Samenvatting Natuurkunde H2 Eerste hoofdwet Energie kun je wel omzetten van de ene soort naar de andere, maar je kunt energie niet maken of vernietigen. In de natuurkunde bestaat energieverspilling niet: bij een energieomzetting gaat energie alleen verloren voor de economie (dus deel wordt omgezet naar niet bruikbare energie → bijv. warmte)
Tweede hoofdwet Warmte is nooit volledig in arbeid om te zetten . Warmte stroomt nooit vanzelf van een lage naar een hoge temperatuur. Eigenlijk geeft de tweede hoofdwet aan in welke richting een proces zal verlopen.
Rendement rendement=nuttige energieopgenomen energie
Warmte / inwendige energie Twee soorten energie: –
–
Kinetische energie Hoe hoger de temperatuur van een voorwerp hoe sneller de moleculen in die stof bewegen. Potentiële energie Afhankelijk van kracht waarmee moleculen elkaar aantrekken. Van vloeibaar naar gas: temperatuur blijft constant, maar toch moet je energie toe blijven voeren → potentiële energie neemt toe
Energietransport Drie manieren: – – –
Geleiding andere ook Stroming Straling
Bijv. ijzeren staaf in vuur: eerst ene kant heet, na tijdje Bijv. centrale verwarming Bijv. zon op aarde
Om warmteverlies tegen te gaan moet je deze drie dingen tegengaan.
Definitie soortelijke warmte Q = c∙m∙∆T
Warmtecapaciteit Q=C∙ ∆T