Oefenopgaven Hoofdstuk 9 Uitwerkingen

  • Uploaded by: Herman Slatman
  • 0
  • 0
  • November 2019
  • PDF

This document was uploaded by user and they confirmed that they have the permission to share it. If you are author or own the copyright of this book, please report to us by using this DMCA report form. Report DMCA


Overview

Download & View Oefenopgaven Hoofdstuk 9 Uitwerkingen as PDF for free.

More details

  • Words: 544
  • Pages: 2
Oefenopgaven hoofdstuk 9 uitwerkingen 1a. (3) Raaklijn tekenen (1) en de helling bepalen (1) a = 2.0 m/s2 (1) (of via afgeleide (1): v’(t) = 0.2·t – 3 (1) t = 25  a = 2.0 m/s2 (1)) 1b. (4) Hokjes tellen (1) 1 hokje = 5 · 1 = 5 m (1) totaal 15 hokjes (hokjes onder x-as moeten er vanaf getrokken worden) (1) s = 15 · 5 = 75 m (1) (of via integraal (1): s(t) = V(t) = (1/30)·t3 – 1.5t2 + 20t (2) t = 15  s = 112.5 – 337.5 + 300 = 75 m (1) 1c. (4) Afnemend stijgend tot t = 10 s (1) Dalend tot t = 20 s (1) Sterk stijgend tot t = 30 s (1) 160 140 120 100 80 60 40 20 0 0

5

10

15

20

25

30

35

1d. (2) t = 15 s (1), want daar is de snelheid even constant (1) Totaal vraag 1: 12 2a. (3) EA = EC (1) ½ · m · vA2 + m · g · hA = ½ · m · vC2 (1) m valt er uit, geeft: ½ · vA2 + 9.81 · 45 = ½ · 302 vA = 4.1 m/s (1) 2b. (4) EC = ½ · m · vC2 + m · g · hC = ½ · 3.5·102 · 302 + 3.5·102 · 9.81 · 25 = 243337.5 J (1) ED = ½ · m · vD2 = ½ · 3.5·102 · 352 = 214375 J (1) Verlies is 243337.5 – 214375 (1) = 2.9·104 J (1) 2c. (3) a = F / m = 1.4·103 / 3.5·102 = 4.0 m/s2 (1) t = v / a = 35 / 4.0 (1) = 8.8 s (1) Totaal vraag 2: 10

3a. (5) De helling van de grafiek op t = 9.0 s is de versnelling a a = Δv / Δt = (0.60 – 0.23) / 11.7 = 32·10-3 m/s2 (met een marge van 2·10-3) (1) Fr = m · a = 4000 · 32·10-3 = 128 N (1) Ftrek horizontaal = Fw + Fr (1) = 2.3·102 + 128 = 3.6·102 N Ftrek = Ftrek horizontaal / cos 15º (1) = 3.6·102 / cos 15º = 3.7·102 N (1) 3b. (4) De verplaatsing over de eerste 12 seconden is oppervlakte onder de grafiek = 4.0 m (marge 0.3 m) (1) Dan is er nog 20 – 4.0 = 16 m af te leggen (1) De tijd die daarvoor nodig is, is t = s / v = 16 / 0.56 = 29 s (1) De totale tijd is dus: 12 + 29 = 41 s (1) 3c. (4) Fr = Fw = m · a = 2.3·102 N (1) a = 2.3·102 / 4000 = 5.8·10-2 m/s2 (1) t = v / a = 0.56 / 5.8·10-2 = 9.7 s (1) s = ½ · a · t2 = ½ · 5.8·10-2 · 9.72 = 2.7 m (1) (of Fr = Fw = m · a = 2.3·102 N (1) ΔEk = W (1)  F · s = ½ · m · v2 (1) s = ½ · 4000 · 0.562 / 2.3·102 = 2.7 m (1) ) Totaal vraag 3: 13

Related Documents


More Documents from "Herman Slatman"

Antwoorden Hoofdstuk 18
November 2019 19
Opdracht 4
November 2019 20
Samenvatting Hoofdstuk 15
November 2019 19
Oefenopgaven Hoofdstuk 4
November 2019 17
Oefenopgaven Hoofdstuk 17
November 2019 7
Antwoorden Hoofdstuk 11
November 2019 10