PRACTICUM OSMOSE
In de natuurwetenschappen is het van belang experimenten zodanig uit te voeren dat ze reproduceerbaar zijn en te controleren door anderen. Om dat te doen is een nauwkeurige beschrijving van het experiment en de resultaten van groot belang. Ter herinnering: de natuurwetenschappelijke methode volgt de volgende stappen: 1) probleemstelling 2) oriëntering 3) onderzoeksvraag 4) hypothese 5) experiment 6) resultaten 7) conclusie 8) evaluatie (hypothese wordt wel of niet verworpen). In dit practicum is vooral van belang dat je duidelijk en volledig registreert wat je doet, welke resultaten je hebt en of deze overeenkomen met wat je verwachtte. Mislukte resultaten bestaan niet! Dus voor je begint: lees, denk na en begin dan pas. Je krijgt de beschikking over een aantal glucose oplossingen waarvan de concentratie bekend is en een oplossing waarvan de concentratie bepaald moet worden. Tevens krijg je een aardappel. Om de concentratie van de onbekende oplossing te bepalen gaan we gebruik maken van het principe van osmose en turgor.
Vragen; 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Omschrijf de begrippen osmose en turgor. Wat is een ijkreeks? Waarom is deze ijkreeks van belang? Wat is de functie van een hypothese? Formuleer een hypothese voor bovenstaande proef. Is bij deze proef een controlegroep van belang? Motiveer je antwoord.
UITVOERING I. II. III. IV. V. VI.
Gebruik de aardappelsnijder om staafjes te krijgen van gelijke lengte (minimaal 3 cm lang) en dikte. Noteer van ieder staafje de exacte lengte Leg drie staafjes in ieder van de verschillende oplossingen. Meet iedere twee minuten de lengte van de staafjes. Noteer de uiteindelijke lengteverandering Als de lengte niet meer verandert, houdt dan elk staafje met een pincet langs een geodriehoek zoals in onderstaande tekening:
VII. Noteer de (gemiddelde) hoek die een staafje van een oplossing maakt. VIII. Maak een grafiek van je resultaten IX. Bepaal aan de hand van die grafiek wat de concentratie is van de onbekende glucose oplossing.
Vragen 1. Wat is de concentratie van de onbekende glucose oplossing? 2. Waarom is de elasticiteit van cellulose nuttig bij deze bepaling? 3. Beschik je over voldoende informatie om jouw hypothese te controleren? ➢ Zo ja; waarom ➢ Zo nee; waarom niet