Naam: Toon van Keulen & Mathijs de Groot Naam proef: Osmose van frietjes. Inleiding: Osmose is diffusie van water dat gescheiden worden door een semipermeabel membraan. Door deze halfdoorlatende membranen kunnen alleen moleculen van water, andere opgeloste stoffen kunnen er niet doorheen. Als de concentraties in de oplossingen verschillen treedt er osmose op. Hierbij ontstaat er door het semi-permeabel membraan een verplaatsing van water. Bij de oplossing met de laagste concentratie stroomt er water richting de oplossing met de laagste concentratie zodat de concentraties in beide oplossingen gelijk worden. De concentratie in een oplossing noem je de osmotische waarde. Hoe hoger de concentratie des te hoger de osmotische waarde. Dus samengevat is osmose de verplaatsing van water door een semi-permeabel membraan , van een plaats met een lage osmotische waarde naar een plaats met een hogere osmotische waarde tot deze twee dezelfde osmotische waarde hebben. Observatie: Als je een bepaalde cel in een oplossing van een bepaalde concentratie legt dan wordt deze cel groter dan wel niet kleiner. Onderzoeksvraag: Bij welke concentratie NaCl-oplossing neemt de grote van een ‘frietje’ toe of af? Hypothese: De grote van het frietje neemt toe wanneer de osmotische waarde van het externe milieu kleiner is dan de osmotische waarde van het interne milieu. De grote van het frietje neemt af wanneer de osmotische waarde van het externe milieu groter is dan de osmotische waarde van het interne milieu. Experimentele fase: We sneden de aardappel in repen frietjes van precies 4.1 cm. Ook maakten we NaCl-oplossingen van de volgende concentraties: 8%, 4%, 2% 1%, 0.5% en 0%. De concentraties werden gemaakt doormiddel van een spuit waarmee we een bepaalde hoeveelheid NaCl-oplossing in een reageerbuis deden, hierna voegden we hier een bepaalde hoeveelheid water aan toe om zo tot de gevraagde concentraties te komen. Om bijvoorbeeld de 4% concentratie te krijgen moesten we in het reageerbuisje 5ml NaCl-oplossing doen en 5ml water. Nadat we de concentraties gemaakt hadden en in zes verschillende reageerbuizen hadden gedaan stopten we in elke buis een stukje aardappel. De volgende dag bepaalden we de grote van de frietjes door ze te meten. Benodigdheden: – 6 Reageerbuizen. – Rek voor reageerbuizen. – Etiketten. – Bekerglas met gedestilleerd water. – Bekerglas met een NaCl-oplossing van 8%. – Spuit. – Aardappel frietjes. – Mes. – Liniaal.
Resultaten: Concentrati e
ml. NaCl opl.
ml water
8% 4% 2% 1% 0.5% 0%
10 5 2.5 1.25 0.625 0
0 5 7.5 8.75 9.375 10
Begin grootte (cm) 4.1 4.1 4.1 4.1 4.1 4.1
Eind grootte (cm) 4.0 3.9 3.9 4.1 4.2 4.3
Lengte toegenomen/afgeno men (cm) -0.1 -0.2 -0.2 0 0.1 0.2
Grootste wanddruk: 0% oplossing. Kleinste wanddruk: 2/4% oplossing. Conclusie: Bij de NaCl-oplossingen van 0.5% en 0% neemt de grootte van het frietje. Bij de NaCl-oplossingen van 2%, 4% en 8% neemt de grootte van het frietje af. Foutendiscussie: De concentraties zijn nooit exact van de goede grootte, omdat dat niet goed kan met een simpele spuit. Met een liniaal is de lengte niet precies te meten.