Water
Onderwijs presentatie over water
Inleiding •
•
•
Water is overal. Een komkommer bestaat bijna helemaal uit water. Een kwal ook: voor 99 procent! De aarde is voor ongeveer 71 procent bedekt met water. En zelf besta je ook voor 71 procent uit water. Al dat water is altijd in beweging. Het water dat in jouw lichaam zit, is er over twintig dagen alweer uit verdwenen. Er komt nieuw water voor in de plaats. Maar waar blijft al dat water? En waar komt het vandaan? Hoe zorgen we ervoor dat ieder mens, ieder dier en iedere plant altijd voldoende schoon water heeft?
Zonder water • • • •
Zonder water kan niemand leven. Dit geld voor mensen, dieren en planten. Een mens kan geen drie dagen zonder water. Je steeds water nodig omdat je het steeds water kwijt raakt. Dit gebeurd door plassen en zweten. Als je niet genoeg drinkt dan droog je uit. Als je 1 procent van je water verloren bent dan zegt je lichaam al dat hij dorst heeft. Als je 10 procent van je water verliest dan kan je al niet meer bewegen. Op de plaatjes zie je wat er gebeurt met de grond en een bloem als ze uitgedroogd zijn. • Blijf genoeg drinken, zeker met warm weer!
Water in verschillende vormen • •
•
•
Water is meestal een vloeistof, maar water kan hard zijn. Als water bevriest wordt het hard en verandert in ijs. Dit gebeurt bij 0 graden Celsius dat heeft het vriespunt. Water kan ook in aan gas veranderen. Dus in lucht. Als water verdampt dan stijgt het op en wordt het een gas. Water verdampt bij elke temperatuur, maar bij 100 graden Celsius is al het water verdampt. Dit heet het kookpunt. De waterdamp is onzichtbaar in de lucht zit veel water wat wij niet kunnen zien. Waterdamp kan ook weer vloeibaar water worden. Dit gebeurt als de waterdamp koud wordt. Dan veranderd het weer in kleine druppeltjes. Klik op de link en bekijk het filmpje. Ga daarna weer terug naar de presentatie.
• http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/2005050
Waterkringloop •
• • • • •
In de waterkringloop is het water steeds in beweging. Het water verandert van vorm en komt weer ergens anders terecht. Het is eigenlijk steeds hetzelfde water wat steeds weer op een andere plek terecht komt. Dan weer als wolk, regen of als rivier water.
1 : Uit de wolk valt hoog in de bergen sneeuw. 2 : De zon schijnt op de bergen en laat het sneeuw smelten. 3 : Het gesmolten water glijd van de berg de rivier. 4 : Van de rivier gaat het water met de stroom mee de zee in. 5 : In de zee verdampt het water door de hete zon en vormt het weer een wolk.
Gebruik van water • • • • • • • • •
Bad: 2,8 liter* • Douche: 43,7 liter wastafel: 5,1 liter toilet: 35,8 liter wassen: 1,5 liter wasmachine: 18,0 liter afwassen: 6,9 liter voedselbereiding: 1,8 liter overig: 8 liter
•
TOTAAL: 123,6 liter
•
Water wordt gebruikt voor heel veel dingen. Voor huishoudelijke dingen, drinkwater, vervoer op water, elektriciteit maken enz.
•
Een mens gebruikt ongeveer • 130 liter water per dag. •
Opdrachten ( doe de opdrachten in tweetallen) Schrijf op een blaadje waarneer jij op een dag water gebruikt. Van s’morgens op staan tot s’avonds naar bed gaan. Vraag aan je meester of juf om de fotocamera. Ga met z’n tweeën in de school opzoek naar waterverbruik. Maak van al het waterverbruik wat je ziet een foto. Lever als je klaar bent de fotocamera in bij je meester of juf.