Op Zoek Naar Een Nieuwe Denkrichting 2

  • June 2020
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Op Zoek Naar Een Nieuwe Denkrichting 2 as PDF for free.

More details

  • Words: 2,895
  • Pages: 8
op zoek naar een nieuwe denkrichting

X is een uitgave van Eiffel #1 najaar 2009

Topsport in bedrijf Innovatiekracht Kennisdeling in Dordrecht succes in de zorg Jong talent P.4

P.10

P.16

P.24

P.36

3

Voorwoord Er zijn van die dingen in het leven die zich lastig laten benoemen en die zich moeilijk laten grijpen.

INHOUD 10

sociale Innovatie

16

Kennisdeling

W

e hebben er niet de woorden voor, maar het ís er onmiskenbaar. Iets dat mensen onderscheidt van andere mensen. Of de kritische succesfactor die van doorslaggevend belang blijkt. Bij Eiffel benoemen we het onbenoem­bare met de X. De X heeft onder wisselende omstandigheden in verschillende situaties steeds andere betekenissen. Maar het is, hoe dan ook, altijd een factor van belang. Tenminste, als je de top wilt zijn op jouw (vak)gebied. Als je het beter wilt doen dan anderen. Als je boven­gemiddeld wilt presteren. Vergelijk het maar met een topsporter. Die zorgt ervoor dat hij zijn sport tot in de finesses beheerst, dat hij goed getraind is, dat alle randvoorwaarden zijn inge­vuld, dat hij optimaal begeleid wordt. Als het dan aankomt op presteren, is het de juiste balans tussen talent, conditie, vorm, wilskracht én de X die ervoor zorgt dat hij de top haalt. We laten ons bij Eiffel graag inspireren door die topsport. Gewoon, omdat topsport groter is dan de sport zelf. Veel van wat topsporters drijft, is 1-op-1 toepasbaar op andere aspecten van het leven. Denk aan inspiratie, aan passie, aan enthousiasme, aan gedrevenheid, maar ook aan noeste trainingsarbeid, aan eindeloos oefenen, aan hard werken. In dit magazine leggen we, in een aangename mix, de verbinding tussen topsport, onze ambities en de markt waarin wij ons bewegen. Dat doen we overigens zonder de verbindende factor – de X – expliciet te benoemen. Dat laat ik graag aan u over. Haal eruit wat erin zit. Veel leesplezier! Monique Noomen-Greve Managing Director

24

zorg

28

04 verbanden

20 Brigit & Joost

07 h  enk

22 Pilaren

Dwarsverbanden zijn er zat tussen bedrijfsleven en topsport. Pieter van den Hoogenband en Maurits Hendriks halen ze uit de anekdotesfeer.

Nederland vernieuwend en bij de tijd? Nou, niet echt, als we Henk Kraaijenhof moeten geloven.

08 Cijferlijst

De cijferslijst van… Ranomi Kromowidjojo.

14 Mijlpalen

Peter ter Kulve, CEO van ­Unilever Benelux, over zijn weg naar de top.

Twee high potentials uit het bedrijfsleven en de topsport tonen hun overeenkomsten richting persoonlijk succes.

Ellen Hoog maakt carrière in de topsport. Dat doe je nooit alleen. Wie zijn haar pilaren?

32 VOPAK

Good to Great: De multinational lapt de crisis aan de laars.

TOPSPORT

36 London Calling

Talent Kitty van Male is hard op weg richting Olympische Spelen in Londen. X volgt haar op de voet.

38 Pietpraat

Pieter van den ­Hoogenband over hoofd- en bijzaken in zijn column.

39 Fototalent

Eiffel presenteert jong fotografietalent.

35 Weet u nog?

Is dat al zó lang geleden?! Langs memory lane naar 1992.

najaar 2009

3

interview

Rondneuzend, op zoek naar...

dwarsverbanden tekst Mark Hoogstad — beeld Frank Ruiter

Pieter van den Hoogenband

4

de Top

Pieter van den Hoogenband is sinds 1 januari 2009 ­verbonden aan de Eiffel Topsport Community (ETC). Met als doel kennisdeling en innovatie te bevorderen en zo de Topsport Community verder uit te bouwen. Technisch directeur ­Maurits Hendriks van sportkoepel NOC*NSF, tevens Chef de Mission van het Nederlands Olympisch Team Londen 2012, is sinds drie jaar betrokken bij de ETC. Hij is één van de sparringpartners van Pieter. Een tweegesprek.

O

m maar met het begin te beginnen: waar staat de Eiffel Topsport ­Community voor en wat is daarbinnen jullie rol? Van den Hoogenband: ‘Laat ik voorop stellen dat het geen Eiffel-feestje is en de Topsport Community bovendien beduidend meer is dan zomaar een platform om kennis en ervaringen tussen sport en bedrijfsleven uit te wisselen. Misschien kunnen we beter spreken van de TC, dus zónder de letter E, waarbij Eiffel fungeert als aanjager. Dat laatste is mijn taak. Na bijna vijftien jaar topsport durf ik te stellen dat die wereld ­weinig geheimen meer voor mij telt. Maar als mens heb ik in al die jaren toch min of meer stilgestaan. Eiffel biedt me een podium waar ik lekker mag rondkijken en -neuzen. Binnen Eiffel is sport volledig geïntegreerd in de bedrijfscultuur. Dat wil zeggen: het bedrijf staat open voor de lessen uit de topsport, en de daarbij behorende gedragsveranderingen op de werkvloer. Maar daarbuiten is nog een wereld te winnen met het zoeken en het ­vinden van dwarsverbanden. Zonder dat de TC daarbij overigens richtlijnen opstelt en oplegt. Het tegendeel is waar: samen op zoek naar een nieuwe denkrichting, die zowel de sport als het bedrijfsleven kan versterken.’ Hendriks: ‘Er zijn legio overeenkomsten ­tussen topsport en het bedrijfsleven, maar die komen zelden of nooit uit de anekdote­ sfeer. Dat zijn – met alle respect – de ­gebruikelijke bedrijfspraatjes, waarvan er dertien in een dozijn gaan. Daar ben je op gegeven moment klaar mee. Bij mij viel het kwartje toen ik, nu bijna drie jaar geleden, aan tafel zat met twee erkende zwemtrainers

– Jacco Verhaeren en Marcel Wouda – plús de mensen van Eiffel. Ze hadden hoog ­ingezet: kunnen we parallellen vinden ­tussen drie zeer verschillende sportomgevingen – basketball, hockey en zwemmen – waarin we modellen en begrippen kunnen ontwikkelen die generiek van toepassing zijn? Na zeer inspirerende gesprekken ­kwamen we gezamenlijk tot de conclusie: ja, dat kan. Jacco bijvoorbeeld liet mij zien hoe hij steeds meer teamdynamiek in zijn trainingen toepaste, terwijl zwemmen in hoge mate een individuele sport is. Het mooie was dat ik als bondscoach van Spanje destijds juist bezig was met een steeds meer op het individu toegesneden benadering ­binnen de teamtrainingen. Zo hebben we de eerste stap gezet. Waarbij het Eiffel vooral gaat om de vraag hoe deze modellen en begrippen te vertalen naar het bedrijfsleven. Het uiteindelijke doel is om te komen tot een kaatsend geheel van diverse kennis­ instituten, gevoed vanuit sport én het bedrijfsleven.’ En iedereen is welkom?

Van den Hoogenband: ‘Ja, in principe wel, maar deelname vergt een bepaald niveau, een zekere durf en ervaring om out of the box te willen en te kunnen denken. Die eigenschap kun je niet in de supermarkt kopen. Als partner moet je bovendien bereid zijn kennis te delen en kritisch naar je eigen organisatie te kijken. Wat missen wij en hoe zou de TC ons daarbij kunnen helpen? Je moet ook geven, niet alleen maar willen halen. Alleen op die voorwaarden denken wij een waardevolle kruisbestuiving op gang te kunnen brengen.’

‘Klaar met de gebruikelijke bedrijfs­ praatjes’

NOC*NSF

en de Partners in Sport Maurits Hendriks, voorheen succesvol internationaal hockeycoach, heeft vanuit zijn functie bij NOC*NSF contact met de NOC*NSF Partners in Sport (DSM, Ernst&Young, NS, Randstad en Unilever). Deze Partners in Sport helpen de ambities van NOC*NSF en haar leden waar te maken. In de meest brede zin van het woord. Zo onder­steunen bij­ voorbeeld Randstad en Ernst & Young NOC*NSF niet alleen in financiële zin, maar ook op praktische wijze de topsport en sportontwikkeling ambi­ ties van NOC*NSF. Randstad focust zich op talentontwik­ keling (Randstad Topsport Academie) en geeft Ernst & Young onder andere fiscale en juridische ondersteuning aan atleten.

najaar 2009

5

interview

Hendriks: ‘Je moet aan de eigen omgeving kunnen ontsnappen. Dat is lastig, want je gaat snel zweven. Ik kon eerst heel moeilijk de haakjes vinden. Je moet die gave in je hebben. Mijn eerste ontmoeting met Jacco was in december 1997 in Perth, op een ­moment dat wij beiden nog niet zoveel ­bereikt hadden. Ik was op trainingstage met de Nederlandse hockeyploeg, terwijl de zwemmers in de laatste fase van hun voorbereidingen waren op de wereldkam­ pioenschappen. Jacco keek toen al over zijn eigen wereld heen. Dat merkte ik tijdens ons eerste gesprek.’

winnen vind ik daarentegen fas-ci-ne-rend. Zoveel zijn er niet die bij herhaling winnen. Basketballcoach Phil Jackson is een mooi voorbeeld. Vooral omdat de NBA een supercompetitieve omgeving is. In het voetbal kan je op basis van onder meer de begrotingen zo vijf à zes kwartfinalisten in de Champions League opschrijven. In de NBA ligt dat anders. Jackson heeft meerdere titels behaald met de Chicago Bulls, maar bij de Lakers in Los Angeles is het hem weer gelukt, in een totaal ander krachtenveld. Guus Hiddink idem dito. Voor dat soort mensen neem ik mijn pet af.’

Wat is de agenda op korte termijn?

Van den Hoogenband: ‘Aftrainen, afkicken en mezelf bijscholen. Op dit moment ben ik twee dagen per week actief voor Eiffel. Op korte termijn organiseer ik eind n ­ ovember samen met mijn collega’s een congres. Dan willen we naar buiten treden met het gedachtegoed van de Topsport Community. En dus ben ik op zoek geweest naar een unieke groep sprekers. Ik heb mijn oog onder meer op bioloog Midas Dekkers laten vallen. Die man staat bekend om zijn afkeer van sport, vanuit de gedachte dat sporten tegennatuurlijk zou zijn. Dat soort recalcitrante types mag ik graag horen. Uitdagen, prikkelen, provoceren – ook dat is mijn taak. Andere paden betreden. Zo moet de locatie van het congres ook niet-alledaags zijn. Bijvoorbeeld te midden van de rauwe en robuuste werkomgeving van het kunstenaarscollectief in Strijp. Bijzondere mensen en werelden samenbrengen, dat is wat ik nastreef.’ Hendriks: ‘Groot denken dus, maar dat is wel iets wat ik mis. Nederland is fysiek zo klein dat alles in feite al gecentraliseerd is. Het feit dat we klein zijn, nodigt niet altijd uit om groot te denken. Je hebt het allemaal dichtbij, de noodzaak ontbreekt dus om net even iets verderop je licht op te steken. Als zich iets groots aandient – neem de mogelijke Olympische kandidatuur van Nederland – is de eerste reactie meestal klein: hoe krijg ik zo’n mega-evenement in mijn dorp? Terwijl die reactie zou moeten zijn: hoe gaan we dit in de wereld neerzetten?’ Welk onderwerp behoeft nadere uitwerking binnen de TC? Hendriks: ‘Ik heb niets met mensen die één keer winnen, maar mensen die herhaald

6

‘Herhaald winnen interesseert me mateloos’

Tegenover je zit iemand die in 2004 zijn Olympische titel prolongeerde. Hendriks: ‘Pieter weet ook precies wat ik bedoel. Eén keer Olympisch goud winnen is mooi, twee keer is een enorme uitdaging. Daar komt heel veel meer bij kijken dan die eerste keer. Ook dan is het je niet komen aanwaaien, maar in zekere zin overkomt het je. Maar die tweede keer? Een totaal ander verhaal. Je kan niet nog een keer hetzelfde trucje uithalen; dat is uitgesloten. En dus is de vraag: hoe ver moet je gaan om succes voor te bereiden? Dat laatste is nooit een garantie, maar topprestaties komen nooit vanzelf of per ongeluk. Verrassing is een belangrijk element. Een topatleet moet herhalen, maar daarin schuilt tegelijkertijd groot gevaar. Routine is ook dodelijk voor topprestaties. Kortom: een ongelooflijk spanningsveld. Van den Hoogenband: ‘Ik heb in vijftien jaar, en dan praten we over bijna drie trainingen per dag, nog nooit hetzelfde programma gedraaid. Vergelijk dat eens met Marcel Wouda. Die had destijds in Amerika trainers die om de zoveel tijd het trainings-

programma uit 1986 uit hun bureaulade opvisten en afstoften. Ik heb het mijn jongere collega’s ook altijd voorgehouden: verdiep je in de materie, over het hoe en waarom van een bepaalde oefening. En stel je vooral niet op als de onnozele consument, die blindelings de voorgeschreven zes kilometertjes afraffelt. Dat kunnen maar weinig sporters, hoe intelligent ze ook zijn. Onbewust is toch vaak de reflex: eerst kijken naar de onderkant van het papiertje om te zien hoeveel kilometer vandaag moeten worden afgelegd.’ Hendriks: ‘Dat jij zolang aan de top hebt gestaan, heeft veel te maken met het feit dat jij trainingsprogramma’s wél wist te doorgronden. Daar ben ik van overtuigd. Met Jacco had je bovendien een trainer die de grote lijnen niet uit het oog verloor, maar binnen zijn programma’s tegelijkertijd wel bleef variëren en zijn zwemmers dus bleef verrassen.’ Doelen stellen dus zonder inflexibel te worden? Van den Hoogenband: ‘Als topsporter had ik keiharde, vastomlijnde doelen. Daar hield ik van. Op 14 augustus 2008, om zeventien minuten over acht, moest ik de wereld laten zien dat ik de beste was. Mijn leven was vier jaar lang zo ingericht dat ik op dat ene bewuste moment kon pieken. Als ik kijk naar het bedrijfsleven, waar mensen acht uur per dag willen pieken terwijl ze alle basisvoorwaarden aan hun laars lappen, ja, dan schrik ik wel eens. Soms wordt het ontbijt zelfs overgeslagen. Om over de arbeid-rustverhouding maar helemaal te zwijgen. Werknemer zijn betekent in mijn ogen handelen als een bedrijfsatleet.’ Hendriks: ‘Ben ik het mee eens, alleen: in het bedrijfsleven zijn doelen vaak veel minder vastomlijnd. Het is een continue belasting. Bovendien: als je de wetten van de topsport loslaat op de werkvloer, zal een leidinggevende ook moeten accepteren dat zijn werknemer af en toe ten prooi valt aan een zogeheten post-Olympisch dipje. Dat is lastig. Maar het zou best eens zo kunnen zijn dat het arbeidsrendement inderdaad hoger ligt als de bedrijfsvoering anders wordt ingericht.’

persoonlij k

‘Kon me niet schelen waarheen, maar ik wilde altijd naar het buitenland…’ Peter ter Kulve

XXX Xxx

14

MIJ LPALEN

Unilever-chairman Peter ter Kulve

‘hoe koppel je ijs eten aan de ramadan?’ tekst Jaron Reddy — beeld Corb!no

Peter ter Kulve (44) is vanaf april van dit jaar chairman van Unilever Benelux. Terug op ­Nederlandse bodem dus. Een internationale loopbaan bij de levensmiddelengigant voerde hem in twintig jaar over de hele wereld. ‘Toch is er een wezenlijk verschil tussen mijn ­voorgaande jobs en deze.’ Zijn mijlpalen samengevat.

De grens over

De terugkeer

‘Ik heb altijd een internationale carrière geambieerd. Mijn moeder was een rasechte idealist, mijn vader een hardwerkende ondernemer, die zes dagen per week werkte. Hij nam elk jaar een maand vakantie. Met het hele gezin gingen we dan weg, altijd naar een speciale bestemming. Indonesië, China, noem maar op. Al voordat ik ging studeren, was het voor mij duidelijk: ik wilde de grens over. Ik weet nog dat ik vier jaar voor Unilever had gewerkt en het helemaal had gehad in Nederland. De kans om in Oost-Europa aan de slag te gaan, greep ik met beide handen aan.’

‘Mijn huidige baan als chairman van Unilever Benelux verschilt wezenlijk van wat ik in het verleden heb gedaan. Ik heb altijd slecht lopende bedrijven beter gemaakt. In China bijvoorbeeld, en daarvoor in Oost-Europa. Ik zal nu – om in sporttermen te vervallen – een hoofdklasser naar de Champions League moeten brengen. Waarom ik de juiste man ben? Ik denk dat ik goed in staat ben om complexe situaties te doorzien. Ik weet mijn enthousiasme goed over te brengen, mensen aan te jagen en mee te krijgen. Willen we de voorsprong op onze concurrenten behouden, moeten we ook in staat zijn het spel van de toekomst te spelen. Ik moet het voor elkaar zien te krijgen dat de trust levels bij de bestuurders zó hoog zijn, dat mijn topmensen in elkaars comfort zone durven te komen.’

China ‘De uitdaging in China was vergelijkbaar met wat ik in Oost-Europa had gedaan. Maar dan groter, ingewikkelder. Op 33-jarige leeftijd bereikte ik de mijlpaal van chairman in China. Hoe ik dat zo snel voor elkaar heb gekregen? Eigenlijk door ongelooflijk veel risico’s te nemen. Ook op China had ik namelijk volledig afgebrand kunnen worden. Toen ik kwam, verloren we twee euro op elke euro omzet. Het eerste wat ik heb gedaan is vijftien dure expats in het management vervangen met energieke jonge Chinezen. Bij hun heerste een enorm gevoel van schaamte en gekrenkte trots, maar ik kreeg iedereen mee. Ik vertelde grote baas Niall Fitzgerald dat er tientallen miljoenen moesten worden geïnvesteerd met een fifty-fifty slagingskans. Uiteindelijk zijn we het eerste winstgevende Unilever-bedrijf in China geworden.’

De marathon ‘Na mijn studietijd in Rotterdam zag ik er echt uit als een Michelinmannetje. Toen ben ik gaan hardlopen. Rotterdam was mijn eerste marathon. Later in Praag kwamen we erachter dat die wedstrijden eigenlijk heel leuke familie-uitjes waren. Dan reisden we een dag voor de wedstrijd bijvoorbeeld naar Berlijn. Aten we wat, bekeken we de stad een beetje. In totaal heb ik 27 keer de finish bereikt van een marathon. Ik kan me een jaar herinneren dat ik er zeven heb gelopen. Ik sport nu vier of vijf keer per week. Doe ik dat niet, dan voel ik de energie uit mijn lijf stromen. Wat er leuk aan is? Afzien. Grenzen overgaan. Ik doe verder ook heel weinig aan competitieve sport. Dat is mijn werk namelijk al!’

Mooiste baan van de wereld ‘Voordat ik op mijn huidige positie kwam, ben ik verantwoordelijk geweest voor de mondiale ijsverkoop van Unilever. Een baan met drie gezichten. In de VS lag een turnaround-uitdaging, Europees gezien moest het momentum van een aantal huismerken geboost worden en in de emerging markets lag er een taak om zoveel mogelijk mensen ijs te laten eten. Iedereen eet ijs, maar hoe breng je ijs aan de man? Hoe veranker je ijs eten in andere culturen? Kijk, in het Westen eten we een bak ijs tijdens de Kerst, maar hoe koppel je ijs eten aan de Ramadan?! Dat was de kunst.’

Persoonlijk Geboren: 7 oktober 1964, Enschede Studie: Economie, Rotterdam Gezin: Mijn vrouw Dorothee, Diederick, Annejet en Wibien Liefhebberijen: Duursport, lezen en reizen Geen dag zonder: Mijn Crackberry

najaar 2009

15

‘Uitdagen, prikkelen, provoceren – ook dat is mijn taak’ Pieter van den Hoogenband

3

Related Documents