Thierry Debels : "marx Kreeg Ongelijk."

  • April 2020
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Thierry Debels : "marx Kreeg Ongelijk." as PDF for free.

More details

  • Words: 450
  • Pages: 4
Innovation and inequality Thierry Debels 15/6/08

Wat is het effect van innovatie op werknemers en  meer bepaald op het loon van deze werknemers ?  Deze vraag houdt economisten al eeuwen bezig.  Ricardo was optimistisch. In heb begin van de  19de eeuw al stelde hij dat de “natuurlijke  prijs” van arbeid een stijgende tendens  vertoont. Belangrijke elementen hierbij zijn de  technologische vooruitgang, de toenemende  arbeidsverdeling en de stijgende  arbeidskwaliteit. 

Marx was het uiteraard niet eens met Ricardo.  Marx voorspelde een wereld waarbij de  technologische innovatie werknemers zou verarmen  en uiteindelijk zelfs helemaal overbodig zou  maken.  We weten nu dat Marx ongelijk gekregen heeft en 

dat Ricardo en alle neo­klassieke economisten na  hem het bij het rechte eind hadden. Het  standaardgroeimodel is dus dat van Solow waarbij  de lonen gelijkmatig met de productiviteit  groeien. Toch zitten we met een merkwaardig fenomeen  stelt Gilles Saint­Paul vast. In de laatste drie  decennia speelt het immers fenomeen van een  duale arbeidsmarkt. Een groep werknemers heeft  het steeds beter. Zoals voorspeld door Ricardo.  Grosso modo zijn dat die werknemers die mee zijn  met de nieuwste technologie Maar er bestaat ook  een groep werknemers die achteropraakt ondanks  de stijgende productiviteit. Bij de onderste 20  % werknemers treedt zelfs een achteruitgan van  het reÎle loon op. In “Innovation and inequality” probeert  hoogleraar economie Saint­Paul een bevredigend  antwoord te vinden voor dit verschijnsel. Hij  gebruikt hiervoor het “superster”­model. Binnen  dit model verdienen de supersterren ­  topmanagers, mediasterren en topsporters ­ veel  meer dan “gewone” mensen. Saint­Paul 

veronderstelt dat “inzicht in dit supersterren  fenomeen ons een verklaring kan bieden voor hoe  informatietechnologie de verdeling van inkomen  (van werknemers) bepaalt”.

Belangrijk is dat in het “superster”­model  arbeid niet homogeen is. Een topsporter kan je  dus niet vervangen door twee middelmatige  sporters. Bovendien bedienen supersterren  grotere markten. Er speelt dus een  multiplicator­effect waardoor het verschil  tussen werknemers van hoge­kwaliteit en deze van  lage kwaliteit enorm versterkt wordt.  De conclusie van dit model, indien toegepast op  werknemers, is eigenlijk dubbel: supersterren  verdienen bovenmatig veel omwille van de  uitgestrektheid van de markt die ze bedienen.  Tegelijk heeft dit model nog een andere en  belangrijke implicatie: er zijn grote positieve  effecten op de productiviteit van alle  werknemers. Ook op de “lage kwaliteit”  werknemers.  Saint­Paul geeft eerlijk toe dat dat dit 

“superster”­model eigenlijk geen bevredigende  verklaring biedt voor het fenomeen van de duale  arbeidsmarkt. Verder theoretisch en empirisch  onderzoek is dus nodig. Maar het biedt wel een  stevig argument om op te houden met te leuteren  over de hoge lonen van topmanagers, topsporters  en mediasterren. Door deze supersterren treedt  immers een netto positief effect op voor de  volledige economie. Kortom, jalousie is nooit  een goede instelling.

Gilles Saint­Paul, Innovation and Inequality,  28/5/08, Princeton University Press,  978­0­691­12830­6      

Related Documents