o tekens van zon en maan, wie zal u levend bestaan? de zee bespringt het land metterhand. regen en vuur, kent gij, dag noch uur. heer, ontferm u onzer, o breng ons naar huis. o koning, gezalfde gods, o priester en knecht van god; o wijs ons de weg naar huis, naar uw huis. breng ons naar huis, het vaderlijk huis. heer ontferm u onzer, o breng ons naar huis. o licht in de duisternis, o licht dat verschenen is, verlicht ons gezicht des nachts, ja bij nacht. aarde en brood en zwart is de dood. heer, ontferm u onzer, o breng.ons naar huis.