, waar ik de bewakers van de spoorlijn ontmoette, hoorde ik onrustig geschuifel. Een oude man tegenover me kon zijn tranen niet bedwingen. In de pauze kwam hij op me af. Hij bleek met mijn vader in het kamp te hebben gezeten, overleefde dezelfde scheepsramp. Ook zijn kinderen drongen zich naar voren en nog meer kinderen – grijskoppen
58 zam africa magazine 02/2008
van Dis
die als kleuter in het kamp zaten of die kort na de oorlog geboren waren. Eindelijk konden ze over de oorlog van hun ouders praten. Canada had daar geen oor voor. En thuis lukte het kennelijk zelden. Maar nu een Hollander op doorreis een en ander ter sprake bracht… Oude spoken doken op. Er marcheerden Jappen door de zaal. De atoombom viel. De woede kwam los. De vernedering. En de tranen. Ook ik brak en dat beviel me niks. Ik hoorde me tekeergaan tegen Nederland dat overlevenden uit vernietigings- en interneringskampen zo kil en wantrouwend had bejegend. Ik – het vredeskind van de familie – maakte een vuist zoals mijn moeder een vuist maakt. Ook in mij woekert kennelijk nog een oorlog. Ik schreef mijn regels in een schuddende trein. Mijn ellebogen stootten tegen de ellebogen van een grote zwarte man die een boek over de geschiedenis van Rwanda zat te lezen. (Als het even kan, neem ik onderweg plaats naast mensen die zichtbaar een ander land achter de rug hebben, zo beleef ik vaak een reis in een reis.) Hij keek naar mijn gekrabbel, ik naar zijn boek. ‘Interessant onderwerp’, zei ik. ‘Kent u Rwanda?’ ‘Alleen uit de kranten.’ We zuchtten bij de gedachte aan de nieuwsberichten van weleer. Mijn buurman was in Rwanda geboren, maar verliet het land al in 1973, hij gaf les in verschillende Afrikaanse landen en vestigde zich uiteindelijk in Canada. Na de genocide van 1994, waarbij zijn naaste familie geheel werd uitgemoord, besloot hij zijn leven te wijden aan het oplossen van conflicten. Hij werkte voor het Canadese ministerie van defensie. ‘Houden soldaten niet veel van wapens?’ Ik fronste mijn wenkbrauwen. ‘Legers leven van zeurende conflicten’, zei
En de fatsoenlijken onder ons maar denken dat je kunt verzoenen en vergeven. Slavernij, apartheid, volkerenmoord. Ik geloof er niks van. mijn buurman. Hij noemde zich een realist. In 1998 bezocht hij voor zijn werk Kigali om jonge Rwandezen te trainen. Op een ochtend, terwijl hij in zijn hotel op een taxi wachtte, hoorde hij plotseling de naam van zijn oudste broer op de radio noemen: Vincent. En de naam van diens vrouw, Beatrice. Beiden werkten voor het Rode Kruis toen ze met machetes werden afgeslacht. De moordenaar sprak op de radio. Hij biechtte vele moorden op en vroeg het Rwandese volk om vergiffenis. Mijn buurman – laat ik hem B. noemen – liet zich ‘verbijsterd’ in een stoel vallen. Vincent was meer dan een broer voor hem. ‘Hij was mijn held, mijn voorbeeld.’ Toen hij na een dag werk terug in zijn hotel kwam, gloeide zijn telefoon van de ingesproken berichten. De familie van de vrouw van zijn broer had ook de biechtende moordenaar op de radio gehoord. ‘We wilden die man onmiddellijk spreken’, zei B. ‘Het kwaad recht in de ogen kijken.’ Meer telefoontjes volgden. De roep om wraak nam toe. ‘Zelden zo slecht geslapen als die nacht. Hoe moest ik me tegenover de moordenaar van mijn broer opstellen? Ik smeekte God om kracht en kalmte.’ De volgende dag trok B. met de overlevenden van de familie van zijn schoonzus naar de gevangenis. B. zou de confrontatie aangaan. Alleen. Maar toen hij tegenover de moordenaar stond, kon hij geen woord meer uitbrengen. Het zweet brak hem uit. De moordenaar trilde over zijn hele lichaam en keek van hem weg. Na lang zwijgen vertelde de man, die naar de prachtige naam Diogene luisterde, dat hij in de gevangenis was bekeerd. Hij wilde voor zijn daden boeten. ‘Mijn medegevangenen denken dat ik gek ben, maar het enige dat voor mij nog telt is vergiffenis.’ ‘Je hebt meer dan mijn broer en schoonzus
vermoord’, zei B. ‘Je hebt met je daden ook een gemeenschap vernietigd. Durf je ook al díe mensen onder ogen te komen?’ Diogene barste in tranen uit. Ja, hij was bereid alle getroffenen te ontmoeten en alles te doen wat ze van hem verlangden. Als ze hem wilden doden, zou hij zich niet verzetten. Als ze hem maar vergaven. De trein trok traag door glooiend Ontario. B. en ik draaiden in onze nauwe stoelen. We wilden elkaar in de ogen zien. ‘En heeft u de moordenaar werkelijk kunnen vergeven?’ vroeg ik. ‘Ja’, zei hij verlegen. ‘Vincent zou het van mij hebben geëist. Toen ik die woorden uitsprak, gloeide mijn hart.’ Het kostte B. moeite de familie van Beatrice te overtuigen hetzelfde te doen, maar het lukte. Andere overlevenden heeft hij eveneens kunnen overhalen de moordenaar te bezoeken en te vergeven. Volwassenen hadden er minder moeite mee dan jongeren. Hoe verder van de familie verwijderd, des te strenger het oordeel. ‘Het land zelf geeft helaas geen voorbeeld’, zei B. ‘Het ontbreekt ons aan morele leiders.’ Na die ontmoeting in de gevangenis bleef B. Rwanda bezoeken om nog meer cursussen te geven. Hij heeft alle hoop op het onderwijs gevestigd: ‘We zitten gevangen in onze eigen geschiedenis. Het gevaar bestaat dat we ons uitverkoren voelen in ons lijden. Alleen door de daden en het leed van anderen te begrijpen, kunnen we onszelf begrijpen en bevrijden.’ Toronto, central station. Een Afrikaanse hand en we gingen ieder ons weg. Ik had met een goed mens gereisd. Die avond dwaalde ik door downtown Toronto. Kleuren genoeg in deze immigratiestad – de verenigde naties lijken er neergedaald. Ik snoof exotische keukens op in Queenstreet en liep een Japanner binnen. Mijn 98-jarige moeder
weigert tot op de dag van vandaag een Japans product in haar huis toe te laten. Ik eet graag Japans. De menukaart bevatte veel Koreaanse gerechten. Tot verontwaardiging van een gezelschap Japanse studenten. Het restaurant voer onder valse vlag. Hun tafel maakte luidkeels bezwaar, een jongen trok aan de kimono van een Koreaanse dienster. Dat pikten haar collega’s niet. De vlam sloeg in de pan, nationale vetes kwamen ter tafel: vijfendertig jaar Japanse bezetting van Korea, dwangarbeid, martelpraktijken, seksslavernij, medische experimenten op levende gevangenen. In de keuken stond nog een man van wie de grootvader… Er werd een oude oorlog uitgevochten, door de derde generatie, wat heet, de vierde. De haat was er niet minder om. En de fatsoenlijken onder ons maar denken dat je kunt verzoenen en vergeven. Slavernij, apartheid, volkerenmoord. Ik geloof er niks van. Verzoening is een vernis – noodzakelijk en nobel – maar daaronder broeit het zuur van de vernedering. Al neemt het verleden soms mythologische proporties aan, doorvertelde pijn zeurt generaties lang door.
zam africa magazine 02/2008 59
(advertentie)
Méér rente op uw spaarkapitaal is voortaan kinderspel… Met het nieuwe ASN Méérsparen. Aan kinderarbeid wil de ASN Bank geen cent verdienen. En aan andere vormen van uitbuiting al evenmin. Als grootste duurzame bank van Nederland investeren wij al bijna een halve eeuw met groot respect voor mens, dier en milieu. En als spaarder verdient u daar een prima rente mee. Het nieuwe ASN Méérsparen is daarvan het jongste bewijs. Een spaarrekening die over bedragen vanaf € 20.000,- een rente geeft van 4%. U kunt storten en opnemen wanneer u maar wilt. Zonder boetes of beperkingen. Alleen wanneer u minder spaart dan € 20.000,- verandert er iets. De rente gaat dan naar 2% totdat uw spaargeld weer is aangevuld tot € 20.000,- of méér. Wie méér spaart, heeft dus méér rente. En er is meer. Want de ASN Bank steunt via ASN Méérsparen diverse organisaties die kinderarbeid de wereld uit willen helpen. Ga daarom ASN Méérsparen en stort vóór 1 september 2008 minimaal € 20.000,- op uw nieuwe rekening. U ontvangt dan gratis het indrukwekkende fotoboek ‘Een wereld voor kinderen - Opgroeien sparen zonder kinderarbeid’ van fotograaf en schrijver Peter de Ruiter. U bent voor ASN Méérsparen welkom op www.asnbank.nl. Ons gratis telefoonnummer is: 0800 - 0380. *Rente per 2 juni 2008. Zie voorwaarden. Wijzigingen voorbehouden.
Rendement voor u + rendement voor de wereld = dubbel rendement
De ASN Bank is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en heeft een vergunning van de Nederlandsche Bank N.V. Op tegoeden van klanten bij de ASN Bank is het depositogarantiestelsel van toepassing.